Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, niet zo lang geleden onderzochten de Verenigde Naties (VN) op de World Humanitarian Summit hoe het systeem van noodhulp ‘gered’ kan worden. Nog nooit in de geschiedenis moeten de Verenigde Naties zo veel noodhulp verlenen als vandaag en voor het eerst is de bereidheid in de wereld om daar financieel aan bij te dragen zo klein. Dit jaar alleen al hebben de VN 18,7 miljard euro nodig, maar daar is slechts 18 procent van betaald. Met de conflicten in Syrië, Jemen en Irak, de natuurrampen in Nepal, Ecuador, Ethiopië en de terreur van Boko Haram zijn er ontelbaar veel plaatsen in de wereld waar noodhulp nodig is. Wereldwijd zijn 60 miljoen mensen op de vlucht voor oorlog, conflict en klimaatrampen. Het valt te vrezen dat klimaatrampen niet zullen verminderen. We kunnen hopen dat we de conflicten onder controle zullen krijgen, maar voor de natuurrampen zullen er nog veel meer inspanningen nodig zijn.
Toch is de bereidheid om solidair te zijn, ver weg. Meer welvarende landen willen vooral hun eigen welvaart beschermen. Ook wij doen daaraan mee. Het is ook onze houding. De ‘World Humanitarian Summit’ die op 23 mei van start ging, is de eerste top in het 70-jarige bestaan van de VN over de toekomst van noodhulp. Ook België was daar vertegenwoordigd.
Minister-president, hoe was Vlaanderen daar vertegenwoordigd? Op welke manier heeft Vlaanderen mee het Belgische standpunt bepaald? Wat was het resultaat van dat eventuele overleg, als er overleg met de deelstaten is geweest? Zal Vlaanderen binnen het eigen beleid conclusies trekken uit deze top om de problematiek aan te pakken? Kunnen er bijkomende middelen worden vrijgemaakt? Minister-president, u komt ons geregeld informeren over de inspanningen die we doen en de manier waarop we de beperkte middelen zo goed mogelijk inzetten. U gaat altijd heel gedetailleerd in op onze vragen om informatie. Is er kans dat het noodhulpbudget nog dit jaar wordt verhoogd? Wat zijn de perspectieven voor volgend jaar?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Collega’s, een Vlaamse vertegenwoordiger maakte deel uit van de Belgische delegatie op deze top. Mijn diensten hebben actief deelgenomen aan de voorbereidende overlegvergaderingen om te komen tot een Belgische positie in de zogenaamde COORMULTI-vergaderingen. De Belgische positie bouwde verder op de conclusies van de Europese Raad van 10 december 2015 en hield ook rekening met een consultatie van de Belgische ngo’s die actief zijn op het vlak van humanitaire hulp.
Op basis van die positie heeft België zich verbonden tot een aantal ‘core commitments’. Deze engagementen liggen in lijn met de Vlaamse noodhulpprioriteiten en werden ook ondersteund door mijn diensten. Ik som ze kort op: verhogen en diversifiëren van wereldwijde ondersteuning en van middelen voor humanitaire bijstand gericht op de behoeften van bevolkingsgroepen die zijn getroffen door humanitaire crises in onstabiele situaties en complexe noodsituaties; verhoging van de financiering voor lokale en nationale humanitaire actoren en ondersteuning van hun nationale leveringsystemen, capaciteiten en draaiboeken; een grotere efficiëntie, doeltreffendheid, transparantie en verantwoordingsplicht van de humanitaire acties voor getroffen mensen; investeren in risicomanagement, paraatheid en crisispreventie en bouwen aan de veerkracht van kwetsbare en betrokken mensen; zich ertoe verbinden de globale instrumenten en benaderingen in te zetten voor dringende behoeften, risico, kwetsbaarheid en veerkracht.
