Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Vraag om uitleg over de oprichting van het Vlaams Journalistiek Fonds
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, op 13 juni vernamen we in de pers dat u een nieuw Vlaams Journalistiek Fonds (VJF) zult oprichten, dat in de loop van 2018 en 2019 tot 500.000 euro mag verdelen. Dit werd aangekondigd na een ontmoeting met uw Nederlandse collega Arie Slob. De aanmoediging voor de Vlaamse journalistiek is momenteel versnipperd. Zo zijn er subsidies voor innovatieve journalistieke projecten en steun aan het Fonds Pascal Decroos. Een deel van de steun wordt nu gestroomlijnd in het Vlaams Journalistiek Fonds. In het najaar wordt een projectoproep gelanceerd om voor 500.000 euro aan subsidies te verdelen. Daarnaast zouden ook het Fonds Pascal Decroos en de Vlaamse Vereniging van Journalisten (VVJ) extra middelen krijgen. Voor de toewijzing zal het VJF samenwerken met het Fonds Pascal Decroos en de journalistenvereniging (VVJ).
Op 7 juni hadden we een hoorzitting in de commissie Media over de uitbouw van toekomstgerichte, mediumneutrale ondersteuning van onafhankelijke kwalitatieve journalistiek, waar we naast de VVJ ook de hoofdredacteurs van Newsmonkey en Doorbraak.be hebben gehoord. Zij hebben zich met een aantal andere kleine initiatieven van onafhankelijke en digitale journalistiek verenigd in de koepel Media.21. Hun roep naar meer middelen is eveneens groot.
Minister, hoe zal de uitbouw van het nieuw Vlaams Journalistiek Fonds gebeuren? Welke criteria worden gehanteerd in de projectoproep? Het VJF zal naar verluidt samenwerken met de VVJ en het Fonds Pascal Decroos om de 500.000 euro aan subsidies te verdelen onder de ingediende projecten. Welke evaluatiecriteria en verdeelsleutels zijn hier afgesproken? Zal er bijvoorbeeld een maximumbedrag zijn per ingediend project? Het Fonds Pascal Decroos en de VVJ zullen ook zelf extra middelen krijgen. Over hoeveel middelen gaat het? Heeft het toekennen van deze extra middelen een impact op andere projecten zoals ‘kranten in de klas’? Hebt u als doelstelling om naast de toekenning van deze tijdelijke extra middelen ook een duidelijke visie op lange termijn te ontwikkelen rond de ondersteuning van mediumneutrale onafhankelijke digitale journalistiek?
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Op 13 juni kondigde u in een persbericht aan dat u een Vlaams Journalistiek Fonds wil oprichten, vergelijkbaar met het Stimuleringsfonds voor de Journalistiek (SVDJ) in Nederland. In uw persbericht schreef u het volgende: “Naast het coördineren en verdelen van projectsubsidies, zal het fonds ook fungeren als een aanspreekpunt voor alle journalisten, als kennisdelingsplatform van alles wat met nieuws en media te maken heeft en moet het ook de samenwerking met Nederland stimuleren. (…) ‘Met dat Vlaams Journalistiek Fonds wil ik de Vlaamse journalistiek beter ondersteunen, stimuleren en innoveren. In deze snelle samenleving van sociale en digitale mediaplatformen is het erg belangrijk te blijven investeren in pluriforme en kwalitatieve journalistiek. Want in de massa nieuws die tegenwoordig online permanent gevoed wordt, ook door fake news, moeten onze Vlaamse nieuwsmedia een geloofwaardig kompas kunnen bieden. Het VJF zal samenwerken met het Fonds Pascal Decroos, dat al heel wat expertise heeft in het coördineren van werkbeurzen, en de VVJ, de beroepsvereniging van de Vlaamse actieve journalisten. Bovendien wil ik via dit Fonds de samenwerking stimuleren met de Nederlandse tegenhanger, het SVDJ. De uitdagingen die de nieuwe digitale mediasamenleving aan de journalistiek stelt, zijn in Nederland immers dezelfde als in Vlaanderen.’”
