Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De vraag om uitleg is afgehandeld.
Minister, op vrijdag 19 februari hebt u aan de Vlaamse Regering uw conceptnota ‘Traject naar een energievisie en een energiepact’ voorgelegd, en dat is meteen goedgekeurd. Met deze goedkeuring wordt een traject opgestart om vooropgestelde doelstellingen inzake hernieuwbare energie te behalen. Ik denk dat het geen dag te vroeg is. Als we de cijfers van het rapport van de Vlaamse Instelling voor Technologisch Onderzoek (VITO) erbij nemen, dan zien we dat er een versnelling hoger moet worden geschakeld omdat vandaag de productie van hernieuwbare energie in Vlaanderen stagneert.
Er zijn al langer plannen om een energievisie voor de langere termijn uit te rollen. We ondersteunen u daar kamerbreed in met een resolutie, die we in de plenaire vergadering hebben goedgekeurd, om aan te geven dat het op langere termijn belangrijk is om samen met de andere collega’s in dit land een plan uit te werken om die doelstellingen te halen. Een pact tussen de regeringen staat ingeschreven in het Vlaamse en federale regeerakkoord. Op dat vlak ontbreekt het niet aan ambities. Het is nu het moment om de resultaten op het terrein uit te rollen.
Minister, u hebt in januari al aangegeven dat u in uw nota vooral drie aspecten heel belangrijk vindt. Ten eerste is dat de burgerparticipatie, vervolgens wilt u de inbreng van het parlement meenemen en tot slot wilt u ook de sociale partners en de milieu- en maatschappelijke organisaties betrekken bij de uitrol van uw energievisie.
Minister, wat is de timing voor de uitrol van de conceptnota die onlangs is goedgekeurd? Welke stappen hebt u al genomen om de resolutie over de opmaak van een energiepact, die kamerbreed werd gesteund, uit te voeren? Op welke manier gaat u het parlement betrekken bij de uitwerking van een Vlaamse energievisie? Op welke manier gaat u de sociale partners en milieu- en maatschappelijke organisaties betrekken bij de opmaak van deze visie? Werden zij al geconsulteerd in functie van de opmaak van het vooropgestelde traject? U hebt ongeveer een jaar geleden een brief gestuurd naar uw federale collega minister Marghem met de vraag om samen te werken rond de opmaak van een energiepact. Hebt u daar een antwoord op gekregen, en zo ja, wat stond er in dat antwoord?
Minister Turtelboom heeft het woord.
De conceptnota zoals goedgekeurd door de Vlaamse Regering, ziet het pact en de visie niet als een statisch gegeven maar wel als een continu proces. Dat gebeurt trouwens in Nederland ook zo. Ze hebben daar een energieakkoord en hebben dat na twee jaar een volledige update gegeven. De technologieën veranderen zo snel dat het fout zou zijn om nu een energiepact te maken dat dan de leidraad is voor de komende vijf jaar. Het kan zijn dat we over twee of drie jaar in een totaal andere wereld leven op het vlak van kostprijs van batterijen, opslag enzovoort. Je moet dus snel kunnen schakelen. Zeker als je naar batterijen, opslagen en flexibiliteit kijkt, zijn dat geen sloganwoorden. Iedereen onder ons weet wat ze betekenen en hoe snel ze evolueren.
De start van het traject wordt gegeven in het voorjaar. We verwachten een eerste versie van teksten in oktober-november, waarbij we dan heel graag op het einde van het jaar de eerste draft van het visiepact willen voorstellen. Dat wordt geschreven door ten eerste de organisaties waar de SERV bij betrokken is en de milieuorganisaties, ten tweede een burgerpanel en ten derde mensen die vandaag al heel veel goede voorbeelden geven om energie te besparen. Op die manier behouden we de kennis en de goedepraktijkvoorbeelden.
Het blijft voor mij de bedoeling om tot een interfederale visie en pact te komen. Ik heb hier al meermaals gezegd dat ik in het begin dacht dat we daar alles op zouden inzetten, maar ik heb op een bepaald moment gemerkt dat als die dynamiek anders is in de gewesten en ten opzichte van het federale niveau, we dan onze eigen visie en pact al kunnen maken. Uiteindelijk zullen ze niet tegengesteld zijn aan elkaar en kunnen we op die manier het interfederale traject inbrengen en versterken.