Hoe gaat Vlaanderen daarbij te werk? Een van de concrete uitkomsten van de top is de ‘Grand Bargain’, die de engagementen van de donoren bevat. Ondertekenaars zijn lidstaten en humanitaire organisaties. Zoals u weet, is Vlaanderen geen VN-lidstaat, maar wij hebben ons altijd ingeschakeld in de mondiale beleidskaders voor ontwikkelingssamenwerking en noodhulp. We onderschrijven de principes die in de ‘Grand Bargain’ zijn neergepend. Dat zijn: grotere transparantie, meer ondersteuning van lokale actoren, beter gebruik en coördinatie van de bestaande instrumenten, vermindering van de versnippering van middelen, betere samenwerking inzake noodhulp, het betrekken van hulpontvangers in het noodhulpproces en opmaak van een meerjarenplan.
We hebben op dat vlak een lange weg afgelegd. We hebben onze noodhulp sterk geprofessionaliseerd. Tot voor kort was er een vrij grote versnippering, weinig voorspelbaarheid en een te eenzijdige gerichtheid op acute noodhulp. Ondertussen kan ik zeggen dat wij zeer goed scoren op de streefdoelen uit de ‘Grand Bargain’. Ik geef een aantal voorbeelden. Ten eerste is dat het verminderen van versnippering en het vergroten van de voorspelbaarheid. Het Vlaamse noodhulpbudget is de laatste jaren constant gebleven en niettemin is het aantal ondersteunde projecten drastisch verminderd omdat we grotere projecten ondersteunen en ook meerjarige projecten, zoals United Nations Relief and Works Agency (UNRWA), VN-landenfondsen enzovoort.
Een tweede voorbeeld is dat we investeren in gecoördineerde programmering. Dit jaar gaat 73 procent van onze middelen voor noodhulp naar mechanismen die rechtstreeks inspelen op coördinatie van noodhulp.
Een derde voorbeeld is dat we de rapporteringslast afbouwen. We zijn afgestapt van de ‘bonnetjescultuur’ bij de opvolging van onze noodhulpprojecten. Tot voor kort werden zelfs nog originele facturen opgevraagd. Vandaag concentreren we ons veel meer op rapporteringen en output. We aanvaarden de eigen rapporteringsprocedures bij VN-instellingen om te zien wat het resultaat is op het terrein, veeleer dan formalistische controles te doen. Een mooi resultaat van de World Humanitarian Summit zou zijn als op termijn de rapporteringsnormen op mondiaal niveau geharmoniseerd zouden worden. We zijn alvast vragende partij om dat te doen.
Een vierde voorbeeld is dat we beter inspelen op het hulpcontinuüm preventie-noodhulp-rehabilitatie. Dat staat ook in de beleidsnota. We beperken ons niet tot acute noodhulp, ook preventie, paraatheid en rehabilitatie zijn belangrijk. Het voorkomen van terugkerende rampen is uiteraard kostenefficiënter dan het bestrijden van een ramp. Ook de World Humanitarian Summit erkent de nood aan een meer geïntegreerde benadering van noodhulp en structurele hulp.
Een vijfde voorbeeld is het gebruik van cash aid. Sinds kort verkennen wij de mogelijkheid tot het toepassen van cash aid bij noodhulpprojecten. De laatste twee subsidies die toegekend zijn in het kader van noodhulp, namelijk aan het Rode Kruis Vlaanderen in Iraaks Koerdistan en Plan België voor Ecuador, maken allebei gebruik van cash transfers.
