Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, in Dag Allemaal verscheen een lezersbrief van iemand wiens zoon transgender is. Die persoon wou volgens mij aan de alarmbel trekken. De man, die in transformatie naar vrouw is, wordt blijkbaar bij het solliciteren vaak afgewezen, op een bikkelharde manier. Als ‘rechtvaardigingsgronden’ komen er dan verklaringen als ‘er komen hier kinderen’. Bij een sollicitatie in de kringloopwinkel van Hasselt zou aan betrokkene onomwonden het volgende meegedeeld zijn: “U bent aanstootgevend voor moslims die hier werken of komen winkelen.” Dat zijn dan al meerdere vooroordelen in één klap.
Het zou al heel sterk moeten zijn mocht deze getuigenis een absolute uitzondering zijn, zeker als we weten dat andere kansengroepen, bijvoorbeeld vrouwen, geconfronteerd worden met discriminatie op de arbeidsvloer. Ook holebi’s ervaren regelmatig discriminatie en opmerkingen op de werkvloer. Ik had hierover ook contact met de dame op de ombudsdienst die zulke klachten opvolgt, mevrouw D’Espallier. Ze meldt dat er heel wat leeft en dat mensen het soms moeilijk hebben om dit soort van klachten naar buiten te brengen of te verwoorden.
De hamvraag bij dit alles is de rol van VDAB. Gelet op zijn bemiddelingsopdracht lijkt het niet onlogisch dat VDAB de nodige sensibiliseringsacties onderneemt naar werkgevers voor het geval zij te maken krijgen met transgenders.
Minister, hoe bereidt VDAB transgenders specifiek voor op hun sollicitaties? Wordt hun enige weerbaarheidstraining gegeven? Welke acties onderneemt VDAB naar werkgevers om te vermijden dat zij discriminerende uitspraken en daden stellen ten aanzien van transgenders die bij hen komen solliciteren? Wordt VDAB in kennis gesteld van incidenten tijdens sollicitaties met transgenders? Worden transgenders expliciet aangemaand om dergelijke onregelmatigheden te komen melden en om klacht in te dienen bij de Vlaamse ombudsdienst? Hoe volgt VDAB discriminerende praktijken ten aanzien van transgenders zelf op en welke acties worden ondernomen ten aanzien van discriminerende werkgevers?
Minister Muyters heeft het woord.
Collega’s, u zult merken dat er toch wat aandacht aan deze problematiek wordt besteed. U sprak over Dag Allemaal. Ik heb zelf vorige week zaterdag op Radio 1 een reportage gehoord, soms zelfs met positieve getuigenissen. Er was een heel positieve getuigenis van een transgender hoe zijn omgeving maar ook zijn bedrijf hiermee is omgegaan. Ik hoop dat er meer zulke voorbeelden zijn dan andere.
VDAB werkt via het concept ‘iedereen bemiddelaar’ op maat. De basisfilosofie is een bemiddeling op maat van het individu met ondersteuningsmogelijkheden in functie van wat tijdens een gesprek naar voren komt, vanuit de competenties en vaardigheden, uiteraard met oog voor de nood die een klant heeft aan extra ondersteuning bij het solliciteren. Als blijkt dat een algemene sollicitatietraining nodig is, dan kan dat. Ook nood aan assertiviteit en weerbaarheid kan worden meegenomen. Voor de klanten die een meer grondige begeleiding nodig hebben, kan de bemiddelaar, in samenspraak met de klant, doorverwijzen naar een externe partner.
De filosofie is dus niet gericht bijvoorbeeld op transgenders maar wel op het helpen op maat van het individu, dus ook transgenders.
In 2015 heeft VDAB een omvangrijke sensibiliseringsactie over kansengroepen voor werkgevers gehouden. VDAB heeft ook inhoudelijk meegewerkt aan het realiseren en promoten van de brochure ‘Transgenders op het werk’ met onder meer tips voor werkgevers over het voeren van een transgendervriendelijk beleid en het werken aan een transgendervriendelijk imago.
Verder tracht VDAB als werkgever zelf een voorbeeld te zijn voor andere werkgevers en wordt er in iedere VDAB-vacature duidelijk een diversiteitsclausule opgenomen waaruit blijkt dat VDAB geen onderscheid maakt op basis van gelijk welke parameter.
VDAB kan uiteraard in kennis worden gesteld van incidenten tijdens sollicitaties wanneer de sollicitant dat ook vertelt. Ik wil dan ook – en vanmorgen is dat aan bod gekomen tijdens de bespreking van de resolutie – een algemene discriminatiecampagne voeren en niet alleen een campagne gericht op discriminatie van allochtonen, over de rechten die iemand heeft. Iemand die weet dat wat hij of zij ervaart niet kan, moet ook weten waar hij of zij daarmee terechtkan. Dat heb ik vanmorgen duidelijk naar voren gebracht.
Ik hoop dat werkzoekende mensen die op een of andere manier worden gediscrimineerd, eventuele klachten in de toekomst sneller zullen melden. Het gevoel zal er ook zijn dat dit echt niet hoort.
