Verslag vergadering Commissie voor Bestuurszaken, Binnenlands Bestuur, Inburgering en Stedenbeleid
Verslag
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, 13 van de 28 moskeeën die in Vlaanderen op basis van het Eredienstendecreet gefinancierd worden, behoren tot de Diyanet-structuur, het Turkse praesidium voor religieuze zaken dat onder het gezag valt van de Turkse eerste minister. Ik ondervroeg u over een aantal elementen reeds in januari 2015, onder meer naar aanleiding van een Nederlands onderzoek naar het integratiebelemmerend karakter van de Diyanet-moskeeën en over de erkenning en betoelaging van deze moskeeën in Vlaanderen. U antwoordde toen dat u geen indicaties had dat de genoemde Turkse organisaties in Vlaanderen een probleem zouden zijn voor de integratie. U had ook geen indicaties op dat moment om een onderzoek te laten uitvoeren of deze kwestie naar Nederlands voorbeeld hier zou kunnen worden gemonitord.
We zijn nu anderhalf jaar later en een en ander is toch wel geëvolueerd. Zo is er ook in de media enige aandacht voor de kwestie van de Diyanet-moskeeën. De media zijn zich gaan verdiepen in de Diyanet-structuur, onder andere Humo en De Standaard. De Standaard heeft recent in een groot artikel op basis van onderzoeksjournalistiek een toch wel ontluisterend beeld geschetst van de werking van Diyanet. Onomwonden wordt er gesteld dat Diyanet “meer en meer vervelt tot een propagandamachine voor de fundamentalistische AKP-partij van president Erdogan”. Diyanet wordt ook omschreven als een “staat binnen de staat die de Turkse samenleving meer en meer op islamitische leest wil schoeien”. Een vertegenwoordiger van de Turkse seculiere oppositie zegt zelfs dat “de Diyanet-aanhangers integristen zijn” en stelt zich de vraag “waarom België een Turks orgaan op zijn grondgebied zou dulden”. Blijkbaar is het Turkse oppositielid er niet van op de hoogte dat het betreffende Turkse overheidsorgaan niet alleen wordt geduld, maar zelfs ook nog eens wordt erkend en gesubsidieerd.
De Diyanet mengt zich blijkens het artikel zelfs actief in de verkiezingscampagnes voor de AKP en Erdogan. Herinner de bijeenkomst in de Ethias Arena in Hasselt waar Erdogan te gast was en waar hij door duizenden Limburgse of in elke geval Turkse Belgen werd aangemoedigd. De uitnodiging voor die verkiezingsbijeenkomst met Erdogan vermeldde contactgegevens van Diyanet in België. In de moskeeën worden zelfs verkiezingsaffiches van AKP opgehangen. Sympathisanten van de oppositie zou de dienst worden geweigerd. De imams van de Diyanet-moskeeën zouden richtlijnen uit Ankara ontvangen.
Dit alles is verontrustende informatie, wetende dat het Turkse Erdogan-regime de mensenrechten en fundamentele vrijheden massaal met de voeten treedt. De persvrijheid in Turkije is volledig ontmanteld. Dissidenten worden willekeurig gearresteerd. Parlementsleden worden vervolgd. Koerdische burgers worden afgeslacht enzovoort. Het lijkt voor mij dan ook onbegrijpelijk dat de Vlaamse Regering moskeeën die functioneren als propagandakantoren van een ondemocratisch regime, laat financieren met Vlaams belastinggeld.
Ook de religieuze boodschap die de Diyanet-moskeeën verspreiden, staat lijnrecht tegenover de waarden van onze verlichte Europese samenleving. Zo zijn er Diyanet-fatwa’s waarin staat dat koppels niet hand in hand over straat mogen wandelen en dat soennitische moslims niet met alevieten mogen huwen.
Ik verwijs ook naar het betoog van de heer De Gucht in de plenaire zitting van 27 april 2016 waar hij de Diyanet niet onterecht “een instelling die voor segregatie staat” noemt en een “organisatie waarbij men zich ernstige vragen kan stellen”. Met de erkenning en betoelaging, via de provincies weliswaar, van moskeeën wil de Vlaamse Regering – naar eigen zeggen – komen tot een Vlaamse islam. In de praktijk lijkt het in de omgekeerde richting te gaan en brengt men alleen maar een geïslamiseerd Vlaanderen tot stand.
Minister, bent u nog steeds van mening dat er geen indicaties zijn dat Diyanet een probleem zou vormen voor de integratie of hebt u uw mening ter zake inmiddels bijgesteld, onder meer naar aanleiding van het onderzoek van een aantal journalisten en het voortschrijdend inzicht van de heer De Gucht? Op welke wijze draagt het subsidiëren van moskeeën die behoren tot een organisatie die een propagandamachine is voor het Turkse Erdogan-regime en een fundamentalistische boodschap predikt, bij tot het ontstaan van een zogenaamde Vlaamse islam? Heeft dit voor u gevolgen om de Diyanet-structuur in Vlaanderen toch te laten monitoren?