In de conceptnota is heel duidelijk gezegd dat er een wisselwerking zal zijn met deze commissie. We gaan met het energiepact net zoals bij het renovatiepact regelmatig terugkoppelen naar de commissie zodat de parlementsleden hun input kunnen geven. Op basis daarvan kan de input meegenomen worden. We hebben een schema gemaakt waarbij we de SERV en de milieuorganisaties hebben, het burgerpanel en de praktijkvoorbeelden. Er is een tussentijdse rapportering tussen die drie pijlers en in het parlement, zodat het zo breed mogelijk gedragen is.
De spelers die u vermeldt, zijn reeds van bij de start een partner en hebben positief gereageerd op vraag tot deelname. Niet enkel bewegingen en/of organisaties zullen actief kunnen deelnemen, maar ook burgers die via een online platform en burgerpanel de mogelijkheid hebben om deel te nemen aan de discussies.
Ik heb op mijn brief geen antwoord gekregen, maar we hebben wel een afspraak dat we elkaar binnenkort zien om het interfederale traject proberen vlot te trekken met de gewestregeringen. U ziet dat we constructief blijven werken maar dat er gewoon een andere dynamiek is.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ben zeker tevreden met het antwoord op de eerste punten. Over het laatste punt ben ik niet ontgoocheld in u maar wel in uw federale collega. Die brief is bijna een jaar geleden vertrokken, puur met de vraag om samen te werken rond een energiepact. Ik betreur het echt heel erg dat u daar geen antwoord op krijgt. Ik vind dat bijna schandalig en onbeleefd. De problematiek is ernstig genoeg. U zit met dezelfde partijen in beide regeringen. Ik betreur echt dat die dynamiek dan niet tot stand kan komen.
U zegt dat u de dynamiek hier niet zult vertragen omdat er federaal geen dynamiek is en dat er op beide niveaus wel een plan zal komen dat niet tegenstrijdig is. We gaan deze namiddag een motie betreffende een belangenconflict bespreken, want als het op vlak van tegenstrijdigheid nu nog niet duidelijk is, dan zal het dat deze namiddag wel zijn. Als de kerncentrales zomaar open blijven, en als dat niet in tegenstelling staat tot uw beleid voor meer hernieuwbare energie, dan weet ik het niet. Ik denk dat we net nu nood hebben aan afspraken op alle beleidsniveaus om op lange termijn onze doelstellingen te halen.
Ik betreur heel erg dat er het laatste jaar geen dynamiek tot stand is gekomen met de federale collega. U mag dan Vlaams nog zoveel enthousiasme en dynamiek hebben, als dat dode letter blijft omdat er federaal geen steun is, dan hoop ik dat heel die energievisie geen maat voor niets zal zijn.
De heer Gryffroy heeft het woord.
Ik zal niet ontkennen dat ik liever zou hebben dat we vroeger konden starten. Er is trouwens een resolutie waarin staat dat we er in september mee kunnen starten. Het was een resolutie met het oog op een stappenplan. Wat nu wordt gepubliceerd, is ook een stappenplan. Er zitten zeker goede elementen in.
Mijnheer Beenders, we zullen de discussie van deze namiddag afwachten om te beslissen of en in welke mate we uw belangenconflict kunnen ondersteunen. (Opmerkingen van Rob Beenders)
U mag nooit de huid verkopen voor men de beer geschoten heeft – daar is uw partij specialist in. (Rumoer)
Minister, of u nu een date hebt met federaal minister Marghem of niet, we moeten in Vlaanderen gewoon doen wat we moeten doen. Het enige dat we niet in eigen handen hebben, is een groot stuk van de productie en het transport. Al de rest kunnen we zelf regelen: prijs, distributie, hernieuwbare energie, geothermie … We hebben heel wat in handen om de zaken te kunnen sturen.
Draait het niet op federaal niveau, dan komt dat vooral omdat de tegenstellingen tussen het Waalse en het Vlaamse gedeelte dermate groot zijn. Ten overstaan van het zuiden van het land, zijn wij een grootverbruiker per vierkante meter of per inwoner. Dat heeft te maken met de structuur van het land. Wij zijn zwaar geïndustrialiseerd, dichter bevolkt enzovoort. We moeten gewoon onze eigen weg gaan. Misschien kunnen we beter kijken naar gelijkaardige gebieden om mee samen te werken, zoals Nederland of Noordrijn-Westfalen. Die hebben een meer gelijkaardige typologie van samenleving.
Mijn vraag was altijd: 'Wanneer kunnen we starten?' Nu ligt het op tafel. Ik hoop dat we de timing waarover u spreekt, kunnen aanhouden.
