Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Dochy heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in de vorige legislatuur werd in het Vlaams Parlement het decreet over duurzaam pesticidengebruik goedgekeurd. Dit decreet vormt de basis voor een duurzaam gebruik van pesticiden door onze Vlaamse openbare besturen. Nog meer aan de basis eigenlijk ligt de Europese richtlijn over het duurzaam pesticidengebruik, die gedeeltelijk werd omgezet in dit decreet.
De richtlijn bepaalt onder andere dat de lidstaten er zorg voor moeten dragen dat het gebruik van pesticiden in bepaalde specifieke gebieden wordt geminimaliseerd of verboden. Vlaanderen is in ieder geval koploper wat betreft het duurzaam pesticidengebruik in vergelijking met de andere gewesten in Europa. Sinds 2015 mogen overheidsdiensten in Vlaanderen geen pesticiden meer gebruiken, behoudens in een aantal heel specifieke gevallen.
Herbiciden waren voor lokale overheidsdiensten een belangrijk middel in de onkruidbestrijding. Uit rapporteringen blijkt dat 99 procent van de pesticiden die door de openbare besturen werden gebruikt, afkomstig waren van herbiciden, dus onkruidbestrijders. Alternatieven zoals biologische herbiciden kunnen een mogelijke oplossing bieden. Volgens dezelfde Europese richtlijn moet in eerste instantie het gebruik van biologische bestrijdingsmiddelen worden overwogen.
Minister, kunnen biologische herbiciden worden gebruikt door lokale besturen? Ook voor private sport- en recreatieterreinen, speelterreinen en verharde terreinen groter dan 200 vierkante meter moet het onderhoud anders. In de eerste plaats moet het gebruik van pesticiden worden voorkomen. Van welke alternatieve methoden kan men gebruik maken? Maken biologische herbiciden daar deel van uit? Hoe wordt bekendgemaakt welke biologische herbiciden lokale besturen desgevallend mogen gebruiken? Hoe kunnen bedrijven die biologische herbiciden ontwikkelen – er zitten er een aantal in de pijplijn, waarvan men de erkenning verwacht tegen eind dit jaar –, achterhalen of deze in aanmerking komen voor het gebruik door lokale besturen? Op welke wijze wordt onderzoek en innovatie gestimuleerd om biologische herbiciden te ontwikkelen?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Dochy, biopesticiden en dus ook biologische herbiciden zijn een subgroep die afgeleid zijn van natuurlijke mineralen. Ze voldoen aan de definitie van gewasbeschermingsmiddel zoals het in de Europese verordening staat. Voorbeelden zijn de gewasbeschermingsmiddelen op basis van plantenextracten zoals plantaardige oliën, en de producten die een micro-organisme bevatten. Alle gewasbeschermingsmiddelen en alle biociden die in de open lucht gebruikt worden, vallen onder de regelgeving van het decreet en het besluit Duurzaam gebruik pesticiden. Voor de openbare besturen geldt dus ook een verbod op het gebruik van biologische herbiciden, tenzij men een afwijking gevraagd heeft en die ook verleend is volgens de procedures die er zijn. Hiervoor gelden dezelfde regels als voor de terreinen beheerd door openbare besturen.
Om het gebruik te voorkomen is een goed ontwerp en een goede aanleg cruciaal. Op die manier kan de inspanning voor het beheer verkleinen. Er is een brochure ‘Pesticidenvrij ontwerpen: leidraad voor ontwerp en aanleg’ gepubliceerd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Die geeft aanbevelingen waarmee de terreinbeheerder bij een nieuw ontwerp of bij de heraanleg van een bestaande zone kan zorgen voor een efficiënt te onderhouden terrein. Alternatieve methodes zijn de tweede pijler van het pesticidenvrij beheer. Voor verhardingen zijn er zowel mechanische als thermische methodes. Voor beide methodes bestaan machines die op zowel grote als kleine schaal werken. Naar aanleiding van de beurs Demo Groen van september maakte de Vereniging Voor Openbaar Groen (VVOG) in samenwerking met de VMM een overzicht van wat de markt te bieden heeft, opgedeeld naar manier van bestrijding: borstelen, branden, heet water, infrarood en dergelijke meer. Deze informatie is te vinden op de website www.zonderisgezonder.be en in het magazine Groencontact van september.
Voor groenzones vraagt een pesticidenvrij beheer geen inzet van nieuwe machines. Wat vaak wel aan de orde is, is een nieuw beheerplan waarbij de beplantingen op een andere manier en met een ander eindbeeld onderhouden worden.
Biopesticiden vallen onder het verbod, zoals ik daarnet al zei. De erkenning van pesticiden en dus ook biopesticiden is een federale bevoegdheid. Specifiek voor openbare besturen wordt in Vlaanderen geen onderzoek of innovatie gestimuleerd.
De heer Dochy heeft het woord.
Minister, biologische herbiciden zijn er vandaag bijna niet, het zijn vooral insecticiden en fungiciden die vandaag in biologische formulering bestaan. Er zijn blijkbaar een aantal ontwikkelingen waarbij ook biologische herbiciden op de markt zouden kunnen worden gebracht, weliswaar na de erkenning die moet gebeuren op federaal vlak. Er is bijvoorbeeld een product van een Belgische firma op basis van pelargonzuur dat op dat vlak in de toekomst soelaas zou kunnen bieden voor de zeer vele inspanningen die de lokale besturen moeten leveren om bepaalde plaatsen onkruidvrij te houden. Alle initiatieven, goede bedoelingen en investeringen zijn bekend die reeds gebeurd zijn om ervoor te zorgen dat het onkruid niet groeit. In het kader van een bepaald vademecum zijn die inderdaad beschikbaar. Daarnaast is het zo dat op bepaalde terreinen dit niet van toepassing kan zijn en er nog veel handmatig moet worden gewied, veel gebruik moet worden gemaakt van warmwatermachines en branders die ook een impact hebben ten aanzien van het milieu.
Ik heb begrepen uit uw antwoord dat er een procedure bestaat waarbij desgevallend voor dergelijke producten, als ze erkend worden, in een afwijking kan worden voorzien om ze ook te laten toepassen door de lokale besturen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.