Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
In februari 2015 werd in de VN Veiligheidsraad resolutie 2199 aangenomen. Deze resolutie spoort de lidstaten aan om op te treden tegen de handel van gestolen kunst uit Syrië en Irak.
Sinds het aannemen van de resolutie werden wereldwijd heel wat inspanningen geleverd om de financiering van terrorisme door de illegale handel in antiquiteiten tegen te gaan. Zo verscherpten ongeveer vijftig landen hun wetgeving en wisselen ze informatie en gegevens uit om smokkelroutes te ontmantelen en restituties te vergemakkelijken. Daarnaast is er ook een samenwerking gestart tussen UNESCO, Interpol, het VN-Bureau voor Drugs en Criminaliteit, douanediensten, de privésector en musea om nieuwe gecoördineerde acties op te zetten.
Minister, in welke mate heeft ons land gevolg gegeven aan resolutie 2199 en draagt het bij aan de versterkte internationale informatie-uitwisseling tegen de handel van gestolen kunst uit Syrië en Irak? Welke beleidsdaden heeft Vlaanderen gesteld of gepland om de VNVR 2199 om te zetten? Hoe overlegt Vlaanderen ter zake hetzij met de andere beleidsniveaus in ons land hetzij internationaal?
Minister Gatz heeft het woord.
Voor het antwoord op de eerste vraag is het federale niveau bevoegd.
Aangezien Vlaanderen in dezen geen echte ‘harde’ bevoegdheden heeft, ligt de focus vooral op sensibiliseringacties. Op het vlak van ‘awareness raising’, nationaal en internationaal, wil ik hier zeker de belangrijke en internationaal opgemerkte inspanningen vermelden van Buitenlandse Zaken Vlaanderen. Op 9 en 10 juni 2016 ondersteunde Buitenlandse Zaken mee de organisatie van de ‘High-level meeting and Technical Conference #Unite4Heritage: Cultural Diversity under Attack: Protecting Heritage for Peace’ te Brussel.
In opvolging van dit seminarie werd, met de steun van Vlaanderen, op 27 juni door het UNESCO EU Liaison Office het evenement ‘Heritage in Danger, Unesco actions in Syria’ georganiseerd. Qua bewustmaking van het publiek voor de problematiek is er ook een belangrijke rol weggelegd voor het Belgische Blue Shield comité en de Vlaamse UNESCO-commissie.
De implementatie van VNVR 2199 in België is vooral zaak van de politie, douane en Justitie. Op internationaal vlak wordt deze problematiek opgevolgd door Buitenlandse Zaken Vlaanderen en via het overleg hierover binnen het kader van de Conventie van Den Haag en de protocollen bij deze conventie.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Ik noteer dat Vlaanderen een en ander doet op het vlak van sensibilisering, ik zal er de verslagen van die verschillende evenementen op naslaan. Ik ben zeker dat we daar ook iets kunnen van opsteken.
Mijn vier vragen gingen in dezelfde richting en zijn een uiting van eenzelfde bezorgdheid. De bevoegdheidsverdeling is wat ze is en steunt op een eigen logica, die zeker onderbouwd is. Niettemin maak ik mij zorgen en merk ik dat velen bezorgd zijn over de vraag of men op het federale niveau voldoende aandacht besteedt aan deze problematiek. Het veiligheidsbeleid heeft heel veel aspecten en wordt gedreven door diverse bezorgdheden. De vraag is of de bescherming van het cultureel erfgoed in die context voldoende voorrang krijgt.
Minister, is het niet wenselijk dat de deelstaten meer aandringen op een dialoog daarrond, zodat dit thema een hogere prioritering zou krijgen op het federale niveau? We lijsten de verschillende beleidsdaden die daarrond zijn gesteld op, maar vanuit verschillende hoeken horen we dat onze federale staat niet bijster goed scoort op dat vlak. We hebben heel wat steken laten vallen. Ik denk dat het ook te maken heeft met het gebrek aan communicatie en overleg ter zake tussen de beleidsniveaus. Als een minister materieel bevoegd is op een bepaald niveau, zal hij ook met meer kracht en overtuiging de security-aspecten van dat beleid kunnen opvolgen en behartigen. Nu dit zich op verschillende niveaus situeert, schiet de motivatie wellicht te kort. Ik denk dat daar ruimte is om een lacune in te vullen. Ik formuleer het positief: er is werk voor beleidsmakers op dit stuk.
Namens onze fractie wil ik aansluiten over dit pakketje vragen. Blijkbaar zorgt de staatsindeling ervoor dat we op dit vlak niet slagkrachtig genoeg zijn. Het gaat over een gemeenschapsbevoegdheid, maar doordat het verband houdt met Buitenlandse Zaken, is ze de facto bij de federale overheid geparkeerd. Omdat die dan weer geen culturele bevoegdheid heeft, laat die dat wat hangen en omdat wij geen sterke internationale bevoegdheid hebben, laten we het ook hangen. Het is geen verwijt, maar een vaststelling.
