Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Ronse heeft het woord.
Voorzitter, minister, minister Van Mechelen heeft indertijd het decreet met betrekking tot de strategische projecten gelanceerd. Dat decreet moest ervoor zorgen dat dossiers van maatschappelijk belang, complexe dossiers zoals die van de inplanting van windmolens, op een vlottere manier zouden kunnen worden gerealiseerd, dat er geen twintig openbare onderzoeken en allemaal verschillende vergunningsprocedures zouden zijn, dat er een goed en duidelijk voortraject zou zijn, zodat omliggenden, omwonenden en belangengroepen ook op een transparante manier hun stempel zouden kunnen drukken op het besluitvormingsproces. Het was de bedoeling ervoor te zorgen dat er enerzijds in Vlaanderen zou kunnen worden geïnvesteerd in mobiliteit, in bedrijven, in natuur, in energie en dat er anderzijds in Vlaanderen ook voldoende mogelijkheden zouden zijn om tijdens dat proces feedback te geven.
Minister, groot was mijn verbazing toen ik vorig jaar via een schriftelijke vraag van u te weten kwam dat dit decreet geen enkel kind heeft gebaard. Er waren twee aanvragen: een skipiste in Peer en een bedrijventerrein in Borgloon, die allebei werden afgekeurd. Groot is mijn hoop in het decreet Complexe Projecten, dat in maart 2015 in werking is getreden. Ik heb even de schriftelijke vraag van collega Peeters bekeken. Daaruit bleek dat er na een jaar decreet tot op vandaag eigenlijk nog maar één startbeslissing is genomen. Nochtans is er, in tegenstelling tot bij het decreet inzake de strategische projecten, veel interesse van het werkveld. Dat is uw verdienste. In de regio waar ik vandaan kom, de regio Kortrijk, zijn er heel wat dossiers ingediend en voorgelegd, zoals het kanaal Bossuit-Kortrijk, het doortrekken van de R8, noem maar op. Die zijn allemaal al een tijdje geleden ingediend, maar tot op heden is er eigenlijk nog maar één startbeslissing.
Minister, zijn er specifieke sectoren en types van dossiers waaraan u voorrang geeft? Zijn er startbeslissingen die op stapel staan, die we binnenkort mogen verwachten? Hoe ziet u zelf de interesse vanwege het werkveld?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Ronse, het is natuurlijk zo dat het ook altijd de initiatiefnemer is die beslist om al dan niet mee te doen met dat systeem. Indien initiatiefnemers interesse hebben in dat systeem van die complexe projecten, hebben ze in eerste instantie contact met het Team Complexe Projecten, om in gezamenlijk overleg te bekijken of dit voor hen een interessante procesaanpak is of niet. Soms zijn er ook andere instrumenten, die beter zijn.
U vroeg of de VIP-projecten worden gescreend op de toepasbaarheid van het decreet. Voor projecten die al een bepaald traject hebben doorlopen, zoals de opmaak van een plan-MER of RUP, is het vaak beter om op die ingeslagen weg verder te gaan. Lopende procedures heropstarten brengt vaak tijdverlies met zich mee. Het is dus niet nodig de lijst van de VIP-projecten te screenen, maar uiteraard bestaat de mogelijkheid dat ook voor enkele VIP-projecten het decreet Complexe Projecten een oplossing kan zijn.
Er zijn al twee startbeslissingen genomen, namelijk op 26 februari 2016 over het verbeteren van de leefbaarheid van de woonwijk Klein Rusland, en in mei nam de gemeenteraad van Nijlen een beslissing over een woon-werkproject in de stationsomgeving van Kessel.
Verschillende projecten zitten in een vergevorderde verkenningsfase of een eindfase. Het gaat om de opwaardering van het Kanaal van Bossuit in Kortrijk, de containerbehandelingscapaciteit van het havengebied in Antwerpen, de nautische ontsluiting van de haven van Zeebrugge, het optimaliseren van het verkeerskundig functioneren van de bovenlokale weginfrastructuur Hoog-Kortrijk en Kortrijk-Oost. Andere projecten bevinden zich nog te vroeg in de verkenningsfase om ze nu al te vermelden.
