Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Voorzitter, minister, sinds de vrijmaking van de energiemarkt in 2003 kunnen de consumenten zelf beslissen over de aansluiting bij een energieleverancier. Zo kan men kiezen voor de meest aangepaste voorwaarden en de beste tarieven. Ook de Vlaamse overheid stimuleert een slimme overschakeling. In dat verband is de V-test een handig instrument om de diverse elektriciteits- en aardgasproducten van alle energieleveranciers objectief te kunnen vergelijken. In vergelijking met de andere Europese landen schakelt men in Vlaanderen dan ook goed over. Het blijft dus zinvol om deze energiecontracten te kunnen vergelijken.
Naast deze V-test van de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) bestaat echter ook de CREG Scan (Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas) van de energiefactuur. We hebben telefonisch wat opzoekwerk gedaan bij de regulator zelf en zoals wij het begrijpen, komt dat er vooral op neer dat men via die CREG Scan kan laten nakijken of er in die factuur correct wordt aangerekend. Met andere woorden, men gaat de huidige factuur vergelijken met wat is afgesproken en met het huidige aanbod op de markt. Bij de regulator beweert men daarmee niet in strijd te zijn met de regelgeving omtrent wie verantwoordelijk is voor de tarieven, de VREG of de CREG. Het verschil met de V-test is het volgende. De V-test vergelijkt het actuele aanbod op de energiemarkt. U geeft dus in hoeveel megawattuur u verbruikte tijdens de dag en eventueel de nacht, en dan gaat u de vergelijking krijgen van de diverse leveranciers.
U begrijpt natuurlijk dat dat zeer verwarrend is. Je hebt een V-test, je hebt een CREG Scan en de gemiddelde burger moet daar dan wijs uit worden, ook al hebben die tests zogenaamd een verschillende doelstelling. Dat is zeer handig gezien van de CREG, om het dan te gooien op een regelgevingetje dat niet in de zesde staatshervorming is meegenomen, waardoor ze dat wel kan doen.
Minister, wat is uw standpunt ten overstaan van deze CREG Scan in verhouding tot de V-test? Wordt er niet beter ingezet op één coherente en duidelijke test voor energietarieven? Aangezien de tarieven regionale bevoegdheid zijn, zou dat dus de V-test zijn. Hoe wordt de V-test geëvalueerd, enerzijds inzake het gebruik door burgers en ondernemingen en anderzijds met betrekking tot het performanter maken van de test op zich? Kan de V-test nog worden verbeterd om eventuele tekortkomingen weg te werken?
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, ik dank u voor uw vraag. We zetten in Vlaanderen inderdaad al lang in op het informeren van de energieklanten, ook om ze te activeren tot een actieve keuze op de energiemarkt. Er kan echter niet worden ontkend dat de CREG Scan voor de afnemers wel een interessante tool is. De CREG Scan simuleert en vergelijkt echter enkel de commodityprijs van de energiecontracten. Het klopt dus dat dit deel het enige variabele deel in de factuur is, maar de CREG Scan geeft geen globaal beeld van de totale energiefactuur.
Opmerkelijk is wel dat een van de doelstellingen van de CREG Scan het in beeld brengen van de ‘slapende’ contracten is. Dat is anders dan bij de vergelijkingswebsites, zoals de V-test van de VREG, omdat op deze websites enkel actieve contracten, dus contracten waarop klanten nog steeds kunnen intekenen, worden getoond. Dat betekent dus ook dat klanten niet kunnen kiezen voor deze slapende contracten.
Er zijn verder inderdaad ook nog een aantal bedenkingen te maken bij de CREG Scan zelf. De simulatie via de CREG Scan is niet gerelateerd aan verbruik, noch aan het metertype, en is dus helemaal niet op maat van de klant. Ook worden niet alle energieleveranciers opgenomen. Dat brengt het risico met zich mee dat klanten met zeer veel vragen blijven zitten, waarmee ze niet vlot terechtkunnen bij de CREG. Dan komen ze toch bij de Vlaamse Infolijn en bij de VREG terecht.
Nu, ik vind het dus wel interessant dat die CREG Scan dus toelaat om contracten uit het verleden te vergelijken met actieve prijsformules. Dat kan de klant een beeld geven van hoeveel hij juist kan besparen ten opzichte van zijn oud contract. Het zou dus wel interessant zijn, mocht de V-test met die functionaliteit worden uitgebreid.
