Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Sinds 11 mei 2016 is de kmo-groeisubsidie actief. Ik had het daar in het begin wat moeilijk mee omdat ik vind dat je ondernemers niet te veel mag pamperen. Deze subsidie is bedoeld voor kmo’s die een groeisprong willen maken. Dat klinkt een beetje paradoxaal. Begin deze week kwam er trouwens een boek uit met als titel ‘De groeiparadox’.
Met dit instrument wordt financiële ondersteuning geboden voor het verwerven van kennis gericht op groei, zowel bij een oriëntatieproces, voor een starter, als bij een heroriëntatieproces, voor een bestaande onderneming. Deze groei kan gebeuren vanuit drie inhoudelijke invalshoeken: innovatie, internationalisering en transformatie.
Starters die organisch zijn gegroeid, hebben op een bepaald moment effectief kennis nodig over het structureren van die groei. Ik heb een schriftelijke vraag gesteld over het succes na ongeveer 1 jaar werking. Het aantal aanvragen per maand steeg afgelopen jaar van 36 in juni 2016 tot 51 in maart van dit jaar. Dat betekent dat die groeisubsidie bekend is bij de kmo’s en dat ze ook wordt gebruikt. Het zijn vooral ondernemingen met een tewerkstelling tot vijftig werknemers, en ongeveer twee derde van de projecten heeft betrekking op ondernemingen die langer dan 7 jaar bestaan.
Minister, ik had u ook een vraag gesteld over het verschil tussen interne versterking en externe versterking. Externe versterking betekent dat men een beroep kan doen op consultants. Zij sturen een factuur, men betaalt die en men krijgt advies. Interne versterking is het aanwerven van een strategische medewerker. Het aantal aanvragen voor beide mogelijkheden is min of meer gelijk gebleven: 152 tegenover 166. Het aantal goedgekeurde projecten voor de aanwerving van een strategische medewerker ligt op 64, terwijl er 111 goedgekeurde aanvragen waren voor het inwinnen van strategisch advies.
Minister, waarom ligt het aantal goedgekeurde projecten zoveel lager voor de aanwerving van een strategisch medewerker dan voor het inwinnen van strategisch advies? Duurt dat langer?
De bedragen die worden uitgekeerd voor zowel interne als externe versterking zijn dezelfde. Wanneer men iemand moet aanwerven, zorgt dat voor meer risico dan het betalen van de factuur van een consultant die misschien zijn werk niet goed heeft gedaan maar die men dan niet moet ontslaan. Hoe komt het dat de steunbedragen gelijk zijn?
Minister Muyters heeft het woord.
De dossiers voor externe en interne versterking worden op dezelfde manier beoordeeld. De persoon met wie wordt samengewerkt, ongeacht of dit een aanwerving dan wel een consultant is, moet echt kunnen wegen op de strategische beslissingen die worden genomen. Dat is de filosofie.
Het beoordelingsproces en de doorlooptijd van dossiers voor interne versterking en voor externe versterking zijn dus dezelfde. We bekijken wie daar gaat werken, hoe die persoon weegt op dat aspect en of dat een groei-effect tot gevolg heeft. Als er minder dossiers voor interne versterking worden goedgekeurd, komt dit voornamelijk omdat de voorgestelde aanwerving van strategische medewerker niet voldoende weegt op de strategische beslissingen die moeten worden genomen in het kader van het groeitraject. Het is dus niet de bedoeling dat een kmo bij een aanwerving snel een subsidie krijgt. We zien wel vaker dat iemand wordt aangenomen in het kader van een groei, maar er moet ook echt worden aangetoond dat die persoon een effect zal hebben op dat groeitraject.
Om subsidiabel te zijn is het niet voldoende dat de aan te werven medewerker louter operationele of uitvoerende werkzaamheden uitvoert. Hij of zij moet wel degelijk invulling geven aan de ontbrekende kennis bij de onderneming voor het realiseren van het groeitraject en zodoende echte impact hebben op de strategische beslissingen en de uitwerking hiervan. Vandaar dat meer aanvragen niet worden goedgekeurd dan wel.
