Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
De heer Cordy heeft het woord.
Het strategisch plan ‘Hulp- en dienstverlening aan gedetineerden 2015-2020’ voorziet tegen eind december 2016 in een evaluatie van het bestaande aanbod aan opleidingen in gevangenissen. Deze evaluatie dient gebaseerd te zijn op de ‘Vlaamse leidraad voor het onderwijsaanbod in de gevangenissen’. Die gaat uit van eerder geformuleerde basisprincipes: een basisaanbod in elke gevangenis, een aanbod van beroepsopleidingen in welbepaalde gevangenissen, spreiding en afstemming van het aanbod over de muren heen, en ten slotte autonomie en verantwoordelijkheid.
De minimale verwachting is dat er in elke gevangenis in een basisaanbod wordt voorzien, aangevuld met beroepsopleidingen en diplomagerichte opleidingen en rekening houdend met een afstemming van het aanbod over de gevangenismuren heen. In welbepaalde gevallen kunnen gevangenissen verder gaan dan deze minimale verwachtingen, vaak afhankelijk van de infrastructuur waarover de gevangenis beschikt.
Minister, is deze evaluatie binnen het voorziene tijdsbestek afgerond? Welke conclusies kunnen uit deze evaluatie getrokken worden, rekening houdend met de opgesomde basisprincipes? Dienen er bijsturingen te gebeuren of kunnen we dat nog niet concluderen? Blijkt uit de evaluatie dat er voldoende ruimte is om verder te gaan dan de minimale verwachtingen? Zijn er specifieke gevangenissen die zich hiertoe lenen? Wat is het effect van de hervorming van het volwassenenonderwijs, en met name de schaalvergroting hiervan, op het opleidingsaanbod in de gevangenissen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Cordy, het Vlaams ondersteuningscentrum voor het volwassenenonderwijs (Vocvo) heeft het initiatief genomen om een evaluatie op te maken. Die evaluatie is gebeurd met de onderwijscoördinatoren en in de stuurgroep onderwijs aan gedetineerden, waarin mijn administratie vertegenwoordigd is.
Het probleem is een beetje dat die evaluatie nog niet klaar is. Men werkt nu aan de redactie ervan. Ofwel ga ik nu al conclusies beginnen te geven, maar denk aan het debat van gisteren in de plenaire vergadering. Dan gaat u mij vragen om de teksten te geven. Maar ik kan ze u nog niet geven, want het is nog niet klaar. U bent dus iets te vroeg met uw vraag.
Ik kan u wel dit zeggen. Er zijn drie pijlers. We hebben dus een Vlaamse leidraad voor hoe je dat moet aanpakken. De eerste pijler daarvan was het basisaanbod, en dat was nog eens onderverdeeld in drie pijlers: geletterdheidsaanbod, open leren en leertrajectbegeleiding. Daar zien we dat er nog bijzonder veel noden zijn. Maar ik denk dat ik er beter nu niet in detail op inga. We zouden beter met de evaluatie in de hand spreken, denk ik. Tenzij u zegt: zeg al maar het een en ander. Dat kan.
Wat al bekend is, ja.
Er is nog niets bekend. Ik kan u zeggen wat ik al weet dat erin zal staan, maar ik heb het nog niet. Ik zal een paar suggesties doen, maar ik kan u dus nog geen evaluatie geven.
Wat is er positief? We zien inzake het geletterdheidsaanbod dat in bijna elke gevangenis het centrum voor basiseducatie (CBE) actief is. Dat was in 2015-2016 zo in vijftien van de achttien gevangenissen. Het is aanwezig, maar het biedt wegens de beperktheid in omvang maar een stukje soelaas aan de nood in de gevangenissen, omdat gedetineerden maar een van de doelgroepen zijn die CBE’s bedienen. Als een centrum voor basiseducatie meerdere gevangenissen binnen zijn werkingsgebied heeft – in de Kempen zijn dat bijvoorbeeld vier gevangenissen – dan is dat nog moeilijker.
Inzake open leren, de tweede pijler, zien we dat in zeven van de achttien gevangenissen een open leercentrum is ingericht in 2015-2016. Maar ook hier is er echt nog marge voor progressie.
En inzake de leertrajectbegeleiding zien we dat de coördinatoren zelf de begeleiding van de leertrajecten op zich nemen. Er is op dit ogenblik geen structurele partner in Vlaanderen die deze opdracht kan opnemen. Dat is ook wel een probleem. Dat wat het basisaanbod betreft.
