Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, de Vlaamse Regering gaf eind oktober 2014 haar goedkeuring aan de opstart van een asbestafbouwbeleid door de Openbare Vlaamse Afvalstoffenmaatschappij (OVAM), dat ervoor moet zorgen dat Vlaanderen tegen 2040 asbestvrij is. Momenteel lopen enkele proefprojecten van OVAM, onder andere een project voor de verwijdering en vervanging van asbestdaken. De bedoeling is om tegen 2018 met een definitief asbestafbouwplan van start te gaan.
Het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE) bracht eveneens een brochure uit, ‘Asbest in en om het huis’, waarin richtlijnen worden opgenomen over hoe veilig om te gaan met asbesthoudend materiaal. Er is geen verplichting om thuis asbesthoudend materiaal te verwijderen als het zich in goede staat bevindt, maar asbesthoudende daken, de gekende golfplaten of leien in asbestcement kunnen op korte termijn natuurlijk wel verweren of beschadigd worden, waardoor het waarschijnlijk veiliger is om die te laten verwijderen. In de brochure wordt er nadrukkelijk op gewezen dat zelf golfplaten of leien verwijderen niet aan te raden is. Burgers kunnen daarvoor een beroep doen op een erkende asbestverwijderaar. Die laatste gaat naar verluidt ook niet steeds even nauwgezet of voorzichtig te werk, waardoor asbestvezels vrijkomen en wegwaaien.
Naast het verwijderen is er ook het reinigen. Mensen gaan zelf aan de slag met een stalen borstel of een hogedrukreiniger om mos en vuil op de vaak verweerde asbestplaten te verwijderen, ofwel laten ze dat doen. In elk geval komen er door die bewerking ook asbestvezels in het milieu terecht.
Minister, bent u van mening dat ook het reinigen van daken gevaarlijk kan zijn voor de verspreiding van asbestvezels? Is daar een beleidsstandpunt over? Wordt er volgens u voldoende werk gemaakt van de sensibilisering van de burgers op dat vlak? Zijn er naast de brochure van LNE nog andere acties die de burger attent maken op de gevaren van asbest in en om het huis?
Wat is de stand van zaken van het proefproject van OVAM met betrekking tot de verwijdering en het vervangen van asbestdaken? Zijn er concrete aandachtspunten tijdens het project naar boven gekomen die volgens u een vertaling moeten krijgen in het beleid?
Tegen 2018 zou uw definitieve asbestafbouwplan klaar zijn. Kunt u wat meer toelichting geven over hoe het voorbereidingstraject tot aan 2018 er verder uit zal zien? Worden er nieuwe proefprojecten opgestart?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega, er zijn heel duidelijke bepalingen in de wetgeving. Volgens de milieuwetgeving – een Vlaamse bevoegdheid – is het verboden om asbestdaken en -gevels te reinigen met een hogedrukreiniger. Dat staat ook nog eens in de federale arbeidswetgeving.
Hoe maken we dat bekend aan de bevolking? Dat staat in de brochure ‘Asbest in en om het huis’, die massaal wordt verspreid en geregeld wordt geüpdatet. De brochures worden onder andere verspreid via de lokale besturen. Als je bijvoorbeeld om een vergunning gaat in je gemeentehuis, of je gaat om een nieuwe identiteitskaart, vind je die folders daar ook. Er wordt ook ingezet op verschillende beurzen, zoals de BIS-beurs (bouw- en inspiratiesalon) en andere activiteiten.
Er is ook een website. Op www.asbestinfo.be wordt uitvoerig aandacht besteed aan de risico’s, ook wat betreft de asbestdaken. Via het contactformulier ontvangt OVAM ook meldingen van het reinigen van asbestdaken, waarna ook altijd handhavingsdossiers worden opgesteld.