We hebben het in deze commissie al vaker gehad over hoe we innovatie in de journalistiek kunnen ondersteunen om zo de kwaliteit én de leefbaarheid van de pers te vrijwaren. Nog maar enkele weken geleden hielden we hier een heel interessante hoorzitting naar aanleiding van de bespreking van ons voorstel van resolutie betreffende de uitbouw van een toekomstgerichte en mediumneutrale ondersteuning van onafhankelijke, kwalitatieve journalistiek.
Het mag duidelijk zijn dat Vlaanderen, en u als minister van Media in het bijzonder, hiertoe al inspanningen levert. We besteden daaraan jaarlijks ruim 3,5 miljoen euro. Maar vanuit verschillende hoeken horen we dat er toch vragen kunnen worden gesteld bij de efficiëntie en de effectiviteit van deze instrumenten. Dat zijn eigenlijk vragen naar stroomlijning. U gaf dit trouwens zelf ook toe tijdens eerdere gesprekken hierover in deze commissie naar aanleiding van vragen over de projectoproepen inzake innovatieve journalistiek. U zei toen: “Al deze elementen zijn stof tot nadenken of deze maatregel wel de juiste manier is om de sector te ondersteunen en of er geen andere mogelijkheden zijn.” U ging dat dit voorjaar, nu dus, grondiger bekijken. Of ja, eigenlijk is het sinds vandaag zomer.
Voor dit nieuwe fonds zult u 550.000 euro uittrekken, waarvan 500.000 euro voor projectsubsidies. In het najaar zult u hiervoor een oproep lanceren. Dat weten we ook al. De twee projectoproepen voor innoverende media-initiatieven die de pluriformiteit binnen de sector versterken en het informatieaanbod verruimen, waren niet echt een succes. Bij de eerste oproep in 2016 werden er 24 projecten ingediend en kregen er slechts 4 een subsidie. De tweede oproep vorig jaar leverde slechts 12 aanvragen op, waarvan er 5 een subsidie ontvingen. Er bleef toen zelfs nog 90.000 euro over, die u overhevelde naar het Fonds Pascal Decroos zodat zij een bijkomende aanvraagronde voor bijzondere journalistieke projecten konden organiseren. Toch kondigt u nu opnieuw een projectoproep aan voor dit najaar. We hebben dus wel wat vragen.
Minister, gaat dat fonds echt naar puur individuele journalisten of kunnen ook redacties daarop een beroep doen? Die vraag stond oorspronkelijk niet in mijn schriftelijke vraagstelling, maar heb ik nadien bedacht.
Waarin zal deze nieuwe projectoproep verschillen van de vorige twee oproepen die niet zo succesvol waren? Met andere woorden, werden die geëvalueerd? En hoe dan? Worden de resultaten van de evaluatie, die er allicht is geweest, gedeeld met de sector? Met andere woorden, worden er lessen getrokken uit de vorige oproepen vooraleer u die nieuwe nu zult lanceren?
Hoeveel van de aangekondigde 550.000 euro zijn bijkomende, dat wil zeggen nieuwe middelen? En welke middelen werden herbestemd van andere subsidielijnen? Zijn dat recurrente middelen? Met andere woorden, gaat het al dan niet om een stroomlijning van de ondersteuningsmaatregelen inzake perssteun?
Zal dit fonds een autonoom statuut krijgen zoals we dat kennen bij het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) en het Vlaams Fonds voor de Letteren (VFL)? Met andere woorden, wie zal die projectaanvragen beoordelen? Krijgt dat fonds dan eigen personeel en een raad van bestuur?
Hoe ziet u de samenwerking van dat Fonds met het Fonds Pascal Decroos en de VVJ? Is er eventueel samenwerking mogelijk met andere partners: allerlei nieuwsdiensten, opleidingen journalistiek?
U trekt 50.000 euro extra uit voor de VVJ voor de uitbouw van het journalistenloket. Deze middelen werden eigenlijk reeds begroot bij de budgetcontrole. U kondigt ook 110.000 euro extra aan voor het Fonds Pascal Decroos. Gaat het hier om bijkomende budgetverhogingen bovenop de 300.000 euro die reeds bij de budgetcontrole 2018 werden begroot? En zijn dat recurrente budgetverhogingen voor het Fonds Pascal Decroos?
