Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Krekels heeft het woord
Leerlingen begeleiden bij het leren en studeren is een van de kerntaken van de leerlingenbegeleiding in het onderwijs. Het Vlaams onderwijs heeft een sterke traditie op het vlak van tutoringprojecten. Daarbij worden studenten uit het hoger onderwijs op structurele wijze ingezet als begeleider en/of rolmodel, met de bedoeling leerlingen uit het basis- en secundair onderwijs te ondersteunen bij hun leerproces.
Via deze projecten krijgen leerlingen door het inzetten van studenten extra oefenmogelijkheden om leerinhouden te verwerken zodat hun onderwijsslaagkansen worden geoptimaliseerd. Daarnaast fungeert de student als een vertrouwenspersoon, wat dan weer ten goede komt aan de leermotivatie van de leerling. De student zelf ontwikkelt professionele vaardigheden. Het is dus een win-winsituatie.
De Vlaamse Regering verleent subsidies aan instellingen voor hoger onderwijs voor studententutoringprojecten. Op 30 september 2018 lezen we in de pers dat de minister 230.000 euro uittrekt voor de begeleiding van leerlingen bij hun leer- en keuzeproces, wat een verdubbeling van de subsidies inhoudt. In totaal werden 13 projecten goedgekeurd, goed voor 1500 studenten die 3000 leerlingen helpen bij het maken van hun huiswerk. Daaruit kunnen we afleiden dat er veel enthousiasme en bereidwilligheid is om zich vrijwillig in te zetten voor het begeleiden van kwetsbare jongeren. Dat is uiteraard een goede zaak.
Minister, omdat het hier een verdubbeling van de subsidie betreft, heb ik volgende vragen. Hoe verliep de procedure van oproep tot selectie? Werden er projecten niet weerhouden? Welke zijn dat en op welke criteria heeft men zich gebaseerd?
Hoe worden de financiële middelen ingezet? Gaat het om gekleurde middelen die voor deze projecten worden ingezet? Wordt er ook in middelen voorzien voor materiaal, verplaatsingskosten en dergelijke meer? Zit dat allemaal mee in die subsidie of staat dat daar los van?
Hoe wordt de inzet van die middelen geëvalueerd?
Welke initiatieven hebt u genomen om een Vlaanderenbreed kader uit te werken? Zult u werk maken van een platform om ook daar weer goede praktijken uit te wisselen?
Welke initiatieven hebt u reeds genomen en welke zult u nog nemen om te voorzien in een nog betere begeleiding van de tutors?
Minister Crevits heeft het woord.
Er is inderdaad in het voorjaar een subsidieoproep gericht aan de hogeronderwijsinstellingen op basis van het beleidskader dat in 2011 van kracht werd. Dat is een besluit van de Vlaamse Regering van 19 september 2011 houdende de subsidiëring van ‘student tutoring’ in het onderwijs in Vlaanderen. Er is dus een perfect regelgevend kader om die tutoring te doen. De bekendmaking gebeurde via de website van het ministerie, een aantal elektronische nieuwsbrieven, gerichte attenderingen aan de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR), de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA) en aan alle instellingen die in het verleden al deelgenomen hebben. Het besluit bepaalt niet alleen de fasering van de oproep en aanvraagprocedure maar legt ook de verdere beoordeling en selectieprocedure vast. We zitten daar dus binnen een kader.
De jongste editie van de oproep leverde achttien aanvragen op. Die zijn allemaal ontvankelijk verklaard. Ze hebben op 1 mei 2018 het departement Onderwijs en Vorming bereikt. De aanvraagdossiers moeten wat doelstellingen betreft de pure huiswerkbegeleiding overstijgen en moeten een aantal ruimere doelen nastreven, zoals het verwerven van competenties als studievaardigheden en zelfredzaamheid, het verhogen van sociale competenties, mogelijk ook doelstellingen met betrekking tot houding en attitude en het tegengaan van sociale segregatie. De prioritaire doelgroep is die van leerlingen uit kansarme of kwetsbare gezinnen. De Vlaamse selectiecommissie studenttutoringprojecten, die op donderdag 24 mei 2018 is samengekomen, hanteert dat kader nauwgezet bij het opstellen van de rangschikking en van het advies aan mezelf.
