Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, chirurgische castratie bij biggen was lang de norm in de Vlaamse varkenshouderij om de zogenaamde berengeur te voorkomen. Niemand twijfelt eraan dat dit aanzienlijk veel dierenleed met zich meebrengt. Initieel werd zowel door de sector als door de Vlaamse Regering vooropgesteld om de praktijk tegen 2018 te beëindigen in respectievelijk de Verklaring van Brussel en het Vlaams regeerakkoord.
Ondertussen is een deel van het voor de binnenlandse markt bestemde varkensvlees ook effectief afkomstig van intacte of gevaccineerde dieren. Dat zijn de twee alternatieven. Toch blijkt een algemene implementatie van alternatieven een heel moeizame zaak. We discussiëren daar al heel lang over. Er is evolutie omdat de binnenlandse markt steeds meer gevaccineerd of intact berenvlees aanbiedt, maar een volledige implementatie blijft heel moeilijk. Dat heeft ook te maken met de export. Het grootste deel van het varkensvlees dient immers voor export.
Omdat het overleg over deze kwestie de laatste jaren nagenoeg stilviel – ik wil u daarmee niet beschimpen, maar die feedback heb ik gekregen van stakeholders –, bracht ik op 1 juni 2018 de belanghebbenden en bestaande expertise samen in het Vlaams Parlement via een rondetafel. De belangrijkste hindernissen en opportuniteiten werden daar besproken, evenals mogelijkheden voor een nieuw plan van aanpak. Dat was dus een positieve benadering van het dossier.
Minister, ik heb daar een aantal vragen bij. Een eerste vraag gaat over de detectie van berengeur aan de slachtlijn. Het op punt stellen van betrouwbare methodes voor de detectie van berengeur aan de slachtlijn blijkt primordiaal te zijn voor de sector voor een succesvolle algemene omschakeling. U hebt daar in het verleden ook naar verwezen. Hoever staat het met het vervolgonderzoek dat u had besteld?
Een tweede vraag gaat over waar we de prioriteiten precies leggen. De weerstand en bezorgdheid over vlees van gevaccineerde of intacte dieren zijn het laagst voor de Belgische markt. Een volledige omschakeling naar castratievrij vlees voor Belgische consumptie is de meest realistische maatregel op korte termijn. Overweegt u om een dergelijke tussentijdse doelstelling voorop te schuiven?
Mijn derde vraag gaat over het vertrouwen, wat u ook niet vreemd is. Er is in de hele sector en de hele keten een groot wantrouwen ten aanzien van elkaar. Een volledige omschakeling voor Vlaanderen is enkel mogelijk als er vertrouwen is tussen de verschillende spelers in de keten. Vooral een ondubbelzinnig engagement van de hele retailsector blijkt noodzakelijk. Plant u om verder ketenoverleg te organiseren om dat vertrouwen te faciliteren, eventueel via een vertrouwenspact zodat iedereen weet wat hij aan een ander heeft?
Het meeste varkensvlees dient voor de export. De grote importeurs zijn Duitsland voor de Europese markt en China voor landen buiten Europa. Als we een algemene implementatie van een verbod op chirurgische biggencastratie willen realiseren, dan moeten we uiteraard oog hebben voor de situatie daar. Het eigenaardige is dat zowel in Duitsland als in China ook wel vlees van beren die niet chirurgisch zijn gecastreerd, wordt aangeboden op grote schaal. Op zich is er dus niet echt een probleem. Alleen zijn er wel heel wat praktische hindernissen. Via welke kanalen wilt u ervoor zorgen dat de weerstand bij de sector wordt verminderd? Kreeg u een reactie van de Chinese overheid via de ambassade, aangezien u had aangekondigd die rechtstreeks te willen aanschrijven?
Minister Weyts heeft het woord.