Verder kondigt u ook aan dat u wilt laten onderzoeken of het nuttig is dat dat nieuwe fonds samenwerkt met projecten als Mediacademie en Nieuws in de Klas. Hoe ziet u dergelijke samenwerking concreet?
U neemt het Nederlandse Stimuleringfonds als voorbeeld. Zal dat Vlaams Journalistiek Fonds dan ook werken met een beperkte selectie van projecten die niet zozeer hoge subsidiebedragen ontvangen, maar wel intensieve coaching? Voorziet u dan ook in een nauwe samenwerking met de opleidingen journalistiek in Vlaanderen? Immers, in Nederland zijn dergelijke subsidies het eindpunt van een heel begeleidingstraject. De indieners worden bijvoorbeeld begeleid bij het indienen van hun projectaanvraag, maar ook na afloop van hun project.
Ik heb veel vragen. Met een persbericht komen wij niet alles te weten.
Ten slotte, naast de ondersteuning van de kwaliteit van de journalistiek is er in de mediasector ook nood aan technologische en economische innovatie. Ik herhaal het misschien tot vervelens toe, maar wat is de stand van zaken van uw gesprekken met minister Muyters over media-innovatie? En zal het Journalistiek Fonds, net als het Nederlandse Stimuleringsfonds, ook hierin een opdracht krijgen?
Minister Gatz heeft het woord.
Alvorens ik jullie vragen beantwoord, wil ik graag verduidelijken waarom ik een Vlaams Journalistiek Fonds wil oprichten. De oprichting van zo’n VJF wil een versnippering van journalistieke middelen tegengaan en de journalistieke sector versterken. Dit VJF zal garant staan voor toekomstgerichte en mediumneutrale ondersteuning van onafhankelijke, kwalitatieve journalistiek.
Het Vlaamse Journalistiek Fonds staat, zoals u weet, momenteel in de steigers. Nog niet alle vragen zullen een pasklaar antwoord hebben, maar ik denk u zeker al heel wat meer duidelijkheid rond dit fonds te kunnen bieden.
Hoe zal een en ander gebeuren? De eerste bouwstenen van zo’n Vlaams Journalistiek Fonds zijn gelegd. Dit VJF zal de eerste jaren functioneren als een project onder de vleugels van het Journalismfund.eu en de Vlaamse Vereniging van Journalisten.
De concrete werking van het VJF zal uitgewerkt worden in een samenwerkingsovereenkomst tussen beide partners.
Waarom werd er gekozen voor deze twee partners? Journalismfund.eu heeft al een Vlaams project, namelijk het Fonds Pascal Decroos voor bijzondere journalistiek, en heeft ook de nodige expertise en knowhow als het gaat over de verdeling van werkbeurzen. De VVJ behartigt met al haar kunnen de professionele, sociale en intellectuele belangen van de Vlaamse journalisten en heeft een zeer representatief bereik. Verder zijn beide partners medianeutraal en dus uiterst geschikt om de opstartfase van zo’n journalistiek fonds in goede banen te leiden.
Het VJF zal in eerste instantie gestuurd worden door een stuurgroep. Die zal minstens bestaan uit een vertegenwoordiger van het kabinet, een vertegenwoordiger van het departement, een vertegenwoordiger van Journalismfund.eu en een vertegenwoordiger van de VVJ. Voorts zal een projectleider fulltime instaan voor het dagelijks beheer en de coördinatie van het fonds. De vacature wordt nog voor het zomerreces verspreid.
Het takenpakket van het nieuwe fonds zal bestaan uit vier grote taken: functioneren als aanspreekpunt voor alle journalisten, de coördinatie van de projectsubsidies innovatieve journalistiek, de samenwerking met Nederland aanwakkeren en de organisatie van een kennisdelingsplatform over alles wat met nieuws en media te maken heeft. In het najaar 2018 zal de oproep voor de projectsubsidies gelanceerd worden. Deze timing heeft vooral te maken met het feit dat u volgende week over de begrotingsaanpassing zult stemmen. De bijkomende middelen kunnen we niet verdelen alvorens dat is gebeurd.