Zult u na een monitoring overgaan tot een intrekking van de erkenning van de Diyanet-moskeeën, aangezien ze de facto onder leiding en toezicht staan van een regime dat zich vijandig opstelt tegenover fundamentele rechten en vrijheden? Heeft de nieuwe informatie betreffende Diyanet gevolgen voor de erkenningsprocedure van nieuwe Diyanet-moskeeën, waarvan een aantal aanvragen lopen? Welke eventuele andere initiatieven zult u met betrekking tot dergelijke moskeeën nemen?
Minister Homans heeft het woord.
Ondanks het feit dat de toelichting en de vragen van de heer Janssens zeer uitgebreid waren, zal mijn antwoord redelijk beperkt zijn omdat ik het niet mijn taak noch mijn bevoegdheid vind om een oordeel te vellen over het Turkse regime. Ik heb daar natuurlijk mijn persoonlijke mening over, maar die doet hier momenteel in deze commissie en in dit parlement niet ter zake, zeker niet als ik in hoedanigheid van mijn functie verkeer. Het is echt niet aan mij om hier openlijk mijn persoonlijke mening te verkondigen, noch over de Turkse president, noch over de Turkse instellingen, laat staan over intern Turkse politieke discussies.
Het is wel mijn taak om als bevoegd minister voor onder andere erediensten, na te gaan of ze al dan niet in aanmerking komen voor een erkenning. Daar is een specifieke regelgeving voor uitgewerkt. Sta me toe niet alle erkenningsvoorwaarden te herhalen. Die zijn hier al voldoende aan bod gekomen en zijn genoegzaam bekend.
Mijnheer Janssens, u hebt niet verwezen naar radicalisering, maar u hebt het eerder gehad over integratie, wat natuurlijk ook een belangrijk aspect is in onze Vlaamse samenleving. U had een vraag over monitoren. Het is de Staatsveiligheid die onder andere de verschillende moskeeën maar ook andere instellingen monitort op basis van elementen waarbij men wil nagaan of er bijvoorbeeld sprake is van radicalisering. Dat is ook aan bod gekomen in de commissie Deradicalisering. De Staatsveiligheid monitort niet zozeer op elementen van integratie. Het is de toezichthoudende overheid, in casu de provincies, die een taak heeft op vlak van monitoring. Ik ben blij dat u in deze vraag wel degelijk de verantwoordelijkheid legt bij de provincies.
Naar aanleiding van het decreet over de erkenning van de geloofsgemeenschappen en de uitvoeringsbesluiten in 2005, is er in 2006 een omzendbrief verstuurd. Daarin staat welke zaken er nageleefd moeten worden om in aanmerking te komen voor een erkenning, wat de procedure is enzovoort. Er staat nog iets heel anders in de erkenningsvoorwaarden en de omzendbrief dat relevant is bij deze vraag: de maatschappelijke betrokkenheid moet aangetoond kunnen worden. Dat gaat over onder andere integratie. Hoe integreren bepaalde leden van een bepaalde geloofsgemeenschap in onze Vlaamse maatschappij of in welke mate niet? Dat moest aangetoond worden bij de jaarlijkse budgetrapportering die de lokale geloofsgemeenschappen moeten overmaken aan hun provinciale toezichthouder, afhankelijk van de provincie waarin ze zijn gelegen.
Ik heb bij mijn aantreden vastgesteld dat dit eigenlijk niet zo vlotjes verliep en dat veel plaatselijke geloofsgemeenschappen niet wisten dat er zoiets bestond als een bijlage bij de jaarlijkse budgetrapportering waarin ze hun maatschappelijke betrokkenheid moesten aantonen. Tegelijkertijd heb ik vastgesteld dat de toezichthoudende overheid, de provincies, daar nauwelijks op hebben toegezien en ook niet hebben doorgegeven dat de bijlage ontbrak. Mevrouw Sminate heeft me daar aan het begin van de legislatuur een vraag over gesteld. Mede door haar vraag hebben we contact opgenomen, via het Agentschap Binnenlands Bestuur, met de verschillende gouverneurs om hen er attent op te maken dat er in de erkenningsvoorwaarden wel degelijk sprake is van een bijlage die de maatschappelijke betrokkenheid moet aantonen.
Wij hebben hun nogmaals gewezen op dit belangrijk element en hun ook gevraagd om daar in oktober 2016, bij de volgende jaarlijkse budgetrapportering waaraan de bijlage ‘maatschappelijke betrokkenheid’ moet worden toegevoegd, de nodige aandacht aan te besteden. Dat is niet zo lang meer, en ik zal dan ook onmiddellijk mijn verantwoordelijkheid nemen nadat ik de provinciale besturen en de gouverneurs op hun verantwoordelijkheid als toezichthoudende overheid zal hebben gewezen. Als blijkt dat bij die budgetrapporteringen de bijlagen ontbreken en als blijkt dat die bijlagen de maatschappelijke betrokkenheid onvoldoende zouden aantonen, zal ik zeker niet nalaten, mijnheer Janssens, om zaken te ondernemen, bijvoorbeeld het intrekken van een erkenning.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, het verbaast mij toch dat u, ondanks allerlei verontrustende berichtgeving via verschillende kanalen over die Diyanet-moskeeën, nu doet alsof er geen vuiltje aan de lucht is. U zegt dat het niet uw taak is om een oordeel te vellen over het Turkse regime of over president Erdogan. Ik denk dat u wat dat betreft een spreidstand vertoont. U bent het voorbije weekend, als ik mij niet vergis, naar een Gay Pride in Litouwen gegaan, en tegelijkertijd wordt op dat moment een Gay Pride in Istanbul door Erdogan verboden.