Wat betreft de detectie van berengeur aan de slachtlijn en de evoluties ter zake hebben we goede hoop. Ik ben optimistisch gestemd. De onderzoeksresultaten zijn nog niet finaal, maar de Universiteit Gent blijft daar goed bezig. Het onderzoek loopt nog. Het toestel dat wordt getest, komt trouwens uit de humane geneeskunde. Het werd intussen verder op punt gesteld voor de detectie van berengeur. De labotesten zijn intussen bijna afgerond, en dat evolueert dus positief. De volgende stap is om het toestel in een reële omgeving, in een slachthuisomgeving toe te passen en te kijken of dit dezelfde resultaten oplevert als in een labo-omgeving. Ik ga ervan uit dat we begin volgend jaar die testen kunnen afronden en de resultaten finaal kunnen bekijken.
Voor de Vlaamse markt bieden grote retailers vandaag al geen vlees van chirurgisch gecastreerde varkens meer aan. Dat is ook een van de resultaten van ons ketenoverleg dat continu blijft doorgaan. De omschakeling is bij ons dan ook vrijwel volledig gemaakt en daar valt nog weinig winst te boeken.
Het probleem zit vooral bij de export, zoals u ook aangaf.
Vandaar ook dat ik heb bepleit dat we dit opnieuw op Europees niveau zouden aanpakken en vandaar dat ik het initiatief heb genomen om die Europese expertengroep nieuw leven in te blazen. Ik ondersteun die expertengroep ook in zijn verdere werking. Eigenlijk is Vlaanderen daarin een voortrekker op Europees niveau. Een kanttekening daarbij is dat de Europese Commissie vooralsnog een zeer beperkte belangstelling toont dienaangaande.
Wat uw vraag over Duitsland en China betreft, kan ik u zeggen dat wij regelmatig overleg plegen met de Duitse overheid. Die is vooral gewonnen voor het gebruik van immunocastratie, maar moet ook zelf vaststellen dat de Duitse retailsector niet volgt. De overheid wil die keuze wel maken, maar de retailsector volgt niet. De landbouwsector vreest daarom ook voor concurrentie van andere exportlanden, zoals Denemarken. Het is dus nog niet duidelijk welke richting het in Duitsland finaal zal uitgaan.
U refereerde in uw vraag ook aan het vertrouwen. Ik denk niet dat er aan Vlaamse zijde een tekort aan vertrouwen is in het ketenoverleg. Ik denk dat dat goed verloopt. Het vertrouwensprobleem situeert zich echter bij de buitenlandse afnemers. Er is enerzijds het verhaal van de berengeur, en op dat vlak evolueren we goed. Maar er is ook de vertrouwenskwestie rond de mate waarin dat systeem waterdicht is, en ik begrijp de afnemers daarin ook: één geval van berengeur volstaat om nefaste gevolgen te hebben, zelfs als we over tonnen varkensvlees spreken. Anderzijds heb je natuurlijk ook de immonucastratie, waartegenover ook enige terughoudendheid bestaat door alles wat zich in het verleden heeft afgespeeld. Elk additief dat aan vlees wordt toegevoegd, leidt tot enige terughoudendheid bij de afnemers.
Wat China betreft, heb ik contact gehad met de Chinese ambassade. Die heeft mij uiteindelijk doorverwezen naar de bevoegde diensten in China om daarmee rechtstreeks de dialoog aan te gaan – wat we nu ook doen – en om vast te stellen of er daadwerkelijk een probleem is met de invoer van vlees van immunogecastreerde varkens. We zijn daar op dit moment mee bezig, maar dat vergt wel wat tijd. We zijn ook de concrete casussen aan het maken, waarbij we een oordeel zullen vragen aan China.
Ook daar stel je vast dat de terughoudendheid zich opnieuw situeert bij de Chinese afnemers zelf. Er bestaat immers geen wettelijke beperking op immunocastratie van varkens op de Chinese markt. Dat heb ik onderzocht en dat is alleszins mijn bevinding, maar de Chinese overheid moet dat nog formeel bevestigen. Onze bevindingen leren dat er wel een mogelijkheid is, maar dat het probleem zich in eerste instantie bij de afnemers situeert, net zoals in Duitsland.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Bedankt voor uw antwoord, minister.