In de verkenningsfase gebeurt eerst een stakeholdersanalyse met alle betrokken actoren. Vervolgens wordt een stakeholderoverleg georganiseerd, zowel met publieke als private partners, belangenactoren, burgers, enz. Ook de rol van elke actor in de loop van het proces wordt besproken. In onderling overleg wordt uiteindelijk een processtructuur opgebouwd en opgenomen in de procesnota. Op dit moment zijn er op lokaal niveau vier projecten waarvan de verkenningsfase ver is gevorderd. Het gaat om de herinrichting van de stationsomgeving in Kessel en Geel, een bedrijventerrein in Rumst en de omvorming van een bedrijventerrein naar een kwalitatieve woonontwikkeling in Ronse.
Ook bij de provinciale niveaus is er interesse voor de procesaanpak. De regionale ontsluiting van Geel is ook zo’n complex project. Na de goedkeuring van het decreet werden overheden geïnformeerd op provinciale atria, waar zowel de Vlaamse provinciale als de gemeentelijke overheden vertegenwoordigd zijn. Bij het in werking treden van het uitvoeringsbesluit heeft het team Complexe Projecten toelichting gegeven aan de initiatiefnemers van projecten. Eerst gebeurde dit binnen de Vlaamse administratie en later ook bij de provinciale en gemeentelijke overheden. Zo heeft bijvoorbeeld ook de stad Antwerpen om toelichting gevraagd. Het team heeft een presentatie gegeven aan de verschillende stadsdiensten. Recent werd ook een presentatie gegeven aan de koepel van intercommunales Vlinter. Er is nog een bijkomend gesprek en toelichting gepland bij de VVSG. Het team heeft voldoende bekendheid verworven. De nieuwe regelgeving en de procesaanpak is uitgebreid beschikbaar op de website www.complexeprojecten.be en er zijn ook brochures. Momenteel ontbreekt wellicht nog de mond-tot-mondreclame.
De heer Ronse heeft het woord.
Minister, ik heb al aangegeven dat het onder meer uw verdienste is, als ik vergelijk met het decreet Strategische Projecten, dat er op dit moment veel meer dossiers worden ingediend. Dat is een goede zaak.
Ik begrijp dat voor een aantal dossiers de ingeslagen weg vaak de meest aangewezen piste is, maar we zien toch dat we voor een aantal dossiers, zoals dat van de N8 Ieper-Veurne, of van het op- en afrittencomplex Drongen, die al 500 dagen aanslepen, of de ontsluiting van een bedrijventerrein in Rumst, dat al 330 dagen aansleept, snel moeten evalueren wat de kritische factoren zijn. Waarom duurt het zo lang voor er een startbeslissing kan worden genomen voor zulke dossiers? Ik kan mij voorstellen dat het decreet Complexe Projecten de beste weg is. Het is niet te laat om dat te bekijken. Een termijn van 500 dagen, dat is zowat anderhalf jaar en daar moeten we toch een tandje bij steken.
In het kader van de actuele vraagstukken rond hernieuwbare energie en van de brief die door de windmolensector recent naar alle parlementsleden is gestuurd, wordt er ook specifiek naar die sector reclame gemaakt rond het decreet Complexe Projecten en wordt daar prioriteit aan gegeven, zodat we onze ambities inzake hernieuwbare energie een extra impuls kunnen geven.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Ik sluit mij aan bij de bekommernis die collega Ronse uit over de vraag waar we vandaag staan, en ik wil daar twee bemerkingen bij maken. Als ik mij de teneur van de commissie-Sauwens goed herinner, was dit dat als we in de toekomst sneller willen gaan, we dit moeten doen door betere besluitvorming en niet door termijnen in te korten. We moeten er vooral voor zorgen dat onze besluitvorming grondiger is en dus robuuster en rechtszekerder. Daar mangelt het nogal dikwijls aan: de procedures worden doorlopen en dan stapt men naar de Raad van State en komt de periode van onzekerheid. Vandaar komt het verhaal dat er nog maar weinig of niks kan in Vlaanderen. Dat is de filosofie die als een rode draad door het decreet Complexe Projecten geweven is: we komen zo in een trechtervormige besluitvorming en we brengen onze inspraak samen. Daardoor vermijden we wat we vandaag hebben, namelijk verschillende besluiten naast elkaar, die telkens apart aangevochten kunnen worden.
