Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Voorzitter, minister-president, collega’s, de afgelopen weken kregen we via de media te horen en te lezen dat de situatie in Zuid-Soedan niet goed evolueert, en dat is dan nog een eufemisme. Vorige week werd in De Standaard een duidelijk beeld geschetst van de burgeroorlog in het land, met de tribale haat tussen Dinka en Nuer, maar daarbovenop komt nog de moordende strijd van losbandige milities. De secretaris-generaal van de VN, de heer Ban Ki-moon, heeft gewaarschuwd voor het risico op genocide, op massaslachtingen in Zuid-Soedan, maar heeft ook gesteld dat de Verenigde Naties menen niet in staat te zijn dit te voorkomen.
Vooral rond het stadje Yei zou de situatie echt dramatisch zijn, met groepsverkrachtingen, allerlei mishandelingen, moordpartijen en dergelijke meer. Minister-president, me optrekkend aan de woorden van de secretaris-generaal, die zei dat men misschien via een gecoördineerd internationaal optreden iets kan doen om te voorkomen dat dit verder escaleert, richt ik me tot u. Ik weet wel dat we een overtuigde, maar toch kleine speler zijn op dit terrein. In het kader van het beleid van Vlaanderen als vredesregio en het feit dat u overtuigd wilt inzetten op conflictpreventie, denkt u dat Vlaanderen kan bijdragen om het conflict daar op een of andere wijze te helpen beheersen? Kunnen we samenwerken met andere regio’s of landen om een antwoord te bieden op deze conflictsituatie? In het verleden hebben we via de multilaterale hulp ook wel iets gedaan met het oog op het conflict aldaar. Voorziet u heel concreet in een budget voor specifieke stappen in het kader van conflictpreventie in Zuid-Soedan?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Mevrouw de Bethune, na een recent bezoek aan Zuid-Soedan heeft Yasmin Sooka, het hoofd van de mensenrechtencommissie van de Verenigde Naties, op 30 november een heel somber beeld van de toestand geschetst. Er worden in het land etnische zuiveringen gepleegd die doen denken aan de volkerenmoord in Rwanda van 1994. De zuiveringen worden uitgevoerd door mensen te laten verhongeren, door dorpen plat te branden, door verkrachtingen, door moordpartijen op grote schaal. Zowat alle gewapende groepen, ook die van de regering, zijn daarbij betrokken. U weet dat onze FOD Buitenlandse Zaken een negatief reisadvies geeft en iedereen ten stelligste afraadt om zich daarheen te begeven. Men raadt landgenoten die zich daar nog zouden bevinden, ook aan zo snel mogelijk het land te verlaten. Buitenlanders zijn een heel geviseerd doelwit voor gewapende berovingen. Op doorgangswegen zijn er heel geregeld gewelddadige overvallen. Ook in de steden is er gewelddadige criminaliteit.
De transitieregering, die eind april is gevormd na het vredesakkoord van 26 augustus 2015, heeft geen enkele greep op de situatie, en de president ontkent de aantijgingen van etnische zuiveringen. De VN stelt nochtans te vrezen dat de etnische zuiveringen zouden kunnen evolueren naar een echte genocide als er niet snel verandering komt.
U weet dat er nu al heel hevig wordt gevochten. U hebt zelf gezegd dat we een kleine speler zijn op dat vlak. Het gaat hier niet over conflictpreventie, maar over conflictbeheersing, en op dat vlak is er mijns inziens alleen één instantie die kan optreden, namelijk de VN, met de inzet van blauwhelmen. De huidige troepenmacht is echter absoluut niet in staat om het geweld een halt toe te roepen. De Verenigde Naties willen een bijkomend contingent van vierduizend troepen sturen, maar stoten op een weigering van de regering en slagen er dus niet in om een vredesmacht ter plaatse te sturen. Het is uiteraard zo dat de VN de regering onder druk blijft zetten om dat extra contingent blauwhelmen toe te laten en om hun de kans geven in heel het land te opereren.
