Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Overeenkomstig artikel 28 van het besluit van de Vlaamse Regering (BVR) van 14 mei 2004 tot organisatie, inrichting en beheer van begraafplaatsen en crematoria moet, indien de overledene een implantaat draagt dat werkt op een batterij, die batterij verwijderd worden vooraleer er wordt overgegaan tot begraving of crematie. Doorgaans kan het verwijderen van zo'n batterij relatief eenvoudig gebeuren door de begrafenisondernemer die slechts een heel kleine incisie moet maken op de plek waar het toestel zich bevindt.
Nu is er een nieuw soort pacemaker, met name het Micra Transcatheter Pacing System, waarbij dat niet meer mogelijk en er een meer ingrijpende chirurgische ingreep nodig is. Aangezien de pacemaker van aan de lies door middel van een sonde via de aorta wordt vastgehecht in de voorste kamer van het hart, is het, wanneer men de batterij wil verwijderen, noodzakelijk om de volledige borstkas open te maken om tot het hart te komen. Dat vraagt natuurlijk heel wat meer van een begrafenisondernemer.
Volgens de leverancier van de pacemakers van dat type bestaat er in geval van crematie geen gevaar op ontploffing of schadelijke stoffen, op storende geluiden, verwondingen voor werknemers of schade aan de oven, wat natuurlijk de doelstelling is van de normering die is opgenomen in het BVR met betrekking tot de verwijdering. Anderzijds kan bijvoorbeeld het bloed van de overledene besmet zijn, en het is om die reden dat de leverancier toch aanraadt om de pacemaker niet te verwijderen voor crematie of begraving.
Als de begrafenisondernemer de pacemaker echter laat zitten, gaat hij in tegen de huidige regelgeving. Hetzelfde geldt voor een gemeente die toestemming geeft om de overledene te begraven of te cremeren zonder verwijdering. Hier stelt zich dus een probleem dat zou kunnen leiden tot ellendige discussies die tot gevolg hebben dat er geen uitvaart zou kunnen plaatsvinden, althans niet binnen een aannemelijke tijdspanne. En dat willen we natuurlijk allemaal vermijden, uit respect voor de overledene en de familie.
Minister, welke oplossing stelt u voor met betrekking tot het al dan niet verwijderen door de begrafenisondernemer van pacemakers, rekening houdend met de gezondheidsrisico’s en de evoluties in de medische technologie?
Welke oplossing stelt u voor met betrekking tot het al dan niet begraven en cremeren van overledenen waarbij een pacemaker van het genoemde type werd aangebracht, zonder die vooraf te verwijderen? Hoe kunnen praktijk en regelgeving op elkaar worden afgestemd?
Minister Homans heeft het woord.
Mevrouw Schryvers, zoals u zelf al duidelijk hebt aangegeven in uw vraagstelling, is de actuele regelgeving zeer duidelijk, namelijk het toepasselijke BVR uit 2004. Ik zal dat niet herhalen.
In tegenstelling tot mezelf was het Verenigd Netwerk van Openbare Crematoria (VNOC) wél op de hoogte van deze nieuwe soort pacemaker die inderdaad enkel door een arts uit het lichaam kan en mag worden verwijderd.
De crematoriabeheerders zijn bij mijn weten momenteel nog niet geconfronteerd met een overledene die drager is van een dergelijke pacemaker, maar ze hebben alvast een onderzoek opgestart. Het VNOC heeft dan ook de producent van deze pacemakers gecontacteerd en gevraagd om een proefbatterij te laten testen, ook op het verbranden in crematieovens en het mogelijke ontploffingsgevaar – toch ook belangrijk. Het VNOC heeft ook zijn internationale collega's aangesproken over hun eventuele ervaringen hiermee.
Na een eerste screening zou hieruit blijken dat alvast in Frankrijk het verbranden van deze nieuwe soort pacemakers of batterijen is toegestaan.
Collega’s, het lijkt mij goed om de resultaten van het onderzoek af te wachten wat betreft de mogelijke verbranding van deze batterijen in onze crematieovens. Ook zal ik met collega Schauvliege overleggen omtrent haar visie inzake het mogelijk laten bestaan van deze zeer kleine batterijen bij personen die zullen worden begraven.
Afhankelijk van de uitkomst van de consultaties zal ik dan ook bekijken of er een wijzing aan de wetgeving nodig is.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Met betrekking tot de regelgeving rond begraafplaatsen, cremeren en dergelijke, is het echt nodig om rekening te houden met maatschappelijke, maar ook technologische evoluties, evoluties in een medische sector. Dit is daar een van. Die evoluties zijn hier al meermaals ter sprake gekomen.
Ik ben zeer tevreden dat u zegt dat u er nu over bent ingelicht dat deze nieuwe soort pacemakers bestaat. Daar is ook al onderzoek naar gevoerd en er zijn ook al voorbeelden in andere landen. Dat is ook logisch. We kunnen dit niet alleen in Vlaanderen. We kunnen ook veel leren uit wat er in andere landen gebeurt.
Minister, u zegt dat u het verdere onderzoek afwacht om dan eventueel de regelgeving aan te passen. Hebt u zicht op de termijn waarbinnen een dergelijk onderzoek zal zijn uitgevoerd? Ik heb u horen zeggen dat er momenteel nog geen enkele vraag is geweest tot crematie van een overledene die drager was, maar dat betekent niet dat er in de toekomst geen kunnen en zullen komen.
Minister Homans heeft het woord.
Collega’s, momenteel hebben we geen zicht op de termijn, maar ik denk dat het niet zo heel lang op zich zal laten wachten.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik dank u. We volgen het verder op.
De vraag om uitleg is afgehandeld.