Verslag vergadering Commissie voor Mobiliteit en Openbare Werken
Verslag
De heer Gryffroy heeft het woord.
In Tielt-Winge werd onlangs een microwaterkrachtcentrale uitgebouwd in een oude hoeve. Dit is een unicum in Europa. De installatie heeft een vermogen van 2,2 kilowatt. Dat is een jaarlijkse productie van ongeveer 15.000 kilowattuur en genereert dus voldoende stroom voor drie tot vier gezinnen voor een jaar. Dat was zelfs met een relatief klein verval van 1,5 meter. Men heeft daar een turbine geplaatst die elektriciteit kan produceren. Deze energie wordt gegenereerd zolang men dat waterverval heeft. Dat is dus vrij continu.
Volgens de initiatiefnemers is deze technologie rendabel. De investeringen zouden immers na vijf jaar volledig zijn terugverdiend. De techniek heeft bovendien een minimale impact op de omgeving en het ecosysteem. Ten slotte is, in tegenstelling tot wind- en zonne-energie, de energieproductie constant. Het kan een aantal leuke toepassingen hebben. Turbulent, het bedrijf dat de installatie heeft ontwikkeld, gaat nu op zoek naar andere bedrijven om deelcomponenten te produceren. Dit zou zes maanden duren.
Ik heb deze vraag om uitleg ook gesteld in de commissie Energie, toen nog aan mevrouw Turtelboom, om te horen of zij daar toepassingen in zag. Ik werd doorverwezen naar andere commissies, onder andere deze. Op Vlaamse waterwegen zit soms een verval. Zo werd op het Albertkanaal een archimedesschroef geplaatst die een aantal kilowattuur of megawattuur per jaar produceert, deels voor de sluis zelf en de rest wordt op het net gestoken. Dat is al een redelijk groot verval. Er zijn ook vele kleinere zoals op de oude Scheldearm tussen Oudenaarde en Gent, waar de sluizen ook af en toe eens moeten open gaan voor een vrachtschip van de binnenvaart.
Men heeft het soms over de problemen met onroerend erfgoed. Ik heb dat gecheckt bij het betreffende kabinet, en daar is geen probleem, als het goed kan worden ingepast.
Zijn er buiten het project op het Albertkanaal nog sites met het potentieel voor hernieuwbare energiebronnen op onze waterwegen?
Is het opportuun om dit in het Vlaamse Gewest verder te onderzoeken rond sluizencomplexen en dergelijke?
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb altijd de ambitie geuit om langs de waterwegen en de havens in te zetten op de vergroening van de watergebonden infrastructuur. Vanzelfsprekend valt het opwekken van groene energie daaronder. De waterweg en zijn aanhorigheden bieden inderdaad mogelijkheden om groene energie te produceren, bijvoorbeeld de waterkrachtcentrales waar u naar verwijst. Daarbij wordt gebruikgemaakt van het beschikbare verval. Een verval is natuurlijk een voorwaarde, en dan nog het liefst een verval dat continu is en niet enkel bij de opening van de sluizen. In mijn dorp is er effectief sprake van verval, of alleszins van het water. (Gelach)
Ik woon in de Molenbeekstraat, en daar stonden ooit – in mijn gemeente alleen al – tien watermolens langs die kleine beek.
Op het Albertkanaal in Ham en Olen hebben we inderdaad archimedesschroeven. U kent ongetwijfeld de techniek: bij een watertekort wordt er versluisd door de schroef; bij een wateroverschot – wat gelukkig meer het geval is – wordt het verval gebruikt om energie te produceren. Het gaat daar om twee keer 2400 megawatt.
We plannen dezelfde investeringen in Hasselt, Diepenbeek en Genk. Op de Leie in Harelbeke komt er een nieuwe sluis en een dubbele stuw met turbines. Er is een verval van 2,2 meter, dat is aanzienlijk. De turbines wekken elektriciteit op die nodig is om de stuw en de sluis te bedienen. Een aanzienlijk deel van het geproduceerde vermogen zal door het sluizencomplex zelf worden verbruikt, wanneer bij waterschaarste water stroomopwaarts dient te worden gepompt. Het totaalverbruik van de stuw en de sluis is 399 megawatt, terwijl de waterkracht 522 megawatt opbrengt, dat is vergelijkbaar met 10.000 vierkante meter zonnepanelen.
Ook voor de nieuwe sluis op de Leie in Sint-Baafs-Vijve wordt in de mogelijkheid voor een dergelijke installatie voorzien. We gaan elke opportuniteit aangrijpen om te onderzoeken of het verval groot genoeg is om efficiënte investeringen te doen op het vlak van energieproductie.
We hebben een nadeel in Vlaanderen. Niet iedereen is gezegend om in de Zennevallei te wonen. De rest van Vlaanderen is vlakker, waardoor het verval dikwijls veel kleiner is.
Nieuwe technologieën worden positief benaderd en onder de loep genomen. De waterwegbeheerders, Waterwegen en Zeekanaal en De Scheepvaart hebben daar absoluut oog voor. Ze doen heel wat op de terreinen die ze beheren en die grenzen aan de waterwegen. Ze gaan na of ze kunnen inzetten op watergebonden bedrijfsactiviteiten, of op alternatieve energieproductie uit wind of zon.
