Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, volgens wat ik vandaag zie in de kranten, is er ondertussen wel het een en ander gebeurd. Op 9 september werd besloten dat Vlaanderen en Wallonië nauwer zouden samenwerken op het vlak van hernieuwbare energie. Er zou een werkgroep worden opgericht om na te gaan hoe de beide deelstaten de krachten kunnen bundelen voor meer hernieuwbare energie. Dat was dus een opportuniteit om de samenwerking te stimuleren en zo samen de doelstellingen van 2020 te behalen.
Daarom had ik u gevraagd op welke manier die samenwerking dan concreet zou worden georganiseerd en wanneer die werkgroep zou worden opgericht. Op 9 september was dat immers nog niet het geval. Ik had u ook gevraagd welke resultaten u verwachtte, met welke timing. Ik had vooral ook de vraag – maar hopelijk is dat ondertussen achterhaald – waarom er geen afspraken waren gemaakt met het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Dat was op 9 september dus nog niet het geval.
Minister Tommelein heeft het woord.
Mijnheer Gryffroy, uw vraag verheugt me. U hebt dat perfect getimed. Ik heb begin vorige maand inderdaad de auto genomen en me begeven naar Namen, waar ik heel hartelijk werd ontvangen door mijn ‘homologue’, minister Furlan. We hebben toen een aantal zaken besproken. Zoals u vandaag leest in de kranten, werpt dat onmiddellijk zijn vruchten af. Er is een vruchtbare samenwerking. We hebben nu al een eerste realisatie: we hebben een akkoord gemaakt. Iedereen wist waar het knelpunt zat. Dat zat in wat mindere mate in Brussel. Ook de oplossing zit in wat mindere mate in Brussel. We gaan echter verder samenwerken. Het is immers niet omdat we nu een oplossing hebben voor de inspanningen die we moeten leveren en de solidariteit tussen de gewesten, dat daarmee de kous af is. We gaan verder samenwerken met betrekking tot concrete dossiers. We gaan onze good practices uitwisselen. We gaan elkaar helpen en we gaan versterkend optreden.
Ik geef een voorbeeld. Als we windmolens plaatsen langs de taalgrens tussen Wallonië en Vlaanderen, is het de bedoeling dat we elkaar versterken, dat we dat faciliteren en dat we proberen elkaar zo goed mogelijk te adviseren en te informeren. De situatie waarbij het Waalse Gewest windmolens plaatste tegen de taalgrens, waar het Vlaamse Gewest dan een procedure tegen begon, lijkt me geen goed bestuur. Je kunt dat vermijden als je elkaar op voorhand raadpleegt, adviseert en informeert.
Er is ook een proefproject dat we willen opstarten met Infrabel en waarbij we het leggen van zonnepanelen op de spoorwegbermen bekijken. Ik heb daarvoor ook contact opgenomen met mijn federale collega, minister Bellot. Het lijkt me logisch dat we die informatie ook delen met Wallonië, want ook in Wallonië zijn er spoorwegen en spoorwegbermen. Mijnheer Tobback, als men van Leuven naar Luik gaat, dan is dat niet enkel Vlaanderen, dan passeert men af en toe eens in Wallonië. Op dat vlak kun je dus samenwerken. In het eigen hokje, dat is niet de bedoeling. Ik hoor dat sommige mensen oproepen tot een herfederaliseren. Ik vind dat dat helemaal niet nodig is. Ik ben het daar helemaal niet mee eens, zeker niet als je goed met elkaar samenwerkt en elkaar geen vliegen probeert af te vangen. Het klimaat en de energiedoelstellingen zijn een gemeenschappelijke doelstelling, geen doelstelling van één gewest of één regio. We hebben onze eigen streefcijfers die we moeten halen, en laten we maar hopen dat we ze halen. We zullen er ook keihard voor werken om dat te doen.
Uiteraard zal mijn collega, minister Fremault, ook een bezoekje van mij mogen verwachten. Het zal dan natuurlijk waarschijnlijk niet over windmolens gaan, want veel windmolens heeft mevrouw Fremault niet in Brussel staan. Het zal dan voornamelijk gaan over, bijvoorbeeld, het feit dat wij onze Vlaamse overheidsgebouwen in Brussel willen uitrusten met pv-installaties. Dat zijn inspanningen die de Vlaamse overheid levert, maar die in feite bijdragen aan de doelstellingen van het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest. Dat loopt dus door elkaar, en mij lijkt een goede, intense samenwerking dan ook niet te versmaden. Als de Brusselse Regering dat doet op haar overheidsgebouwen, dan is dat ook voor hen, maar af en toe kan er toch wel eens een situatie zijn waarbij we ook mee kunnen profiteren in een bepaald concept.