Het is natuurlijk even cruciaal dat de toezichthoudende ambtenaren bij de lokale besturen ook adequaat optreden. OVAM lanceerde dit jaar drie bijkomende initiatieven om lokale besturen daar nog beter over te informeren. Er is een specifieke leidraad opgemaakt voor de handhaving door lokale besturen. Daaraan flankerend geeft OVAM lokale besturen ondersteuning bij asbestincidenten. Ze kunnen dat doen via een raamcontract met een deskundige die dan ter beschikking staat. Periodiek organiseert OVAM ook algemene opleidingen rond asbest voor medewerkers van lokale besturen. OVAM bekijkt ook of er voor 2017 nog bijkomende acties kunnen gebeuren voor bedrijven die zich toeleggen op het reinigen.
In het proefproject voor verwijdering en vervanging van asbestdaken op het grondgebied van IVAREM (Intergemeentelijke Vereniging voor duurzaam Afvalbeheer regio Mechelen) waren er 310 aanmeldingen. De vrijwillige interesse bij bewoners van de deelnemende steden en gemeenten is dus zeer groot. OVAM stelde samen met IVAREM een samenkoopformule op. Het gaat om een consortium van een erkend asbestverwijderaar en drie dakaannemers. Op dit ogenblik worden plaatsbezoeken uitgevoerd bij de 310 deelnemers.
Binnen de reeds afgelegde trajecten komen een aantal aandachtspunten naar voren. Voor het aanstellen van de aannemer stelden OVAM en IVAREM een uitgebreid standaardbestek op. In het bestek werden duidelijke richtlijnen opgelegd om op een correcte en veilige manier te werk te gaan. In de praktijk gebeurt dat niet altijd volgens de regels, hoewel ze duidelijk in de regelgeving staan. Daarnaast stelden OVAM en IVAREM een deskundige in asbest en bouw aan, om een steekproefcontrole uit te voeren op die correcte uitvoering.
Grotere dakaannemers schreven niet in op die grote offerte vanwege het projectinherente toezicht op de correcte uitvoering en de media-aandacht. Kleinere dakaannemers ondervonden een inschrijvingsdrempel vanwege de omvang van de projectregio. Dat werd tijdens de aanbestedingsprocedure nog bijgestuurd, door de projectregio onder te verdelen. Tot slot gaven alle dakaannemers aan de interesse in het proefproject onderschat te hebben. Zij hadden dus gedacht dat er minder interesse zou zijn. In de toekomst zal dus een minder rigide technische meetstaat worden gehanteerd zodat ook kleinere dakaannemers aan de voorwaarden voldoen.
Naar aanleiding van de Belgian Roof Day van 25 november lanceerde OVAM in samenwerking met de Vlaamse Confederatie Bouw een brochure, gericht aan professionele dakaannemers. Op die manier moet de juiste werkwijze in de daksector een standaardpraktijk worden.
Ook in de gemeente Merksplas, waar samen met de Intercommunale Ontwikkelingsmaatschappij voor de Kempen (IOK) een soortgelijk initiatief voor verwijdering werd gelanceerd, is de interesse voor inschrijving bijzonder groot.
Het voorbereidingstraject voor het asbestafbouwplan bestaat uit drie grote onderdelen. Het eerste onderdeel is het goedkeuringstraject van de aansturende regelgeving in het Materialendecreet. Het tweede onderdeel omvat de verdere uitvoering en evaluatie van de lopende proefprojecten en de uitrol van nog enkele aanvullende proefprojecten. Het derde onderdeel onderzoekt de mogelijkheden om bestaande fiscale, maar ook prefinancierende instrumenten binnen woonbeleid, woonfiscaliteit en energierenovatie te verbreden ter ondersteuning van een globaal, duurzaam renovatiebeleid. We moeten dus niet alleen focussen op energie, maar bijvoorbeeld ook met asbest rekening houden in dat geheel.
De heer Vandaele heeft het woord.
