Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Kennes heeft het woord.
Minister, zowel het regeerakkoord als uw beleidsnota zet in op het blijvend stimuleren van de interlevensbeschouwelijke dialoog. Tijdens de vorige legislatuur werd hiervoor de basis gelegd door minister Bourgeois. Ik heb daar toen ook herhaaldelijk naar gevraagd. Niet zo lang voor de verkiezingen, in maart 2014, ondertekenden vertegenwoordigers van de erkende godsdiensten en levensbeschouwingen samen met de Vlaamse overheid een gezamenlijke verklaring. Dat was het startpunt voor het begin van een gestructureerde dialoog. Zowel de overheid als de godsdiensten en levensbeschouwingen zijn daarin het engagement aangegaan om een dialoog op te starten over – en dat is belangrijk – maatschappelijke thema’s. Het was een heel open agenda, maar het moest wel gaan over maatschappelijk relevante actuele thema’s.
De vertegenwoordigers van de erkende levensbeschouwingen hebben na de aanslagen van 22 maart 2016 in een gezamenlijk statement de aanslagen veroordeeld. Onder meer naar aanleiding daarvan stelde de voor erediensten bevoegde federale minister het doel voorop om een campagne op te zetten tegen geweld gepleegd in naam van een religie of een overtuiging. In dat kader wil hij initiatieven steunen die leiden tot een permanent overleg met de erkende erediensten. In samenspraak met de premier werd bovendien afgesproken geregeld een raad te houden waaraan de leiders van de religieuze en vrijzinnige levensbeschouwingen deelnemen. Men wil kortom op federaal niveau het contact met de levensbeschouwingen structureler maken.
Aangezien ook Vlaanderen bevoegd is voor heel wat materies waarbij overleg met de levensbeschouwingen zinvol is, is mijn voorstel aan de minister ook de interlevensbeschouwelijke dialoog op Vlaams niveau een meer structureel en permanent karakter te geven. Op dit moment is het mij totaal onduidelijk wanneer zij bijeenkomen, wat de agenda is, wie hen bijeenroept, wat de betrokkenheid is van de Vlaamse Regering, of die daar adviezen geeft of suggesties doet of mee opvolgt. Dat is voor mij een beetje een ‘black box’.
Er zijn veel thema’s die vandaag op de agenda zouden kunnen en wat mij betreft zouden moeten staan, bijvoorbeeld de plaats van de levensbeschouwing in de media. Nu kun je zeggen dat dat iets is voor Cultuur, voor minister Gatz. Je kunt dat louter vaktechnisch opsplitsen. Maar dan zijn we, denk ik, niet goed bezig. Andere thema’s kunnen zijn: modellen ontwikkelen om de levensbeschouwelijke dialoog te starten op lokaal vlak en in de buurten; de verbindende rol van levensbeschouwingen in een individualiserende samenleving. Klassiekere zaken waaraan wordt gedacht, zijn: de organisatie van het Offerfeest; de kwaliteit van het levensbeschouwelijk onderwijs, in het bijzonder het islamonderwijs; ruimere zaken zoals verdraagzaamheid en gewelddadige radicalisering; de beleving van vastenperiodes in de 21e eeuw, wat twee weken geleden in het nieuws was; de officieel erkende religieuze feestdagen. Dat laatste was een hele tijd geleden, ik denk nog in de vorige legislatuur, een item. Ik kan er nog heel veel bij bedenken. Als je in Vlaanderen de actualiteit volgt, merk je dat er geen week voorbijgaat of er is een thema dat in het rijtje zou passen.
Welke vorm neemt het overleg in het kader van de Vlaamse interlevensbeschouwelijke dialoog (VILD) vandaag concreet aan? Welke thema’s stonden in de VILD al op de agenda? Minister, welke suggesties zou u vanuit het Vlaamse beleidsniveau aan de interlevensbeschouwelijke dialoog graag doen om op de agenda te plaatsen? Ik begrijp dat u zegt dat u niet degene bent die regisseert, dat u dat niet voorzit, dat u die agenda niet moet bepalen. Dat is juist. Vandaar mijn idee om vrijblijvende suggesties te doen. U bent toch bevoegd voor een materie die verwantschap vertoont met die dialoog. Suggesties doen behoort volledig tot de rol van een minister in de samenleving.