We hebben gelijklopende bevoegdheden. Samenwerken is het motto. Als we elk op ons eiland blijven zitten, dan zullen we onze doelstellingen niet bereiken, denk ik. Ik denk dat samenwerken met gewesten een goede zaak is. De samenwerking met collega Furlan van de jongste weken, en gisteren ook met collega Fremault, zal lonen. U ziet het al aan het resultaat.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Dank u. Ik denk dat er inderdaad heel wat praktische elementen kunnen worden besproken op een dergelijke bijeenkomst. U geeft het voorbeeld van de Vlaamse gebouwen in Brussel. Uit de debatten in de Senaat over het klimaat, waar mensen werden gehoord van zowel de Europese Commissie als de Nationale Klimaatcommissie en het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE), blijkt echter het volgende. Als het bijvoorbeeld gaat over het percentage toegewezen door Europa van hoeveel entiteit I tegen 2030 moet doen, dan ontstaat er een basisdiscussie over de vraag hoe het zit met de verdeling naar entiteit II. Men is niet bereid om een-op-een te werken ter zake. Er is heel wat voor te zeggen om dat wél te doen. Europa heeft dat immers heel sterk berekend. Men houdt rekening met tal van factoren. Men zou die methodologie dus perfect kunnen omzetten om de verdeling te doen van entiteit I naar entiteit II.
Mijn vraag luidt dan zo. Als u toch zulke goede contacten hebt, dan kunt u dat probleem met die ministers toch bespreken? En kunt u wat meer uitleg geven over de tarieven voor de solidariteit? Op de website van Open Vld staat daarover meer. Er zijn afspraken gemaakt. Hebt u de steun van de Vlaamse Regering voor het maken van die afspraken? Ik lees hier dat wanneer wij een tekort hebben en zij een overschot, we de groene stroom in Wallonië zullen moeten kopen. Daar komt het op neer. We zouden dan weliswaar kopen voor een verminderd bedrag, maar het zou toch al vlug gaan om 30 tot 35 miljoen euro. Gaat het dan om een transfer? Heeft de Vlaamse Regering dat besproken? Die getallen staan op uw website: min 25 procent voor de ene schijf en min 15 procent voor de andere schijf van meer dan x gigawattuur.
De heer Tobback heeft het woord.
Vooreerst wil ik erop wijzen dat die transfer gemakkelijk te voorkomen is: men moet gewoon zelf de doelstellingen halen. In dat geval zijn we niemand iets verschuldigd. Alles hangt natuurlijk van de ambities af.
Minister, mijn gelukwensen voor het bereikte akkoord. Het heeft allemaal veel te lang geduurd, maar het is goed dat het er is. De ambitie om samen te werken en doelstellingen te realiseren, juichen we natuurlijk toe. Ik ben blij dat u zich daarvoor naar Namen verplaatst, al verwondert het me wat dat u met uw kennis van het Waalse spoorwegennet niet gewoon de trein naar Namen hebt genomen. Er ligt daar namelijk een heel mooi station, en het zou ook helpen om de doelstellingen te halen.
In alle ernst wil ik vragen of er al is overlegd over wat er gebeurt met de doelstellingen voor 2030 en later. Het is een goede zaak dat we een akkoord over 2020 hebben, maar het is een beetje zoals met de federale begroting: die had er al lang moeten zijn. Bovendien is het zo dat het akkoord grotendeels over het verleden gaat, en niet over de toekomst. Zijn er concrete mechanismen uitgewerkt om bijvoorbeeld na te gaan hoe de lastenverdeling na 2030 en 2050 moet gebeuren? U hebt het over grensoverschrijdende projecten, zoals windmolens op de taalgrens. Bestaat het gevaar niet dat overleg uitdraait op het protesteren tegen elkaars projecten, in plaats van het stimuleren van elkaars projecten? Hoe zult u dat voorkomen?
De heer Danen heeft het woord.
Ik ben blij dat er een akkoord is, maar een akkoord is er pas echt wanneer er over alles een akkoord is. Het heeft zeven jaar geduurd vooraleer er een definitief akkoord was. Ik vraag me af of men geleerd heeft uit dit lang traject, opdat de benodigde inspanningen tegen 2030 niet lang op zich laten wachten.