Minister, dank u voor uw uitvoerige antwoord. U zegt dat er veel informatie wordt verspreid, niet alleen over het verwijderen maar ook over het reinigen. Toch heb ik het gevoel dat niet iedereen het goed beseft. Ik zou zeggen: doe zo voort. We moeten blijven sensibiliseren en uitleggen hoe het allemaal zit. De ouderen hebben vroeger allemaal wel met asbestplaten gewerkt alsof er niets aan de hand was. Ze gingen die ook met een slijpschijf te lijf. De heer Tobback hoort het nu in Keulen donderen, natuurlijk. Ook met een hogedrukreiniger, enzovoort. De gewone mensen weten nog niet altijd dat het gevaarlijk is.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, dank u voor het antwoord. Het moet de ultieme doelstelling zijn dat we tot een asbestvrij Vlaanderen komen. Vooraleer het zover is, zal er nog heel wat water naar de zee vloeien, vrees ik.
Ik deel de bezorgdheid van de vraagsteller. Ik heb er een bijzondere gevoeligheid voor. Ik loop heel vaak rond in Limburg en daarbuiten, en ik zie, vooral daarbuiten, heel wat verweerde asbestdaken. Een jaar later zie ik dan dat een aantal van die daken gereinigd zijn. Ik vraag mij dan af op welke manier dat gebeurd is. Dat is anekdotiek, maar ik stel toch vast dat het gebeurt op een grotere schaal dan wij denken of durven toe te geven.
Ik begrijp dat de wetgeving allicht goed in elkaar zit, maar de handhaving laat soms wat te wensen over. Ik denk niet dat er veel slechte wil aanwezig is. Maar ik denk wel dat, zoals de heer Vandaele zegt, mensen vaak niet weten wat er aan de hand is.
Ik wil in het bijzonder de aandacht vragen voor twee specifieke aspecten, naast deze die de heer Vandaele heeft genoemd. Het reinigen van de daken vind ik een groot probleem, vooral wanneer dit gebeurt in de zomer, wanneer kinderen in een drukke buurt buiten spelen. Ook bij het plaatsen van zonnepanelen worden heel vaak asbestleien daken of zelfs golfplaatdaken doorboord, of er wordt een stuk afgesneden alsof er niets aan de hand is. Dat vind ik ook frappant. Het grootste probleem lijkt mij te liggen bij de landbouwbedrijven. Je hebt heel vaak oude schuren met asbest golfplaten die ooit eens aangepakt moeten worden. Die zien er jaar na jaar slechter uit, tot de schuur invalt. Wat er dan mee gebeurt, daar hebben we het raden naar. Het is vaak bric-à-bracwerk. De mensen trekken zich uit de slag en ruimen dat zelf op. Maar dat is zelden een goed idee.
Ik heb in het verleden nog een vraag gesteld over het toevoegen aan de woningpas van een asbestregister, of een soort asbestinventarisatie. Zo zouden de mensen toch een instrument hebben om te weten waar ze aan toe zijn wanneer ze een woning kopen. Dat is momenteel helemaal niet het geval. Vaak kopen de mensen op dat vlak een kat in een zak.
Ook het ontzorgingstraject vind ik heel belangrijk. Minister, u hebt een paar voorbeelden gegeven van waar dat gebeurt. Ik denk dat we dat op grote schaal moeten aanbieden. Als mensen zelf aan de slag moeten, weten ze helemaal niet goed hoe ze dat moeten aanpakken. Vaak zijn de prijzen zeer uiteenlopend. Ik heb voorbeelden van prijzen die – laten we hopen voor de beste – tien keer hoger liggen dan de slechtste. Die dingen kunnen toch niet? Het kan toch niet zijn dat iemand voor hetzelfde werk tien keer meer vraagt dan iemand anders? Ik durf dus aan te nemen dat er mensen op de markt zijn die dat op een malafide manier doen, of alleszins op een niet-conforme manier.
