Verslag vergadering Commissie voor Economie, Werk, Sociale Economie, Innovatie en Wetenschapsbeleid
Verslag
De heer Annouri heeft het woord.
Voorzitter, minister, enkele weken geleden ben ik met u wakker geworden. Ik verklaar me nader: mijn wekkerradio ging aan en ik hoorde u het plots op de radio hebben over de loopbaanonderbreking. Ik laat even in het midden of dat een droom of een nachtmerrie was, maar ik hoorde u op de radio onder andere zeggen dat, net als in de privésector en de federale overheidsdiensten, de Vlaamse ambtenaren in de toekomst enkel nog loopbaanonderbreking kunnen krijgen met een geldige reden, zoals het zorgen voor een ziek kind of het verlenen van palliatieve zorgen. Indien die reden er niet is, kan er wel nog verlof zonder wedde worden genomen, maar de persoon in kwestie zal dan niet langer een uitkering van de RVA krijgen.
Nu gebruiken heel wat mensen de loopbaanonderbreking vandaag als een middel om hun loopbaan leefbaar te houden, om op adem te komen, om nieuwe opleidingen of jobkansen te verkennen. Het is dus niet zomaar een ‘vakantiebonus’, zoals sommige mensen af en toe denigrerend zeggen. Ik ken redelijk veel mensen die die loopbaanonderbreking hebben genomen omdat ze altijd al droomden om een eigen passie na te volgen, om een eigen zaak te starten of een eigen hobby uit te werken tot iets waarmee ze teruggeven aan de samenleving. Ze jaagden een droom na, en hebben zo een eigen zaak kunnen opstarten, hetzij culinair, hetzij creatief, hetzij via kunst of op allerlei andere manieren. Er is dus ongetwijfeld ook sprake van een return on investment voor de samenleving.
In een tijd waarin steeds meer werknemers te kampen hebben met stress en burn-out, vormt het instrument van de loopbaanonderbreking voor ons ook een band tussen flexibele en leefbare loopbanen en werkbaar werk. De niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking afschaffen zonder overgangsmaatregelen en zonder in te zetten op een deftig beleid inzake werkbaar werk, is voor ons dus een beslissing die haaks staat op een evolutie naar gezonde en gemotiveerde werknemers.
Heel specifiek ging het die bewuste ochtend ook over leerkrachten. Ook heel wat leerkrachten gebruiken de loopbaanonderbreking vandaag om hun loopbaan leefbaar te houden, bijvoorbeeld door vier vijfde te gaan werken op het einde van hun loopbaan. Dat zal in de toekomst niet meer kunnen. De Vlaamse leerkrachten trokken daarom aan de alarmbel. Ze maken zich grote zorgen over de inperking van de mogelijkheid tot loopbaanonderbreking. De onderwijsbonden werden en worden nog steeds overstelpt met vragen om uitleg én vragen om last minute nog een loopbaanonderbreking te kunnen nemen. Minister, als ik me niet vergis, hebben de vakbonden tot eind mei om u een advies te geven over het voorstel dat u hebt uitgewerkt. Ze lieten echter al verstaan ongerust te zijn over de plannen, die vanaf volgend jaar ingaan. Zelf reageerde u al op de ongerustheid door te stellen dat “het huidige systeem niet meer van deze tijd is op een moment dat elk talent beschikbaar moet zijn en aan het werk moet zijn”. U voegde er ook aan toe dat werkbaar werk niets te maken heeft met het aantal vakantiedagen dat iemand kan opnemen.
Minister, welke overgangsmaatregelen zult u nemen om bij de start van volgend schooljaar de chaos te vermijden die wordt verwacht door het op het laatste moment opnemen van ongemotiveerde loopbaanonderbrekingen? Uit uw eerste reactie op de ongerustheid van de onderwijswereld blijkt dat u uitgaat van beslist beleid. In welke mate is er nog ruimte voor bijsturing door de bonden van het voorstel dat nu op tafel ligt? U zegt dat ieder talent beschikbaar en aan het werk moet zijn. Welke maatregelen zult u nemen om ervoor te zorgen dat Vlaamse ambtenaren “fluitend naar hun werk” kunnen gaan tot het einde van hun loopbaan? Hoe zult u ervoor zorgen dat er voldoende rustpunten worden ingebouwd in bijvoorbeeld de lerarenloopbaan? Het feit dat de onderwijsbonden worden overstelpt met lastminuteaanvragen voor een loopbaanonderbreking, toont nog maar eens aan dat heel wat leerkrachten vandaag problemen hebben met de werkdruk, wat hen belet om al fluitend naar het werk gaan. Werkbaar werk betekent volgens u ook dat mensen hun competenties en talenten kunnen ontplooien. Welke andere maatregelen schuift u naar voren om de werkomstandigheden op de werkvloer voor de ambtenaren in dezen te verbeteren?
