Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, recent werden nieuwe cijfers bekendgemaakt over de werking van Muntpunt in 2015. Hieruit blijkt dat het aantal bezoekers flink is toegenomen: van 552.735 in 2014 naar 607.819 in 2015, of een stijging met 10 procent. Ook het aantal actieve leden is toegenomen: van 14.267 in 2014 naar 16.700 in 2015, of een toename met 17 procent. In 2008 had de toenmalige Hoofdstedelijke Openbare Bibliotheek (HOB) nog 22.350 leden. Na een sterke daling, met een dieptepunt van 8000 tot 9000 leden, zit het bezoekersaantal van Muntpunt dus opnieuw in de lift. Dit stijgend aantal kunnen we uiteraard alleen maar toejuichen. Het nieuwe Muntpunt is op veel gebieden een succesvolle instelling geworden.
Toch moeten we ook, zoals u in een vroegere bespreking al beaamde, de klassieke functie van de bibliotheek niet uit het oog verliezen. We zien immers dat het aantal ontleningen afneemt. Dat verontrust me. Van 26 stuks per jaar in 2014 naar 23 stuks in 2015. Redenen zijn volgens Muntpunt de langere uitleenperiode in de zomer en het veranderend profiel van de bezoeker. Tijdens een vergadering in 2014 zei u dat we pas in 2015 “op een billijke en genuanceerde wijze correcte vergelijkingen kunnen maken aangaande de evolutie van de bezoekerscijfers en het aantal ontleningen”.
Minister, de cijfers zijn nu bekend. Wat vindt u van deze cijfers? Wat wilt u doen om de diverse functies van Muntpunt – bibliotheekfunctie, de promotie van Brussel en Vlaanderen, en de rol als informatiecentrum – in balans te houden?
Minister Gatz heeft het woord.
Voorzitter, collega's, de cijfers voor 2015 zien er inderdaad mooi uit – en zijn in elk geval beter – en de stijgingen kunnen we uiteraard alleen maar toejuichen. Ik wil wel, en doe dat opnieuw – want blijkbaar blijft dit cijfer in de hoofden van de mensen spelen – één cijfer nuanceren. U spreekt van 22.350 leden in 2008, maar dit cijfer mogen we niet vergelijken met het resultaat van de huidige telling. In 2008 werd immers een multiplicator gebruikt voor de bibliotheekkaarten die werden afgeleverd aan klassen – maal 20 – en aan verenigingen – maal 7. Muntpunt gebruikt deze multiplicator niet meer: één kaart staat voor één lid. Als we de cijfers van de voormalige HOB ook zo gaan opvatten, dan had deze instelling op haar hoogtepunt ongeveer 19.500 leden of uitgereikte passen. Als we dus de huidige cijfers van Muntpunt – 16.700 actieve leden – vergelijken met de voormalige HOB, dan zien we dat reeds een grote inhaalbeweging werd gemaakt, en dat in een bibliotheekwereld waar we de voorbije jaren doorgaans een dalende trend hebben opgetekend.
Wat het aantal uitleningen en verlengingen betreft, laat Muntpunt een groei optekenen van 1 procent. Er zijn factoren die hierbij een negatieve invloed hebben. Ik som ze op. De comfortdiensten tijdens de zomerperiode – wanneer de leden dubbel zoveel items mogen uitlenen voor een dubbel zo lange periode – hebben een negatieve impact op de groei, ten belope van 3 procent. Deze impact is geen verrassing, want Muntpunt kiest er resoluut voor om zijn publiek voor lange termijn aan zich te winnen. Muntpunt gaat niet voor kortetermijnwinst. Deze comfortdienst stond volgens een gebruikersbevraging trouwens op nummer 1. Het profiel van de Muntpuntbezoeker is ook verschillend van dat van de vroegere HOB-gebruiker. De oprichters van Muntpunt hebben dat zo gewild, en ik vind dat ze de goede keuze hebben gemaakt. De veellezer – de veelontlener – is er nog steeds, maar door de combinatie van de opdrachten in Muntpunt zien we ook dat mensen die anders hun weg niet vonden naar de bibliotheek, ook bibliotheekgebruikers zijn geworden, weze het dan minder intensief of minder frequent.