Ik heb die bedragen gelijkgeschakeld om redenen van eenvoud. Zoals u weet, wordt ons vaak verweten dat onze instrumenten te complex zijn met verschillende plafonds en steunpercentages. Een belangrijk aandachtspunt bij de kmo-groeisubsidie was om het eenvoudig te houden en met een korte doorlooptijd. Ik denk dat het aantal aanvragen illustreert dat dit lukt en dat ondernemers het instrument begrijpen.
Daarnaast is de kmo-groeisubsidie een vraaggestuurd steuninstrument. Het is de kmo die zelf kiest hoe ze haar groeitraject wenst te realiseren en welke kennis/capaciteit hiervoor wordt aangetrokken, vandaar dat we inzake steunpercentages ook geen onderscheid maken in de vorm waar de kmo voor kiest.
Ik begrijp uw opmerking, en het is iets dat we in de gaten moeten houden en monitoren. We kunnen voorlopig nog geen definitieve conclusies trekken maar als we zouden horen of zien dat dit te maken heeft met het feit dat de kostprijs hoger ligt, moeten we dat op dat moment herzien. U begrijpt dat voor mij de keuze van het bedrijf essentieel is en dat we niet willen dirigeren door meteen te zeggen dat het X bij het ene en Y bij het andere is.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Van die interne versterking wordt hier en daar binnen de ondernemerswereld ook wel wat misbruik gemaakt. Er wordt geëvalueerd of de aangeworven persoon effectief kan wegen op de groei, terwijl in de praktijk die persoon een andere functie gaat uitvoeren.
Mijn vraag is: zijn daar controles op? Ik denk dat dit zeer moeilijk te controleren valt. Ze vertellen u dat het een strategisch medewerker is, terwijl het misschien een verkoper is of een business developer. Ik wou u daar attent op maken. Misschien is het een idee om daar iets rond te doen.
Een tweede vraagje – u hebt eigenlijk al geantwoord –: komt er een evaluatie van die interne en externe versterking? We moeten concreet nagaan wat er gebeurd is met onze investeringen in ondernemingen om hun kennis te geven rond groei. Wat is daarmee gebeurd? Wat staat daartegenover? Is zo’n evaluatie al gepland?
De heer Van Malderen heeft het woord.
Mevrouw Vanwesenbeeck, ik zou u willen bedanken voor deze vraag. Ik stel straks nog een andere vraag samen met mevrouw Christiaens.
Het draait allemaal een beetje rond dezelfde vraag: hoe kunnen we ervoor zorgen dat de centen die we hebben, zo efficiënt mogelijk worden benut? Het gaat om overheidsgeld, belastinggeld, dat is schaars. We willen dat op een goede manier inzetten. Dat betekent dat we rücksichtslos misbruik, ontwijking en dergelijke eruit moeten halen.
Het laatste punt van mevrouw Vanwesenbeeck, het zogezegd aanwerven van een strategisch medewerker terwijl men die persoon toch al had aangeworven, hoort daarbij. We moeten het ‘dead weight’ eruit halen.
Ik sluit mij ten volle aan bij de vraag naar een evaluatie. Ik zou deze wel op de twee assen willen zien. Wat geldt voor die aanwerving, geldt eigenlijk ook voor externe bijstand in de vorm van consultancy. We moeten daar diezelfde oefening doen. Het punt is echt: wat is strategisch en hoe zorgen we ervoor dat dat een duurzame opstap is? Het moet een kwalitatieve sprong zijn, geen kwantitatieve, voor de kmo. Hoezeer we het doel op zich ook genegen zijn, ik denk dat we daar kritisch naar moeten durven kijken en het ‘dead weight’ ervantussen wieden, gewoon omdat de middelen schaars zijn.
De heer Gryffroy heeft het woord.
De basisvraag van de collega’s is eigenlijk: hoe gaan we dat controleren? Intern of extern, dat maakt eigenlijk niet uit. Intern moeten we controleren, maar ook extern. Als we iets opleggen in het kader van de groeisubsidie, moet men effectief doen wat er gevraagd werd, dus het is niet enkel het interne aspect.
