Verslag vergadering Commissie voor Cultuur, Jeugd, Sport en Media
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Voorzitter, minister, dames en heren, op 24 maart 2017 werd in de VN Veiligheidsraad resolutie 2347 voor de bescherming van cultureel erfgoed goedgekeurd. Als ik goed ben ingelicht, is dat de eerste resolutie ooit die door de Veiligheidsraad is goedgekeurd met de focus op cultureel erfgoed. Het vormt een belangrijk signaal in de strijd tegen de gestructureerde destructie van cultureel erfgoed over heel de wereld. Vandaag is die destructie een oorlogstactiek geworden – het is niet nieuw, het is eeuwenoud, maar het laait de voorbije maanden weer op – om zo culturele reinigingen door te voeren. Zo verwoestte IS duizenden culturele stukken op de archeologische sites in de steden Apamea en Palmyra in Syrië. Met deze resolutie probeert de VN ook dit te bestrijden.
Als land en gemeenschap met een sterke culturele traditie is het dan ook belangrijk om deze VN-resolutie te implementeren, zeker in functie van 2018, het Europees Jaar van het Cultureel Erfgoed.
Minister, welke maatregelen dringen zich in Vlaanderen op om resolutie 2347 van de Veiligheidsraad toe te passen? Welke maatregelen zijn in dat opzicht gepland of uitgevoerd?
Minister Gatz heeft het woord.
Vlaanderen heeft op het vlak van de implementatie van deze resolutie weinig bevoegdheden. De belangrijkste actoren op dit vlak zijn de Europese Gemeenschap en de Belgische politiediensten, de douane, de Staatsveiligheid en Justitie.
De EU legde reeds eerder de invoer, uitvoer en overdracht van cultuurgoederen uit Syrië en Irak nauw aan banden via de Europese verordening 1332/2013 van de Raad van 13 december 2013 tot wijziging van de vorige verordening uit 2012 betreffende beperkende maatregelen in het licht van de situatie in Syrië, en in het bijzonder artikel 11c betreffende de invoer, uitvoer of overdracht van Syrische cultuurgoederen. Het is het ministerie van Economische Zaken dat instaat voor de implementatie van deze verordening in België.
Ook bereidt de EU momenteel een verordening voor met betrekking tot de invoer van cultuurgoederen in de EU. Deze verordening zou in de loop van juli eerstkomend bekendgemaakt worden. Op Belgisch vlak is de wet tot omzetting van het UNESCO ’70-verdrag een belangrijk gegeven. Ik hoop dat de Federale Regering erin zal slagen om het wetsontwerp tegen eind dit jaar – dat schijnt de doelstelling te zijn – aan het federale parlement voor te leggen.
Vlaanderen leverde wel een bijzondere financiële inspanning voor de bescherming van het erfgoed in Palmyra en Syrië. Vanuit het Algemeen Unesco Trustfonds van Vlaanderen werd bijvoorbeeld een subsidie van 100.000 dollar gegeven voor het project ‘Emergency Safeguarding of the site of Palmyra’ van Unesco. Het project ‘The implementation of the Emergency Safeguarding of the Syrian cultural heritage’, dat vanuit het Algemeen Unesco Trustfonds werd ondersteund, groeide uit tot een project dat ook vanuit de EU ondersteund wordt.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Ik noteer dat Vlaanderen in deze weinig of geen bevoegdheden heeft. Ik ben natuurlijk gelukkig met de steun die gegeven is aan het fonds dat u vermeldt en de inspanningen die wij ter zake doen. Ik denk dat we wel de federale overheid op haar verantwoordelijkheid kunnen wijzen. Ik zal alleszins in de Senaat een schriftelijke vraag aan de bevoegde ministers stellen op basis van uw informatie en contact opnemen met onze collega’s in de Kamer om dit goed op te volgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.