Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Artikel 49 van het Wapenhandeldecreet schrijft voor dat gebruikers van vergunningen aan de bevoegde instantie moeten rapporteren over het daadwerkelijk gebruik daarvan. Deze bepaling wordt verder uitgewerkt in de artikelen 6 en 62 van het Wapenhandelbesluit en is de omzetting van artikel 8, derde en vierde lid van de richtlijn 2009/43.
De rapportering aan de dienst Controle Strategische Goederen over het effectieve gebruik is verschillend naargelang het gaat om een overbrenging ofwel een doorvoer, invoer of uitvoer. Voor een overbrenging gebeurt de rapportering via een elektronisch formulier dat aan de dienst Controle Strategische Goederen moet worden bezorgd. Voor de rapportering van het gebruik van de invoer-, uitvoer- en doorvoertransacties gebeurt de rapportering op basis van de afschrijving van de bevoegde diensten van de Douane en Accijnzen van de FOD Financiën. De afgeschreven vergunning moet dan door de gebruiker terugbezorgd worden aan de dienst Controle Strategische Goederen. In sommige gevallen kan het nodig zijn om een aanvullend elektronisch formulier toe te voegen.
Artikel 50 van het Wapenhandeldecreet bepaalt de inhoud van de jaarlijkse verslagen betreffende wapenhandel van de Vlaamse Regering aan het Vlaams Parlement. Dat staat binnenkort op de agenda, als ik me niet vergis. In dat artikel wordt er geen rapportering vooropgesteld over het daadwerkelijke gebruik van vergunningen.
Minister-president, kunt u toelichting geven bij het daadwerkelijk gebruik van de vergunningen? Wijkt dat veel af van het vergunningsbeleid zelf? Is het volgens u mogelijk om in de halfjaarlijkse- en jaarlijkse verslagen te rapporteren over het effectief gebruik van vergunningen?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voor de algemene en globale vergunningen, die enkel voor intracommunautaire transacties gebruikt kunnen worden, kunnen we het effectieve gebruik aangeven en dit maakt ook steeds integraal deel uit van het jaarverslag Wapenhandel.
Om deze effectieve cijfers te laten rapporteren, werd een online rapporteringsinstrument ‘E-Rapportering Strategische Goederen’ ontwikkeld, waarin gebruikers van algemene en globale vergunningen hun cijfers ingegeven, die dan vervolgens geaggregeerd worden. Dat gebeurt één keer per jaar. Dit instrument vraagt echter veel manuele verwerking en is in dat opzicht niet bruikbaar voor het hoge aantal individuele vergunningen. Die maken het grootste gedeelte van onze vergunningen uit.
Bij individuele vergunningen gebeurt de ‘rapportering’ door gebruikers van vergunningen via afschrijving van de vergunning door de douane. Daarbij worden de hoeveelheid en waarde van de goederen die voor verzending aangeboden worden, met de hand op de achterkant van de vergunning genoteerd. Om dat in te voeren zouden we een complex informaticasysteem moeten uitwerken en daar hebben we de middelen niet voor. Het is bijgevolg vandaag om technische redenen niet mogelijk om over het daadwerkelijk gebruik van individuele vergunningen te rapporteren.
Ik zoek momenteel wel naar een oplossing om tegen een haalbare kostprijs ook deze vergunningen te kunnen digitaliseren en te kunnen rapporteren in het jaarverslag. Eventueel wordt gedacht aan het in licentie nemen van een bestaand digitaal systeem uit het buitenland. Volledigheidshalve geef ik wel mee dat er nooit meer kan worden uitgevoerd dan vergund. Hoogstens kan het gebeuren dat de douane noteert dat bij een vergunning voor een bepaalde hoeveelheid, de werkelijk uitgevoerde hoeveelheid kleiner is. De relevantie van dergelijke cijfers is dus niet onbestaande maar het is ook niet zo dat de rapportering daarmee staat of valt.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Ik begrijp dat een mogelijke oplossing inderdaad kostenbeheersend moet zijn. Momenteel is dus enkel de vergunde wapenexport gekend en niet de werkelijke export. Het zou nuttig zijn om zicht te krijgen op de reële handelsstromen naar bepaalde landen. Ik heb zeker begrip voor het argument dat een digitaal systeem te geldverslindend zou zijn.
Een nota van Vredesactie rond de evaluatie van het Wapenhandeldecreet, dat hopelijk binnenkort in deze commissie wordt besproken, vermeldt dat Vlaanderen een van de weinige landen is dat niet rapporteert aan de COARM-werkgroep over die reële wapenexport. Dat klopt dus. Is er een mogelijkheid om na te gaan bij de landen die het wel doen welk systeem zij daarvoor gebruiken?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Zoals gezegd, gaan we kijken of we eventueel een licentie kunnen krijgen voor systeem van een land dat daar wel in geïnvesteerd heeft, zodat we zelf die grote ontwikkelingskosten niet hoeven te doen. Ik vermoed dat ik mij niet tot Wallonië moet richten voor een instrument dat leidt tot grotere transparantie. Mocht u daar toch informatie over hebben, ben ik zeker bereid aan de Waalse collega’s te vragen of ze hun systeem met ons willen delen. Waarschijnlijk moeten we daarvoor echt in het buitenland zijn.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Er is voer voor opvolging en ik zal dus nog op deze vraag terugkomen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.