Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
De heer Bertels heeft het woord.
Ik stel deze vraag vooral naar aanleiding van onregelmatige gokactiviteiten van enkele politieagenten. Dat kunnen we niet goedkeuren, maar nu wil ik het specifiek hebben over jongeren die gokken. Eind september raakte via onderzoek van de Kansspelcommissie bekend dat 40 procent van de personen die online gokken, jonger dan 30 is. Dat zijn 100.000 tot 120.000 jonge Vlamingen die actief zijn op gokwebsites. In totaal zijn er 250.000 tot 300.000 Vlamingen actief op die websites en staan er evenveel Vlamingen op de zwarte lijst van personen die, wegens een gokverleden, uitgesloten zijn van deelname aan kansspelen. Tot slot is ook 1 op 4 van de websites of smartphone-apps illegaal en kunnen spelers zich daar niet op hun consumentenrechten beroepen.
Ook in deze berichtgeving werd het belang van preventie – en dat is mijn insteek – onderstreept. En in het verleden hebt u dit ook beaamd en gesteld dat het deel uit maakte van de Vlaamse doelstellingen inzake preventief beleid.
Minister, hebt u kennis kunnen nemen van de monitoring van de Kansspelcommissie waarover bericht werd? Bevatte dit rapport naast de geciteerde aantallen nog andere interessante informatie inzake het voeren van een preventief beleid teneinde gokverslaving tegen te gaan?
Welke conclusies trekt u uit dit rapport? Kunt u beamen dat online gokken steeds agressievere vormen aanneemt en bijkomende sensibiliserende acties nodig zijn teneinde de Vlamingen, en in het bijzonder de jonge Vlamingen, beter te informeren over de valkuilen en gevaren van online gokken?
Gokelementen worden ook meer en meer een element van de game-industrie, waar zelfs AAA-titels spelinhoud gaan verbergen achter gokelementen.
Tot op zekere hoogte kan ik de analyse volgen dat we in Vlaanderen niet alleen kunnen optreden tegen dit sluimerend stimuleren van gokgedrag via producten die minderjarigen bereiken, maar in de subsidievoorwaarden van het Vlaams Audiovisueel Fonds (VAF) zien we dat, hoewel games van pornografische aard of games die indruisen tegen de mensenrechten, niet in aanmerking komen voor steun, gokken niet expliciet in die voorwaarden is opgenomen. Lijkt het u niet opportuun om ook hier een verbod op gokelementen aan toe te voegen? Ziet u nog andere mogelijkheden om de jonge Vlaming beter te wapenen tegen deze verdoken vormen van of verdoken reclame voor gokken, waarbij men achter gokelementen meer spelletjes kan kopen?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, uit de beschrijving van uw vraag konden wij niet afleiden op welk onderzoek u doelt. Uit de contacten met de Kansspelcommissie blijkt dat er geen sprake is van een breed onderzoek, maar dat enkel deze cijfers bekend zijn gemaakt naar aanleiding van de verschenen artikels rond de grote winst van 7,7 miljoen euro van één speler in het online casino van Unibet.be.
Onze diensten hebben het jaarverslag 2016 van de Kansspelcommissie ontvangen, maar nog niet ten gronde doorgenomen. Daarnaast hebben we ook kennisgenomen van het marktonderzoek dat de Nationale Loterij uitvoerde, ‘Belgen in de geliberaliseerde kansspelmarkt’. Aan de partnerorganisatie VAD (Vereniging voor Alcohol- en andere Drugproblemen) wordt gevraagd om bovenvermelde rapporten te bestuderen.
Ik wil u nog meegeven dat op mijn initiatief in 2016 gestart is met een werkgroep gokken in de schoot van de Algemene Cel Drugsbeleid, waarin zowel de gemeenschappen als de federale overheid vertegenwoordigd zijn. Vanuit die werkgroep wordt uitgekeken naar de wetgevende initiatieven die vanuit de Federale Overheidsdienst Justitie genomen zullen worden. Effectieve preventieve acties en hulpverlening rond gokken kunnen immers enkel plaatsvinden als de wetgeving ter zake het juiste klimaat schept. Zo niet, blijft het dweilen met de kraan open.
Om een beter zicht te krijgen op het fenomeen gokken, zowel online als offline, hebben mijn diensten ervoor geijverd om in de nationale gezondheidsenquête het thema gokken op te nemen. Op basis van de gegevens die die bevraging zal opleveren, zullen we in staat zijn om het Vlaamse beleid rond gokken, zowel op het vlak van preventie als op het vlak van hulpverlening, beter af te stemmen op de noden. In die optiek kijken we ook erg uit naar het rapport van de Hoge Gezondheidsraad, dat eind dit jaar verwacht wordt.