Minister, acht u het aangewezen om de interlevensbeschouwelijke dialoog in Vlaanderen een meer structureel en permanent karakter te geven? Men wil dit – in mijn ogen terecht – op het federale niveau doen. Als dat het geval is, wat mogen we daar dan van verwachten?
Minister Homans heeft het woord.
Mijnheer Kennes, deze vraag naar de organisatie van interlevensbeschouwelijke dialoogmomenten komt, jammer genoeg door toedoen van de actuele gebeurtenissen, meer en meer naar boven.
U verwees naar de ondertekening van een gemeenschappelijke verklaring op 21 maart 2014, toen de huidige minister-president nog de bevoegdheid in zijn portefeuille had. Toen werden afspraken gemaakt over de erkende levensbeschouwingen, bijvoorbeeld over de inhoudelijke input voor de verdere dialoog. Die moet telkens komen vanuit de levensbeschouwingen zelf. Er komt een roterend voorzitterschap, waarbij telkens één levensbeschouwing de bijeenkomst organiseert en voorzit. De Vlaamse overheid speelt een louter faciliterende rol, namelijk het verzorgen van het secretariaat van de bijeenkomsten.
Deze afspraken hebben geresulteerd in de VILD, een soort overlegplatform dat op regelmatige basis bijeenkomt. De eerste bijeenkomst van dit platform vond plaats op 13 mei 2014. De tiende bijeenkomst is vandaag, op 21 juni 2016. Mijnheer Kennes, ik weet niet of het toeval is dat uw vraag in deze commissie werd geagendeerd op het moment van die tiende bijeenkomst. Elke bijeenkomst verloopt onder het voorzitterschap van een levensbeschouwing. Het Agentschap Binnenlands Bestuur staat in voor het secretariaat. Dat houdt onder meer in: het uitnodigen van de mensen, het versturen van de uitnodigingen, de verslaggeving van de bijeenkomsten, …
Het gaat hier dus om een dialoog tussen de erkende levensbeschouwingen, waarbij de Vlaamse overheid louter faciliteert. De levensbeschouwingen ervaren het platform als nuttig en relevant om elkaar te ontmoeten, elkaar beter te leren kennen en tot gedeelde standpunten te komen. Zeker dat laatste is niet altijd evident.
De levensbeschouwingen bepalen zelf welke punten er op de agenda komen. Het algemeen uitgangspunt is dat het moet gaan over zaken die alle levensbeschouwingen aanbelangen, en die zich in de Vlaamse of Belgische context afspelen en impact hebben op de dialoog tussen levensbeschouwingen in België of in Vlaanderen. Ik geef een overzicht van thema’s die al op de agenda zijn geplaatst: het opmaken van een charter van de VILD; de toekomst van de levensbeschouwelijke uitzendingen op de VRT; een verklaring naar aanleiding van de vluchtelingencrisis. Deze punten komen regelmatig op de agenda. Er zijn ook al ad-hocagendapunten geweest, zoals: een inleiding vanuit de katholieke eredienst in de consequenties van het principe van de scheiding van Kerk en staat in een democratische context voor de betrokken godsdiensten en levensbeschouwingen; een toelichting van de orthodoxe eredienst over de levensbeschouwelijke vakken in Vlaanderen; het bieden van religieuze en morele bijstand in het Forensisch Psychiatrisch Centrum in Gent. Deze lijst is niet limitatief.
Welke suggesties zou ik nu kunnen doen om thema’s op de agenda te plaatsen? Hoe kan ik ervoor zorgen dat het een meer structureel en permanent karakter krijgt? Ik heb in mijn antwoord op uw vorige vragen al aangegeven dat de VILD wel degelijk een structureel en vast karakter heeft. De levensbeschouwingen nemen hiertoe zelf het initiatief. Ze bepalen zelf welke punten relevant zijn om te bespreken en spelen ook in op de actualiteit. Hierbij treden ze als platform naar buiten.
Welke suggesties wil ik doen? Ik acht het belangrijk dat we de VILD niet alleen beschouwen als een platform voor overleg tussen de levensbeschouwingen, maar eveneens als een platform voor overleg tussen de levensbeschouwingen enerzijds en de Vlaamse overheid anderzijds.
In het kader van de actualiteit en de gruwelijke feiten bij de aanslagen op mensen vanwege hun seksuele geaardheid – en er zijn nog talloze andere voorbeelden – zou dit een van de thema’s kunnen zijn die Vlaanderen kan aanbrengen die kunnen worden besproken tijdens de vergadermomenten.
