Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Ceyssens heeft het woord.
Minister, in 2015 waren er 48 aangegeven ongevallen in Limburg, op 8 december 2016 waren er 35 gerapporteerde ongevallen met everzwijnen. Het gaat over daadwerkelijk aangegeven ongevallen, waar kan worden aangetoond dat ze werden veroorzaakt door een aanrijding met een everzwijn. Een politie-inspecteur die met verkeer bezig is, maakte eens de bemerking dat hij niet altijd zeker weet of een ongeval op een ochtendlijk of een laat uur met een wagen die op een boom botst, werd veroorzaakt door een uitwijking voor een everzwijn. Zo'n everzwijn blijft natuurlijk niet staan wachten om te rapporteren dat hij de veroorzaker is van het ongeval.
Rudy Oyen van het Zoogdierenopvangcentrum, u ongetwijfeld bekend, zei onlangs: “Dodelijke ongevallen met everzwijnen zullen niet lang uitblijven.” Ik denk dat ik die uitspraak vijf jaar geleden al heb gedaan.
Ook politici zijn veelvuldig het slachtoffer van aanrijdingen met everzwijnen. Blijkbaar heeft de schepen in Hasselt al in het centrum moeten remmen voor een everzwijn. Schepen Nagels in Genk heeft een botsing met een everzwijn niet meer kunnen voorkomen. En onlangs is blijkbaar het Zoogdierenopvangcentrum naar een afrit van de E314 moeten uitrukken voor een groep van 21 everzwijnen. Je mag er niet aan denken wat er gebeurt als zo’n roedel ineens de autosnelweg opgaat.
Ik wil hier nog eens terugkomen op de vraag die ik eind vorig jaar stelde over preventiemaatregelen tegen overstekend wild op gewestwegen. Minister, u zei toen dat u enkel rasters zou plaatsen indien dat echt nodig is, maar dat er de angst is voor ontsnippering in Vlaanderen. U hebt ook verwezen naar een initiatief in de provincie Vlaams-Brabant. En u verwees naar de pilootprojecten met wilddetectiesystemen in bosland.
Minister, desondanks moeten we vaststellen dat het probleem van overstekende everzwijnen nog een enorm groot probleem is voor de verkeersveiligheid, getuige de opsomming die ik daarnet heb gegeven.
Minister, we hebben u al dikwijls gezegd dat u in ons, als het gaat over verkeersveiligheid, altijd een partner vindt. In heel het specifieke wegennet moeten we actie ondernemen – en ik denk dan vooral aan de provincie Limburg, waar gewestwegen ellenlange kilometers door bossen heen slingeren, waar overstekend wild pas op het allerlaatste moment voor de autobestuurder verschijnt en waar groot overstekend wild aanwezig is, wat erg gevaarlijk kan zijn voor de verkeersveiligheid.
Minister, hebt u de problematische wegen al in kaart gebracht door de kaart van de gewestwegen op de kaart met de faunabeheerzones te leggen? Dit kan volgens mij perfect beantwoorden aan uw opmerking dat er maatregelen kunnen worden genomen als het echt nodig is. Wat is voor de geïdentificeerde wegen het plan van aanpak? Welke maatregelen hebt u al genomen om de veiligheid van de bestuurders tussen de N74 en de E314 te garanderen? Welke maatregelen zult u nog meer treffen om de veiligheid van de bestuurders te garanderen? Plant u specifieke maatregelen rondom natuurgebied De Teut? Daar zou ik ondertussen ook nog de N76 aan willen toevoegen. Binnen welke termijn zou u maatregelen willen realiseren? Welke budgetten kunnen hiervoor worden vrijgemaakt?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb al aangegeven dat we voor de problematiek van het overstekend wild op regelmatige wekelijkse basis overleg hebben tussen het Agentschap Wegen en Verkeer (AWV) en de diensten van minister Schauvliege, namelijk het Agentschap voor Natuur en Bos (ANB) en het departement Omgeving. In het geval van manifeste problemen bekijken we altijd welke maatregelen er op korte termijn mogelijk zijn, gaande van waarschuwingsborden – de klassieke driehoek met het hertje in – tot andere, zoals afrastering. Dat is altijd case by case. Het over elkaar leggen van de wegeniskaarten en de faunabeheerzones geeft momenteel, denk ik, onvoldoende informatie om die probleemzones in kaart te brengen. We trachten wel maximaal te werken met de verschillende meldingssystemen. Je hebt Dieren onder de wielen. Ook de politiezones hebben meldingssystemen. Ook het e-loket van het ANB, de aangiftes bij autoverzekeringen, de databank Verkeersongevallen, het Motorwaarborgfonds en de ophaaldienst voor kadavers Rendac doen meldingen. Er zijn dus velerlei kanalen via dewelke we op de hoogte kunnen worden gesteld van concrete problemen, maar die staan allemaal los van elkaar, wat de opvolging niet altijd eenvoudig maakt.