Welke criteria zullen gehanteerd worden in de projectoproep? Momenteel worden er twee zaken uitgewerkt: ten eerste de concrete werking van het VJF in een samenwerkingsovereenkomst en ten tweede de invulling van de projectoproep. Dat zijn de voornaamste taken op korte en middellange termijn.
Er zal 500.000 euro beschikbaar zijn voor projectsubsidies voor onafhankelijke, kwalitatieve, innovatieve journalistiek, maar de concrete invulling van de projectoproep is nog niet precies afgelijnd. De komende weken wil ik hierover eerst de sector verder bevragen. Er zullen verschillende overlegmomenten georganiseerd worden, waarbij de sector input kan leveren over de projectoproep. De participatiecriteria en de evaluatiecriteria liggen dus nog niet vast. Ook over een mogelijke verdeelsleutel of het al dan niet invoeren van een maximumbedrag moet nog worden beslist.
Krijgt het fonds een autonoom statuut? Zoals reeds aangehaald, zal het Vlaams Journalistiek Fonds deze legislatuur nog geen zelfstandige entiteit vormen. Het zal starten als een project onder leiding van een projectleider. De projectoproep komt na de zomer. De projectaanvragen zullen worden beoordeeld door een externe jury, aangesteld door de stuurgroep van het VJF.
In het komende zittingsjaar zal een onderzoek gelanceerd worden dat de startfase van het VJF evalueert en mogelijke toekomstperspectieven in kaart brengt. In deze oefening zal ook bekeken worden of samenwerking met andere journalistieke projecten, zoals Nieuws in de Klas, Mediacademie, het Elektronisch Nieuwsarchief en het Fonds Pascal Decroos, gewenst is. De resultaten en aanbevelingen van dat onderzoek kunnen dan door een volgende Mediaminister al of niet behartigd worden.
Het uiteindelijke doel is dat het VJF na een evaluatie en onderzoek uitgroeit tot een zelfstandige rechtsvorm. De oprichting van het VJF getuigt natuurlijk van een langetermijnvisie voor een mediumneutrale, onafhankelijke ondersteuning van de journalistiek.
Voor 2018 werd naar aanleiding van de begrotingsaanpassing een herschikking van 300.000 euro doorgevoerd afkomstig van de subsidiemiddelen Media. Dit is de begrotingspost waarmee de oproep innovatieve journalistieke projecten in 2016 en 2017 gefinancierd werd. Deze middelen worden vanaf 2018 recurrent onder Journalismfund.eu geplaatst met 250.000 euro voor de financiering van het VJF en 50.000 euro extra middelen voor het project Fonds Pascal Decroos. Daarnaast werd ook naar aanleiding van de begrotingsaanpassing 2018 voor het VJF een eenmalige bijstelling van 300.000 euro toegekend. Van de 550.000 euro zal in het najaar van 2018 voor 500.000 euro aan projectsubsidies toegekend worden en 50.000 euro aan werkingsmiddelen, opstart- en communicatiekosten. De toegekende projecten dit najaar lopen heel 2019 door.
De steun aan de VVJ werd naar aanleiding van de begrotingsaanpassing 2018 opgetrokken met 50.000 euro. U zult zich herinneren dat dit voor een tweede keer gebeurt in deze legislatuur. Het betreft hier een recurrente verhoging in functie van de verdere uitbouw en ondersteuning van het Journalistenloket. De VVJ zal dus vanaf dit jaar 408.000 euro ontvangen. Daarnaast wordt de steunmaatregel aan Journalismfund.eu voor het project Fonds Pascal Decroos in 2018 opgetrokken van 300.000 euro op jaarbasis naar 410.000 euro op jaarbasis. De middelen die hiervoor ingezet worden, zijn afkomstig van de subsidiemiddelen Media voor beurzen, de werking en de Dataharvest Conference die jaarlijks door Journalismfund.eu georganiseerd wordt. Het is de bedoeling om deze middelen de komende jaren op dit niveau te houden.
