Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, de werking van Recytyre kwam hier al een paar keer aan bod, in 2015 en 2016.
In de commissie van 3 mei 2016 gaf u aan dat een aantal zaken in de pijplijn zaten: u werkte aan een nieuwe milieubeleidsovereenkomst (MBO) banden; u was de lopende MBO aan het evalueren; de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM) had bij Ernst & Young een studie besteld. ‘De rol van de beheersorganismen in de afvalmarkt en een grondige evaluatie van de aanvaardingsplicht als beleidsinstrument’, zo heette die opdracht.
Het bewuste addendum aan de MBO voerde een wijziging in van de vergoedingen voor de inzamelaars. Sindsdien werd aan de inzamelaars de mogelijkheid geboden om ingezamelde afvalbanden over te dragen aan Recytyre. In de commissie van 3 mei gaf u aan dat 70 procent van de operatoren het addendum had ondertekend.
Recytyre voorziet in de eerste versie van het addendum in de afschaffing vanaf 1 januari 2017 van de vergoeding voor banden bestemd voor loopvlakvernieuwing voor alle types afvalbanden. Op uitdrukkelijke vraag van het Vlaamse Gewest, en ook van de OVAM, stelde u, werd het addendum aangepast, zodat de vergoeding voor loopvlakvernieuwing van personenwagenbanden ook na 1 januari 2017 behouden bleef.
Volgens de loopvlakvernieuwers zou sinds 1 februari 2017 echter die loopvlakvernieuwing niet langer vergoed worden als verwerkingsmogelijkheid voor afvalbanden. Verbranden en granuleren, als grondstof voor verbranding, zouden het nieuwe adagium worden.
Er ontspon zich vervolgens een discussie tussen verschillende spelers zoals TRAXIO, Recytyre en Unigom over de manier waarop afvalbanden nog konden worden ingezameld en over de mogelijke vergoedingen en premies.
Ondersteunt het systeem van Recytyre nu wel of niet de loopvlakvernieuwing bij bepaalde types banden?
Is het benadelen van loopvlakvernieuwing in lijn met de principes van de ladder van Lansink? Is het duurzamer om oude banden te granuleren en tot brandstof te herleiden, dan loopvlakvernieuwing toe te passen? Zo ja, welke studies ondersteunen die visie?
Werd er reeds een startnota neergelegd met betrekking tot een nieuwe milieubeheersovereenkomst Banden, op basis van de aangekondigde evaluatie? Wat is de stand van zaken op dit ogenblik?
Denkt u eraan om het systeem van de inzameling betalend te maken voor inzamelaars van banden? Zo ja, hoe motiveert u dat in het licht van de bewering van TRAXIO dat er zo banden uit het recyclagecircuit zullen verdwijnen?
Welke resultaten leverde de studie op ‘over de rol van de beheerorganismen in de afvalmarkt en een grondige evaluatie van de aanvaardingsplicht als beleidsinstrument’? Ziet u hier argumenten in om beleidsmatig bij te sturen in de werking van beheerorganen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Recytyre voorziet wel degelijk een financiële ondersteuning voor loopvlakvernieuwing bij bepaalde types banden. Het eerste addendum van Recytyre bij de modelovereenkomst voor inzamelaars voorzag initieel in de afschaffing van de vergoeding voor rechapage voor alle types van banden vanaf 1 januari 2017. Volgens Recytyre was er in het verleden een oversubsidiëring voor in beginsel op dat ogenblik winstgevende activiteiten. Bij de start van de herziening van de tarieven was het dus begrijpelijk dat Recytyre deze vergoedingen wilde afbouwen.
Zoals gestipuleerd in de milieubeleidsovereenkomst (MBO) heeft Recytyre in 2013-2014 een studie laten uitvoeren om de markt van rechapage te onderzoeken en aanbevelingen te doen om deze filière te stimuleren. Uit deze studie kwam onder andere naar voren dat er heel wat knelpunten zijn die ervoor zorgen dat de rechapagemarkt van personenwagenbanden beperkt is. Om deze markt toch te blijven ondersteunen, werd op vraag van het Vlaamse Gewest in het eerste addendum de inzamelvergoeding voor personenwagenbanden die gerechapeerd worden, wel behouden na 1 januari 2017. Bij vrachtwagenbanden is het een ander verhaal. Deze zijn eigenlijk gemaakt om gerechapeerd te worden. Volgens de vermelde studie is dit een zelfbedruipende sector. Daarom kon de afschaffing van de vergoeding voor rechapage van vrachtwagenbanden ook voor de OVAM behouden blijven in het eerste addendum. Dit eerste addendum is in werking getreden op 1 juli 2016.
Intussen is de vrachtwagenbandenmarkt echter drastisch gewijzigd. Door de opmars van goedkope Chinese banden is de vraag naar gerechapeerde vrachtwagenbanden ingezakt.
