Verslag vergadering Commissie voor Onderwijs
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, in het voorjaar 2016 besliste de studentenraad van de KU Leuven (Stura) om uit de Vlaamse Vereniging van Studenten (VVS) te stappen na meer dan een jaar van interne conflicten. Zij werden hierin iets later gevolgd door de Studentenraad Universiteit Antwerpen (SRUA).
Hoewel de VVS haar werking tijdens de zomer hervormde om aan de verschillende kritieken tegemoet te komen, blijft Stura KU Leuven voorlopig aan de kant staan en herhaalden zij in het studentenweekblad Veto nog eens hun pleidooi voor een aparte studentenraad voor de universiteiten op Vlaams niveau. Minister, het was echter vooral uw quote in het artikel die de wenkbrauwen deed fronsen. Ik citeer: “Over de Stura-VVS-split zegt de minister het volgende: ‘Decretaal wordt niet bepaald hoe een 'studentenkoepelvereniging' zich organiseert’, aldus de Onderwijsminister. ‘In theorie is het dus mogelijk dat er verschillende koepels op Vlaams niveau naast elkaar zouden bestaan.’ Een niet mis te verstane boodschap van de minister.”
U wekt daarmee de indruk dat u bereid bent om een tweede studentenkoepel te ondersteunen. Dit lijkt decretaal moeilijk haalbaar in de vorm die Stura KU Leuven voorstelt. U stelde immers in antwoord op een schriftelijke vraag van collega Jan Bertels dat artikel 8 van het decreet van 30 maart 1999 houdende de subsidiëring van studenten- en leerlingenkoepelverenigingen vereist dat een Vlaamse studentenraad ten minste tien instellingsstudentenraden uit twee associaties overkoepelt.
Daarnaast is VVS ook officieel ingeschreven als stem van de studenten binnen de Vlaamse Onderwijsraad (Vlor), dus ook daar zou dan ingegrepen moeten worden.
Minister, heeft het huidige voorstel vanuit Stura KU Leuven, namelijk de oprichting van een aparte studentenraad op Vlaams niveau voor de universiteiten, binnen het huidig decretaal kader – u kunt dat altijd aanpassen als u dat zou willen – enige kans op slagen? Bent u bereid tot een aanpassing van de relevante decreten om aan de vraag vanuit Stura KU Leuven tegemoet te komen? Het meest fundamentele probleem voor de studentenparticipatie op Vlaams niveau blijft het gegeven dat enkele instellingsstudentenraden met VVS gebroken hebben. Hebt u de afgelopen maanden nog stappen ondernomen in het kader van de door u aangekondigde bemiddelingsopdracht? Of zullen er, gezien het uitblijven van een oplossing, bijkomende stappen ondernomen worden?
Minister Crevits heeft het woord.
Mevrouw Soens, dank u wel voor de vraag, want ik was een beetje verstoord toen ik het artikel van Veto onder ogen kreeg. Waarom was ik verstoord? Veto had mij een reactie gevraagd en ik heb in mijn reactie aan Veto wel degelijk krak hetzelfde meegedeeld als in het antwoord op de schriftelijke vraag van Jan Bertels. Ik lees u even letterlijk voor welke input ik op papier bezorgd heb aan mijn vrienden van Veto: “Decretaal wordt niet bepaald hoe een ‘studentenkoepelvereniging’ zich organiseert, zoals de wetgeving dat ook niet voorziet voor bijvoorbeeld vakorganisaties of beroepsfederaties. In theorie is het dus mogelijk dat er verschillende koepels op Vlaams niveau naast elkaar zouden bestaan. Een koepel kan wel slechts werkingssubsidies ontvangen wanneer er minstens 10 instellingen aangesloten zijn uit 2 associaties.”
Nu is in het artikel in Veto slechts de eerste helft van dit citaat afgedrukt, en werd daarboven dan de kop “dubbelzinnige onderwijsminister” geplaatst. Dat is hun verantwoordelijkheid. Ik weet dat Veto in een aantal gevallen journalisten aflevert die het ook in de politieke journalistiek ver schoppen, maar dit vind ik toch bijzonder kras, als ik zo vrij mag zijn. (Opmerkingen van Tine Soens)
Als het over jezelf gaat, dan vind je altijd iets sneller kras dan als het over iemand anders gaat, daar zijn we het over eens, denk ik. Als ik soms zie voor wat parlementsleden een persoonlijk feit willen inroepen, dan vind ik dat niet nodig, tot het over mezelf gaat, dan is het natuurlijk onmiddellijk een persoonlijk feit.
Collega Soens, ik hoop dat dit bij dezen is rechtgezet. Mocht u de bewijzen wensen van wat ik heb doorgestuurd, dan zullen die u bezorgd worden.
De kern blijft dat de studenten zelf verantwoordelijk zijn om zich op Vlaams niveau te organiseren en dat het bestaan van meerdere koepels in theorie niet uitgesloten is. Maar de facto laten de subsidiëringsvoorwaarden uiteraard niet zoveel mogelijkheden. Om in aanmerking te komen moet een koepel, vanwege de representativiteit, immers minstens tien instellingen tellen, en er zijn bijvoorbeeld slechts vijf universiteiten.