Ik wil er wel nog op wijzen dat ik hoop dat er geen vermenging is met de Klimaatcommissie, want die is overkoepelend en de energievisie is er een onderdeel van. De Klimaatcommissie moet haar ding kunnen doen, in samenwerking met wat u wilt opmaken.
De heer Danen heeft het woord.
Dinsdag was er in de federale Kamer blijkbaar een overleg of een gedachtewisseling met minister Marghem. Ze gaf aan u vrijdag te zullen ontmoeten, minister. Ze heeft ook een aantal zaken verteld over hoe zij het energiepact ziet. Als ik dan naar uw website ga, dan lijkt die niet helemaal gelijk te sporen.
Het is natuurlijk niet verboden dat we andere dynamieken hebben, maar om samen te werken, is het toch goed om een en ander te integreren, dat kan de energievisie en het energiepact alleen maar ten goede komen. Ik hoop dan ook dat het overleg van vrijdag meer zal zijn dan een beleefdheidsbezoek. Ik hoop dat u samen de koe bij de horens zult vatten.
Een energievisie en een energiepact zijn bijzonder belangrijk met het oog op de bevoorradingszekerheid en het klimaatbeleid dat we wensen te voeren. We zijn dan ook heel blij met de conceptnota en met de opstart van de werkzaamheden in Vlaanderen. We hopen dat er daarna een dynamiek op gang komt met de federale overheid en de andere gewesten.
Misschien is dat wel de juiste volgorde. Uiteindelijk zijn het de gewesten die zullen bepalen hoe het zit met het potentieel aan groene energie en hoe we die energieproductie kunnen vormgeven, hoe het zit met de energiebesparingen en met de energie-efficiëntie. Het federaal beleid moet voor een stuk flankerend werken om de tekorten die we hebben aan stroom nadat we het groenestroompotentieel hebben opgebruikt, aan te vullen met andere stroomvoorzieningen of met interconnecties met het buitenland. Ik hoor de heer Gryffroy pleiten voor het zoeken naar samenwerking, niet alleen met Wallonië of de federale overheid, maar ook met andere landen en landsdelen rond ons.
Ik meen dat het een en-enbenadering moet zijn. De elektriciteitsmarkt is geen zuiver nationale markt. We zitten op de West-Europese markt. Het lijkt me nuttig dat de overheden die samenwerking stap per stap zullen intensifiëren. Na het Vlaamse werk, met een Vlaamse energievisie en een Vlaams energiepact, moet er werk worden gemaakt van een federale of een interfederale energievisie en energiepact. Het mag daar niet bij blijven. We moeten ons inschakelen in een Europees geheel. Misschien kunnen we met de West-Europese regio een soort voorloper zijn inzake de eenmaking van de Europese energiemarkt en de ontwikkeling van de energie-unie. Ik kreeg graag uw mening daarover, minister.
Ik ben het helemaal eens met de laatste opmerking. De dynamiek kan inderdaad ook komen vanuit de gewesten om vandaaruit naar het federale niveau te gaan. Er staat morgen een mogelijke afspraak in mijn agenda, die is nog niet bevestigd. Ik ben het ermee eens dat het logisch kan zijn dat het groeit vanuit de gewesten om op die manier een dynamiek te creëren op het interfederaal niveau.
Ik meen wel dat wij momenteel het enige gewest zijn dat een dergelijk traject heeft opgestart. Het bevat drie toch wel ambitieuze componenten. Uiteraard moeten we verder kijken. Voor een klein land zoals België en een kleine regio zoals Vlaanderen, kan de Europese energie-unie een ongelofelijke opportuniteit betekenen als die goed wordt uitgevoerd op het vlak van interconnectiviteit. Ik blijf ervan overtuigd dat we er in Europa in zouden moeten kunnen slagen om de windmolens te zetten op de plaatsen waar het het meeste waait en de zonnepalen te plaatsen op de plekken waar de zon het meest schijnt. Het lijkt zo logisch, maar de uitvoering ervan is niet altijd even gemakkelijk.
Als we kijken naar de Europese doelstellingen voor hernieuwbare energie die ons worden opgelegd, zouden we nog veel verder kunnen staan als Europa als één geheel zou optreden in plaats van allemaal apart van op ons eigen kleine eilandje.
De heer Beenders heeft het woord.
Minister, kunnen we via u de nota die vrijdag op de ministerraad is besproken, versneld krijgen? De nota werd opgevraagd, maar ik heb ze nog altijd niet gekregen.
Ik zal ze laten doorsturen naar het commissiesecretariaat.
De vraag om uitleg is afgehandeld.