Deze veranderende omstandigheden maakten ook deel uit van de scope van het kostprijsonderzoek dat in 2016 werd uitgevoerd door het bureau FFact. Dit kostprijsonderzoek had tot doel om op basis van de kostengegevens van 2015 tot een objectivering van de vergoedingen van Recytyre voor de inzamelaars te komen. De nieuwe tarieven die uit deze studie voortvloeiden, werden van kracht via het addendum bis vanaf 1 februari 2017, waarbij eveneens een retroactieve tariefcorrectie voorzien werd voor de periode 1 juli 2016 tot 31 januari 2017. Het addendum bis voorziet een inzamelvergoeding voor zowel personenwagenbanden áls vrachtwagenbanden die gerechapeerd worden. Voor andere types banden waarvan het loopvlak vernieuwd wordt, is de vergoeding in het addendum bis wel volledig afgeschaft. Aangezien geen enkele marktspeler actief in de rechapage van andere types banden bereid werd gevonden om deel te nemen aan het kostprijsonderzoek van FFact in 2016, was het niet mogelijk om hiervoor een objectieve kostprijs te bepalen. Sinds 1 januari 2017 is er dus geen Recytyre-vergoeding meer voor deze activiteiten.
Recytyre plant in 2017 een nieuw kostprijsonderzoek op basis van de cijfers van 2016, dat zal leiden tot nieuwe tarieven voor de inzamelaars die ingevoerd kunnen worden vanaf 1 januari 2018. De OVAM zal erop blijven toezien dat Recytyre, waar nodig, de rechapageactiviteit financieel ondersteunt.
Loopvlakvernieuwing bekleedt na hergebruik de hoogste trap op de ladder van Lansink. Dat het rechaperen van afvalbanden duurzamer is dan het granuleren of energetisch valoriseren, wordt absoluut niet in twijfel getrokken. Dit blijkt ook duidelijk uit de wettelijke doelstellingen die in het kader van de aanvaardingsplicht voor afvalbanden zijn opgenomen in het VLAREMA. Hierin is bepaald dat alle ingezamelde afvalbanden in de eerste plaats gesorteerd moeten worden op herbruikbare en op rechapeerbare banden. De OVAM zal erop blijven toezien dat er maatregelen worden getroffen ter ondersteuning van de rechapageactiviteit.
De OVAM heeft inmiddels een ontwerpstartnota voor de nieuwe MBO Afvalbanden voorbereid. Deze ontwerptekst wordt in de komende weken afgetoetst bij de ondertekenende partijen van de toekomstige MBO. Hierna zal de officiële goedkeuringsprocedure voor de startnota, zoals bepaald in titel VI ‘Milieubeleidsovereenkomsten’ van het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid (DABM), gestart worden.
Begin 2016 is de OVAM gestart met de evaluatie van de afgelopen MBO, waarbij ook gesprekken plaatsvonden met de betrokken stakeholders. Uit het overleg met de bedrijfsfederatie GO4CIRCLE bleek dat zij vragende partij zijn voor een herziening van het hele systeem. De OVAM heeft daarna besloten om te onderzoeken welk instrument het meest geschikt is voor het toekomstige beleid rond afvalbanden. Hiertoe werd een reguleringsimpactanalyse (RIA) opgemaakt.
In de RIA wordt de vergelijking gemaakt tussen vier beleidsopties die geïdentificeerd werden op basis van gesprekken met alle betrokken stakeholders. Ten eerste is er het behoud van de aanvaardingsplicht voor afvalbanden met een inzameling en verwerking op basis van een modelovereenkomst voor de inzamelaars. Dit is een voortzetting van het huidige systeem. Ten tweede is er het behoud van de aanvaardingsplicht voor afvalbanden met een inzameling en verwerking op basis van offertevraag. Ten derde is er de vervanging van de aanvaardingsplicht voor afvalbanden door een terugnameplicht. Ten vierde is er de afschaffing van de aanvaardingsplicht voor afvalbanden zonder een ander specifiek beleid.
De laatste twee scenario’s houden in dat de garages en bandencentrales zelf moeten betalen voor de inzameling van de afvalbanden. In de eerste twee opties, met behoud van de aanvaardingsplicht, gebeurt deze inzameling gratis.
De vier scenario’s werden in de RIA vergeleken op basis van effectiviteit, kostprijs, uitvoerbaarheid en draagvlak. De tweede optie scoort volgens de OVAM het best op deze criteria. Deze optie omvat het behoud van de aanvaardingsplicht, maar met wijziging van het operationeel en financieringssysteem van het beheersorganisme zodat de inzameling en verwerking gebeuren op basis van offertevraag. In vergelijking met het huidige beleid en het huidige Recytyre-systeem wordt er alleen een effect verwacht op de kostprijs. Er wordt verondersteld dat een model met marktbevraging via offertevraag tot een lagere kost kan leiden. Dit kan wel gepaard gaan met significante wijzigingen in de markt van de inzamelaars.
Een concentratie van de markt met een beperkter aantal actoren ligt in de lijn van de verwachtingen. De twee andere opties, de terugnameplicht en de afschaffing van het beleid rond banden, komen in de RIA niet als afdoende alternatieven naar voren. In overeenstemming met de conclusies van de RIA kiest de OVAM ervoor om de aanvaardingsplicht voor afvalbanden te behouden in de wetgeving en over een nieuwe MBO te onderhandelen met de sector. Het systeem van inzameling van de afvalbanden zal dus in geen geval betalend worden voor de garages en bandencentrales.
