Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Vraag om uitleg over de samenstelling van de nieuwe gemeenteraden en colleges van burgemeester en schepenen
Verslag
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, beste collega’s, de voorbereiding van de komende lokale en provincieraadsverkiezingen is in volle gang in de gemeenten en provincies. Overal worden kandidaten gezocht en programma’s opgemaakt, maar essentieel bij de voorbereiding van het opmaken van lijsten is natuurlijk te weten hoeveel mensen er op een lijst kunnen participeren.
Vooral voor de samenstelling van de lijsten voor de provincieraadsverkiezingen wordt er reikhalzend uitgekeken naar de definitieve aantallen effectieve kandidaten die op de lijsten kunnen staan. De kieskringen voor de provincieraadsverkiezingen werden met de aanpassingen die in het decreet van 2017 werden aangebracht immers hertekend. Het aantal provincieraadsleden is gehalveerd, maar ook de kiesdistricten zijn hervormd. Daardoor is het veel minder evident om je te baseren op de aantallen van voorgaande verkiezingen.
Het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet van 8 juli 2011 bepaalt dienaangaande dat de Vlaamse Regering uiterlijk op 1 juni van het jaar waarin de verkiezingen zullen plaatsvinden een lijst opstelt van “het aantal te verkiezen provincieraadsleden per provincie en per provinciedistrict, als vermeld in artikel 5, paragraaf 1, en artikel 6, paragraaf 1, tweede en derde lid, van het Provinciedecreet.”
Eenzelfde regeling is overigens van toepassing voor het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden en stadsdistrictsraadsleden. Zowel wat betreft het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden, het aantal te verkiezen stadsdistrictsraadsleden als het aantal provincieraadsleden wordt het aantal te verkiezen raadsleden vastgesteld op basis van het aantal personen dat ingeschreven is in het rijksregister van natuurlijke personen die op 1 januari van het jaar van de verkiezingen hun hoofdverblijfplaats in de betrokken gemeenten, districten, of provinciedistricten hadden. De bevolkingsaantallen moeten vervolgens worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Minister, wanneer zal het aantal te verkiezen raadsleden voor de komende verkiezingen worden bekendgemaakt? Werden de bevolkingsaantallen daartoe reeds verzameld? Ik heb gezien dat de Vereniging van Vlaamse Steden en Gemeenten (VVSG) dit reeds heeft gedaan en daarover vandaag trouwens een en ander heeft gecommuniceerd in haar publicatie.
In het decreet is er ook sprake van de uiterlijke datum van 1 juni. In 2012 heeft de Vlaamse Regering het besluit dienaangaande genomen op 16 maart. Maar op dat moment is men volop bezig met de samenstelling van de lijsten. Minister, hebt u al onderzocht of deze datum, bijvoorbeeld 16 maart, mede gezien de voortschrijdende digitalisering en informatisering, niet kan worden vervroegd? Wat zijn de eventuele moeilijkheden of belemmeringen indien dit niet zou kunnen?
De heer De Loor heeft het woord.
Voorzitter, mijn vraag loopt gelijk met die van de heer Dochy. Hij heeft al verwezen naar een aantal decretale bepalingen, zoals het Lokaal en Provinciaal Kiesdecreet. Ook in het Gemeentedecreet stond dat nu.
Het decreet Lokaal Bestuur bepaalt het aantal leden dat deel uitmaakt van de gemeenteraad. Zoals de heer Dochy daarnet zei, stelt de Vlaamse Regering uiterlijk op 1 juni van het verkiezingsjaar een lijst op van het aantal te verkiezen gemeenteraadsleden per gemeente. Dat gebeurt op basis van de bevolkingsaantallen: het aantal personen dat ingeschreven is in het rijksregister op datum van 1 januari van het jaar van de gemeenteraadsverkiezingen en daar zijn hoofdverblijfplaats heeft, is bepalend. Mutatis mutandis geldt hetzelfde voor het aantal leden van het college van burgemeester en schepenen dat op hetzelfde inwonersaantal is gebaseerd.
De heer Dochy heeft er ook al naar verwezen: in deze commissie zijn heel wat politici aanwezig zijn die ook lokaal actief zijn. Zij zullen ook wel weten dat de voorbereidingen voor de gemeenteraads- en provincieraadsverkiezingen volop aan de gang zijn. Het is belangrijk om te weten hoeveel gemeenteraadsleden er zullen moeten worden verkozen en ook uit hoeveel leden de colleges van burgemeester en schepenen in de volgende legislatuur zullen bestaan.
Minister, hebt u een zicht op de timing wanneer de definitieve aantallen zullen worden bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad? Zo ja, wanneer mogen die worden verwacht?
Zo niet, kunt u contact opnemen met uw federale collega om na te gaan wanneer de nieuwe bevolkingscijfers worden verwacht?