De V-test wordt door de energieklanten in Vlaanderen nog steeds erg gewaardeerd. Het blijft dan ook een van de belangrijkste manieren waarop gezinnen veranderen van leverancier. Volgens de recentste enquête ging 15 procent van de gezinnen die overstapten, in op een voorstel van een energieleverancier. 14 procent sloot een contract af via een groepsaankoop en 13 procent gebruikte inderdaad de V-test van de VREG om een nieuwe elektriciteitsleverancier te kiezen. Andere prijsvergelijkers, met 8 procent, en ervaringen van anderen, met 7 procent, waren duidelijk veel minder aangehaalde manieren. In 2016 werd de V-test voor gezinnen 538.172 keer uitgevoerd, en de V-test voor kleine bedrijven 30.328 keer. Wat mij betreft, is dat nog altijd te weinig. Er zijn nog altijd veel meer mensen die het niet doen dan mensen die het wel doen, en bedrijven ook trouwens.
Uit de reactie van de gebruikers is wel op te maken dat het opnemen van kortingen in de V-test en de mogelijkheid tot doorklikken naar de site van de energieleveranciers, verbeteringen zullen zijn waar de klant naar uitkijkt.
Voor mij is het duidelijk dat, als de V-test ook de komende jaren nog steeds het meest relevante en het meest nuttige instrument wil blijven voor de energieklanten in Vlaanderen, er verdere verbeteringen nodig zijn. Van de VREG zelf – u weet wel, jullie orgaan – begreep ik dat het de bedoeling is om stappen te zetten voor het opnemen van kortingen in de V-test en het aanbieden van de mogelijkheid om direct door te klikken naar de site van de energieleveranciers.
Dat laatste is voor binnenkort, maar de VREG wil deze mogelijkheid natuurlijk enkel aanbieden als de klant op geen enkele manier kan worden afgeleid naar een ander, duurder product dan het product dat op basis van de V-testsimulatie de voorkeur geniet. Daarvoor zullen de energieleveranciers dan ook de nodige aanpassingen aan hun websites moeten doen alvorens een rechtstreekse link kan worden gelegd naar de website van de VREG.
Voor het opnemen van kortingen is, naast een duidelijk afsprakenkader, ook een grondige IT-matige herwerking van het apparaat van de V-test noodzakelijk. Dat kost tijd en ook financiële middelen.
Nu de regulator onder de directe controle van het Vlaams Parlement valt, reken ik dan ook op u allemaal om de VREG te ondersteunen in haar missie om de energieklanten te informeren, te begeleiden en te activeren. (Opmerkingen)
Collega’s, de V-test is, samen met de Servicecheck, de Herkomstvergelijker en de Groencheck, daar een wezenlijk instrument voor.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zal de bal terugleggen waar hij hoort, minister.
Op 13 januari 2016 heb ik een actuele vraag gesteld. Die ging ook over het feit dat er toen al werd aangekondigd door de CREG dat men ging starten met een benchmarktool, in het kader van het probleem dat men inderdaad moest vaststellen dat 37 procent van de Vlamingen nog met een slapend contract zit.
Minister Turtelboom heeft toen het volgende geantwoord. Ik citeer: “Nu stellen we vast dat de goedkoopste energieleverancier soms ook de duurste, slapende contracten in zijn portefeuille heeft. Onze energiecalculator en onze website lopen goed, maar we moeten ons concentreren op die slapende contracten, namelijk die 37 procent van de gezinnen die volgens het onderzoek nog nooit is veranderd van leverancier. Ik zal daarover een overleg opstarten met de energieleveranciers en hun vragen om driejaarlijks, bij de vernieuwing van het contract, ook het goedkoopste contract aan te bieden. Dat moet in overleg gebeuren, want het behoort niet tot de bevoegdheid van Vlaanderen.” Het behoort tot de bevoegdheid van minister Kris Peeters.
Ik heb toen geantwoord: oké, het is goed dat u dat met de sector bekijkt, zodat die slapende contracten automatisch, om de drie jaar, worden omgezet naar het meest interessante. Maar ik ben toen blijven aandringen dat het in godsnaam niet de taak is van de CREG. Natuurlijk is het goed dat de CREG Scan er zou zijn en dat de CREG Scan eventueel zou moeten worden verwerkt in de V-test. Daarmee ben ik het allemaal eens. Maar een jaar, dertien maanden geleden al heb ik gezegd dat de CREG zich moet bezighouden met haar dingen, zodat Vlaanderen zich kan bezighouden met zijn dingen, zijnde de tarieven.
Minister, mijn vraag is: is er inderdaad overleg geweest? Ja of neen?
De heer Danen heeft het woord.
Ik dank u voor de vraag en voor het antwoord. We kunnen hierover kort resoneren.