Minister Muyters heeft het woord.
Ik ben getroffen door uw inleiding: mensen die hun droom willen nastreven, moeten loopbaanonderbreking kunnen nemen met een premie van de Vlaamse overheid. Als ik mijn droom wil najagen, zal ik dat wel doen. Moet de Vlaamse overheid daar een premie voor geven? Dat is de discussie. Mensen willen een droom najagen, ze willen verlof zonder wedde nemen, ze willen tijd maken voor het een of het ander. Dat kan zeker, maar de vraag is of we daar belastinggeld aan willen spenderen.
Ik zie geen reden tot chaos. De deelsectoren onderwijs, lokale besturen en de diensten Vlaamse overheid werden van bij aanvang betrokken bij de hervorming van de loopbaanonderbreking naar een nieuw stelsel van zorgkrediet. Dat staat overigens in het regeerakkoord. Zorgkrediet betekent gemotiveerde loopbaanonderbreking met een premie. Uiteraard kan men zonder premie ook nog verlof zonder wedde nemen.
Het toekennen van onderbrekingsuitkeringen in het kader van het zorgkrediet zal worden uitgevoerd door het departement Werk en Sociale Economie en niet langer door de RVA. De voorziene startdatum is door de Vlaamse Regering vastgelegd op 2 september 2016. Met de RVA werden procedures afgesproken om alles zo ordentelijk en klantvriendelijk mogelijk te laten verlopen. Ik zie niet in waarom er dan chaos moet zijn.
Het proces van sociaal overleg binnen de overheidssector loopt momenteel nog. Er werd verscheidene keren informeel en formeel met de sociale partners samengezeten en het ontwerp van besluit – dat kan ik u garanderen – zal op verschillende punten worden bijgestuurd; niet over de essentie van de zaak natuurlijk, het regeerakkoord is daarover duidelijk. Het werkbaar houden van het werk is in eerste instantie een verantwoordelijkheid van de werkgevers en de overheidsbesturen binnen de Vlaamse overheid die het personeelsbeleid vorm geven.
Leeftijdsbewust personeelsbeleid is voor een groot deel maatwerk op het niveau van de organisaties. In de deelsectoren lopen momenteel gesprekken over een loopbaanpact, waarin de globale arbeidsomstandigheden en arbeidsvoorwaarden van de Vlaamse personeelsleden voorwerp maken van de onderhandelingen.
Het is niet juist wanneer u stelt dat een leerkracht geen verlof meer zou kunnen nemen om zijn loopbaan tot op het einde werkbaar en leefbaar te houden. De Vlaamse Regering heeft beslist om de eindeloopbaan via het zorgkrediet niet langer te subsidiëren, maar er bestaan nog diverse andere verlofstelsels, waarover er momenteel ook gesprekken bezig zijn. De sectorale werkgevers kunnen onbetaald verlof toekennen.
Ik weet niet of u goed weet wat loopbaanonderbreking allemaal inhield in het verleden. Men kon vijf jaar voltijds loopbaanonderbreking nemen met een premie. Men kon daarna vijf jaar deeltijds loopbaanonderbreking nemen met een premie. Men kon daarbovenop tien jaar eindeloopbaan nemen met een premie. Men kon twintig jaar van zijn carrière niet volledig werken met een premie. Eerlijk gezegd, het regeerakkoord zegt duidelijk en correct: we hebben elk talent en elke competentie nodig; we moeten daar de consequenties aan vastknopen.
Studies hebben ondertussen uitgewezen dat de bron van het langer werken in ‘het werk zelf’ ligt, met name in de manier waarop taken worden verdeeld en de taakinhoud tot stand komt; ik verwijs naar de studies van Sels en Flanders Synergy. Om werknemers langer aan het werk te houden, moeten we dus focussen op de arbeidsinhoud en -organisatie en niet op de gedeeltelijke uittrede van werknemers. Eindeloopbaanregelingen zorgen immers voor een vicieuze cirkel. Ze verkorten de houdbaarheidsdatum van de oudere werknemer. De ‘afschrijvingsperiode’ wordt te kort door het bestaan van eindeloopbaanregelingen. Werkgevers en werknemers kiezen voor vervroegde uittrede en investeren hierdoor onvoldoende in de werkbaarheid van de arbeidsomstandigheden.