Ter hoogte van de gekende probleemzones worden inspanningen gedaan om oplossingen te bieden: verkeerssignalisatie maar ook wildspiegels, waardoor dieren worden afgeschrikt als ze zichzelf zien. We plaatsen ook rasters, en verlagen de vegetatie in de bermen. Dat komt de zichtbaarheid ten goede van de wagenbestuurders. We bouwen ecoducten en tunnels, en er is het wilddetectiesysteem in Hechtel-Eksel. Daar kom ik zo dadelijk op terug, want dat is volledig nieuw.
We kunnen echt niet overal rasters plaatsen. Dat is niet wenselijk en niet mogelijk, niet alleen om budgettaire redenen maar ook om redenen van toegankelijkheid. Bovendien worden rasters ook altijd gecombineerd met veilige oversteekplaatsen voor dieren, om niet tegelijkertijd de versnippering voor alle fauna te verhogen. Bijgevolg zal de aanpak van die problematiek altijd een mix zijn van veiligheid en ontsnippering, en dus moeten worden afgestemd met het departement Omgeving en/of het ANB.
Limburg is de provincie met het hoogste aantal kilometer rasters. Langs de E314 alleen al worden bijna 50 kilometer hoge rasters geplaatst te Heusden-Zolder, ter hoogte van De Teut, Tenhaagdoornheide en de Mechelse Heide. Langs de N75 in As en Dilsen-Stokkem werden 23 kilometer hoge rasters geplaatst. Momenteel werken we aan een project in Hechtel-Eksel en Leopoldsburg, waarbij we hoge rasters plaatsen in combinatie met een wilddetectiesysteem.
Dat wil zeggen dat er in zogenaamde faunasluizen of openingen in het raster worden voorzien waar een detectiesysteem de aanwezigheid van onder andere everzwijnen zal detecteren. Dit zal op zijn beurt een waarschuwingssysteem activeren die er autobestuurders op attent zal maken dat een dier de weg gaat oversteken en hen zal aanmanen om snelheid te minderen tot 50 kilometer per uur. Dat gebeurt met aanpasbare signalisatie langs de weg. Tegelijkertijd worden er ook steeds meer borden geplaatst ter hoogte van gebieden waar al eens everzwijnen de weg oversteken om de weggebruiker daarop attent te maken, zoals recent nog langs de N76 in de nieuwe gemeente Oudsbergen.
Ondertussen doet ook het Agentschap voor Natuur en Bos inspanningen om de populaties van everzwijnen in bedwang te houden. Doorgaans en spijtig genoeg moet dat met de jacht gebeuren. In het algemeen kan gesteld worden dat een hogere snelheid de schade bij een aanrijding met een everzwijn verhoogt. De maatregel om nog maximaal 70 in plaats van 90 kilometer per uur toe te laten, zal dan ook een positieve invloed hebben op de verkeersveiligheid.