Vroeger kwam ‘de’ bibliotheekbezoeker louter en alleen voor het uitlenen van gedrukte media, nu komt er ook een publiek dat gaat voor het ruimere aanbod en de infrastructuur. Ik denk dan aan het digitale aanbod – Pressreader, GoPress, Verborgen Parels in de vorm van e-books –, de IT-infrastructuur in de Stadsstudiezaal, enzovoorts. Deze trends zie je natuurlijk niet terug in de cijfers van de uitleningen op zich, maar worden in het jaarverslag afzonderlijk weergegeven. Ik vind het positief dat Muntpunt hiermee een breder publiek bereikt. We mogen ons dus laten vastpinnen op de uitleningen, maar moeten kijken naar het totaalaanbod. Dat alles neemt natuurlijk niet weg dat Muntpunt blijft streven naar zoveel mogelijk leden die zoveel mogelijk uitlenen. Het klassieke bibliotheekmodel is niet dood, maar gaat op in een breder model, met een ruimer aanbod. Het hoeft ook niet te verbazen dat er per lid minder gelezen wordt, want dat is een algemene, wereldwijde trend. We leven nu eenmaal in een wereld waarin de sociale media en andere trends ervoor zorgen dat er minder tijd wordt gespendeerd aan het lezen van literatuur.
Het vinden van een evenwicht tussen de verschillende opdrachten is iets waarop Muntpunt in 2015 sterk heeft ingezet en wat ook de volgende jaren nagestreefd zal worden. Ik geef alvast een aantal concrete voorbeelden van het voorbije en lopende jaar. Eerste voorbeeld: het budget voor de bibliotheekwerking – de collectie, presentatie, innovatie enzovoort – was in 2015 hoger dan in 2013 en 2014. Om beter in te zetten op de promotie werd dit ondergebracht in het takenpakket van een specifiek team. Zo wordt de zichtbaarheid hiervan in de hele organisatie duidelijk. Promotie moet meer zijn dan het digitale luik. Muntpunt wil ook sterker inzetten op het activiteitenaanbod, en dat ook meer in de kijker zetten. Zoals Muntpunt in zijn actieplan 2016 stelt, worden er thans initiatieven genomen om meer Vlamingen en Vlaamse verenigingen naar Brussel te halen, Vlaamse initiatieven in Brussel in de kijker te zetten en opnieuw meer mensen te bereiken met betere communicatie. Enkele concrete voorbeelden: binnen enkele maanden wordt de nieuwe UIT in Brussel-website gelanceerd waarbij ook Paspartoe een duidelijke zichtbare plaats zal krijgen. Hieruit zullen ook betere en mooiere nieuwsbrieven voortvloeien, met meer informatie dus.
Ik geef een tweede voorbeeld. Met het optreden als gastheer voor de Erfgoeddag, de Knipoogdag van vtbKultuur en de zomerzoektocht van de Gezinssportfederatie treedt Muntpunt op als Brussels baken voor deze Vlaamse organisaties.
Derde voorbeeld: bij heel de programmering zien we ook dat er steeds meer Vlaamse, en niet louter Vlaams-Brusselse, partners worden betrokken. Zo was er de betrokkenheid van de Vlaamse Vereniging voor Geestelijke Gezondheid en de Gezinsbond bij het Perfect People-project in maart 2016, en de sterke medewerking van Sport Vlaanderen aan de infocampagne rond sport, in mei 2016. Deze twee recente voorbeelden vergroten de uitstraling naar Vlaanderen. Ook was het mooi om te zien dat Muntpunt tijdens het project ‘Alzheimer-code’ als Vlaams-Brusselse partner op de affiche prijkte met de Singel, Museum M, het Museum van Hedendaagse Kunst Antwerpen (M HKA) en andere grote instellingen.
Vierde en laatste voorbeeld: Muntpunt wordt in Vlaanderen ook meer en meer beschouwd als een referentie voor informatieafhandeling en bibliotheekbeleving. Zo kwamen onder andere Albrecht Rodenbach open kenniscentrum (ARhus) uit Roeselare en de provincie West-Vlaanderen, voor een nieuw infoloket in Brugge, kijken hoe Muntpunt de voorbije jaren de informatieafhandeling heeft uitgewerkt. Voor het format ‘Zwijgstil-Luisterfestival’ hebben, najaar 2015, twee grote Vlaamse bibliotheken interesse laten zien en zij denken eraan om dit format over te nemen.