Ik heb de V-test de laatste maanden, de laatste twee jaar heel vaak gebruikt. Mensen hebben mij daarover vragen gesteld en ik heb hen daarin voor een stukje begeleid – hoewel ‘begeleiden’ misschien een wat te zwaar woord is.
Een aantal zaken zijn mij opgevallen, bijvoorbeeld dat het goedkoopste tarief bij een bepaalde leverancier soms moeilijk op de betreffende website terug te vinden valt.
Minister, u zegt dat de VREG aan een model werkt waarbij de link naar het tarief zelf wordt aangeduid of opgenomen op de pagina in kwestie. Ik denk wel dat dat mogelijk is, maar dan moet iedereen natuurlijk wel meekunnen. Sommige goedkoopste tarieven van energieleveranciers vind je heel moeilijk terug op de website. Je moet echt diep gaan zoeken om die terug te vinden.
U hebt ook kort gesproken over de kortingen. De kortingen die leveranciers aanbieden, zijn nu niet opgenomen binnen de V-test. Maar er is daarvoor wel een reden. Of die goed of slecht is, laat ik even in het midden. Maar sommige kortingen zijn voorwaardelijk. Sommige kortingen krijg je bijvoorbeeld als je zowel gas als elektriciteit neemt bij eenzelfde leverancier. Andere kortingen zijn dan weer verbonden aan de duur van een contract. Als je een jaar blijft, krijg je bijvoorbeeld een bepaalde korting. Dat zijn zo van die maatregelen of acties die zich wat mij betreft binnen de grijze zone bevinden. In principe kun je na een maand weg bij een leverancier, maar dan vervalt de korting. Het lijkt me heel moeilijk om de V-test daarmee uit te breiden, omdat je het dan natuurlijk moeilijker maakt voor de mensen. En het is net nu, de laatste twee, drie jaar, dat de Vlaming massaal de weg naar die V-test heeft gevonden.
Ik vind het ook problematisch dat de CREG daar nu iets naast zet. Zo maak je het namelijk moeilijker en verwarrender voor de mensen. Je brengt hen misschien meer aan het twijfelen. Ik weet natuurlijk waarom leveranciers vaak van tariefnaam veranderen. Er zijn daarvoor heel wat redenen, marketinggewijs. Maar het valt ook op dat de goedkoopste tariefbenamingen het vaakst van naam wisselen, omdat de klant het jaar nadien gemeld wordt: ‘Het tarief waarop je had ingetekend, bestaat niet meer. We raden je aan om naar dit tarief over te gaan.’ En dan kom je in een duurder tarief. Dat is onder andere de reden waarom namen zo vaak veranderen.
Ik had begrepen dat er ondertussen een paar duizend – of toch alleszins meer dan duizend – tarieven zijn. Er is geen enkele objectieve reden om die naam zo vaak te veranderen. Het is dus puur marketinggewijs. Ik kan het begrijpen vanuit het standpunt van de leverancier, maar we moeten de consumenten maximaal beschermen, zodat ze door de bomen het bos nog zien.
Anders gaan we de V-test, die nu toch massaal ingang heeft gevonden bij de Vlaming, nog ingewikkelder maken. Niemand zit daarop te wachten. We kunnen wel proberen de test te verbeteren. Daarover zullen we van gedachten wisselen met de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG), die we naar het parlement zullen halen voor hoorzittingen om te bekijken hoe we zullen samenwerken.
De heer Beenders heeft het woord.
Ik sluit mij uiteraard aan bij wat de heer Danen net zei. Dat is een belangrijke aanvulling.
Minister, u zei dat u nog meer mensen wilt bereiken om die V-test te laten gebruiken. Als de socialisten in het verleden dan toch iets goeds hebben gedaan in verband met energie, dan is het wel het introduceren van de V-test. Daarom is het goed dat we zoveel mogelijk mensen ertoe aanzetten om de V-test te gebruiken. Misschien kunt u wel nog een inspanning doen in de richting van de openbare besturen, bijvoorbeeld de OCMW’s. Steeds meer openbare besturen stellen computers ter beschikking van de bevolking, al is het maar om via een digitaal loket documenten aan te vragen of om in een bibliotheek op het internet te kunnen. We moeten alle openbare gebouwen waar er computers ter beschikking staan van de bevolking maximaal inzetten om de mensen op die plek te stimuleren om de V-test te doen. Heel wat mensen die vandaag geen pc hebben of die niet terechtkunnen op internet, zijn misschien die mensen die het meeste nood hebben aan een vergelijking van energieprijzen.