Besluitend: die summit was bijzonder belangrijk om iedereen in dezelfde richting te krijgen. Zal dat onze Vlaamse noodhulp ingrijpend veranderen? Ik kan u zeggen dat de meeste commitments al deel uitmaken van mijn beleid. Die top zal dus geen echte revolutie ontketenen binnen onze noodhulp. Hij sterkt ons wel in de beleidswijzigingen die ik in deze bestuursperiode heb ingezet. Nu komt het erop aan om de uitgezette lijnen zorgvuldig uit te voeren, dit uiteraard in samenwerking met de humanitaire actoren waarmee we samenwerken.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Minister-president, dank u wel. Het is goed om te horen dat Vlaanderen op een meer dan behoorlijke manier betrokken is en geparticipeerd heeft aan de voorbereiding en de summit op zich. Terecht wordt het Vlaamse beleid ter zake ingeschreven in het internationaal kader voor duurzame ontwikkeling. Dank om het te benadrukken, maar het is ook goed dat we dat als regio op die manier opvatten.
Ik begrijp uit uw antwoord dat het budget constant gebleven is en blijft, maar dat de kwaliteit van de ingrepen, de rapportering en de kostenefficiëntie verbeteren. Ik begrijp ook uit uw antwoord dat we ons daarmee inschrijven in de indicatoren, aanbevelingen of eisen van de Summit. Als dat klopt – ik heb geen reden om het niet te geloven – dan kan ik dat maar goedvinden. Alleen gaat dat niet in op mijn vraag over het budget dat we inzetten en dat beperkt is. Ons budget is constant, maar ik denk dat er op die summit is op aangedrongen om meer middelen in te zetten. Mijn informatie komt uit de media, niet uit een rechtstreekse bron. Ik begrijp dat de noden groter zijn dan ooit. Ik verheug me erin dat die beperkte middelen goed worden ingezet. Dat leid ik af uit uw antwoord. Ik leid er ook uit af dat er vandaag niet meer beschikbare middelen zijn, en dat betreur ik.
De heer Hendrickx heeft het woord.
Ik ben net zoals collega de Bethune verheugd over het feit dat de middelen op een veel beter gestructureerde en gecoördineerde wijze worden ingezet. Ik was even ontgoocheld toen ze het volgende stelde: “De bereidheid om solidair te zijn, is ver weg.” Ook wij doen daaraan mee. Uit het antwoord van de minister-president blijkt net wel dat wij de middelen significant verhoogd hebben, ik denk dat er vorig jaar zelfs bijna een verdubbeling was van onze bijdrage aan het Central Emergency Response Fund (CERF), waarvoor wij als een van de weinige deelstaten in de wereld een rechtstreekse donor zijn. Dat is toch een goed initiatief, waarbij we aantonen dat we het voortouw willen nemen in de noodhulp, die op een gestructureerde wijze veel beter ter plaatse kan komen dan in het verleden gebeurde.
Mevrouw de Bethune heeft het woord.
Ik herhaal wat ik betreur. Ik weet dat de middelen beperkt zijn en dat we ze ergens moeten vinden, maar we zullen meer inspanningen moeten doen voor de internationale solidariteit, en zeker voor de noodhulp. Natuurlijk is het goed dat wij gestructureerde hulp steunen en dat we het kwalitatief goed aanpakken, maar er is meer dan één organisatie die aan goede noodhulp doet. Er zijn ook kleine actoren die zeer goed werken. Ik zou dus opletten als we de discussie nu aangaan. Ik kan de grote lijnen bijtreden, maar er zijn kleine organisaties die uitmuntend werk doen. Memisa is een dergelijke organisatie. We hebben er nu niet over gesproken, het is niet het thema van het moment. Het is geen VN-agentschap, maar een kleinere organisatie die noodhulp heeft geboden in de voorbije jaren op plaatsen waar niemand durft naartoe te gaan, ook niet de VN-organisaties. Ik zou dus opletten om daar te grote conclusies uit te trekken U hebt dat niet gezegd, minister-president, ik ga nu even in op de discussie van de collega. Ik denk dat we het werk van vele actoren moeten waarderen en proberen om op dat vlak niet te blind ideologisch te zijn maar redelijk flexibel. Het moet wel kwaliteit zijn. We zullen ons bedrag moeten verhogen. Het zal van ergens moeten komen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.