In de nieuwe samenwerkingsovereenkomst 2016-2020 met Muntpunt is overeengekomen dat Muntpunt instaat voor een integraal totaalaanbod waarin de verschillende opdrachten elkaar aanvullen en versterken. Op die manier ontstaan er sterkere totaalprojecten waar alle opdrachten en kerntaken hun plaats krijgen en er een breed en divers publiek wordt aangesproken. De verdere integratie van de verschillende functies van Muntpunt is een van de belangrijke speerpunten van de komende vijf jaar. In 2020 mag de virtuele opdeling in taken – informatie, bibliotheek en promotie – die nu nog in de hoofden speelt niet meer aan de orde zijn. Muntpunt zal en wil een open ontmoetingsplek zijn waar kennis en informatie dynamisch gehanteerd en gedeeld worden, en waar gebruikers en bezoekers een houvast krijgen om hun weg te vinden in de stad en het leven. Dit is dus een ‘work in progress’, maar dan wel eentje waarbij de voorbije jaren al een hele weg is afgelegd.
Ik probeer het nu heel eenvoudig samen te vatten. Ik denk dat er in de klassieke opstelling van ‘de bibliotheek’ toch weer terrein wordt gewonnen. Niet op alle punten, maar er zijn opnieuw meer mensen die zich aandienen als ‘abonnee’. Dat is een goede zaak. Daarnaast is er toch ook een ruimere uitstraling van allerlei Muntpuntbezoekers, aan de hand van alle activiteiten die ik daarnet bij wijze van voorbeeld opsomde. We zien dat Muntpunt in elk geval op dat vlak in de goede richting aan het gaan is. Als we, naast het inzetten op de vorige twee basistaken, de komende jaren de expats in al hun vormen wat meer bereiken, dan denk ik dat we met Muntpunt geraken waar destijds bij de opening de politiek verantwoordelijken naartoe wilden gaan.
Mevrouw Idrissi, het is zeker juist dat niet alles positief is, maar het is wel degelijk in de goede richting aan het evolueren. Ik vind de dynamiek van Muntpunt zeer belangrijk, en ik waardeer dat.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, dank u voor uw zeer uitvoerige antwoord. U verklaart het kleinere aantal leden met het referentiecijfer. U zegt dat we in 2008 de multiplicatorberekening hebben gehanteerd, die nu niet meer wordt gehanteerd. Maar zelfs als je daar abstractie van maakt, blijkt toch nog dat het getal niet wordt gehaald.
U somt een hele reeks positieve zaken op. Ik heb het u niet horen zeggen, maar ik stel me toch luidop de vraag of misschien het feit zelf dat Muntpunt diverse functies heeft de oorzaak is. Het gebouw is wat het is. Je ziet vaak heel veel animo beneden in de inkomsthal en er is daar heel veel activiteit. Maar misschien is het juist daardoor dat de mensen niet boven geraken. Dat is geen kritiek, maar een vaststelling. De activiteiten moeten kunnen plaatsvinden. We mogen de bibliotheekfunctie zeker niet uit het oog verliezen. Maar doordat je door die lange hal moet waar er heel veel activiteit is, geraak je niet tot bij de boeken. Misschien is dat een van de oorzaken van het feit dat het evenwicht wat verstoord is.
Het is inderdaad zo dat we, zelfs met de gecorrigeerde cijfers, nog niet op het niveau van 2008 zijn. Ik weet niet of we daar zullen geraken. Ik denk wel dat het kan, ik zie dat we nu opnieuw in een stijgende beweging zitten. Dat is zonder meer positief.
Uw tweede opmerking blijft fundamenteel. Dat is de rode draad in alle opmerkingen en vragen over Muntpunt tijdens deze legislatuur. Hoe we dat juiste evenwicht kunnen vinden, is een open vraag, of we het zullen vinden ook. Ik weet wel dat we allen hebben gewild dat de verschillende functies in dat nieuwe gebouw zouden komen. Dat hoor ik u ook heel duidelijk zeggen. Ik weet dat Muntpunt er permanent mee bezig is om dat te managen en in goede banen te leiden. Met andere woorden: de meer klassieke werking van de bibliotheek blijft nog altijd heel belangrijk als motor van Muntpunt. Maar die heeft de voorbije jaren organisatorisch en qua werkafspraken opnieuw een betere plek gekregen in de dagelijkse werking van de organisatie.