De studie naar de rol van beheersorganismen in de afvalmarkt bevestigt de wijze van beleidsinvulling van de aanvaardingsplichten. Specifiek voor het Recytyre-systeem bevestigt de studie dat het operationeel en financieringssysteem op basis van een modelovereenkomst voor de inzamelaars, volledig juridisch conform is, zowel op het gebied van de afvalstoffenwetgeving als op het gebied van het mededingingsrecht. De studie brengt wel als aandachtspunt naar voren dat een marktbevraging voor de inzameling van afvalbanden zou kunnen leiden tot scherpere prijzen. De studie stelt dat het huidige Recytyre-systeem voordelen heeft, maar ook sterke aannames vereist die regelmatig bijgesteld moeten worden. Aangezien een dergelijk systeem de markt niet consulteert in een reële marktvraag, is het onzeker of het geselecteerde tarief wel voldoende scherp is. Verschillende beheersorganismen uit de buurlanden hebben voor afvalbanden een mechanisme dat gebaseerd is op offertevragen. De hoogte van de milieubijdrage is in deze landen ook lager dan in België.
Hoewel zowel het systeem gebaseerd op een expert opinion als het systeem gebaseerd op offertevragen beide juridisch conform zijn, geeft een transparant uitgevoerde open offertevraag volgens de studie meer zekerheid over de economische efficiëntie. Conform deze aanbeveling en conform de conclusie van de RIA over het beleid rond afvalbanden heeft de OVAM in de ontwerpstartnota het volgende uitgangspunt voorgesteld voor de onderhandelingen van een nieuwe MBO: “De OVAM wil dat het beheersorganisme een nieuw operationeel en financieringssysteem uitwerkt op basis van offertevragen en dit volgens een procedure die gebaseerd is op de principes van overheidsopdrachten. Hierbij moet Recytyre ervoor zorgen dat er met voldoende marktspelers een contract wordt afgesloten, zodat de marktwerking en -dynamiek behouden blijft.”
De heer Vandaele heeft het woord.
De vraag was technisch, en het antwoord was dat ook. We weten dat dit geen eenvoudig verhaal is. Dat is ook nu weer gebleken. Ik ben blij dat de loopvlakvernieuwing nog bovenaan op de ladder van Lansink staat. Volgens mij is dat vanuit milieuoogpunt inderdaad de techniek die de voorkeur geniet.
Minister, ik hoop dat er een markt kan blijven bestaan of weer kan worden gecreëerd voor dat soort van herbruikbare banden. U wijst op de concurrentie voor de vrachtwagens van goedkope nieuwe banden uit China. Dat zijn factoren die spelen. Welk systeem van inzameling men ook kiest, voor mij is het belangrijk dat er geen banden uit het recyclagecircuit verdwijnen omdat het te duur zou worden. U zei dat dit niet zal gebeuren omdat er geen kostprijs wordt aangerekend voor het inzamelen bij garages.
Ik hoop ook dat er een rol weggelegd blijft voor onze Vlaamse bedrijven. Ik begrijp dat er op 8 maart een bijeenkomst is geweest over de tarifering. De klacht werd geuit dat daar wel een Waalse en een Nederlandse firma van loopvlakvernieuwing aanwezig waren, maar geen Vlaamse, ofschoon die er wel zijn, zoals Unigom, bijvoorbeeld. Het is dus een complex dossier, maar ik hoop dat u het goed in de gaten blijft houden omdat we weten dat het circuit van afvalbanden ons af en toe zorgen baart. Zo hebben veel landbouwbedrijven bijvoorbeeld jarenlang banden gebruikt om hun silo’s af te dekken. Nu wordt gekeken hoe die versneld kunnen worden ingezameld.
De heer Caron heeft het woord.
Ik heb daar indertijd, net als de heer Vandaele, een vraag over gesteld. In onze buurt is er immers ook een bedrijf dat op dat terrein actief is, maar daarover wil ik het niet hebben, want anders biedt dat een perspectief voor de loopvlakvernieuwing en vooral voor de inzameling.
De thematiek is wel belangrijk. Over granulaat gesproken, er loopt momenteel een hele discussie over de kunstgrasvelden in de commissie Sport. Wat ook niet onbelangrijk is, is dat er veel geruchten zijn. Ik zou ze gewoon melden. Er worden veel verhalen verteld over het feit dat de inzameling van autobanden de voorbije jaren veel manco’s vertoonde waardoor heel veel autobanden geëxporteerd zijn en in het buitenland zouden zijn gestort. Dat willen we niet. Integendeel, het hergebruik van autobanden, dat de eerste kostenplaats op de ladder van Lansink heeft, moet meer worden gepropageerd. Heel veel consumenten, ook via garages, weten gewoon niet eens dat er vormen van loopvlakvernieuwing zijn en dat hergebruik van banden dus mogelijk is. Recytyre heeft wat dat betreft ook een opdracht om de thematiek breder bekend te maken bij een groter deel van de bevolking.
De vraag om uitleg is afgehandeld.