Een van de grotere alternatieve energieprojecten is dat op het oude stortterrein Rabot in Evergem dat u ongetwijfeld kent. Het is gelegen langs het Noordervak van de Ringvaart. Op het 7 hectare groot terrein werden 14.000 zonnepanelen geplaatst die jaarlijks 3100 megawattuur elektriciteit kunnen produceren. Dat komt overeen met het jaarverbruik van duizend gezinnen. De zonnepanelen leveren tevens groene stroom voor de nabijgelegen kunstwerken en gebouwen van Waterwegen en Zeekanaal.
Ik dank u voor uw gedetailleerd antwoord, minister.
In Ham en Olen wordt 2400 megawattuur geproduceerd of zoveel als op 600 particuliere daken. Het is duidelijker als het zo plastisch wordt voorgesteld.
Ik ga deze vraag ook stellen aan minister Schauvliege omdat een aantal rivieren meer te maken hebben met natuurbeheer. Mijn voornaamste bekommernis is, en uit uw antwoord is het heel duidelijk dat u dat ook mee draagt, dat als een ondernemer een rendabel product heeft en kan bijdragen tot de klimaatdoelstellingen zonder een ondersteuning nodig te hebben, en ook kan zorgen voor een vrij continue productie, het dan frustrerend zou zijn voor diezelfde ondernemer om plots geconfronteerd te worden met een aantal belemmeringen van vergunningen of van onwil van bepaalde administraties enzovoort. Daarom stel ik deze vraag publiek en openlijk. U hebt me voldoende geantwoord dat dat zeker binnen uw administratie niet zal gebeuren. Ik zal de vraag ook stellen aan minister Schauvliege om zeker aandacht te hebben voor dergelijke technieken die eens geen geld moeten kosten.
De heer Schiltz heeft het woord.
Minister, ik heb een gelijkaardige vraag ingediend op 20 april, maar een schriftelijke. Ik sluit met veel plezier aan. Ik vraag me af of u interesse hebt om het waterlandschap in Vlaanderen in kaart te brengen met betrekking tot het potentieel. We hebben bedrijven die zelf willen investeren en geen subsidies nodig hebben, maar het is niet altijd evident om te gaan onderzoeken waar het efficiënt of interessant zou kunnen zijn.
Ik heb ook uit uw antwoord begrepen dat u niet echt op sluizen mikt of denkt dat sluizencomplexen daarvoor in aanmerking komen omdat daar geen permanent verval is. Nochtans denk ik dat afhankelijk van de stuwing van het debiet en de frequentie, er toch een aantal mogelijkheden zouden kunnen zijn. Minister, overweegt u om uw administratie de opdracht te geven om een potentieel onderzoek te laten uitvoeren op de Vlaamse waterwegen?
Minister Weyts heeft het woord.
Eigenlijk doen ze dat permanent. Voor alle duidelijkheid: ik ben bevoegd voor bevaarbare waterlopen en niet voor de niet-bevaarbare waterlopen. Je spreekt niet over de totaliteit van het waterwegennet. Ik ben bevoegd voor ongeveer 1200 kilometer van de waterwegen, wat al genoeg is.
Ik wou niet zeggen dat het aan sluizen per definitie niet interessant is. In Ham en Olen ligt het trouwens aan sluizen, waarbij je de combinatie van beiden gebruikt. De efficiëntieoefening moet altijd worden gemaakt. Ik heb wel aan Waterwegen en Zeekanaal en aan De Scheepvaart gevraagd om altijd opportuniteiten in ogenschouw te nemen. Dat doen ze ook effectief. Ik weet niet of het nog nodig is dat ik vraag om een totale scan te doen van hun waterwegennet. Ik neem het alleszins mee. Vandaag stel ik vast dat ze zelf op regelmatige basis met opportuniteiten komen aandragen. Ik heb drie grote projecten vermeld waarvan de kostprijs, als ik eerlijk mag zijn, toch wel oploopt. Voor de drie projecten in Genk, Diepenbeek en Hasselt op het Albertkanaal spreek je toch over een kostprijs van 7 miljoen euro voor de bouw van de installaties. De rekening tikt dus snel aan.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik weet dat ik voor de niet-bevaarbare waterlopen bij een collega van u moet zijn. De prijzen die u hebt genoemd voor die schroef van Archimedes, zijn zeer hoog. Maar zelfs bij de sluizen is er altijd een klein lek, als ik het zo mag uitdrukken. Deze microwaterkrachtcentrale is er maar eentje van 2,2 kilowatt. Je kunt zeggen: wat kan ik daarmee doen? Meestal staat er thuis wel ergens een elektrische kast voor een aantal signalisaties te regelen en dergelijke. Dat zou elkaar perfect in evenwicht kunnen brengen, namelijk dat het verbruik van de kast van de signalisatie kan gebeuren met een kleine, minimale microwaterkrachtcentrale die veel goedkoper is. Die levert uiteraard niet het grote vermogen, maar levert wel permanent een klein vermogen. Ik denk dat dat toch wel opportuun is.
Voor mij is het belangrijk dat de deur geopend is. Door het kenbaar te maken, komen er geen andere plotse belemmeringen wegens het niet kennen van de techniek.
Minister Weyts heeft het woord.
Ik heb nog een kleine bemerking. Een bezorgdheid is dat niettegenstaande we nu werken met schroeven die zo visvriendelijk mogelijk zijn, we nog altijd vaststellen dat we een hoger percentage van vissterfte hebben op die waterkrachtcentrales.
De vraag om uitleg is afgehandeld.