Ik sluit me verder ook aan bij de vraag over de digitalisering, of die datum namelijk niet een stukje naar voren kan worden geschoven.
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer De Loor, u weet dat ik zeer graag contact opneem met mijn federale collega’s, maar in dezen was dat absoluut niet nodig. Mijn administratie bereidt momenteel namelijk het ontwerp van BVR voor waarmee de aantallen te verkiezen raadsleden worden vastgesteld. Dit gebeurt op basis van de bevolkingsaantallen per 1 januari 2018 – dat hebben de beide vraagstellers ook aangehaald – waarvoor we een beroep moeten doen op de FOD Binnenlandse Zaken, die het rijksregister beheert. We willen heel veel kunnen beheren en heel veel bevoegdheden hebben, maar vooralsnog behoort dat niet tot onze bevoegdheid.
De FOD Binnenlandse Zaken maakte extractie van de bevolkingsaantallen tegen het einde van de maand januari, om de gemeenten voldoende tijd te kunnen geven de nodige verwerkingen te doen van de wijzigingen van de weken en dagen voorafgaand aan 1 januari.
Dit jaar gebeurde de extractie tijdens het weekend van 27 en 28 januari. De cijfers werden gepubliceerd in het Belgisch Staatsblad op maandag 19 februari – als ik goed kan tellen, was dat gisteren.
Het aanleveren van de cijfers aan het Agentschap Binnenlands Bestuur (ABB) gebeurde op 31 januari 2018. ABB is meteen nadien gestart met het opmaken van het ontwerp van BVR.
Ik zal dit besluit van de Vlaamse Regering in de eerstkomende weken dan ook voor een principiële goedkeuring kunnen voorleggen aan de Vlaamse Regering, waarna het natuurlijk ook nog naar de Raad van State moet. Dat is in het verleden niet gebeurd, maar we moeten dat natuurlijk wel doen, omdat er een aantal ingrijpende wijzigingen gebeurd zijn.
De definitieve goedkeuring wordt begin april verwacht. Ik hoop dat dat nog voor de paasvakantie zal zijn, die begint op 1 april.
Er wordt, net als in het verleden, naar gestreefd om het BVR zo snel mogelijk definitief te kunnen goedkeuren.
De uiterlijke termijn van 1 juni in het decreet vervroegen, heeft mijns inziens heel weinig zin, omdat er telkens rekening moet worden gehouden met de formele goedkeuringsprocedure. Ook in de feiten zou dit totaal geen tijdswinst opleveren.
Als we voor de definitieve goedkeuring de timing van 1 april vooropstellen, denk ik dat we iedereen zullen kunnen geruststellen, wat ook nodig is.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw duidelijk antwoord. Het hoeft natuurlijk niet te veranderen in het decreet. 1 juni is geen datum die moet worden vooruitgeschoven. Maar u moet natuurlijk niet wachten tot 1 juni. Ik begrijp dat jullie zo snel mogelijk werken. En ik begrijp natuurlijk ook dat de cijfers maar kunnen worden gepubliceerd op het moment dat ook de gemeenten de laatste cijfers hebben verwerkt. Dat kan bij wijze van spreken niet gebeuren op 2 januari, omdat er ook nog een aantal administratieve zaken moeten gebeuren.
Maar ik ben blij met de zo snel mogelijke afhandeling. Ik zeg het nog eens: vooral voor de provincieraadsverkiezingen is het toch wel nodig om die zekerheid te geven. Voor gemeenten is dat veel duidelijker. Men weet hoe het voortschrijdt en dergelijke. Men weet welke grenzen er moeten worden gerespecteerd. Voor de provincie is het wat nieuw. Daarom vind ik het belangrijk dat het zo snel mogelijk kan worden gepubliceerd.
De heer De Loor heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Zoals de heer Dochy al heeft gezegd, is het inderdaad wel belangrijk dat we zo snel mogelijk kunnen beschikken over de definitieve cijfers, zodat elke politieke partij zich maximaal kan voorbereiden op de verkiezingen. Maar het is ook goed dat de lokale besturen zich maximaal kunnen voorbereiden op de lokale en provinciale verkiezingen.
Ik hoop dan ook, minister, dat de rol van het ABB inzake deze lokale en provinciale verkiezingen opnieuw voor 100 procent wordt opgenomen zoals in het verleden ook al is gebeurd: de ondersteuning naar de lokale besturen, de ondersteuning naar de provincie. In 2012, bij de meest recente lokale verkiezingen, is die ondersteuning heel goed verlopen. Hopelijk kan die in 2018 zo worden voortgezet.
Minister Homans heeft het woord.
Ik kan natuurlijk niet spreken in naam van het agentschap, maar ik heb er in ieder geval alle vertrouwen in.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.