Indien u dit wenst, kan ik een tabel geven waarin een en ander verder is uitgewerkt. Het komt neer op eenmalig 300.000 euro extra, 50.000 euro structureel voor het Fonds Pascal Decroos en een herschikking van de projectsubsidies. De rest kunt u lezen in de tabel. Het klinkt wat ingewikkeld, maar dat is minder het geval dan het op het eerste gezicht lijkt.
Het toekennen van middelen aan het VJF heeft op dit moment geen impact op projecten als Mediacademie en Nieuws in de Klas. Daar blijft alles zoals het was.
Zoals ik reeds zei, zal er in het zittingsjaar 2018-2019 een onderzoek gelanceerd worden. Dit onderzoek zal uitwijzen of samenwerking tussen de harde kern, met journalism funds, het Fonds Pascal Decroos en het VVJ nog verder moet of kan worden uitgebreid met projecten als MediAcademie en NIK. Hoe die samenwerking en/of integratie er zal uitzien, is afhankelijk van de resultaten en de aanbevelingen van het onderzoek.
U neemt het Nederlandse Stimuleringfonds (SVDJ) als voorbeeld en vooral de coaching die daar op een ander niveau ligt, zoals u terecht hebt aangegeven. De concrete invulling van de projectoproep is nog niet afgeklopt, maar er zal wel meer aandacht besteed worden aan begeleiding en opvolging. Zo zal er kort na de lancering van de projectoproep een infomoment georganiseerd worden voor indieners. Indieners zullen achteraf ook steeds terechtkunnen bij de projectleider van het VJF voor vragen en feedback over hun projectaanvraag. Zodra de projecten geselecteerd zijn, zal de projectleider deze nauw opvolgen. Verder is het ook de bedoeling om een pitchevent te organiseren waarop alle projecten zullen worden voorgesteld in het kader van de kennisdeling. Samenwerking met de opleidingen Journalistiek is een denkpiste, maar de verdere uitwerking hiervan maakt nog onderwerp uit van verdere besprekingen.
Wat betreft media-innovatie hebt u allicht vernomen dat deze week de Mediahub Brussel werd gelanceerd met een conferentie. Mediahub Brussel wordt een platform dat de initiatieven op het vlak van media en innovatie groepeert om kennis en ervaringen uit te wisselen, internationale opportuniteiten te grijpen en start-ups te ondersteunen. Het zal ook onderwijs en onderzoek stimuleren via de inrichting van een postgraduaat media economics en via doctoraatsstudies. Het doel van de Mediahub is om onze lokale media-industrie, zowel starters, doorgroeiers, als gevestigde bedrijven, te helpen het hoofd te bieden aan de belangrijkste uitdagingen van de toekomst. Die uitdagingen zijn ruimer dan enkel het journalistieke gedeelte waarover ik het had in het eerste deel van mijn antwoord. Ze zijn niet enkel lokaal, maar steeds meer internationaal. De Mediahub moet dus over de landsgrenzen heen kijken, en inspiratie halen uit andere landen.
Sta me toe iets dieper in te gaan op de werking van de hub. De Mediahub steunt op drie pijlers: Kennen, Delen, en Groeien. De eerste pijler, Kennen, gaat over het creëren van nieuwe kennis, en het doorgeven van die kennis aan de mediaprofessionals van de toekomst. Het is daarom belangrijk dat de Mediahub gesitueerd wordt in een onderzoeks- en onderwijsinstelling zoals de Vrije Universiteit Brussel en SMIT. Zij moeten samenwerken met hun collega’s uit de andere Vlaamse universiteiten en met onderzoeksinstellingen als imec, om de fundamentele kennis die daar bestaat te delen met de mediasector.
Dan komen we bij de tweede pijler, Delen. Het gaat dan inderdaad over het delen van relevante kennis over de economische, technologische, en regulatorische aspecten. Voor de technologische uitdagingen bestaat er heel wat expertise bij alle Vlaamse universiteiten. De Mediahub moet deze expertise in kaart brengen, en alle mediabedrijven of mediatechnologiebedrijven de kans geven om met deze onderzoekers te kunnen samenwerken. Regulatorisch beweegt er op Europees gebied heel wat. Na de General Data Protection Regulation (GDPR) komen ook nog de e-privacyverordening en de richtlijn inzake auteursrechten in de digitale eengemaakte markt op ons af. De Mediahub moet onze lokale bedrijven helpen voorbereid te zijn op deze regulatorische veranderingen.