Minister, de impact is altijd veel groter als u dat doet: misschien kunt u een inspanning doen in de richting van al de openbare besturen, om toch het voorstel te doen om extra communicatie te voeren om de V-test te laten uitvoeren. Zodra de slapende contracten op het nieuws komen, heb je direct een piek van informatievragen. We moeten ervoor zorgen dat we de vraag naar prijsvergelijkingen constant kunnen houden. Minister, ik vraag u om na te denken over een initiatief om ervoor te zorgen dat alle openbare besturen die dat kunnen permanente communicatie voeren over de V-test, zodat we maximaal de energieconsument bereiken om een prijsvergelijking uit te voeren.
De heer Schiltz heeft het woord.
De V-test is een goed instrument, dat zijn verdienste heeft. Minister, u hebt terecht aangehaald waar de niche zat waarop de Commissie voor de Regulering van de Elektriciteit en het Gas (CREG) nu wil werken. Het is de logica zelf dat je één tool moet hebben die alles aanbiedt. Het zou dus geen slechte zaak zijn om de VREG en de CREG samen te zetten, en om ervoor te zorgen dat die niche wordt overgedragen aan de VREG, en dat ook de slapende contracten mee worden geïntroduceerd in de V-test. We proberen met deze regering in deze bestuursperiode op diverse fronten de toegankelijkheid van de overheid voor de burger te vergroten door zoveel mogelijk naar unieke loketten te gaan. Het is in dezen zeker en vast aangewezen om ervoor te zorgen dat alles bij de VREG wordt samengebracht, uiteraard zonder afbreuk te doen aan de expertise en het werk dat de CREG heeft geleverd. Dat is sowieso geen verloren werk.
Minister Tommelein heeft het woord.
Ik vind elk initiatief dat genomen wordt om de mensen bewuster te maken van hun energieverbruik en de factuur die ze daarmee naar beneden kunnen halen een goed initiatief. Maar ik vind wel dat men niet naast elkaar moet werken. Als je al een initiatief wil nemen om iets te verbeteren, kun je dat ook met elkaar afspreken. Er bestaat een orgaan waar de regulatoren in dit land samenkomen, het forum van Belgische Energieregulatoren (FORBEG). Daar komen niet alleen de Vlaamse en de federale, maar ook de Waalse en de Brusselse regulator samen. Je kunt ook altijd van elkaar leren.
Ik roep dus als minister de sterke, onafhankelijke regulatoren – die ik wil, en waar ik mij als minister niet mee moei, en waar jullie zich als parlement een beetje mee zullen moeten moeien – op om toch minstens de moeite te doen om met elkaar te communiceren, opdat zij niet naast elkaar zouden werken, laat staan dat zij zouden proberen verwarring te zaaien.
Ik heb nog altijd de gewoonte om heel goed te luisteren. Ik weet dat ik goed kan praten, maar ik kan ook goed luisteren. Ik zie ook wat er leeft bij de mensen. Mensen hebben niet altijd vertrouwen, ook niet in de V-test. Wij hebben dus als eerste opdracht om duidelijk te maken aan de mensen dat deze testen van de regulator 100 procent betrouwbaar zijn. Het is onze taak om die geloofwaardigheid hoog te houden.
Mijnheer Beenders, ik zou niet zeggen dat dat een goede zaak is van de socialisten. Bij mijn weten is de regulator onafhankelijk. De V-test is iets van de regulator. Als u zegt dat de socialisten dat hebben gedaan, zegt u nu zelf dat u zich in het verleden hebt gemoeid met de VREG. Ik zou dat niet te veel doen. Ik doe dat ook niet. (Opmerkingen van Rob Beenders)
Het is om te lachen, mijnheer Beenders! Ik hoor hier vandaag opeens zeggen dat de VREG niet onafhankelijk is. Maar de VREG was vroeger volgens mij onafhankelijk.
Ik heb in de tien maanden dat ik minister ben nog op geen enkele manier invloed proberen uit te oefenen op de VREG. Ik doe dat niet. Ik ben daar heel consequent en principieel in. (Opmerkingen van Robrecht Bothuyne)
Ja, als de heer Van Quickenborne dat zegt als burgemeester van een stad, dan is dat zijn zaak. Hij is trouwens geen Vlaams, maar federaal parlementslid. Mijnheer Bothuyne, het zou voor een minister totaal ongepast zijn om beslissingen van de VREG te bekritiseren. Ik heb daar mijn persoonlijke mening over, maar politiek gezien houd ik mij daar buiten. Dat is het verstandigste, los van wat de heer Van Quickenborne daar terecht of ten onrechte over zou zeggen.