Met betrekking tot een aantal ruimtelijke gegevens, zoals de open ruimte en het geluid, is Muntpunt permanent bezig met het zoeken van dat juiste evenwicht. Nogmaals, ik weet niet of het ooit gevonden zal worden, maar men is er wel permanent mee bezig. Ik geef een voorbeeld: ik was een maand of zes geleden op werkbezoek in Genk. Daar staat, in het nieuwe stadsdeel, ook een zeer mooie bibliotheek. We verwijzen vaak naar Muntpunt en ook een beetje naar Roeselare, maar de nieuwe bibliotheek van Genk vond ik toch ook een heel interessant concept omdat daar ook een zeer grote ruimte is waar mensen niet alleen binnenkomen om een boek te ontlenen. Net als bij Muntpunt heb je daar een glazen wand, waardoor het plein buiten en het plein binnen lijken samen te smelten. Voor jongeren is het niet meer leesbaar of ze nu binnen zijn of buiten en of ze nu stil moeten zijn of lawaai mogen maken. Ik vat het nu heel simplistisch samen. In Genk heeft men daar een goede oplossing voor gevonden door van een aantal jongeren die soms wat onstuimig waren, een soort van stewards te maken. Ze werden ook allemaal aan mij voorgesteld. Op die manier geeft men een decodering van de plek: wat doen we hier en wat doen we hier niet. Dat werkt in Genk zeer goed. Muntpunt heeft dat bezocht, of vice versa, en is nu aan het bekijken of dat kan worden overgenomen.
Dat is maar een voorbeeld. Ik wil het niet toespitsen op luidruchtige jongeren. Die zijn er soms in Muntpunt, we weten dat allemaal. Men kan zeker nog vooruitgang boeken om enerzijds het open karakter van het huis te vrijwaren, wat we allemaal willen, en anderzijds een soort code in het huis te installeren, waarbij duidelijk wordt gemaakt dat het geen café is, dat het een plek is waar je kennis komt opdoen of soms oppervlakkig komt delen.
Ik denk aan het interessante boek De barbaren van Alessandro Baricco. De barbaren bezoeken de bibliotheek. U moet het zeker eens lezen. Het is zeer boeiend. Ze hebben daar ook hun plaats, dat wil ik benadrukken. Men is zich daar dus van bewust. Men managet dat. Men zoekt voortdurend nieuwe modellen en evenwichten om dit goed te laten functioneren. Men laat dit niet blauwblauw.
Mevrouw Idrissi heeft het woord.
Minister, ik had het niet over De barbaren van Barrico en zeker niet over luidruchtige jongeren. U haalt zelf een voorbeeld aan, ik zal er u ook een geven. Drie weken geleden ging ik op een zaterdagnamiddag naar Muntpunt. Ik zei het al, ik ben een heel fervente bibliotheekgebruiker. Ik ben er opnieuw gaan lopen. Niet omdat er luidruchtige jongeren waren, maar omdat er te veel activiteit was. Ik ben niet tegen de activiteiten op zich, maar ik vind dat Muntpunt erover moet nadenken hoe die twee kunnen worden gemanaged. Misschien moet er een route worden uitgetekend voor de activiteiten, zodat de deelnemers niet door de bibliotheek zelf moeten. Dat is een beetje mijn punt. Het loopt nu door elkaar. De bibliotheekgebruiker die gewoon een boek komt lenen, is er niet per se mee gediend om door die activiteit te lopen. Ik denk zelfs dat het storend is, zowel voor de organisaties die de activiteiten organiseren of eraan deelnemen als voor diegenen die gewoon een boek komen lenen. Dat is mijn punt.
Als er jongeren zijn die overlast bezorgen, moet dat uiteraard worden aangepakt. Maar dat is eigenlijk nu mijn punt niet.
De vraag om uitleg is afgehandeld.