Betaalde gemotiveerde verlofstelsels laten de werknemer toe om arbeid en zorg/opleiding op een evenwichtigere manier te combineren, waardoor ze inzetbaar blijven op de arbeidsmarkt en tevens het welzijn van de betrokken gezinnen verhoogt. Betaald verlof in functie van eindeloopbaan is geen zorgmotief en in het kader van het zorgkrediet voor de openbare sector zal hiertegenover niet langer een uitkering staan.
Ook voor de private sector is werkbaar werk en het behoud van het werkvermogen een aandachtspunt in mijn beleid. In voorbereiding op het focus-op-talentbeleid werden de sociale partners bevraagd over een mogelijke strategie hierrond. In het kader van zo’n mobiliserende strategie kan gewerkt worden rond werkbaar werk, als een van de hefbomen om elk talent aan de slag te brengen en te houden. Hier ligt een verdere rol voor sociale partners, die reeds het voortouw namen in het sensibiliseren rond dit topic.
Ik verwijs naar de website www.werkbaarwerk.be van de Stichting Innovatie en Arbeid bij de SERV. Deze website biedt instrumenten, tools en goede praktijken. Ze zijn daar volop mee bezig.
Daarnaast moeten we ook naar de werknemers kijken. De loopbaancheque zorgt ervoor dat mensen georiënteerd en desnoods geheroriënteerd worden zodat ze effectief fluitend naar het werk kunnen gaan.
Minister, tussen een verlofstelsel van ongeveer twintig jaar en het volledig afschaffen, zit een heel grote ruimte. Het niet-gemotiveerd verlofstelsel loopbaanonderbreking is afgeschaft.
Het klopt dat er een verschil in visie is tussen ons beiden. U vindt het normaal dat als men tijd voor zichzelf wil, dit niet moet worden gesubsidieerd. Mijn punt was net dat de idee dat de loopbaanonderbreking vooral wordt gebruikt als een soort van vakantiebonus, absoluut niet klopt. Er is een verschil van visie en daar is op zich niets mis mee. U hebt uw overtuiging en ik heb de mijne. De mijne is dat je als overheid ook werknemers en burgers kunt steunen – maar dat debat moeten we nu niet voeren – en middelen kunt geven als ze tijd willen nemen om zich te bezinnen, om zich te vormen, om zich in te zetten voor de samenleving op hun eigen manier. Ik heb het persoonlijk altijd een mooi idee gevonden: te weten dat je van de overheid de kans krijgt om, op een manier waarop je je geen zorgen hoeft te maken over hoe je zult rondkomen, jezelf te versterken, jezelf te vormen, je eigen pad te kiezen. Ik weet dat ik in naam van velen spreek. Het is inderdaad een verschil in visie. Voor onze partij is dit heel belangrijk.
U maakt zich sterk dat er geen chaos zal zijn. Ik heb het vooral over de signalen die we hebben gekregen vanuit de sector zelf maar ook uit de media. Leerkrachten en onderwijscoördinatoren zeiden voor de camera dat er veel extra aanvragen voor loopbaanonderbreking waren. Snel, omdat de maatregel als een donderslag bij heldere hemel kwam. Ze maken zich zorgen over hoe ze het volgend schooljaar moeten aanvatten. Het is mei, het volgend schooljaar begint in september. Ik denk dus dat de kans op chaos wel reëel is, als ik de signalen uit de sector mag geloven.
Minister, ik ben het met u eens dat langer werken te maken heeft met hoe het werk wordt georganiseerd. Wij hebben dat altijd al gezegd. Het is natuurlijk maar een deel van het verhaal. Het gaat ook over inspraak van werknemers, over onder meer het verlofstelsel.
Minister, u vraagt mij waarom ik denk dat er chaos zal zijn. Ik heb signalen in de media opgevangen en uit de sector. U maakt zich sterk dat er geen probleem zal zijn bij het begin van volgend schooljaar.
Mevrouw Talpe heeft het woord.