Ten tweede: de beroepsopleidingen. Daar zegt de Vlaamse leidraad dat er in minimaal negen van de achttien gevangenissen een aanbod aan beroepsopleidingen moet zijn. Dat is vandaag het geval, met uitzondering van de gevangenis van Merksplas, waar na de opstand van mei 2016 alle beroepsopleidingen zijn stopgezet omdat er zware schade aan de lokalen en ateliers was. In zeer veel andere gevangenissen buiten die negen worden ook beroepsopleidingen gedeeltelijk ingericht. Dat aanbod is dus zeker in orde.
Drie: de afstemming en de spreiding van het aanbod. Daar zegt de leidraad dat je AAV moet spreiden, de opleiding Aanvullende Algemene Vorming. Op het vlak van de educatieve transfer zijn er stappen gezet om dat meer mogelijk te maken. Daar zien we dat er een principieel akkoord is met alle betrokken partners om dat te doen. Maar de spreiding van het aanbod is onvoldoende. Wij gaan dat dus echt moeten meenemen als we het nieuwe financieringssysteem gaan bekijken.
De autonomie en de verantwoordelijkheid, dat wordt toegepast in lijn met de Vlaamse leidraad.
Dat zijn de eerste lijnen die ik wou geven uit de evaluatie, maar die komt er nog formeel aan. Ja, er zullen bijsturingen nodig zijn om meer geletterdheidsaanbod, het open leren en meer leertrajectbegeleiding te kunnen realiseren. Na de evaluatie gaan wij een document opstellen om te kijken hoe we daaraan tegemoet kunnen komen. Ik zal dat niet zelf opstellen. Het is de stuurgroep voor onderwijs aan gedetineerden die dat maakt.
Men kan voor een deel van het onderwijsaanbod verder gaan dan het basisaanbod. Er worden bijvoorbeeld verschillende talencursussen en ICT-cursussen van onze centra voor volwassenenonderwijs georganiseerd in de gevangenissen. Er is daar vraag naar, maar het behoort niet tot het basisaanbod.
Wat is het effect van de hervorming van het volwassenenonderwijs? Sommigen zeggen dat ik geen focus heb in het volwassenenonderwijs. Ik vind dat ik net wel focus heb, namelijk ook het maximaal inzetten op die meest kwetsbare doelgroepen.
De eerste stap in die hervorming is de wijziging van de programmatieprocedure van het secundair volwassenenonderwijs. Die zit in het decreet diverse bepalingen, dat in december 2016 is goedgekeurd. Daar is een belangrijke stimulans voor het onderwijs aan gedetineerden in opgenomen. U mag mij niet verkeerd verstaan: ik vind dat iets heel cruciaals, dat we onderwijs geven aan gedetineerden.
Dan zijn er nog een aantal andere stappen in die hervorming: de schaalvergroting en het financieringssysteem, tegen 1 september 2019. Die schaalvergroting, dat moet net die verankering en die nabijheid garanderen en meer mogelijkheden geven om een sterker en een zichtbaarder aanbod aan te bieden. Het nieuwe financieringssysteem zou ook een effect moeten hebben op het aanbod, enerzijds omdat we niet langer gaan werken met het criterium van regelmatige aanwezigheid van de cursist. Want als een gedetineerde naar de rechtbank of naar zijn advocaat moet, dan kan hij natuurlijk niet aanwezig zijn. En we zien dat het bijzonder moeilijk is om in de gevangenis een rendabele groep cursisten te gaan vormen, wat nu gevraagd wordt. Grote groepen zijn niet mogelijk omwille van veiligheidsregels of door ontoereikende lokalen. We moeten daar dus toch wel wat gaan bijsturen. Binnen het nieuwe financieringssysteem zal ik met de specificiteit van deze doelgroep ook rekening houden.
De heer Cordy heeft het woord.
Ik denk dat we inderdaad mee uitkijken naar het definitieve rapport en dat we dan ten gronde zullen weten waar er moet worden bijgestuurd. We weten ondertussen al dat er zal moeten worden bijgestuurd. Uit uw antwoord maak ik op dat we al een aantal indicaties hebben, maar om echt maatregelen te nemen, zullen we natuurlijk het definitieve rapport moeten afwachten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.