De derde pijler, Groeien, is erop gericht om op basis van die gedeelde kennis alle mediabedrijven te helpen groeien. De Mediahub moet de bedrijven ten dienste staan in het ontwikkelen van nieuwe innovatieve diensten. Ze moet bruggen slaan over de landsgrenzen heen, en over oude technologische grenzen heen. Onze bedrijven moeten ambitieus durven te zijn, en wij moeten hun de instrumenten geven om hen te helpen die ambities waar te maken. Mediahub wordt een aanspreekpunt voor mediabedrijven, zowel starters als scale-ups en een soort pijplijn naar zowel Brusselse, Vlaamse, federale en Europese R&D-projecten (Research and Development).
Ik heb er vertrouwen in, met alles wat de Mediahub tijdens de opstartfase van de eerste zes maanden al gerealiseerd heeft, dat we hiermee een effectieve bijdrage leveren aan onze lokale media. De partners, VUB, SMIT, imec, Medianet, BAM, VLAIO en Innoviris, hebben al heel wat constructieve ideeën uitgewisseld, zoals het organiseren van workshops en infosessies, zoals het beter kunnen toeleiden van mediabedrijven naar subsidietrajecten. Als we kijken naar de doelstellingen in relatie tot innovatie, kennis en expertise delen, kan het Vlaams Journalistiek Fonds (VJF) zeker een rol spelen bij de Mediahub en omgekeerd. Hoe die er precies moet uitzien laat ik over aan de twee spelers zelf.
Met deze perspectieven kunnen we zowel journalistiek als technologisch een aantal nieuwe klemtonen leggen die onze sector ook in die aspecten kan versterken.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw uitvoerig antwoord. Veel bijkomende vragen kan ik daar niet meer aan toevoegen. In de opstartfase zal een goede samenwerking tussen de spelers en met name tussen VVJ en het Fonds Pascal Decroos wel nodig zijn, zodat we dat vehikel alle kansen kunnen geven.
Ik ben altijd blij met samenwerking met Nederland, en hier is dat duidelijk het geval. Ik ben daar grote voorstander van. Met name op het gebied van de media zien we dat die samenwerking de laatste jaren niet echt bloeit. We zien wel dat Vlaamse mediabedrijven Nederlandse kranten overnemen en hoofdredacteurs uitsturen, maar heel wat initiatieven die vroeger bestonden op het gebied van uitwisseling tussen omroepen of van journalisten, van stages enzovoort zijn eigenlijk wel teruggelopen.
Als dit Vlaams Journalistiek Fonds in samenspraak met de Nederlandse tegenhanger wat nieuw leven kan blazen in die samenwerkingsinitiatieven, dan is dat ook pure winst.
Mevrouw Brouwers heeft het woord.
Bedankt voor het zeer uitgebreide antwoord, minister. Het waren dan ook uitgebreide vragen.
Het is heel goed, denken wij, dat er toch een les geleerd is uit de vorige twee projectoproepen, die niet zo succesvol waren. Nu gaat men dat allemaal wat beter kaderen, begeleiden en coachen. Ik heb die woorden gehoord. Ik denk dat dat nodig en goed is.
Dat Nederlandse stimuleringsfonds doet natuurlijk nog veel meer. Dat heeft een hele communitywerking, met ook nog een nieuwsbrief, studieopdrachten, allerlei events. Ik heb ook wel even het woord ‘events’ horen vallen, maar als we daar naartoe kunnen groeien – je moet natuurlijk eerst kunnen stappen vooraleer je kunt lopen, maar ik heb toch de indruk dat het ook uw doelstelling is dat het die richting zou uitgaan – dan kunnen wij daar alleen maar achter staan.