Collega Annouri, u verwijst onder meer naar burn-out. We moeten wel opletten dat we burn-out niet in één adem noemen met het afschaffen van de niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking. Ik ben het er absoluut mee eens dat we moeten zoeken naar werkbaar en wendbaar werk, maar we moeten ook afstappen van het misverstand dat de combinatie werk en privé moet worden herleid tot de combinatie niet-werken en privé en liefst goed gesubsidieerd door de overheid. We steunen dan ook het nieuwe beleid.
Ik wil ook nog eens een lans breken voor de spitsuurgeneratie. Bij hen is er grote nood aan wendbaar en werkbaar werk om hen te motiveren om tot 67 jaar te werken, en als het kan met heel veel goesting.
Collega Talpe, ik denk dat we die discussie al hebben gevoerd. Als je mensen binnen een bedrijf of overheidsdienst niet-gemotiveerd verlof geeft, maak je het in vele gevallen net erger voor diegenen die overblijven.
Collega Annouri, natuurlijk kan ik niet zeggen hoeveel mensen uit het onderwijs zullen instappen in een loopbaanonderbreking. In het onderwijs mag men pas op 1 september in zo’n verlofregeling stappen. Of ik het nu dit jaar, of volgend jaar invoer of later, ik kan nooit verhinderen dat mensen profiteren van loopbaanonderbreking of eindeloopbaan. Ik hoop dat er heel veel mensen hun werk met zoveel plezier doen en blijven doen – ook in het onderwijs. Ik hoop dat men niet zoekt naar iets om zo snel mogelijk te kunnen stoppen met werken. Ik kan u niet zeggen of er veel mensen dit gaan doen. Ik weet het niet. Het zou erg zijn als de meerderheid van de leerkrachten er vooral op uit zijn om zo vroeg mogelijk te stoppen met werken. Ik denk dat het niet zo is, maar dan zouden ze weinig gemotiveerd zijn. Laat ons hopen dat het niet de meerderheid is.
U hebt twee of drie keer gezegd dat mensen zichzelf zouden moeten kunnen vormen. Vormen zit nog altijd bij de mogelijkheden om loopbaanonderbreking te nemen. Zorg is een andere. Er blijven ook federale maatregelen zoals ouderschapsverlof. Bovenop de federale maatregelen geven wij de mogelijkheid om achttien maanden extra te nemen. We nemen voldoende maatregelen om op moeilijke momenten of keuzemomenten zoals vorming, mogelijkheden te bieden.
Het is een keuze die ervan uitgaat dat we moeten werken rond werkbaar werk. Ik ben het daar volledig mee eens en voer daar ook acties rond. Ook de federale overheid doet dat. Laat ons daarop verder inzetten zodat iedereen elke dag met goesting naar zijn werk gaat.
Minister, dat is ook net de reden waarom ik vroeg of u voor overgangsmaatregelen zou zorgen. Het gaat er inderdaad niet over wanneer het precies zal worden ingevoerd, maar de mensen maken zich zorgen omdat ze denken dat het heel abrupt zal gebeuren. Zult u overgangsmaatregelen nemen zodat de mogelijke chaos begrensd zal worden? Daarom heb ik oorspronkelijk die vraag gesteld.
Collega Talpe, ik ben het met u eens dat het breder gaat. Het is niet omdat de niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking wordt afgeschaft, dat er meteen burn-outs komen. Het speelt zich natuurlijk wel af in een breder kader.
Minister, u hebt gezegd dat er nog verschillende alternatieven zijn. U haalt ouderschapsverlof aan. Het zou er nog aan moeten ontbreken dat ouderschapsverlof ook niet meer mogelijk zou zijn. Dit debat gaat over de niet-gemotiveerde loopbaanonderbreking die ervoor zorgt dat je jezelf kunt ontwikkelen. Ik blijf erop hameren omdat het heel belangrijk is: zelf je eigen pad zoeken, jezelf versterken op een onbegrensde manier om nadien terug te geven aan de samenleving. In het regeerakkoord spreekt men over vertrouwen, verbinden en vooruitgaan. Het vertrouwen geven aan de burger om zichzelf te kunnen vormen, om zich sterker te maken, mis ik toch een beetje.
Ik hoop dat we er samen voor kunnen zorgen dat mensen niet alleen fluitend naar het werk gaan, maar ook fluitend aan het werk blijven en fluitend terug naar huis gaan. Ik vrees dat deze maatregel een gemiste kans is omdat u hier wel voor had kunnen zorgen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.