U geeft duidelijk een aantal positieve signalen aan, maar ook een aantal hindernissen die toch moeilijk te overwinnen lijken. Wat de detectie aan de slachtlijn betreft, is het heel goed nieuws dat er eigenlijk op een vrij korte termijn een oplossing in zicht is. Ik hoop natuurlijk wel dat alle penaliserende mechanismen, bijvoorbeeld bij Duitse afnemers, voor vlees van niet-chirurgisch gecastreerde varkens verdwijnen. Ik hoop dat er met die detectie aan de slachtlijn een oplossing wordt aangeboden voor als er intacte beren worden geslacht, en dat de afnemers, bijvoorbeeld in Duitsland, hun eigen hindernissen wegnemen.
Op Europees niveau is het natuurlijk goed om die expertenwerkgroep te laten werken, maar – laat ons eerlijk zijn – we hoeven daar niet al te veel van te verwachten. U hebt daar zelf ook al naar verwezen. Het is niet zo dat we via een Europese werkgroep op korte termijn tot een algemeen verbod op chirurgische castratie zullen komen. Ik denk niet dat we dat moeten verwachten. Het zal inderdaad eerder bilateraal werk vergen en ik ben blij dat u daar ook aan werkt en aandacht voor hebt.
Wat Duitsland betreft, zegt u terecht dat de retail daar niet volgt. U pleegt dan wel overleg met de Duitse overheid, maar de Duitse retail volgt niet. De Duitse slachthuizen penaliseren ook. Zou het geen piste zijn om de Belgische retail van Duitse afkomst, toch ook geen kleine groep, daarop aan te spreken, zodat die bij de Duitse hoofdkwartieren wat druk kunnen uitoefenen en de weerstand daar weggenomen kan worden? Ik denk bijvoorbeeld aan Lidl, dat al enkele jaren maatregelen neemt hier in België en enkel vlees levert van intacte beren. U ziet dus dat de Duitse retail ermee bezig is, maar misschien moet die ook haar invloed laten werken in Duitsland.
Wat China betreft, heb ik inderdaad begrepen dat het een eigenaardige situatie is. Aan de ene kant heb je de Chinese overheid, die bijvoorbeeld absoluut geen verbod legt op vlees van gevaccineerde dieren en het zelfs op grote schaal importeert, onder andere uit Brazilië. Aan de andere kant vertrouwt men het toch niet helemaal om daar dergelijk vlees naar te exporteren, omdat er daar toch wel een aantal Chinese afnemers weigerachtig tegenover staan, om irrationele redenen. De vraag is natuurlijk hoe we dat gaan oplossen. Ik heb toch wel de indruk dat die Chinese markt de komende jaren steeds belangrijker zal worden. Ik hoop dan ook dat we daarin tot een fundamentele oplossing komen, want anders is er geen verbod op chirurgische castratie bij biggen in het vooruitzicht.
Ik wil nog eens herhalen dat we in stappen zullen moeten werken. Men gelooft misschien te veel dat gewoon beslissen, een verbod op chirurgische castratie, de oplossing is. U verwijst naar de binnenlandse consumptie waar al heel wat is veranderd. Misschien moeten we dan in eerste instantie aandacht schenken aan de Europese situatie en ervoor zorgen dat er geen vlees meer wordt geëxporteerd of moet worden geëxporteerd van dieren die chirurgisch zijn gecastreerd, en dan nadien kijken naar derde landen.
We moeten een soort ‘roadmap’ met tussentijdse doelstellingen formuleren. Ik denk dat dat een realistische aanpak is, misschien realistischer dan gewoon in het volgende Vlaams regeerakkoord schrijven dat het vanaf 2020 via alternatieven moet gebeuren en niet meer via chirurgische castratie. Ik heb sterk de indruk dat die piste niet meer zal werken. Laat ons in stappen werken en een roadmap uitwerken.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het werk dat u levert op dit vlak. U hebt blijkbaar veel contact met Duitsland. Hebt u binnen de Europese context contact met Nederland en Denemarken, twee heel belangrijke spelers? Hebt u zicht op hun appreciatie ten aanzien van immunocastratie of hebt u een forum om dat te checken en te controleren?