Sinds het begin van de crisis in 2013 zijn de levens van miljoenen Zuid-Soedanezen verwoest en zijn ongeveer 3 miljoen mensen op de vlucht geslagen. De vluchtelingen zoeken een onderkomen in Soedan, Oeganda en de Democratische Republiek Congo. U weet dat we een aanzienlijke bijdrage leveren aan het Central Emergency Response Fund (CERF), het noodfonds van de VN. Op die manier leveren we bijstand aan Zuid-Soedan.
In 2016 ging het om 600.000 euro Vlaamse noodhulp. Zuid-Soedan staat bovenaan de lijst van landen die steun krijgen van het CERF. Meer dan 20 miljoen dollar is rechtstreeks aan Zuid-Soedan toegekend. Daarnaast hebben Uganda en Soedan respectievelijk 28 en 24 miljoen dollar ontvangen voor de opvang van de Zuid-Soedanese vluchtelingen. In totaliteit staat de crisis in Zuid-Soedan hiermee op de eerste plaats op het vlak van toekenning van financiële middelen door het CERF.
Daarnaast heb ik in 2014 een project van Plan België in Zuid-Soedan gesteund met een subsidie van 248.000 euro. Dat ging over de bescherming van ontheemde kinderen en voorziening in geïntegreerd onderwijs. Dat project kon nog worden uitgevoerd, maar Plan België heeft toen al laten weten dat de werkomstandigheden zeer erg onder druk kwamen wegens de toenemende onveiligheid. Ik neem aan dat op dit ogenblik een dergelijk project niet kan tot er een conflictbeheersing kan ontstaan of tot de VN op een andere manier de orde kan herstellen.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, we ondersteunen de inspanningen die u doet met de Vlaamse Regering en vanuit het departement om steun te verlenen en waar we kunnen een klein stukje daartoe bij te dragen, ook via de multilaterale hulp. U verwijst naar het CERF. Wij ondersteunen de inspanningen die u doet in dat noodfonds, ook in het verleden en ook in de toekomst. We weten dat we die inspanningen zullen moeten blijven doen. Ik denk dat we die inspanningen moeten verhogen in de toekomst. Daarin is niet voorzien in de begroting 2017. We zitten in een zware begrotingsdiscipline, maar ik denk dat we de inspanningen zullen moeten blijven verhogen.
Het is heel belangrijk dat u daarrond ook communiceert, minister-president, en dat u ook uitlegt aan de mensen in Vlaanderen en aan ons, de vertegenwoordigers van de mensen, dat wij daarop moeten inzetten. Het is een kwestie van mensenrechten – dat klinkt hol –, maar het is ook een kwestie van eigenbelang. Het is in ons eigen belang dat er veiligheid is in al die vuurhaarden in de wereld. Het is onze taak als politici, als volksvertegenwoordigers, als leden van de regering, om een genuanceerd en correct verhaal te brengen om mensen uit te leggen dat het in ons belang is dat wij investeren om mensen in nood te helpen in conflicthaarden. Dat geldt voor Zuid-Soedan, dat geldt voor Syrië, dat geldt voor Aleppo. Als we nu allemaal lezen op Facebook dat kinderen op dit ogenblik worden terechtgesteld in Aleppo, dan treft ons hier vandaag geen verantwoordelijkheid, maar dan treft ons wel de verantwoordelijkheid dat we de bevolking in Vlaanderen uitleggen dat we die inspanning moeten doen, dat het onze plicht is en dat het in ons belang is om het te doen. Ik hoop dat u me daarin kunt volgen.
De heer De Croo heeft het woord.
Minister president, ik steun de benadering van onze collega. Ik voel met haar mee, ze heeft gelijk. Als wij geen premie voor onze beschaving betalen, dan zal deze onder de voeten worden gelopen. Het zal niet zijn door Turkije uit te kopen, om daar wat mensen op te houden.