We starten in het najaar met die campagne. Als u het verslag van vanmorgen leest, vind u daar nog meer informatie over.
Elke klacht die VDAB ontvangt van transgendercursisten of werkzoekenden wordt door de stafmedewerker ‘personeel diversiteit’ en de aangestelde ervaringsexpert behandeld en krijgt een passende oplossing.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Het sluit aan bij wat men op dat vlak moet doen inzake sensibilisering op het vlak van discriminatie van meerdere groepen. Het valt me op dat de Ombudsdienst ook laat weten dat er bij de groep zelf een grote schroom bestaat om naar buiten te komen met getuigenissen en verhalen. Het is dan ook belangrijk om die groep in een campagne heel specifiek aan te spreken als doelgroep. We moeten hun duidelijk maken dat zij zich evenzeer gediscrimineerd mogen voelen als anderen die wel naar buiten komen met hun klachten over discriminatie, ongepaste opmerkingen of pesterijen.
Het thema kreeg ook de voorbije weken bijzondere aandacht op de jaarlijkse algemene vergadering van çavaria. Dit jaar was er veel aandacht voor de problematiek waarmee transgenders worden geconfronteerd.
Minister, ik dank u voor uw antwoord en VDAB voor zijn inspanningen maar ook mevrouw D’Espallier van de Vlaamse Ombudsdienst die al proactief te werk is gegaan in dezen. Op federaal vlak neemt minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, Maggie De Block, initiatieven om een aantal zaken voor transgenders te vereenvoudigen op het vlak van de volksgezondheid. We wachten verder ook nog op werk van federaal minister van Justitie Koen Geens en van staatssecretaris voor Gelijke Kansen Elke Sleurs. We moeten ervoor zorgen dat de vooroordelen die over transgenders leven in onze maatschappij met wortel en tak worden uitgeroeid. Binnen het domein Werk is er nog veel marge om daar werk van te maken.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Mevrouw Brusseel, toen ik uw vraag las – voor alle duidelijkheid, ik had het artikel in Dag Allemaal niet gelezen – was ik heel erg verbaasd. Ik ben zelf voorzitter van een buurtkringwinkel in Hasselt, en de doelstelling van zo’n kringwinkel is net kansen te geven aan mensen die het moeilijk hebben op de arbeidsmarkt. Vandaar dat ik ook heb gebeld met de directeur en met de personeelsverantwoordelijke die dit ontkennen.
Voor alle duidelijkheid, en vandaar dat ik het hier ook wil zeggen zodat het in het verslag staat: die vrouw werkt als arbeidszorger in de kringwinkel van Sint-Truiden. Zij heeft geen vast contract, als arbeidszorger kan dat uiteraard niet, zij heeft een tijdelijk contract en werkt voor een jaar in de kringwinkel. Sterker nog, er is iemand anders in de kringwinkel van Hasselt die is getransformeerd van vrouw naar man en die dat hele traject heeft doorlopen, terwijl hij een vast contract had in de kringwinkel. Ik denk dat we dan ook voorzichtig moeten zijn met uitspraken te doen.
Dat neemt niet weg dat we tegen elke vorm van discriminatie moeten zijn, zeker ook voor deze groep van mensen. Maar het is altijd delicaat om dit op basis van een uitspraak hier in het parlement ter sprake te brengen.
Mevrouw Van Eetvelde heeft het woord.
Ik deel de bezorgdheid van de collega’s. Ik ben in het verleden zelf VDAB-consulente geweest. Daar werkte toen een instructeur die die transformatie heeft doorgemaakt, dat was toen, zo’n tien jaar geleden, nieuw en dus ook voor ons een aanpassing. Wij hebben dat hele proces meegemaakt. Die persoon was daar heel open in en wij mochten daar alles over vragen. Dat hele proces heeft ons aan het denken gezet, ook over onze werking.
Uiteraard is elke vorm van discriminatie verwerpelijk, of het nu gaat om een transgender, een autochtoon of een allochtoon, jong of oud. Het kan niet en het mag niet. Ik denk dat VDAB daar een redelijk beleid in voert. Mensen die echt in die probleemsituatie zitten of die moeilijkheden ondervinden op de arbeidsmarkt, worden daar echt wel geholpen. Dit wilde ik meegeven bij wijze van voorbeeld.
Mevrouw Brusseel heeft het woord.
Mevrouw Claes, u zult niet ontkennen dat ik in een zeer nette voorwaardelijke wijs mijn vraag gesteld heb. Het is vooral mijn bedoeling om het thema ‘as such’ hier op de agenda te brengen aan de hand van een getuigenis, waarvan ik niet kan verifiëren of beweren dat ze helemaal klopt zoals ze in het tijdschrift stond. Daarom heb ik expliciet vermeld dat ik erover contact heb opgenomen met de Vlaamse Ombudsdienst, ook met het Transgender Infopunt, maar de verantwoordelijke daar is momenteel in het buitenland. Die kon me dus niet meteen een antwoord geven. Ik merk wel dat de collega’s allemaal mijn bekommernis delen en dat we dit verder kunnen opvolgen in deze commissie.
De vraag om uitleg is afgehandeld.