Er zijn landen waar men vanaf 2019 met verdoving zou werken onder voorwaarde dat die verdoving kan worden toegediend door de landbouwers. Er bereiken mij signalen dat dit niet zou lukken vanaf 1 januari 2019, zeker niet in Duitsland, omdat men niet klaar is met producten die door de landbouwers mogen worden toegediend voor de verdoving bij chirurgische castratie. Men spreekt over een uitstel van minstens twee jaar omdat het praktisch niet haalbaar is. Kunt u dat bevestigen of checken?
We spreken graag over intacte beren want dat is het ideaalbeeld. U weet waarschijnlijk dat Duitsland sinds vorig jaar een ‘berenkorting’ heeft ingevoerd. Dat betekent dat de verkoop van varkensvlees van intacte beren lager wordt ingeschaald omdat het vlees niet zo goed verwerkbaar is, niet zo goed in de markt ligt en een andere kwaliteit heeft dan vlees van gecastreerde beren of van vrouwelijke dieren. Is hierover onderzoek mogelijk om ervoor te zorgen dat, eventueel via selectie, het vlees zo kwalitatief is dat er geen berenkorting meer nodig is?
De heer Caron heeft het woord.
Minister u hebt al iets gezegd over het Europese niveau, net zoals enkele collega's. Minister, u kent het Europese forum en u bent een trekker. Verwacht u dat er op korte of middellange termijn vooruitgang wordt geboekt, of wordt er een soort van achterhoedegevecht gevoerd door een aantal goedbedoelende landen of regio's zoals wij, waarbij het perspectief ad aeternum moet worden geprojecteerd op korte of middellange termijn? Dat is mijn vraag.
Uit de rondetafel die collega Sanctorum heeft georganiseerd en waarop heel wat collega's aanwezig waren, bleek dat zonder een doorbraak op het Europese niveau – of het nu over immunocastratie, verdoving dan wel over intacte beren gaat – er bijna een mentale hinderpaal bestaat om verder te gaan alsof castratie een natuurlijk proces is. ‘Laat het gewoon passeren’.
Minister, kunt u over die verschillende technieken een realistische inschatting maken over haalbaarheid en over op welke termijn?
De heer De Bruyn heeft het woord.
Het thema is in goede handen bij collega Engelbosch, maar die verontschuldigt zich wegens praktische mobiliteitsproblemen. Hij kan helaas niet aan dit debat deelnemen. Hij heeft ruzie met zijn echtgenote die had moeten tanken waardoor hij nu zonder benzine ergens aan de kant van de weg staat.
Minister Weyts heeft het woord.
Er zijn verschillende vragen. Toegegeven, de sterkte en meteen ook de zwakte in ons pleidooi, is dat er grosso modo twee sporen zijn bij biggencastratie namelijk immunocastratie en berengeurdetectie. De sterkte van ons pleidooi is volledig afhankelijk van de mate waarin we erin slagen om sluitend te kunnen aantonen dat er, bijvoorbeeld op het vlak van berengeurdetectie maar evengoed in het kader van immunocastratie, geen gevolgen zijn op andere vlakken. Als het gaat over berengeur, moeten we aantonen dat de detectie sluitend is. Vandaar het onderzoek waarin we het voortouw nemen. Het ziet er goed uit, maar we moeten toch nog even hout vasthouden.
Bij de discussie over immunocastratie situeert het probleem zich vooral bij de retailsector. Ik geloof er sterk in dat als we erin kunnen slagen om een sluitende case te hebben op het vlak van de berengeur, we hiermee aan de slag kunnen op Europees niveau. Eigenlijk zijn we dus al bezig met een stappenplan, maar het is inderdaad zo dat we niet altijd kunnen rekenen op partners die traditioneel wel aan onze zijde staan als het gaat over dierenwelzijn. In Nederland en Denemarken zit men op het spoor van de verdoving. In Nederland is dat al zo en in Denemarken gaat men ook die richting uit, heb ik begrepen.