De maximale subsidie is 20.000 euro. Voor dit schooljaar heb ik de subsidiepot verdubbeld tot 230.000 euro. De toewijzing van de projecten volgt de opgemaakte rangschikking tot het beschikbare budget uitgeput is. Ik heb me dus niet gemengd in de ranking die is opgemaakt. Het is soms een voordeel wanneer er wel een ranking wordt opgemaakt. Van de achttien aanvragen heb ik er op deze manier dertien kunnen honoreren. De vijf die geen subsidie hebben gekregen zijn de projecten Vas-y van Odisee Brussel, het Buddyproject van de Hogeschool Gent, Learn2Empower van de AP Hogeschool, Studiekeuzebuddy van de Hogeschool PXL en Kies Hoger van de Karel de Grote Hogeschool. Men heeft wel feedback gekregen bij de score. Het zijn geen slechte projecten. Ik heb de subsidiepot al verdubbeld maar ik kon toch nog niet alle projecten honoreren.
Hoe zetten we die middelen in? De middelen zijn in hoofdzaak bedoeld voor de projectcoördinatie binnen de hogeronderwijsinstellingen en de gedegen ondersteuning van de tutoren. In beperkte mate kunnen ook overige onkosten die aantoonbaar verbonden zijn aan de realisatie van het project worden ingebracht. Uitzonderingen zijn de vrijwilligersvergoedingen voor de tutoren, die niet op de overheid verhaald kunnen worden. Dat moeten ze zelf betalen. Sowieso werkt de uitbetaling van de subsidie op basis van een financieel verslag met onkostenbewijsstukken, maar er moet ook een inhoudelijk eindrapport worden gemaakt om te kijken of wat er gedaan wordt effect heeft.
Zoals gezegd is het Vlaamse beleidskader dat van 2011. Ik heb lang getwijfeld of ik dat zou wijzigen in het begin van de legislatuur. We hebben dat niet gedaan omdat ik vond dat het beter was om de budgetten te doen stijgen om het project zo Vlaanderenbreed bekender te maken. Als je maar met kleine budgetten werkt, is het maar hier en daar. We zien nu dat we er al vrij veel instellingen bij kunnen betrekken. Het kader werd in 2011 ontwikkeld op basis van proefprojecten en wetenschappelijke onderzoeken naar kwaliteitscriteria. We hebben een kader. We hebben ook een kader om de kwaliteit te meten waardoor het voor mij wat moeilijk was om er vanaf te stappen en alles te veranderen. Soms moet je duurzaam durven investeren, wat we nu aan het doen zijn.
De manier waarop de voorbereiding en de begeleiding van de tutors kwaliteitsvol ingevuld wordt, is een belangrijk criterium dat de selectiecommissie bewaakt. De instellingen maken dus aantoonbaar werk van gedegen begeleiding. Bij die instellingen waar studenten studiepunten toegekend krijgen in ruil voor de tutoring die ze doen, worden studenten daar al binnen hun respectieve opleiding op voorbereid en door lectoren opgevolgd tijdens het tutoringproces en bij de afronding. Maar ook bij de instellingen die met groepen studenten-vrijwilligers te werk gaan, gaat de commissie na of de studenten gevormd en goed omkaderd worden bij de uitdagingen die tutoring met zich brengt. Het is dus niet zo dat we ze loslaten op gezinnen, er zit echt wel een kader rond.
Studenten koppelen na een aantal sessies wel vaker terug naar de leerkracht of het personeelslid van de school van de ‘tutee’ en/of de eigen projectcoördinator en/of docent.
Veelal krijgen tutoren iemand aangewezen die bij eventuele problemen stand-by is. Ik deel dit mee omdat ik me in het antwoord op uw vraag om uitleg heb gefocust op de tutoringmiddelen. Die middelen passen binnen dat kader en zijn verdubbeld. Daarnaast geef ik echter ook nog wat facultatieve subsidies aan organisaties die in het verleden in de vorm van projectmatige ondersteuning werden gesubsidieerd. De Katrol, Kompanjon en ’t Scharnier zitten daarbij. Het gaat om kleine bedragen voor maatschappelijke organisaties die inzetten op de ondersteuning van kwetsbare kinderen aan huis. Hiervoor doen we geen algemene oproep, want het gaat om kleine projectsubsidies.
Mevrouw Krekels, u hebt me gevraagd daarvoor een kader uit te werken. We gaan, samen met het kabinet van de minister van Welzijn, momenteel na of we voor die maatschappelijke organisaties een kader kunnen maken. We moeten dit samen met de minister van Welzijn doen, want ook hij beschikt over een paar subsidies. Dat staat echter een beetje los van de vraag naar tutoring, waarvoor er heel goede begeleiding en omkadering is.
Mevrouw Krekels heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitgebreid antwoord. Ik heb begrepen dat er sowieso een kwaliteitsbewaking is. Gebeurt dat vooral door de scholen of volgen wij dat zijdelings mee op? Zorgen vooral de scholen voor de kwaliteitsbegeleiding of doen wij dat?