De vraag is hoe we Vlaanderen asbestvrij kunnen maken op een zo risicoloze manier. Het moet risicoloos zijn voor de arbeiders die het uitvoeren, voor de omgeving en voor de eigenaars. Dat is de algemene vraag. Specifiek vraag ik naar de ontzorging en naar de woningpas.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Ik blijf mij zorgen maken over de asbesttoepassingen. Het is duidelijk dat het wettelijk allemaal kristalhelder is. Er zijn allerlei maatregelen getroffen. Maar de praktijk verloopt helemaal anders. De politieke verantwoordelijkheid geldt ook voor wat er in de praktijk gebeurt.
Het voorbeeld werd gegeven van de vaste asbesttoepassingen, zoals de daken, het reinigen en verwijderen van onderdelen. Maar ik maak mij nog veel meer zorgen over de losse asbesttoepassingen. Ik denk dat iedereen wel mensen kent die aan het renoveren zijn. Als jonge mensen in hun kelder een asbestkoord vinden, dan is het meest gebruikelijke gevolg dat ze het zelf wegnemen. Misschien weten ze zelfs dat het asbest is en dat ze moeten opletten.
Het is niet enkel een kennisprobleem. De financiële drempel om een erkende verwijderaar aan te trekken, is veel te hoog. Het gaat echt om heel grote bedragen. Minister, ik hoop dat u daar in uw asbestafbouwplan voldoende rekening mee houdt. Ik ben blij dat er veel meer gebeurt dan enkele jaren geleden. Toen leek mij dat hier vaak een dovemansgesprek. De discussie of er nu ja of neen iets moet gebeuren met het asbest in Vlaanderen is voorbij. Dat is een goede zaak. Maar, minister, ik hoop dat we afraken van de situatie waarin mensen eigenlijk hun leven riskeren wegens een financiële drempel. Dergelijke drama’s moeten we te allen tijde vermijden.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Collega’s, iedereen deelt hier dezelfde bezorgdheid. We kunnen niet zeggen dat er in het verleden geen aandacht voor was. Het eerste asbestactieplan dateert van 2006. Er is dus wel degelijk ook in het verleden al een visie rond ontwikkeld.
Ik denk dat iedereen hier zegt en toegeeft dat het wettelijke kader goed in elkaar zit. Er is de milieuregelgeving, en er is de arbeidswetgeving. De controle is zeer belangrijk. Daarom is dat prioritair, voor de arbeidsinspectie maar ook voor onze diensten. Vaak zien de lokale handhavers dat er iets fout is. Daarom focussen we op betere opleidingen. Als zij zien dat er iets niet conform de wet is, kan daar dan ook krachtdadig tegen opgetreden worden.
Een van de prioritaire doelgroepen van het asbestactieplan is de landbouw omdat daar nog heel veel asbesttoepassingen zijn uit het verleden. De gezamenlijke aanbesteding wordt daar uitgerold. Dat is een van de elementen om in die ontzorging financieel tegemoet te komen aan individuele mensen die worden geconfronteerd met een asbestsituatie in hun huis of hun eigendom.
Uiteraard wordt dat geïntegreerd in de woningpas. Ik heb dat ook zo gezegd. Als de inventarisatie is afgerond, wordt deze geïntegreerd in de woningpas. Dan kun je inderdaad met een paar klikken vaststellen of er toepassingen zijn. We zullen dat niet voor elke woning tot in detail kunnen vaststellen. Dat is ook niet realistisch. Maar we moeten blijven inzetten op het zelf herkennen en detecteren van dergelijke toepassingen. Ook dat is een ‘work in progress’, dat telkens weer beter zal functioneren.
Het actieplan verloopt in fasen. Maar we zitten ondertussen niet stil. We hebben al de proefprojecten die op het terrein lopen. Dat werkt aanstekelijk. We zien dat er steeds meer gezamenlijke saneringen zijn. Uiteraard blijven wij inzetten op kennis van de praktijk en op het veilige verloop. Op dat vlak zullen wij de inspanningen voortzetten en overal zoveel mogelijk verspreiden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.