In Nederland is de verdovingsapparatuur aanwezig bij de boeren zelf. Eerlijk gezegd lijkt mij dat niet echt een goede oplossing te zijn. Want in de praktijk stellen we vast dat die verdoving amper wordt gehanteerd en toegepast, voor zover die verdoving dan een goed alternatief zou zijn. Want dat is zogezegd een derde spoor, maar wat mij betreft, is dat derde spoor niet te bewandelen. Eén, in de praktijk zie je namelijk dat die verdoving niet wordt toegepast; twee, dat staat nog los van de discussie of die verdoving een goede zaak is.
Een tweede element is – en dat is wel een argument dat absoluut pro blijft en dus absoluut nog meer in ons voordeel moet worden gebruikt – dat je in geval van de afwezigheid van castratie kwalitatief beter vlees hebt én, zoals ik het begrijp, ook méér vlees. Dat blijkt uit onderzoek. Er is een grotere opbrengst per varken, met minder voeder.
We blijven daarin de verschillende alternatieven bewandelen, ook – en dit kwam nog niet aan bod in jullie betogen – de impact van voeder zelf. Ook daar hebben we vanuit Vlaanderen grote, positieve stappen kunnen zetten. Dat zou ook een alternatieve piste kunnen zijn.
Een stappenplan? Ja, volledig mee eens. We zijn er ook mee bezig. Maar in eerste instantie is dat erop gericht om onze case te versterken. Aan Vlaamse zijde zijn we, op basis van het ketenoverleg, al vergevorderd. Er bestaat namelijk wel een consensus. Je ziet dat ook in de cijfers. Wat betreft de binnenlandse markt is er grosso modo nagenoeg geen biggencastratie meer. Maar wij exporteren vooral. We hebben een zelfvoorzieningsgraad van ongeveer 200 procent. U vraagt of we maatregelen kunnen nemen ten opzichte van die landen van waaruit wordt geëxporteerd in onze richting, richting onze retailers. Ik denk niet dat dat zich voordoet. Wij zijn netto-exporteurs. Ik denk niet dat er veel wordt geïmporteerd of dat er überhaupt wordt geïmporteerd. Andere mensen hier aanwezig kennen daar misschien meer van. Het zal alleszins marginaal zijn, dus is het op zich geen drukkingsmiddel.
Dus: stappenplan? Ja. We versterken onze case op het vlak van zowel voeder als detectie van de berengeur. We nemen het voortouw in Europa. Het spijtige in deze zaak is dat we, in vergelijking met andere dierenwelzijnsmateries, iets geïsoleerder staan, en ook dat er – dat moeten we erkennen – een groter economisch en mercantiel belang speelt. Maar ik zie wel dat we op dat vlak stappen vooruit zetten.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik erken de inspanningen die worden geleverd. Ik wil een kleine nuance aanbrengen wat betreft de binnenlandse markt. Uit de laatste cijfers die ik heb gezien, blijkt niet dat voor 100 procent vlees van intacte beren of geïmmunocastreerde biggen wordt aangeboden. Dat waren cijfers van vóór het engagement van Delhaize. Maar ik denk dat er nog altijd een aantal grote spelers vlees aanbieden dat van chirurgisch gecastreerde biggen komt. Dat verhaal is nog niet helemaal afgesloten. Ik blijf daar dus aandacht voor hebben.
Tijdens de rondetafel van een paar maanden geleden in het parlement kwam naar voren dat overleg opnieuw noodzakelijk is. De vraag om daarover opnieuw aan tafel te zitten, om verder te werken aan oplossingen en dat fameuze vertrouwen, was duidelijk aanwezig.
Tot slot doe ik graag een oproep om deze discussie zeker niet zo te laten. Ik weet dat we in de laatste maanden zitten voor de verkiezingen. Ik hoop dat de komende maanden nog altijd een aantal stappen vooruit kunnen worden gezet en dat er een aantal engagementen opnieuw kunnen worden vastgelegd. Dat moet dan misschien niet zo blind als de vorige keren in het Vlaams regeerakkoord, maar ik hoop dat er wel een aantal politieke afspraken kunnen worden gemaakt na de komende verkiezingen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.