Collega Ronse, ik maak me niet zoveel zorgen over het feit dat een verkenningsfase 500 heeft geduurd, want als ik de routeplanner erop nasla, is dat precies het succes van de Complexe Projecten, namelijk dat in de verkenningsfase een breed maatschappelijk debat op gang komt over het probleem en de mogelijke oplossingen. De nodige tijd moet genomen worden om een draagvlak te krijgen en om alle mogelijke alternatieven in die trechter te gooien. Ik hoop dat het succes van de Complexe Projecten versneld zal worden zodra enkele projecten succesvol doorheen die trechter geraakt zijn en robuust blijken te zijn.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Ik sluit mij ook aan bij de bekommernissen van collega Ronse. Het decreet is inderdaad in maart 2015 in werking getreden. We zien dat er elf dossiers in de verkenningsfase zitten. Voor twee daarvan is er nu een startbeslissing genomen. Er is dus al enig tijdsverloop geweest, terwijl het doel van het decreet is om voor grote en maatschappelijk belangrijke projecten binnen een aanvaardbare termijn tot een zo groot mogelijk draagvlak te komen om het plan te realiseren.
Minister, ik kom tot mijn bijkomende vragen. Sinds juli 2015 zaten al een elftal dossiers in de verkenningsfase, en nu is men voor twee daarvan overgegaan tot een startbeslissing. Wat zijn de criteria binnen die verkenningsfase die vertragend of belemmerend werken? Hebt u daar op dit ogenblik zicht op? Het is belangrijk om daarvan een evaluatie te maken omdat het doel is om binnen een aanvaardbare termijn tot een besluit te kunnen komen.
Minister Schauvliege heeft het woord.
We moeten goed beseffen wat hier is goedgekeurd en wat de bedoeling was van de Complexe Projecten. Voor die maatschappelijk moeilijke dossiers was de bedoeling dat als je eenmaal de startbeslissing neemt, je voordien alle actoren rond de tafel hebt gebracht en alle potentiële weerstanden en problemen in kaart hebt gebracht. Het is dus logisch dat die verkenningsfase tijd vergt. Het is juist de bedoeling om te ontmijnen in de luwte: vóór de publieke start goed weten wat de mogelijke obstakels zijn en kijken hoe we vóór de startbeslissing een groot deel daarvan kunnen wegnemen. Het is dus logisch dat de verkenningsfase tijd en energie vraagt, dat is precies de bedoeling van het decreet Complexe Projecten.
Je kunt niemand dwingen om erin te stappen. Het is nog altijd de initiatiefnemer die finaal moet zeggen of hij ervoor gaat of niet. Nu zien we dat het vooral openbare besturen zijn die er een stuk in meestappen. Ik geef het voorbeeld van het dossier van Klein Rusland. Dat is vooral getrokken door de provincie, die de moed heeft gehad om in dat proces te stappen. Bij private initiatiefnemers is er nog wat onduidelijkheid en schroom om daarin mee te stappen. Als we met een aantal dossiers kunnen tonen dat je veel tijd die je nodig hebt om op voorhand te ontmijnen en dan te starten met het complexe proces, kunt winnen, zal dat reclame maken voor zichzelf. Dat is het voordeel van het decreet Complexe Projecten. Uiteraard zijn we heel graag bereid om de ervaringen en de verbeterpunten die aan bod komen in de verschillende processen, en die onze diensten goed bijhouden, op te lijsten en na te gaan hoe we er een antwoord op kunnen geven. Het is eigen aan de procedure dat de verkenningsfase wel wat tijd en energie vergt.
De heer Ronse heeft het woord.
Ik sluit me daarbij aan. Die verkenningsfase mag niet licht worden genomen. Er zitten natuurlijk al wat oude beestjes in het dossier. Kortrijk draait al mee sinds 2007. Mijn vrees of voorbehoud is dat we goed moeten monitoren, zodat de verkenningsfase succesvol verloopt. Het heet niet voor niks het decreet Complexe Projecten. Het gaat over een zeer complexe materie. Minister, u moet heel kort op de bal spelen en nagaan of dat juist wordt aangepakt zodat bepaalde projecten niet verdrinken.
Openbare besturen zijn het snelst geneigd om daarin mee te stappen, zegt u. Ook die moeten we dicht op de huid zitten, want ik hoop dat de sector van de hernieuwbare energie alle mogelijke red flags om daarin te stappen, wegwerkt. Dit moeten we dus permanent en van heel dichtbij in de gaten houden. Over het algemeen mogen we zeer tevreden zijn dat er al zoveel interesse is in het decreet Complexe Projecten, en dat er al zoveel dossiers zijn ingediend. Laat ons er nu verder samen een succes van maken. Misschien kunnen we op een kalmer moment in de legislatuur sommige spelers die zo’n startbeslissing hebben gekend, zoals het project Klein Rusland, in de commissie laten toelichten hoe ze zo’n succesvolle verkenningsfase zien.
De vraag om uitleg is afgehandeld.