Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer van Rompuy heeft het woord.
Minister, in het begin van het vorige jaar lanceerde u een voorstel om een nieuw glasvezelnetwerk in Vlaanderen uit te rollen. Eind juli 2018 hebt u in samenspraak met de telecomoperatoren beslist om dat niet te doen. U wilde met hen voor een samenwerkingsverband gaan en hun projecten op het vlak van de uitrolling van het glasvezelnetwerk in Vlaanderen bespoedigen, om zo snel mogelijk een snelheid van 1 gigabit per seconde te kunnen hebben.
Enkele weken geleden heb ik in de media vernomen dat Fluvius alsnog met een voorstel komt om zelf een deel van een supersnel glasvezelnetwerkje op te bouwen.
Hoe moet ik al die verschillende initiatieven ten aanzien van elkaar bekijken?
Er was eerst het voorstel om een eigen netwerk op te bouwen. Dan heeft Fluvius gezegd dat zij dat kunnen doen. Uiteindelijk heeft men dan beslist om samen te werken met de projecten van de bestaande telecomoperatoren. Nu zal Fluvius toch een bepaald aspect zelf aanleggen.
Wat is nu de strategie van de Vlaamse Regering is op het vlak van de uitrol van een supersnel glasvezelnetwerk?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik wil het toch een beetje anders schetsen. De doelstelling was voor Vlaanderen belangrijk en die was dat we een supersnel digitaal netwerk moesten hebben en dat we daarin koplopers moesten zijn in Europa. Dat was de doelstelling. We hadden het liefst, zoals ook in de nota’s stond die we daarrond hebben gemaakt, dat de bestaande operatoren zich zouden engageren tot dat supersnel digitaal netwerk en de realisatie ervan over heel Vlaanderen, de openheid ervan voor gebruikers en ook de betaalbaarheid ervan. Dat waren de vier factoren die we naar voren schoven. Daar is bij gezegd dat wij het zouden doen, als de bestaande operatoren het niet zouden doen, en daarop heeft Fluvius gezegd dat zij er wel interesse voor hadden om dat dan samen met Vlaanderen te realiseren. Dat is eigenlijk de filosofie geweest.
We zijn dan in een moeilijke dialoog getreden met de bestaande operatoren, in eerste instantie Proximus en Telenet, aangezien dat de bestaande operatoren zijn voor dat netwerk, en wij hebben die doelstellingen die we naar voren geschoven hadden, met hen in een samenwerkingsakkoord kunnen verkrijgen. Zij gaven ook garanties om het supersnel digitaal netwerk tegen 2020 uit te bouwen en gingen zelfs verder: ze gaven ook garanties om verder te gaan naar de versnelling die wij ook noodzakelijk achtten. Nadat de Vlaamse overheid enerzijds en Telenet en Proximus anderzijds die engagementen getekend hadden, vonden wij het vanuit de Vlaamse overheid ook niet meer nodig om nog verdere initiatieven te nemen rond de uitrol van een eigen glasvezelnetwerk. Ik denk dat niemand er vragende partij voor was dat Vlaanderen honderden miljoenen euro’s zou gaan investeren om een derde kabel te leggen naast de twee bestaande.
Fluvius is natuurlijk geen onderdeel van de Vlaamse overheid. Het is een onafhankelijke organisatie – u zult ze nog beter kennen dan ik –, waarin de steden en gemeenten aandeelhouder zijn en waarin wij als Vlaamse overheid geen zeggenschap hebben over de strategische beslissingen die daar in de raad van bestuur of algemene vergadering genomen worden. Fluvius heeft de autonomie om zijn eigen beleid en beslissingen te nemen, ook over wat zij nu hebben beslist, met name de opstart van een proefproject rond een glasvezelnetwerk.
De Vlaamse overheid – en dat is het engagement dat ik naar Proximus en Telenet toe genomen heb in naam van de Vlaamse Regering – speelt geen rol in de andere initiatieven. Dat is ook het geval. Wij spelen geen rol en verschaffen ook geen kapitaal aan Fluvius voor zijn proefproject rond de glasvezelkabel. Als Vlaamse overheid komen we daarmee volgens mij ons engagement na en kunnen we dan ook blijven rekenen op het engagement dat Proximus en Telenet zijn aangegaan.
De heer Van Rompuy heeft het woord.
Als ik het zo hoor, dan zou ik kunnen zeggen dat u het eigenlijk heel slim gespeeld hebt. Aan de ene kant hebben we een akkoord gemaakt dat ons geen geld kost, maar dat wel druk zet op de bestaande telecomoperatoren om hun engagementen ook hard te maken. Aan de andere kant stellen we vast dat Fluvius los van de Vlaamse Regering toch min of meer – het gaat niet om een volledig glasvezelnetwerk – een zekere concurrentie op de markt zal brengen en dus de bestaande telecomoperatoren het vuur aan de schenen zal leggen. Misschien is dat wel de beste constellatie om ervoor te zorgen dat we in Vlaanderen zo snel mogelijk kunnen beschikken over een glasvezelnetwerk dat competitief is in de Europese sector.
De heer Diependaele heeft het woord.
Ik sluit mij eigenlijk volledig aan bij de laatste opmerking van collega Van Rompuy, want dit is echt een verhaal van de ‘kleur van de kat’. Het maakt niet uit welke kleur ze heeft, zolang ze maar muizen vangt. Hier hebben we zeer duidelijk de vier doelstellingen naar voren geschoven, zoals u zeer duidelijk hebt gemerkt. We hebben gepraat met alle partijen om achter die doelstellingen aan te gaan en uiteindelijk is die lijn altijd maar opgeschoven. Ik denk dat we goed op weg zijn. Het 5G-verhaal is daar nog aan toegevoegd, wat mij alleen maar voordelig lijkt.
We gaan dit wel op de voet blijven volgen, want het uiteindelijke resultaat zal er uiteindelijk moeten liggen en is cruciaal voor onze Vlaamse economie. Ik denk dat we daarmee opnieuw de voorsprong kunnen nemen die we de laatste tijd wat aan het verliezen zijn. We gaan het zeker van dichtbij moeten blijven opvolgen dat het effectief ook uitgerold raakt.
De vraag om uitleg is afgehandeld.