Het enige wat we wel willen benadrukken, is het volgende. Als ik het goed begrepen heb, is dit een tijdelijke constructie, waar toch heel wat middelen uit de Vlaamse begroting naartoe gaan. Wij bekijken dat als een overgangssysteem, als je ziet dat de andere fondsen die we beheren van het cultuur en dergelijke, toch een decretale onderbouw hebben. Dat is dan allicht iets voor een volgende regering om zich daarover te buigen. We zullen het zeker moeten opvolgen dat dat geen lang leven begint te leiden en ergens een schimmige samenwerking wordt, waar de administratie en het kabinet dan ook nog tussen zitten. Het gaat uiteindelijk om heel wat middelen. Ik word er ook op gewezen dat we op een of andere manier toch ook aan het Cultuurpact moeten voldoen als we dat allemaal ooit netjes juridisch willen oplossen. Maar nu ben ik misschien te ver vooruit aan het lopen. Laten we dit opstarten. Het is een veeleer praktische vorm van samenwerking, zo heb ik het begrepen. Maar als dat verder groeit, gaat dat na een jaar of twee, drie toch in een juridisch kader moeten worden gegoten, wat ons betreft.
Dat zijn onze eerste opmerkingen. Voor de rest denk ik dat er al heel veel uitgeklaard is, want uit het persbericht alleen konden we niet zoveel opmaken.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Bedankt, minister, ten eerste voor het initiatief – dat heeft ons absoluut verheugd toen we het nieuws vernamen – en ten tweede voor uw bijzonder grondige uiteenzetting, die volgens mij echt wel getuigt van visie. Ik wil u daarvoor feliciteren. Ik denk dat de stap die u zet, een belangrijke stap is. Het is ook de logica zelve om in de eerste plaats te kijken naar Journalismfund.eu, het vroegere Fonds Pascal Decroos, dat daar nu onderdeel van is. Ook het plan van aanpak kan ik volledig onderschrijven: een eenmalige injectie, dan een opstart en een evaluatie, zodat de volgende minister daarmee aan de slag kan.
De middelen die u uittrekt, kunnen zeker een injectie betekenen. Het zal aan de volgende minister zijn om daar dan nog een pak bij te doen, want als we aan het bedrag willen komen waar het Nederlandse fonds over beschikt, 2,5 miljoen euro, dan moeten we nog een weg gaan. Dat zal dan voor de volgende minister zijn.
U hebt onze volmondige steun voor dit initiatief.
De heer Caron heeft het woord.
Ik kan mij daar gewoon bij aansluiten. Ik had dezelfde gedachten. Het is een goede stap, minister. Het is een voorzichtige stap, in bedragen en in aanpak, maar een juiste. Dus u krijgt al onze steun.
Daarmee maakt u natuurlijk ons voorstel van resolutie voor de helft waardeloos. Wij dachten eens een parlementaire stimulans te geven aan de minister, maar hij ‘courtcircuiteert’ ons. Maar des te beter, minister.
Tegelijk – maar dat is uw bevoegdheid niet – lees ik in de kranten dat Kris Peeters de vergoeding die Bpost krijgt voor de distributie van de kranten, ook in een modernere aanpak wat journalistiek werk en krantendistributie betreft, wil aanpakken. Er komt wat nieuw instrumentarium. Er wordt over nagedacht. De twee instrumenten zijn, al zijn ze totaal verschillend, complementair. Dat is een heel goede zaak.
Minister Gatz heeft het woord.
In elk geval bedankt voor de felicitaties en de steun voor de volgende stap die we nu zetten. Het is zeker niet mijn bedoeling, zelfs al hebben wij altijd een aangenaam spanningsveld tussen parlement en regering, om het gras weg te maaien voor de voeten van indieners van voorstellen van resolutie. Laten we zeggen dat het een iets sneller antwoord is dan u misschien had kunnen verwachten, maar het ligt zeker in het verlengde van elkaar.
