Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Eind november werd de Klimaatresolutie kamerbreed goedgekeurd in het Vlaams Parlement. In die resolutie werd de Vlaamse Regering opgeroepen om onder andere werk te maken van de afbouw van verwarming met fossiele brandstoffen en prioriteit te geven aan duurzame verwarmingstechnieken zoals warmtepompen.
Dit kadert ook in het gegeven dat de overheid een betrouwbare overheid moet zijn. Als de overheid eerst voor zaken oproept, moet ze die achteraf niet bestraffen.
Minister, u hebt recent meegedeeld dat er in 2015 meer dan 1500 subsidies voor de installatie van elektrische warmtepompen werden toegekend. In datzelfde jaar werden er in Vlaanderen tien keer zoveel bouwvergunningen voor nieuwbouw afgeleverd, naast nog eens ongeveer 16.500 vergunningen voor uitgebreide renovaties. Bij deze doorgedreven renovaties zal er in veel gevallen ook gekeken zijn naar de energetische aspecten van de woning. In die cijfers zijn de verwarmingstoestellen die werden vervangen naar aanleiding van slijtage en ouderdom niet opgenomen. Samengevat kan er worden gesteld dat minder dan 5 procent van bouwers of verbouwers opteren voor een warmtepomp als warmtebron.
Het gebrek aan enthousiasme, zeker procentueel gezien, voor de warmtepomp als warmtebron heeft een aantal oorzaken. Gas en stookolie kennen een historisch lage prijs, en bovendien zijn de installatiekosten meestal lager bij dat type van verwarming. Daarnaast hebben de elektriciteitsprijs en de onzekerheid over de stabiliteit van deze prijs gedurende de komende jaren een negatieve invloed op de keuze voor een warmtepomp.
Een warmtepomp is uitermate geschikt om ingeschakeld te worden in een slim energienet. Het is echter nog even wachten vooraleer de uitrol van een slim net een feit is. Tot die tijd worden de bezitters van een warmtepomp gepenaliseerd, omdat ze geconfronteerd worden met hoge energiefacturen die voor een belangrijk deel bestaan uit de bijdrage energiefonds en de openbaredienstverplichting. Ook voor de energiecomponent van de factuur genieten deze eigenaars niet van een voordelig tarief. Nochtans bestaat dit voordelig tarief al in de vorm van een ‘exclusief nachttarief’. Momenteel kunnen echter alleen woningen met elektrische verwarming hierop aansluiten. Om de ‘duurzame elektrificatie’ van warmtebronnen een duwtje in de rug te geven, zou er aan gedacht kunnen worden om een variant van een ‘exclusief nachttarief’ in te voeren voor warmtepompen, met dat verschil dat afnemers van dat tarief een aantal keren per dag hun warmtepomp kunnen inschakelen. In Oostenrijk bestaat die mogelijkheid. Minister, bent u bereid om zo’n vorm van een ‘exclusief warmtepomptarief’ te onderzoeken en eventueel in te voeren om zo de mensen die op die manier verwarmen, niet extra te straffen maar veeleer een gelijk speelveld te bieden?
Voor hernieuwbare energiebronnen wordt er periodiek nagekeken of een productietechniek rendabel is of hoeveel steun een bepaalde productietechniek nodig heeft om rendabel te zijn, de zogenaamde onrendabeletopberekening. Voor de energieconsumptie bestaat deze methodiek nog niet. Om de nodige steun voor duurzame energiebronnen te bepalen, waaronder warmtepompen, zou het aangewezen zijn om periodiek het energetische verbruik van een aantal typewoningen zoals rijwoningen, appartementen, vrijstaande woningen, enzovoort te monitoren en de energiefacturen met elkaar te vergelijken. Minister, bent u bereid om de toepassing van deze methodiek te onderzoeken en na een positieve evaluatie uit te voeren?
Minister Tommelein heeft het woord.
In de eerste plaats wil ik ingaan op uw raming van het aantal geplaatste warmtepompen. U vergelijkt het aantal toegekende premies met het aantal bouwers of verbouwers. De premies worden echter toegekend voor bestaande woningen. Daarnaast worden er ook nog warmtepompen geplaatst in nieuwbouw en niet-residentiële gebouwen.