U hebt zeker gelijk dat België op dat terrein een veel belangrijkere rol zou kunnen spelen dan vandaag. Er zijn kleine inspanningen geleverd, maar dat is nogal minnetjes. Voor dit soort zaken is het misschien een goede zaak dat de Senaat nog bestaat, zodat dit soort van problemen daar rechtstreeks kan worden aangekaart. Ik vermoed dat ministers daar niet rechtstreeks kunnen worden ondervraagd, en dat is een probleem. Dit lijkt me iets dat de gemeenschappen samen moeten aanpakken. Ik ondersteun in ieder geval uw vraag aan de minister om samen met zijn collega Greoli een duwtje te geven aan de federale overheid. Ook als wij met onze collega’s uit de andere gemeenschappen samen zitten, moeten we daar eens over praten.
Ik wil nog twee dingen zeggen, ten eerste om de betrokkenheid van de federale overheid ook eens aan te klagen, en de cel die met kunstroof en -diefstal te maken heeft. Mochten er ook kunstvoorwerpen uit pakweg Syrische musea, en vroeger Egyptische musea, in Belgische antiquairzaken terechtkomen, dan zal niemand het nog weten en ontdekken, want de federale overheid heeft die cel afgebouwd. Het ging tenslotte over twee mensen. Het is droevig dat dat moet gebeuren.
Anderzijds wil ik een oproep doen, die ik niet naar de minister of naar u richt. Ik zou het fijn vinden, mochten onze eigen erfgoedzorgers in dit land, zowel de cultureel- als de onroerenderfgoedzorgers, over dat soort schandalen zoals ze gebeurd zijn in Palmyra, ook eens vanuit hun professionele betrokkenheid bij erfgoed daar een manifest over maken, eens hun stem laten horen en opkomen voor hun collega’s en voor het erfgoed in het buitenland, dat door dit soort barbaarse daden wordt vernietigd. Ik denk dat je de zorg voor ons erfgoed niet kunt loskoppelen van de zorg voor het erfgoed van de humaniteit. In die zin wil ik die bekommernissen graag delen, hoe onmachtig wij inderdaad ook zijn vanuit de Vlaamse bevoegdheid om daar iets aan te doen.
Mevrouw Coudyser heeft het woord.
Ik wil ook nog een korte reactie geven, zonder daarover een politiek debat te willen voeren. Ik denk, mijnheer Caron, dat u eigenlijk hebt gezegd dat ons land zodanig complex geworden is en dat die bevoegdheidsverdelingen zo moeilijk zijn dat we op de limieten van dat model stoten. U weet waar wij voor staan. In een confederaal model zijn het de deelstaten die alle verantwoordelijkheden hebben, ook die van Buitenlandse Zaken, ook die van Cultuur, maar dan in zijn geheel. De zesde staatshervorming heeft het zeker niet gemakkelijker gemaakt, maar net nog veel ingewikkelder, waardoor we op die bevoegdheden nog meer stilstaan. We moeten dan inderdaad overleggen en blijven overleggen. We hebben dat in de samenwerkingsovereenkomst en in de ontmoeting met onze Franstalige collega’s ook gezegd. We hebben in deze legislatuur het geluk dat de twee ministers van de beide gemeenschappen elkaar vinden en formeel en informeel dat overleg opstarten, zoeken naar de mogelijke oplossingen en een gezamenlijk standpunt innemen om op het federale niveau te gaan bepleiten. Dat is nu wel zeer goed, maar het toont wel aan dat ons model niet werkt. En daar is in onze optiek maar één oplossing voor – zonder dat debat nu te willen openen – en dat is naar dat confederale model gaan.
De cel Kunstroof is al verschillende keren aan bod gekomen. Die cel van twee personen die naar één persoon is gegaan, wordt nu wel in het geheel van terroristische bestrijding… Maar ik wil hier ook nog eens opmerken dat minister Jambon daar alleen uitvoert wat minister Milquet beslist heeft. Dus als men zwartepieten wil doorschuiven, dan moeten we toch ook even die richting uitkijken.
Ik kijk niet naar de verantwoordelijken daarvoor om dat te zeggen. Mijn achtergrond is een bekommernis. We hebben vooral een agendasetting gedaan voor het gesprek straks van onze minister met mevrouw Greoli. Het zou fijn zijn, mocht men vanuit de twee gemeenschappen een signaal geven.
Ieder kan zijn conclusies trekken. Als u vandaag al de conclusie trekt dat dit niet gaat werken, is dat uw volste recht, maar ik trek die conclusie niet. Ik denk gewoon dat de zesde staatshervorming, die nog niet zo oud is, veronderstelt dat men een aantal bruggen bouwt. Ik wil onze minister uitnodigen om daar actief werk van te maken.
Ik wil in dezen toch ook even politiek concluderen en antwoorden. Mevrouw De Bethune, u hebt mij inderdaad enkele weken geleden al wat geschikt voer voor discussie gegeven met het actualiteitsdebatje over de kunstroof. En met uw vragen heb ik zeker nog bijkomende argumenten om het contact dat ik op basis van die vorige vraag met de collega-minister van Binnenlandse Zaken gelegd heb, beargumenteerd en gestoffeerd tegemoet te treden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.