Ik suggereer ook de VILD uit te bouwen tot overlegorgaan tussen de overheid en de levensbeschouwingen. Dat zal de VILD meer gehoor doen vinden. Als ze niet alleen discussiëren onderling, maar als een overleg ontstaat en betrokkenheid wordt gecreëerd met de Vlaamse overheid, wat veel verder moet gaan dan het louter faciliteren, zal ook het gehoor bij de ‘buitenwereld’ vergroten.
Omdat de VILD twee jaar bestaat, acht ik het ogenblik aangekomen tot evaluatie over te gaan, maar eigenlijk is al een evaluatie gebeurd in mijn antwoord. Functioneert het? Ja. Functioneert het altijd even goed? Ik denk het niet. Kunnen we dat verbeteren? Ja, ik heb al een suggestie gedaan, maar heel wat thema’s, die momenteel taboe zijn voor de agenda van de dialoog, zijn belangrijk en bepaalde taboes moeten we doorbreken en bespreekbaar maken in Vlaanderen anno 2016 waar waarden en normen leven die door iedereen die deel wil uitmaken van onze maatschappij moeten worden nageleefd. We moeten dus de handen in elkaar slaan en samen aan die opdracht werken.
De heer Kennes heeft het woord.
Het antwoord van de minister stemt me eigenlijk heel tevreden. Het gaat zelfs verder dan ik had verwacht. Ze wil zich positief engageren en erkent dat een dialoog zinvol is, dat die niet alleen op een faciliterende manier mogelijk moet worden gemaakt en dat er nood aan is dat ook de Vlaamse overheid die dialoog mee aangaat.
Inderdaad kunnen bepaalde actuele thema’s zinvol worden geagendeerd. Aan het lijstje te zien zijn heel wat thema’s al de revue gepasseerd. Essentieel is dat ze zelf hun agenda bepalen, maar daarnaast kan men ook ideeën ‘oppikken’ van anderen en kan worden ingegaan op zinvolle suggesties.
Het stemt me tevreden dat vandaag de tiende vergadering plaatsvindt. Het is een gelukkig toeval dat we dit onderwerp vandaag bespreken.
Gelet op de grote actualiteit en aangezien sommige onderwerpen taboe zijn of leiden tot spanningen, zal er niet altijd een consensus worden gevonden, maar als de thema’s op een respectvolle manier ter sprake worden gebracht, kan onze samenleving er alleen maar wel bij varen.
Mevrouw Kherbache heeft het woord.
Ik vind het positief dat de minister werk wil maken van het initiatief en het ruim wil invullen. Het verbaast me evenwel dat men zo weinig op de hoogte is van deze dialoogmomenten. Die zouden meer ruchtbaarheid moeten krijgen, omdat men daarmee meteen de nadruk legt op het belang van zo’n dialoog. Bovendien zou ik graag wat meer inzicht krijgen in wat precies wordt besproken.
Door er meer bekendheid aan te geven weet men dat religies onderling en samen met de overheid de dialoog aangaan.
Ik deel uw mening, minister, dat in de thema’s die men er ter sprake kan brengen taboes moeten worden doorbroken, zeker gelet op de actualiteit. Elkeen moet zijn verantwoordelijkheid nemen in het uitdragen van fundamentele normen en waarden. Iedereen moet ook op zijn verantwoordelijkheid worden aangesproken. Dat u dit wilt doen in het kader van zulke dialoog vind ik positief. Ik moedig u evenwel aan hieraan de nodige feedback te koppelen, niet alleen in het parlement maar ook in de samenleving.
Minister Homans heeft het woord.
Ik dank de sprekers voor de steun aan mijn antwoord en het initiatief dat ik wil nemen om het ruimer te maken.
Het initiatief bestaat al twee jaar en er zijn tien vergaderingen gehouden, maar daarvan is weinig bekend. Ik heb aangegeven dat dit hoofdzakelijk komt doordat het om een onderlinge dialoog gaat. Het zou volgens mij werkelijk een meerwaarde inhouden, niet alleen inzake het bespreken van taboes en bepaalde thema’s, als de Vlaamse overheid een gesprekspartner wordt, en niet alleen een faciliterende partner is. We moeten dus meer openheid nastreven, waardoor misschien een bredere weerklank ontstaat, zowel in de media als in de samenleving in het algemeen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.