Ik denk dat het sowieso belangrijk is de doelgroepen goed voor ogen te houden. Zij moeten zich verantwoorden om die subsidies te kunnen krijgen. Kunnen wij er op een of andere manier zicht op krijgen hoe ze zich verantwoorden? Op die manier kunnen we weten welke accenten ze in de tutoring leggen. Gaat het inderdaad om huiswerkbegeleiding? U hebt gezegd dat het meer is. Komen er, bijvoorbeeld, extra taalinitiatieven of -begeleiding aan te pas? Het zou misschien interessant zijn die zaken ook mee te kunnen opvolgen.
Met betrekking tot de projecten die zijn geweigerd, heb ik begrepen dat ze veeleer zijn geweigerd omdat de middelen op waren dan vanwege het feit dat de projecten niet aan bepaalde voorwaarden voldeden. Heb ik dat goed begrepen?
Minister, we volgen dit verder op. We vinden het sowieso een goed initiatief en we zijn blij met de verdubbeling van de subsidies.
De heer De Meyer heeft het woord.
Voorzitter, ik vind dit bijzonder waardevolle projecten. Ik het ook bijzonder goed dat de subsidies zijn verdubbeld. Ik heb begrepen dat dertien van de achttien projecten worden gesubsidieerd, maar dat de andere vijf projecten eigenlijk ook waardevol zijn. De vraag die bij mij dan spontaan opkomt, is waarom de subsidies voor die dertien projecten niet iets lager liggen, zodat er nog middelen zijn voor die vijf andere waardevolle projecten. Ik merk dat sommige projecten 20.000 euro krijgen, maar dat andere projecten 14.850 euro of, wat het laagste bedrag is, 3120 euro krijgen.
Ik heb begrepen dat de vijf waardevolle projecten die niet zijn weerhouden toch een beetje op hun honger blijven. Is dat een element waarmee in de toekomst rekening kan worden gehouden? Is het mogelijk alle waardevolle projecten toch te subsidiëren en de hoogste bedragen iets naar onder af te ronden?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Krekels, wat het toezicht betreft, moet een organisatie bij de projectaanvragen aangeven op welke wijze de kwaliteit zal worden bewaakt. De commissie die hierover oordeelt, zal dat bekijken. Ik heb gezegd dat de vijf projecten die geen subsidies hebben gekregen niet noodzakelijk slecht zijn, maar als de commissie ze niet voldoende goed acht, kan dat hiermee te maken hebben. Zo kan het project op zich wel goed zijn, maar de wijze waarop in begeleiding wordt voorzien, bijvoorbeeld, kan niet voldoende kwalitatief zijn. Het is niet zo dat er achttien geslaagden waren en dat slechts dertien iets hebben gekregen.
Ik heb het verslag van de selectiecommissie niet bij me, maar de commissie is vrij duidelijk. Aangezien we elk jaar een oproep doen, kan een organisatie haar project perfect bewerken en dat het jaar nadien verbeteren. Er wordt een kwaliteitskader gegenereerd en dat maakt ook een verschil. Dat is waarom de ene 20.000 euro en de andere maar 3000 euro krijgt. Er zitten gradaties in. We subsidiëren op deze wijze, maar door de projectpot te verruimen en er meer reclame voor te maken, worden er veel meer aanvragen ingediend.
Voor mij zou het ideaal zijn de tutoring nog meer ingang te laten vinden in de banden tussen het hoger onderwijs en de jongeren in het secundair onderwijs. We hebben hier al over gesproken. Voor mij is dat een van de hefbomen om ook kinderen die opgroeien in een milieu waarin van verdere studies geen sprake is, te sensibiliseren. Die jongeren kunnen zelf het verschil maken.
De organisaties moeten altijd een verslag opstellen van wat ze hebben gedaan. Ik weet niet of die verslagen openbaar zijn, maar ik zal navragen op welke wijze u eventueel inzage in die verslagen kunt krijgen. Als Vlaams volksvertegenwoordiger kunt u sowieso alles krijgen, maar we zullen dat opvolgen, want anders krijg ik een brief van de voorzitter van het Vlaams Parlement waarin staat dat het niet is opgevolgd. We kijken na wat we ter beschikking kunnen stellen.
Mijnheer De Meyer, ik denk dat ik uw vraag ook heb beantwoord. Er wordt een rangschikking gemaakt. De enen zijn goed en de anderen zijn niet goed genoeg. Dat betekent niet dat de inhoud van het project slecht is. Vaak kan het om een goed project gaan, maar is er ergens iets wat minder kwalitatief is bevonden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.