Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, vorig jaar op 6 juli hebben we het decreet Integraal Handelsvestigingenbeleid goedgekeurd, waarmee we volop de kaart van de handelskernen trekken. Eind maart heeft het Platform Centrummanagement een uiteenzetting gegeven met betrekking tot de concretisering van de doelstelling van dat nieuwe kader. De vraag die ik stel, vloeit daaruit voort.
Vanuit het werkveld zijn mij een paar aandachtspunten gesignaleerd. Tijdens die studiedagen zou gebleken zijn dat bij verschillende lokale besturen nog veel onduidelijkheid bestaat over de implementatie van het decreet. We weten dat het Agentschap Innoveren en Ondernemen (VLAIO) nu samen met de VVSG werkt aan een handleiding en dat ze in het kader van een EFRO-project (Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling) een draaiboek ‘Kernversterkend Winkelbeleid van A tot Z’ gaan uitwerken en dat er verder nog uitvoeringsbesluiten in opmaak zijn.
Ik heb vernomen dat men vanuit de lokale besturen vraagt om snel vooruit te gaan met die besluiten omdat ze meer duidelijkheid vragen inzake concretisering en verfijning van die doelstelling. Er is mij gesignaleerd – ik weet niet of dat klopt – dat men wacht op rechtspraak om die basisdoelstellingen te concretiseren. Dat leidt dan tot verwarring en onzekerheid.
Minister, wat is de stand van zaken in de uitwerking van de uitvoeringsbesluiten? Wat is de timing? Weet u van die onzekerheden? Hoe gaat u die wegwerken? Klopt het dat u en uw kabinet wachten op een bepaalde rechtspraak vooraleer die uitvoeringsbesluiten op te stellen?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben blij met uw vraag omdat ik dan wat duidelijkheid kan geven. Ik zie niet in waarop men zit te wachten. Er zijn twee uitvoeringsbesluiten. Een heeft de bedoeling om dit mee in te passen in de omgevingsvergunning. In het besluit wordt de integratie van de vergunning in de omgevingsvergunning vastgelegd. Hierin wordt de bevoegdheidsverdeling voor de omgevingsvergunning voor kleinhandelsactiviteiten geregeld maar ook de adviesverlening door het Agentschap Innoveren en Ondernemen voor vergunningen boven 1000 vierkante meter netto handelsoppervlakte. Ik zie niet in dat men daarop moet wachten.
Daarnaast is er de samenstelling en de werking van het Comité voor Kleinhandel. Maar ook hier zie ik niet waarop men moet wachten. Ik zie dus niet in dat men moet wachten. Er zijn geen andere besluiten van de Vlaamse Regering die ik voorbereid.
De timing van het uitvoeringsbesluit met betrekking tot de werking van het Comité voor Kleinhandel wordt afgestemd op de timing van het uitvoeringsbesluit dat bij Ruimte Vlaanderen uitgewerkt wordt onder de bevoegdheid van collega Schauvliege.
Het Agentschap Innoveren en Ondernemen heeft samen met de VVSG, zoals u zelf zei, een leidraad opgemaakt om de lokale besturen te ondersteunen bij de toepassing van de basisdoelstellingen. Die handleiding is een verdere uitwerking van de memorie van toelichting bij het decreet waarin elke doelstelling wordt opgedeeld in subdoelstellingen en waarin wordt aangegeven hoe elke subdoelstelling kan worden gebruikt. Verder werkt het Agentschap Innoveren en Ondernemen in het kader van ditzelfde EFRO-project met VVSG aan procesflows voor de instrumenten in het Integraal Handelsvestigingsbeleid en aan een digitaal handboek. Ik wil u heel duidelijk zeggen dat dit geen besluiten van de Vlaamse Regering worden, dit zijn praktische handvatten. Ik wil geen overregulering. Ik wil ze ondersteunen en het zijn praktische handvatten die maatwerk aan elke stad of gemeente aanreiken. Maar ze moeten dat zelf en kunnen dat zelf doen. Met die handleiding, met die handvatten, met die procesflows kan men dat uitwerken.