Ik ben van mening dat de vereiste van legitimiteit op basis van een minimumaantal leden nog steeds relevant is. Ze is in 2004 ingeschreven in het decreet, toen er uiteraard nog meer instellingen waren dan nu. Vooral bij de hogescholen zijn ondertussen fusies doorgevoerd. De vraag om de vertegenwoordiging te ontdubbelen in twee is een nieuw gegeven vanuit de studentenraad van een universiteit, weliswaar de grootste. Een decreetsaanpassing lijkt me pas aan de orde als er een iets groter draagvlak is. Ik hoor dat de studentenraden van de universiteiten van Gent, Hasselt en Brussel zeker het concept van één koepel blijven steunen. Ik heb nog geen standpunt gezien van de vertegenwoordigers van de hogescholen. Het interesseert me wel om eens te zien hoe de jongeren er zelf naar kijken. Wij moeten niet altijd de pretentie hebben om het het beste te weten. Het is goed om ook hun mening te kennen.
Het is mij niet echt duidelijk waarom het binnen één gezamenlijke koepel onmogelijk zou zijn om naargelang de dossiers apart te overleggen met universiteiten en hogescholen. Dat moeten we ook eens opnemen met de jongeren, want ik weet dat daar wat frictie over bestaat. Men zegt bij een dossier dat alleen maar over de universiteiten of alleen maar over de hogescholen gaat, dat het toch niet kan dat de anderen het dan kunnen blokkeren. Maar als je wilt, kun je dat intern perfect oplossen door wat soepelheid en begrip voor elkaar te hebben. De instellingen zelf slagen daar wel in, met de Vlaamse Universiteiten en Hogescholen Raad (VLUHR) als gezamenlijke spreekbuis en daarnaast overleg binnen de Vlaamse Interuniversitaire Raad (VLIR) en de Vlaamse Hogescholenraad (VLHORA). Uiteraard vereist dat af en toe dat tegengestelde belangen worden verzoend in een compromis, of in een verdeeld standpunt, maar dat is natuurlijk net de kern van een koepelwerking. Dat is een boodschap die ik nog eens aan de jongeren zal meegeven.
Ik heb tot mijn niet geringe blijdschap vastgesteld dat de VVS deze zomer werk heeft gemaakt van een interne hervorming. Die is men op 21 oktober aan mij komen voorstellen. Daarbij hebben wij opnieuw opgeworpen dat het geen goede zaak is dat de VVS er niet in slaagt om de studentenvertegenwoordigers van alle instellingen te verenigen. De vertegenwoordigers van de VVS gaven wel aan dat ze in nauw contact blijven met de studentenraad van de KU Leuven, ook al is die formeel geen lid. Dat is een goede zaak en geeft te hopen dat de studenten op termijn toch tot een oplossing komen.
Het is evident dat een koepel die decretaal wel representatief is maar niet alle studenten verenigt, minder sterk is dan een unanieme vertegenwoordiging. Je kunt niet alleen kijken naar de studenteraad van KU Leuven daarvoor, het is de taak van de VVS om een beetje aan zelfreflectie te doen en te kijken op welke manier ze erin kunnen slagen om iedereen te vertegenwoordigen.
Ook de vertegenwoordigers van de studentenraad van de KU Leuven zijn uitgenodigd op mijn kabinet. We ontvingen hun idee op 20 september op basis van een werkdocument dat ze op 7 oktober zouden bespreken op hun algemene vergadering. Daarna is er een afspraak gemaakt, maar gisteren bleek het eerst mogelijke moment waarop ze konden langskomen. Aan hen hebben we de boodschap gegeven dat de studenten er alle belang bij hebben om collectief hun stem te laten horen op Vlaams niveau.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. U bent dus niet volledig geciteerd door Veto en u hebt dan nog een krasse kop boven het artikel gekregen. Ik las ooit – in De Morgen denk ik: ‘Crevits draait besparing hoger onderwijs terug’. Dat klopt dus ook niet helemaal. Je ziet wat krasse koppen kunnen doen.
Ik vind het zeker geen goed idee dat er aparte koepels zouden bestaan voor universiteiten enerzijds en hogescholen anderzijds. Ik ben gerustgesteld dat u dat ook vindt. Van belang is dat de VVS zo veel mogelijk studenten vertegenwoordigt en graag ook de studentenraden van de KU Leuven en de Universiteit Antwerpen.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, met het merendeel van de zaken die u zei, ben ik het eens. Alleen over die besparingen ben ik het niet met u eens, omdat ik vind dat die wel teruggedraaid zijn en volgend jaar nog meer teruggedraaid zullen worden.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Ik heb enkele studenten ontvangen en mijn standpunt is nog steeds, zoals ik aan hen gezegd heb, dat ik hoop dat ze snel terug samen door één deur kunnen en gewoon de zaken kunnen aanpakken zoals de minister gesuggereerd heeft, namelijk door samen te werken omdat ze uiteindelijk heel vaak met dezelfde problematiek geconfronteerd worden en dezelfde belangen moeten bespreken en verdedigen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.