In die zin is het geen wedstrijd an sich. We waren ook al een tijdje bezig met de voorbereiding van deze operatie. Anderzijds stak er al wel wat tijd in de hervorming van de MediAcademie op zich en in de bijsturing van Nieuws in de Klas op zich, en hadden wij ondertussen de projectoproepen laten lopen, omdat we ook wel wilden zien, in twee edities, wat de vragen zijn en wat er dan qua projecten uitkomt. Op een gegeven moment komen die dingen natuurlijk allemaal samen. We hadden een aantal maanden geleden al gezegd dat we nu de volgende stap zouden zetten.
Het is zeker zo dat dit nu een voorlopige stap is. Die moet niet te lang duren. In de loop van 2019 is het dan aan de volgende mediaminister om te kijken hoe de volgende stap moet of kan worden gezet. Ik ben het zeker eens met degenen die zeggen dat het niet te lang alleen in een samenwerkingsverband tussen Journalismfund.eu en de VVJ mag zitten. Op zich is daar helemaal niets mis mee. Een decretale onderbouw zal wel nodig zijn. Ik stel voor dat we vandaag geen discussie voeren over de vraag of het Cultuurpact daar dan zonder meer op van toepassing is. Aangezien de journalistieke insteek er toch is, moeten we het toch eens zeer omzichtig bekijken en de onafhankelijkheid van de bewindvoerders van dat fonds groot laten.
Dat is een discussiepunt. Het is niet helemaal dezelfde logica. Ik weet natuurlijk dat er qua samenwerkingsovereenkomst gelijkaardige processen kunnen worden doorlopen, zoals we bijvoorbeeld met het Letterenfonds of het Filmfonds hebben gedaan.
Op dit moment zijn er een aantal bijkomende structurele en een aantal eenmalige middelen. Inderdaad, ondersteuning van de uitbouw zal in de toekomst nodig zijn.
Als we de vormen van ondersteuning bijeen leggen van de verschillende partners, het Journalism Front en de VVJ, en mogelijke andere partners die ik heb genoemd, zijn we wel degelijk vergelijkbaar – ik ging zeggen: competitief, maar dat is niet het juiste woord, met Nederland als we dat pro rata bekijken.
In Nederland zullen nu de bijkomende middelen worden ingezet. Ik had twee weken geleden contact met Nederlands minister van Media Slob. Ik weet niet of de aankondiging intussen in Nederland gebeurd is. Dat ging eerstdaags na dat gesprek gebeuren. Daar was het in eerste instantie de bedoeling, maar ik wacht de details af, om de bijkomende middelen regionaal in te zetten. Men heeft meer dan bij ons, zelfs al kunnen we bij ons ook wel vragen stellen, te maken met blinde vlekken in het regionale journalistieke landschap. Blijkbaar zou daar de eerste hulp naartoe gaan. Ik wil dat samen met u afwachten, bekijken, zelfs bespreken en evalueren. Dat was blijkbaar de volgende klemtoon.
In elk geval, bedankt voor onze gezamenlijke lezing van dit initiatief. Soms kan het bundelen van middelen een zwaktebod lijken. In dit geval lijkt het een noodzakelijke volgende stap na de aparte stukken die de vorige ministers rond mediabeleid konden uitbouwen. We gaan nu de middelen bundelen met iets duidelijker doelstellingen zodat we daarmee vooruit kunnen, en – dat blijft de bottomline – de onafhankelijke journalistiek in dit land verder kunnen ondersteunen en doen bloeien.
Voorzitter, het is jammer dat de heer Caron moet meedelen dat het voorstel van resolutie van hemzelf en mevrouw Segers waardeloos geworden is. Wij vonden dat eerder al. (Opmerkingen. Gelach)
Dat is bijzonder jammer, dat we moeten afscheid nemen van dit voorstel van resolutie. Het is een grapje, collega’s.
De bundeling van middelen is zeker geen zwaktebod. Integendeel, we denken dat dat de zaken veel sterker maakt.
We hebben deze ochtend het jaarverslag van de VRT besproken met de verantwoordelijken van de VRT. Er is toch weer heel wat excedent bijgekomen. We hebben het er hier ook al over gehad. Misschien kunnen de middelen van het excedent in de toekomst gedeeltelijk naar dit fonds worden overgeheveld. Het is maar een idee.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.