We moeten ook vertrekken vanuit vertrouwen. We hebben het hier altijd gezegd: we geven vertrouwen aan de ondernemer. En altijd, zelfs met de meest strenge regels, mijnheer Van Malderen, zullen erbij zijn die proberen de kantjes eraf te lopen en op een slappe koord te zitten. Het is gewoon een kwestie van, als we zoiets vernemen, die bedrijven ‘à la limite’ aan de schandpaal te nagelen en duidelijk te maken dat het geld daarvoor niet was bedoeld. Maar de basis is vertrouwen.
Dezelfde bedragen of niet dezelfde bedragen? Momenteel is het systeem met dezelfde bedragen goed. Ik verklaar mij nader. Als men iemand aanwerft volgens de regels zoals die ook beschreven staan op de website, heeft die persoon het voordeel dat hij de bedrijfscultuur leert kennen en kan hij in dat kader de strategie ontwikkelen. Ik heb het zelf vaak meegemaakt in het verleden. Als ik wil werken met een externe, dan moet ik eerst heel veel tijd spenderen aan een interne om die bedrijfscultuur over te brengen aan die externe voor deze aan zijn werk kan beginnen, maar ondertussen lopen zijn uren wel, en dat kost me ook geld. Als we de twee met elkaar vergelijken, zal het qua kosten wel kifkif zijn, tenzij men achteraf die persoon moet ontslaan omdat hij niet voldoet. Maar we gaan er niet van uit dat we iemand aanwerven om hem na zoveel maanden weer te ontslaan. We veronderstellen dat de aanwerving goed gebeurt. Als de aanwerving goed gebeurt, zitten we ongeveer met gelijke kosten.
Dat is ook zo als men een advocaat nodig heeft. Een advocaat kan maar zo goed pleiten als u het dossier hebt voorbereid voor hem. Als u het dossier niet hebt voorbereid, kan de advocaat niet pleiten.
Ik pleit ervoor om te houden wat er nu is. Dat kan uiteraard worden geëvalueerd.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik volg wat de heer Gryffroy naar voren brengt, en dat is dat we moeten vertrekken van vertrouwen. Er is een groot verschil tussen de kmo-portefeuille en de kmo-groeisubsidie. Bij de groeisubsidie moet men een project indienen, dat wordt besproken en beoordeeld, en men krijgt een ja of nee. U hebt de cijfers zelf gegeven. Lang niet iedereen die een project indient, krijgt geld. Dat is al een eerste belangrijk punt.
Eenmaal het project is toegekend, mag men niet verzeilen in een administratieve rompslomp. We hebben juist geprobeerd om dit af te schaffen. We moeten uitgaan van vertrouwen, maar we moeten ook niet naïef zijn. We moeten niet bij iedereen gaan controleren of alles juist gebeurt, maar steekproefgewijs. Dat zou kunnen door de persoon die is aangeworven, na een jaar eens uit te nodigen en eens te laten uitleggen wat hij in dat jaar gedaan heeft. Op die manier krijgen we een soort opvolgtraject. Dat kan zowel bij de interne als bij de externe. Ik zal dit meenemen vanuit uw opmerkingen, maar ik wil niet dat het een administratieve drempel wordt, want dan zijn we verkeerd bezig.
De evaluatie van het instrument zie ik absoluut zitten, we doen dat altijd. We moeten het eerst wat tijd geven. Het aantal dossiers is nog te klein om een evaluatie te doen. Ik heb er nog geen datum op gezet, maar ik neem het zeker mee. Mijn departement weet dat ik zo’n evaluatie wil zien. Voor mij blijft nog altijd, en ik denk dat we het daarover eens zijn: dergelijke subsidies zouden we misschien wel weg willen en we zouden misschien wel een vennootschapsbelastingverlaging willen, maar zolang het ene er niet is, werken we met het andere.
Mevrouw Vanwesenbeeck heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord. Je kunt nooit alles voor honderd procent afdekken, erin voorzien enzovoort. Ik vind het belangrijker om uit te gaan van vertrouwen en te werken met eenvoudige mogelijkheden, maar ik wou toch vooral uw visie daarop eens horen en die was wat mij betreft zeker voldoende.
De vraag om uitleg is afgehandeld.