Momenteel staan er hoge rasters langs de E314 tussen de afrit 29 Houthalen-Helchteren en de afrit 30 Park Midden Limburg. Ze houden de everzwijnen daar van de snelweg. In dat gebied zijn er verder geen bijkomende maatregelen voor everzwijnen gepland. De budgettering voor de aanleg van ecorasters wordt opgemaakt in afspraak met medefinanciers, vooral het Departement Omgeving en het Agentschap voor Natuur en Bos. Aangezien de aanleg van rasters steeds wordt gecombineerd met ontsnipperingsmaatregelen, worden projecten opgenomen in het programma van het Agentschap Wegen en Verkeer, afhankelijk van de planning van de medefinanciers en in functie van de algemene planning. Concreet wordt er momenteel in 315.000 euro voorzien, met een 50/50-procentkostenverdeling met het Agentschap voor Natuur en Bos, voor de bijdrage voor het wilddetectiesysteem langs de N73 in Hechtel-Eksel. Verdere projecten met nieuwe rasters zijn er momenteel niet, maar de mogelijkheid om dat te doen is er.
Dank voor het antwoord, en voor de borden langs de N76, minister. Die borden zijn een eerste goede stap. Het is een weg waar soms hoge snelheden worden gehaald. Bestuurders zijn zich dikwijls niet bewust van het gevaar van overstekend wild. Die borden zijn een eerste stap. Wat versnippering betreft, denk ik dat Limburg koploper is op het vlak van het aaneensluiten van grote natuurgebieden. De weg die u vermeldde, is een weg die een groot militair domein van 2100 hectare – een volledig open gebied – verbindt met de Duinengordel, een gebied van 3000 hectare bos. Het betreft dus oppervlaktes die in andere provincies weinig tot niet voorkomen. Er leeft veel fauna, en er steken dus veel dieren de weg over. Ofwel gaan we de dieren in die gebieden verdrijven, ofwel beschermen we de autobestuurders tegen overstekend wild. Ik ga met u akkoord dat rasteren ten dele neerkomt op ontsnippering. Voorts is het zo dat een detectiesysteem toestaat om dieren naar een bepaald oversteekpunt te leiden, waarvoor de wegbestuurders dan worden verwittigd. Vegetatie vrijhouden kan. Ontbossen om everzwijnen te verdrijven, gaat uiteraard niet.
Minister, ik vind het een goede zaak dat verkeersongevallen met dieren worden gemonitord – al denk ik dat er zich veel ongevallen voordoen waarvan we de oorzaak niet kennen. Ik betreur het toch dat de wegenkaart niet op de faunabeheerzones wordt gelegd. We hebben naar die faunabeheerzones gevraagd om het probleem en de acties ter remediëring in kaart te kunnen brengen. Als wegbeheerder zou u beide kaarten moeten samenleggen. Niemand heeft last van het feit dat die zwijnen op dat militair domein rondlopen. De militairen vragen zich af waarom ze die beestjes moeten bestrijden, want ze hebben er geen last van. Maar de dag dat een van die dieren voor de wielen van een auto loopt, verandert de zaak. We moeten er ons grondig van bewust zijn dat het probleem met de dag erger wordt. Na lang aandringen heb ik van AWV borden gekregen. Ik vraag ook rasters, maar dan zegt men mij dat men daarvoor geen budget heeft. Dus wanneer er een probleem wordt gedetecteerd, kan men er niet aan remediëren, want men heeft geen budget. We moeten daaraan iets doen, ten dienste van de verkeersveiligheid.
We doen dat wel, we maken gebruik van die faunabeheerzones, we leggen de wegenkaarten over elkaar, maar dat is niet alleenzaligmakend.
Verder, wat het budget betreft, kan er altijd wel wat geschoven worden als het gaat om acute problemen, dat spreekt voor zich. Maar dat er nu altijd een vaste libellé is voor rastering, dat is niet zo, ook omdat we dat altijd in samenwerking doen met het ANB en/of het departement Omgeving en we samen die beslissing nemen. Dan moet er ook altijd een wederzijdse financiering zijn.
Minister, ik zal de directeur van AWV wijzen op de mogelijke verschuiving van middelen om rasters te plaatsen. Daarmee is die man zijn en ons probleem dan ook opgelost.
De vraag om uitleg is afgehandeld.