Ik stel toch een feit vast. Het is niet omdat een deel van een land zich van het moederland afscheurt om economische of taalkundige redenen of redenen van samenstelling, dat het daarmee automatisch vrede krijgt en zich optimaliseert. Het is een les in geschiedenis. Ik ga verder dan dat. De Democratische Republiek Congo (DRC) zal binnen enkele dagen misschien een dramatische ontknoping kennen. U weet dat ik mij bijzonder interesseer voor Congo. Ik ben er twee tot drie maal per jaar. Ik ken bijna alles wat daar reilt en zeilt en probeer daar zoveel mogelijk aan bij te brengen. Congo is omgeven door negen landen, waaronder Soedan. Een van de grote gevaren die dreigt, is de jihadisering, het beneden komen in een oude couloir van de slavenhandel tussen Oost en West in Afrika en die ook in de streek van Noord-Oost-Congo enorme problemen met zich meebrengt, ook in de andere landen. De instabiliteit van Burundi en het eventueel opeisen van grondstoffen en dergelijke meer door Rwanda en Uganda, maken dat de Democratische Republiek Congo de Afrikaanse puzzel min of meer in stand kan houden. Als die implodeert, dan krijgen we nog andere gevolgen. Het is mijn wens dat u met deze factor zoveel mogelijk rekening zou houden, want anders zullen de dramatische omstandigheden die u terecht hebt onderstreept en de inspanningen die u terecht doet, nog met een veelvoud van moeilijkheden te kampen hebben.
Een voetnoot: een land tegen wil en dank bij elkaar houden, heeft niet noodzakelijk als gevolg dat de vrede daar gehandhaafd wordt.
Ik viseerde niets, hoor. (Gelach)
Ik ook niet.
Mevrouw De Meulemeester heeft het woord.
Minister-president, ik kan u uiteraard volgen in verband met de aanklacht van de VN naar aanleiding van het bezoek aan Zuid-Soedan, waar de hongersnood, de verkrachtingen, het platbranden van dorpen en de moordpartijen op grote schaal werkelijk schrijnend zijn. Het lijkt erop dat de VN een verloren strijd voert tegen tientallen ernstige crisissen tegelijkertijd in deze wereld. Zoals collega Van Overmeire eerder zei naar aanleiding van een vraag om uitleg over de crisis in Jemen: het komt allemaal tegelijk op ons af.
Vlaanderen doet reeds veel. De minister-president wees al op de steun aan CERF en Plan België. Wij in het Westen moeten onze verantwoordelijkheid blijven opnemen. Dat zal ik zeker niet ontkennen. Het is ook belangrijk dat iedereen zijn verantwoordelijkheid opneemt en zijn steen bijdraagt.
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Ik kan onderschrijven wat de leden zeggen, maar bij mij komt het humanitaire op de eerste plaats en dan het eigenbelang. Iedereen in Europa heeft er belang bij dat de escalerende situaties een halt worden toegeroepen. De eerste bekommernis is de verschrikkelijke gevolgen van die etnische zuiveringen die volgens de VN kunnen evolueren naar een echte genocide. Er zijn andere voorbeelden aangehaald van leed in de wereld, zoals Aleppo. Vlaanderen doet er goed aan om CERF te steunen, het noodfonds van de VN. Dat is de best gestructureerde manier om daar op dit ogenblik hulp te verlenen aan ontheemden, mensen op de vlucht en slachtoffers van het geweld. Op een andere manier is het op dit moment helaas niet mogelijk om noodhulp te verstrekken omdat het land in een grote chaos verkeert. Er kunnen moeilijk projecten worden opgezet. Het is in eerste instantie een zaak van de wereldgemeenschap, de VN, maar die slaagt er niet in om daar voldoende troepen te krijgen om de situatie onder controle te krijgen. Als dit niet lukt, dan zal dit dramatisch evolueren. Daar hebben wij helaas geen zeggenschap in en daar kunnen we op dit ogenblik niets aan doen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.