Erdogan doet allerlei uitspraken over de minderwaardigheid van vrouwen. Vrouwen moeten vooral bestaan om zoveel mogelijk kinderen te krijgen. Over die uitspraken stelt de heer De Gucht op dit moment vragen aan minister-president Bourgeois. Blijkbaar stelt een meerderheidspartij daar kritische vragen over in de ene commissie, terwijl een minister zelf in een andere commissie laat uitschijnen dat er helemaal niets aan de hand is.
Ik verwijs opnieuw naar het artikel in De Standaard. Daarin stond letterlijk dat Diyanet een religieuze multinational is met een politieke agenda. Ik kan mij daar alleen maar bij aansluiten. Die Diyanet-imams verdedigen inderdaad altijd en overal eerst de belangen van de Turkse staat. Dat is hun voornaamste opdracht. Via die moskeeën houdt Erdogan ook de Turkse gemeenschap hier in België in zijn greep. Dat staat mijns inziens de integratie in de weg omdat Diyanet een kanaal is om Turkse Belgen in eerste instantie aan de Turkse staat te binden, en zeker niet aan de Vlaamse of de Belgische. Erdogan gebruikt Diyanet alleen om Turken vooral Turks te houden. Het is dan niet alleen een belemmering voor integratie.
Minister, wanneer u het hebt over een tegendiscours voor extremisten, of wanneer u het in de toekomst nog zult hebben over een Vlaamse islam en dergelijke meer, hou dan zelf in gedachten dat u een hypocriete boodschap verkondigt, indien u tegelijkertijd Erdogan via de Diyanet-moskeeën erkent en faciliteert, en dan ook nog via de Vlaamse provincies, die alleen maar van een Vlaams decreet gebruik maken, subsidieert. Er wordt in die Diyanet-moskeeën een soennitische islam verkondigd. Er wordt daar verkondigd dat men vooral schatplichtig is aan de Turkse staat en niet zozeer aan het land waar men woont. U en de Vlaamse Regering staan erbij en kijken ernaar. En niet alleen dat, u zorgt er zelfs voor, via de erkenning en de mogelijkheid om te subsidiëren, dat die hele Erdogan-propagandamachine hier via door Vlaanderen erkende moskeeën in Vlaanderen kan draaien.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Mijnheer Janssens, u moet minister Homans nu geen woorden in de mond leggen die zij niet heeft gezegd. U zegt hier dat minister Homans de propaganda van een buitenlands staatshoofd subsidieert en dat zij heeft gezegd dat er geen vuiltje aan de lucht is. Minister Homans heeft gezegd dat zij alleen kan handelen met de hefbomen die zij in handen heeft. Dat zijn onder andere de verslagen die de geloofsgemeenschappen moeten uitbrengen. Als die niet in orde zijn, kan er gehandeld worden. Maar wat u concludeert uit wat minister Homans hier zegt, vind ik allesbehalve.
Ik sluit mij aan bij de repliek van mevrouw Sminate.
De heer Janssens heeft het woord.
Minister, ik begrijp niet dat u niet inziet dat u zich schatplichtig maakt aan de politieke agenda die via Erdogan en de Diyanet-moskeeën in Vlaanderen wordt uitgevoerd. Als u inderdaad hefbomen in handen wilt hebben om hier iets tegen te doen, doe dan gewoon wat ik u vraag en voer een degelijk onderzoek naar de Diyanet-structuur in Vlaanderen. Monitor dat net, zoals dat in Nederland gebeurd is. Doe dat. Als u dat hier in Vlaanderen erkent, moet u toch ook de mogelijkheid hebben om daar controle op uit te voeren. Anders moet u misschien een nieuw erkenningscriterium invoeren: het feit dat men onafhankelijk moet zijn van buitenlandse organisaties of van buitenlandse regimes. Met die erkenningscriteria hebt u een hefboom in handen om hieraan tegemoet te komen. Maar dat u via de Diyanet-moskeeën Erdogan versterkt, en dat u in deze commissie geen kritisch woord over Erdogan en de AKP uitgesproken krijgt, terwijl Vlaanderen dergelijke Diyanet-moskeeën erkent, dat kan ik niet begrijpen. U lijkt hier gewoon de droom van Erdogan, die de leider is van een totalitair land waar de islam alles dicteert, via Diyanet in Vlaanderen te bewerkstelligen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.