Mijnheer Gryffroy en andere collega’s, wij moeten uitgaan van een klantgerichte aanpak. De consument, de burger en in ons geval de Vlaming staat centraal. Dat is voor mij heel duidelijk. Wij moeten naar een consumentdenken. In de politiek moeten wij nog meer dan vroeger denken in functie van de mensen en niet in functie van onze instellingen. Ik pleit daarvoor. Sinds ik minister ben, merk ik dat bijna dagelijks: er wordt veel te veel in functie van de instellingen gedacht en niet of te weinig in functie van de mensen.
Maar ik denk dat daar wel een opportuniteit is wat betreft de energiehuizen, als we meer mensen moeten bereiken, stimuleren en motiveren. In november vorig jaar werd een verslag bekend over hoeveel mensen de V-test gebruiken en de vergelijking doen. Ik heb zelf ook de proef op de som genomen in allerlei situaties, gaande van vergaderingen tot de fietsclub of op het voetbal bij KV Oostende. Ik vraag het daar aan de mensen en ik zie nog altijd veel te weinig mensen die het doen. Op de vraag waarom ze het niet doen, kunnen ze meestal zelfs geen antwoord geven. Dat begrijp ik niet goed, dat men de moeite niet doet om te reageren op iets wat zo leeft bij de bevolking en wat zo belangrijk wordt geacht. Sommige mensen weten het dus, maar doen niets. Anderen weten het niet. Voor die doelgroep moeten we inspanningen doen om die mensen nog meer te stimuleren door het inzetten van energieconsulenten. Ook aan de energiehuizen moeten we meer aandacht geven. We zouden ook de middelen moeten hebben om dat te doen. In de komende weken en maanden zal nog verder worden gediscussieerd over de energiehuizen. Ik blijf van mening dat hun opdracht heel belangrijk is in ons energielandschap en voor het draaglijker maken van de energiefactuur.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Het vertrouwen zal volgens mij niet verhogen als we werken met twee systemen, de CREG Scan en de V-test. Dat is inderdaad niet de taak van de CREG. Al de middelen die daar naartoe gaan, zouden beter naar de VREG gaan, zodat die zijn V-test beter kan ontwikkelen. Uw voorgangster Turtelboom heeft gezegd: “dat de verschillende beleidsniveaus moeten samenwerken op dit vlak. Ik vind ook dat de federale overheid geen nieuwe tools moet ontwikkelen, tools die de Vlaamse overheid al heeft.” Daar zijn we het allemaal over eens.
Minister, het is niet omdat het een zaak van de regulator is, dat het ook niet uw zaak is. Het decreet dat in het parlement is goedgekeurd, vermeldt duidelijk onder de adviserende taken, “het op verzoek of op eigen initiatief verlenen van adviezen met betrekking tot de elektriciteits- en gasmarkt aan het Vlaams Parlement, de minister of de Vlaamse Regering, het uitvoeren van studies of onderzoeken betreffende de elektriciteits- en gasmarkt op eigen initiatief of op verzoek van het Vlaams Parlement, de minister of de Vlaamse Regering”.
Ten slotte merk ik dat er nog problemen zijn met de V-test. Ik heb de stad Antwerpen ingegeven, 3500 kilowattuur, en dan krijg je de prijzen bij Ecopower, Belpower en Luminus. Ecopower geeft geen detail op van de prijzen, Belpower en Luminus wel. Wat de mensen vaak niet zien in de vergelijking, is dat men enkel de commodity vergelijkt, maar dat er ook een prijsverschil zit in de groenestroomkost. Die is bij de ene 2,21 eurocent per kilowattuur en bij de andere 2,26 eurocent per kilowattuur. Binnen onze fractie heb ik de medewerkers om hun eindafrekeningen gevraagd. Enkel in deze kost zie ik een verschil van 25 procent tussen de goedkoopste en de duurste. Daarover wordt nooit gediscussieerd. Soms worden goedkope prijzen aangeboden om achteraf te recupereren op de groenestroomkost.
Minister Tommelein heeft het woord.
Dat er overleg moet zijn, zullen we meenemen in het consumentenakkoord dat normaal gezien dit jaar zijn beslag moet krijgen. Mijnheer Gryffroy, ik ben het met u eens dat twee overheidsinstellingen niet naast elkaar moeten werken en geen aparte systemen moeten hebben. Dat betekent niet dat er verschillende mogelijkheden kunnen zijn. Er zijn ook privé-initiatieven, zoals Test-Aankoop, die ook enkele prijsvergelijkers hebben. Hoe meer prijsvergelijkingen er zijn, hoe meer mogelijkheden mensen hebben om bepaalde zaken na te gaan.
De vraag om uitleg is afgehandeld.