Volgens de ramingen van het Vlaams Energieagentschap is vorig jaar het aantal geplaatste warmtepompen gestegen van ongeveer 2300 naar 3000. De prognose is ook dat deze stijging zich de komende jaren zal doorzetten, onder meer door de geleidelijk strenger wordende energieprestatieregelgeving.
We moeten inderdaad onderzoeken of wij in de toekomst via tijdsafhankelijke eindprijzen impulsen moeten geven om elektriciteitsproductie en de elektriciteitsafname beter op elkaar af te stemmen. Dit zal noodzakelijk zijn om een toenemend aandeel fluctuerende energiebronnen te kunnen integreren in de elektriciteitsmarkt en in de elektriciteitsnetten. Ik ben er zeker een voorstander van om te onderzoeken hoe dergelijke nieuwe tariefstructuren klimaatvriendelijke technieken kunnen ondersteunen, maar ik ben niet bevoegd om tarieven vast te leggen. De tarieven voor de afname van de energiecomponent worden bepaald door marktwerking. De nettarieven worden vastgelegd door de onafhankelijke regulator, de VREG. De VREG bespreekt toekomstige ontwikkelingen inzake de nettarieven in zijn beleidsplatform. Deze besprekingen en stakeholderconsultaties zijn reeds geruime tijd aan de gang.
Wat betreft rendabiliteitsberekeningen, berekent het Vlaams Energieagentschap (VEA) inderdaad de onrendabele toppen voor typische projecten voor de productie van groene stroom of warmte-krachtkoppeling. Op de website energiesparen.be staan ook voor energiebesparende maatregelen een aantal calculatoren. Er is ook herhaaldelijk overwogen om een calculator voor warmtepompen uit te werken. Inzake de rendabiliteit van warmtepompen zijn er echter te veel situatieafhankelijke, vaak ook door de burger moeilijk in te schatten parameters, waardoor we tot onrealistische resultaten zouden komen. Elementen die een cruciale rol spelen, zijn bijvoorbeeld de warmtevraag van de woning, die afhankelijk is van de isolatie, de beglazing en het gebruik van de woning. Daarnaast is de besparing afhankelijk van de verwarmingsinstallatie die men vervangt, en van het al of niet reeds aanwezig zijn van geschikte radiatoren, vloerverwarming, eventueel voldoende ruimte voor de boringen of buizen voor geothermische systemen, enzovoort.
De heer Danen heeft het woord.
Ik dank u voor het antwoord. U leverde bijkomende elementen aan, maar toch: ik sprak de afgelopen maanden met installateurs en met mensen die een warmtepomp hebben. Het klopt dat mensen die een verwarmingsinstallatie op gas- of stookolie moeten vervangen, in veel gevallen voor hetzelfde type van installatie kiezen, of eventueel een stookolie-installatie door een gasinstallatie vervangen. Men kiest steeds minder voor een warmtepomp.
De cijfers die u vermeldt, kloppen, neem ik aan. Het is een feit dat er veel meer gasketels worden geplaatst dan warmtepompen. Als de technologie die we omarmen veel duurder blijft – zowel wat betreft de installatie ervan, als wat betreft het gebruik – is het erg moeilijk om mensen ervan te overtuigen daarvoor te kiezen. Ik herhaal dus mijn vraag. Ik stel vast dat mensen die nu elektrisch verwarmen wél een beroep kunnen doen op een interessant energietarief, maar mensen die een energiezuinige warmtepomp hebben, kunnen daar op geen enkele manier aanspraak op maken. Dat is discriminatie. Ik zou graag hebben dat u werk maakt van het wegwerken van die discriminatie.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Men zegt soms dat ik ongeduldig ben. Wel, ik kaart al lang het Sperrzeiten Tarif aan. Ik begin ook wel te beseffen dat we het grote verhaal niet in kleine stukjes mogen kappen.
Ik blijf op mijn honger zitten. Ik blijf deze vraag herhalen, tot er een oplossing uit de bus komt. Want vandaag bestraffen we wat we willen, en we omarmen wat we niet willen. Dat is niet goed.
De vraag om uitleg is afgehandeld.