Hoewel de bevoegdheid inzake de subsidiëringsvoorwaarden binnen het VAF niet aan mij, maar aan mijn collega Gatz toebehoort, vind ik het idee om games die gokelementen bevatten of reclame maken voor gokken, uit te sluiten van Vlaamse subsidies, het onderzoeken waard. Ik zal dat, indien aangewezen, zeker bekijken. Een verbod op verdoken vormen van of verdoken reclame voor gokken valt ook niet onder mijn bevoegdheid. We mogen echter sowieso geen illusies koesteren: zonder internationale afspraken zal aan die praktijk weinig kunnen worden gedaan. Denk maar aan de ‘Counter-Strike: Global Offensive’-gokpraktijken met ‘skins’.
De heer Bertels heeft het woord.
Bedankt, minister. U hebt wellicht dezelfde zoektocht gedaan als ik. Ik heb mij inderdaad gebaseerd op een artikel dat in de media verspreid is en waar u ook naar verwijst. Daarin werd verwezen naar een onderzoek van de Kansspelcommissie. Ik heb heel de website doorzocht om te zien over welk onderzoek dat zou kunnen gaan en of dat rapport publiek was. Ik had gehoopt dat u het wel had gekregen. Ik moet eerlijk bekennen dat ik het zelf niet gevonden heb, maar ik dacht dat het misschien onder embargo zat en dat u het wel had gekregen. We zijn dus samen zoekende, om het zo maar even te zeggen.
Ik onthoud twee zaken. U verwijst naar een rapport van de Hoge Gezondheidsraad, dat eind dit jaar zal verschijnen en waarin hopelijk nog een aantal preventieve maatregelen zullen zitten. Ik neem aan dat u akkoord gaat met de vaststelling die we maken, dat er wel wat problematisch gedrag kan worden uitgelokt bij online gokken.
U zegt dat u de subsidievoorwaarden binnen het VAF het onderzoeken waard vindt. Zult u dat overmaken aan minister Gatz? Of vraagt u aan mij om nog een specifieke vraag te stellen over die subsidievoorwaarden?
De heer Anseeuw heeft het woord.
Minister, ik heb eerder ook al vragen gesteld over deze problematiek aan uw collega Gatz. Ik wil mijn pleidooi hier nog eens herhalen. We moeten vanuit de bevoegdheid Media eens kritisch kijken naar de manier waarop wij omgaan met gokken en gokreclame, en ook het bekendmaken en aantrekkelijk maken van gokken. Het gebeurt hele nachten door op verschillende televisiezenders, om maar iets te zeggen. Ik hoop dat we daar vanuit Vlaanderen ook eens kritisch naar kunnen kijken, anders dreigen we te dweilen met de kraan open.
Elke verslavingsproblematiek heeft een even grote nefaste impact. Of het nu gokken is, een eetverslaving, alcohol, roken, drugs of wat dan ook, uiteindelijk zijn het altijd dezelfde mechanismen die spelen. We moeten voldoende aandacht hebben voor gokken, zeker als het over media gaat. Misschien kunt u er bij uw collega Gatz eens op aandringen om te kijken wat er vanuit Vlaanderen kan worden gedaan.
Mevrouw Jans heeft het woord.
Ik wil me aansluiten bij de vraag van collega Bertels. Ik ben blij te horen dat de minister echt openstaat voor het voorstel om te kijken naar wat er kan gebeuren rond die agressieve games en spelletjes.
Ik vind het heel opmerkelijk dat bij verschillende contacten met hulpverleners – in mijn geval gaat dat over het Centrum voor Alcohol en andere Drugproblemen (CAD) en VAD – zij die trend echt wel aangeven. Er is de website gokhulp.be, maar ook uit de vragen die zij krijgen, blijkt dat mensen daar echt heel zwaar mee in de problemen komen. Ik steun dus de vraag van de voorgaande sprekers om een globale aanpak verder uit te breiden.
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Ik zal daar met collega Gatz eens contact over opnemen.
De heer Bertels heeft het woord.
Dat bespaart mij een vraag, minister. Dat is heel goed.
Dat dit een internationale problematiek is, daarin volg ik u, maar zoals de collega’s ook mee onderschrijven, moeten we vanuit onze Vlaamse bevoegdheden toch proberen om daarop in te grijpen. Het laten bekijken van de subsidievoorwaarden van het VAF is bijvoorbeeld een goede insteek. Want het is, zoals de heer Anseeuw zei, een probleem dat dag en nacht doorgaat, waarbij jongeren onschuldig beginnen, maar dan verleid worden door spelletjes en gokelementen achter die spelletjes. Voor ze het zelf weten, raken ze eraan verslaafd en komen ze in een situatie waar ze zelf nog moeilijk uit raken en waarbij ze niet meer weten hoeveel geld ze eraan besteden en verliezen. Want we moeten niet naïef zijn: die online gokelementen zijn niet gemaakt om mensen winst te laten maken, maar om de ondernemingen erachter winst te laten maken.
Minister, ik ben blij dat u het probleem erkent en onderkent en initiatief gaat nemen, en mij een vraag bespaart.
De vraag om uitleg is afgehandeld.