Ik wacht niet op rechtspraak. Ik wacht op collega’s voor de eerste twee zaken: de omgevingsvergunning en de samenstelling. Maar daarop moet men niet wachten om een visie te bepalen. De instrumenten zijn er. Bij de opmaak van de leidraad met betrekking tot de doelstellingen werd gekozen voor een interpretatie van het decreet in overeenstemming met de doelstellingen. Het is de bedoeling dat die leidraad heel de tijd kan worden verbeterd met de ervaringen die er zijn en dat dat een levende informatiebron is. Het is nooit de bedoeling geweest om dat te gaan betonneren in uitvoeringsbesluiten. Als men daarop wacht, wel, dan moet men niet langer wachten en kan men volop van start gaan.
Mevrouw Christiaens heeft het woord.
Minister, dank u wel. Dat was duidelijk. Er waren blijkbaar heel veel vragen en onzekerheid vanuit de lokale besturen, al dan niet samen met de VVSG. Men wachtte op verduidelijking van de basisdoelstellingen, want men wist niet hoe men het moest interpreteren en men kon er niet mee aan de slag. Die signalen kreeg ik.
Het is goed dat die leidraad en die begeleiding er komen en dat er dan good practices naar voren worden geschoven en gedeeld. Het zou natuurlijk wel jammer zijn dat dat allemaal mogelijkheden zijn waarin voorzien wordt maar dat ze in de praktijk door de lokale besturen niet worden opgepikt of dat er niet mee aan de slag wordt gegaan.
Het is ook belangrijk dat die leidraad een levend document is en dat het niet zo is van ‘dit is het nu’, maar dat het continu wordt geëvalueerd, bijgestuurd en aangevuld. Dat is heel belangrijk, want hoe kleiner de gemeente is, hoe moeilijker het is om met een dergelijke visieontwikkeling aan de slag te gaan.
Ik heb nog een bijkomend vraagje in verband met de handelsconvenanten die kunnen worden afgesloten. Als ik me niet vergis, is er in Hasselt een handelsconvenant afgesloten, mede ondertekend door het stadsbestuur uiteraard, maar die is vernietigd door de Raad van State omdat de gemeente belanghebbende partij was en het handelsconvenant niet mocht ondertekenen. Dat lijkt me een bizarre situatie, want hoe kan men nu een handelsconvenant afsluiten als men die als gemeentebestuur niet mee mag ondertekenen?
De heer Ronse heeft het woord.
Ik ben blij dat er geen onnozelheden meer in de weg liggen voor een goede uitvoering van het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid, dat een historisch decreet is. Voor het eerst zullen gemeenten echte slagkracht hebben om zones af te bakenen. Ik kijk uit naar de eerste resultaten.
De laatste vraag van mevrouw Christiaens is interessant om eens aan minister Schauvliege te stellen, want het houdt verband met ruimtelijke procedures. Dat heeft weinig impact op het decreet Integraal Handelsvestigingsbeleid. Ik kijk dan ook uit naar het antwoord van minister Schauvliege. Ik hoop dat de vertragingen die ze heeft opgelopen met de omgevingsvergunning, geen nefaste impact zullen hebben op dit decreet, maar ik denk dat dat niet het geval zal zijn.
Minister Muyters heeft het woord.
Ik hoop en denk dat ook niet, omdat we voort kunnen met de visieontwikkeling enzovoort. We proberen het daarna alleen gemakkelijker te maken door ook die vergunning in de omgevingsvergunning te zetten.
Ik lig zelf mee aan de basis van de integratie van de bouw- en milieuvergunning. Van in het begin heb ik gehoopt dat we ook die daarin konden schuiven. Dat is een goede zaak.
Ik ben echt niet op de hoogte van de problematiek van het handelsconvenant, wellicht omdat dat bij minister Schauvliege zit. Ik zal wel eens nagaan wat de basis daarvan is, maar ik kan er nu geen antwoord op geven.
De vraag om uitleg is afgehandeld.