Vooreerst dit: ik heb niet de gewoonte om afspraken te maken met andere gewesten of landen zonder de Vlaamse Regering daarover in te lichten. Uiteraard worden de andere ministers daarbij betrokken. Aan het overleg met de vier ministers, dat plaatsvond vooraleer we naar de federale minister – die het voorzitterschap van de Klimaatcommissie van dit land waarneemt – trokken, heeft minister Schauvliege deelgenomen. Er is uiteraard ook overlegd met het kabinet van de minister-president. Het is overigens op vraag van de minister-president zelf dat we werk hebben gemaakt van dit akkoord. Het heeft allemaal te lang geduurd, maar u kunt het me niet kwalijk nemen dat ik na vijf maanden ministerschap dat akkoord heb gerealiseerd. Ik heb de minister-president daarvan op de hoogte gebracht, midden in de nacht Japanse tijd, waar hij toen was, terwijl het hier dag was.
Mijnheer Tobback, u hebt gelijk: als we onze doelstellingen halen, moeten we niets betalen. Ik denk dat het tijd wordt dat we iedereen voor zijn verantwoordelijkheid plaatsen en het bedrag dat u daar noemt bovenhalen en het tonen aan alle mensen die in dit land hernieuwbare energie proberen te ontlopen en tegen te gaan. Er worden veel bezwaren geuit tegen de plaatsing van windmolens en fotovoltaïsche installaties. Wel, we zouden die mensen voor hun verantwoordelijkheid kunnen plaatsen en hun de factuur kunnen voorleggen. Het gaat bovendien dan nog om een lagere prijs, een vriendenprijs. We hebben van Wallonië een voorkooprecht bedongen. Het zou een goede zaak zijn als we duidelijk zouden maken wat het de belastingbetaler kost als we de doelstellingen niet halen.
Mijnheer Gryffroy, u legt hier veel zaken op tafel. Het sterkt me in de overtuiging dat een goede samenwerking erg belangrijk is. We moeten niet alleen de doelstellingen 2020 en 2030 vastleggen, maar ook een energievisie ontwikkelen en een energiepact afsluiten. Ik heb met mijn collega’s, de ministers Fremault, Furlan en Schauvliege, heel goed afgesproken dat we de komende maanden daar onze schouders onder moeten zetten. Vlaanderen is bezig. Zaterdag is er de Stroomversnelling, met de burgers die participeren. Op 1 december vindt de energie- en klimaattop van de Vlaamse Regering, met de ministers Bourgeois en Schauvliege, plaats. Zodra we onze visie hebben vormgegeven en er in nauw overleg met de gewesten is samengewerkt, zal federaal minister Marghem het dossier moeten afronden voor de zaken waarvoor wij niet bevoegd zijn. Laten we nu voor eigen deur vegen en ervoor zorgen dat we de doelstellingen halen en een eigen energievisie ontwikkelen. Nadien kunnen we ervoor zorgen dat we volgend jaar in dit land een federale eindvisie op energie realiseren. Dan zal de samenwerking met Wallonië en Brussel een zeer positieve zaak blijken.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Minister, ik dank u voor het antwoord. U bent een zeer goede communicator, maar ik zou over die cijfers ook communiceren zodat de mensen zich daarvan bewust zijn. Er zal minimum 35 miljoen euro vanuit de Vlaamse begroting worden betaald, en dat mag ook in de pers worden gezegd. Hoeveel kost dit per Vlaming enzovoort? Je maakt het dan heel concreet en tastbaar.
U noemt in uw goede samenwerking niet de naam Marghem. Ik vind dat ook logisch, want ik denk dat men eerst met de gewesten moet samenwerken en dan aan Marghem moet zeggen wat men nodig heeft. We moeten de omgekeerde weg volgen. Ik denk ook verder: in principe kan men zulke akkoorden ook sluiten met bijvoorbeeld Nederland of met Luxemburg.
Waar u niet op hebt geantwoord, is waarom de rekenmethodologie die Europa gebruikt om bepaalde doelstellingen toe te wijzen aan een bepaald land, niet een op een wordt doorgerekend aan de verschillende gewesten. Het ligt blijkbaar vooral moeilijk voor Brussel. Als u toch zeer goede contacten hebt, vind ik dat het toch een onderwerp mag zijn dat mag worden besproken. Het heeft de laatste keer zeven jaar geduurd vooral door dat probleem. We moeten opletten dat er straks niet opnieuw hetzelfde probleem is vanwege het feit dat Europa zeer duidelijke methodologieën heeft. Het is simpel om die een op een over te nemen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.