Verslag vergadering Commissie voor Brussel en de Vlaamse Rand
Verslag
Mevrouw Segers heeft het woord.
Voorzitter, minister, in uw antwoord op mijn vraag om uitleg van 7 oktober 2015 stelde u snel werk te zullen maken van nieuwe criteria voor het toekennen van subsidies voor de integratie van anderstaligen en de bevordering van het Nederlandstalige karakter van de Vlaamse Rand. U zei dat u op dat moment werk maakte van het vastleggen van het projectreglement en de criteria die erin vervat liggen. U stelde ook dat u dat projectreglement en de bijhorende criteria zou bezorgen aan de commissieleden. Nu zijn we een aantal maanden later en nieuwe projecten lopen volop binnen. Op 31 maart loopt de oproep immers af.
Minister, kunt u ons wat meer vertellen over het projectreglement? Op basis van welke criteria wordt beslist welk project wordt gesubsidieerd en welk niet? Wie beoordeelt of een project aan de criteria voldoet? Er is sprake van een jury. Hoe is die samengesteld en hoe gaat die te werk?
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, geachte leden, het aanvraagformulier voor het verkrijgen van zo’n impulssubsidie is sinds december te vinden op www.vlaamserand.be. Voor de beoordeling van die ingediende projecten worden er objectieve criteria gehanteerd, wat vanzelfsprekend de vergelijkbaarheid van de diverse ingediende projecten faciliteert.
De volgende criteria zijn een basisvereiste in de beoordeling. Ten eerste is er de ondersteuning van het specifieke karakter van de Vlaamse Rand. Dat was net een van de kritiekpunten van het Rekenhof. Ten tweede is er het Nederlands als verbindingstaal, en ten derde de mate waarin het concept inzet op versterkend samenleven. Bijkomende criteria zijn geen vereiste, maar krijgen vanzelfsprekend wel een meerwaarde op het vlak van de beoordeling. Dan gaat het bijvoorbeeld over de originaliteit en innovatieve aard van het concept, en over de overdraagbaarheid van het project, dus de mate waarin je dat project of concept niet alleen kunt toepassen in één gemeente, maar het ook kunt uitspreiden naar andere gemeenten, als een soort goede praktijk. Ook gaat het over de mate waarin het concept nieuwe inwoners betrekt.
De inschrijver moet omschrijven op welke manier het project het Vlaamse karakter ondersteunt en wat het beoogde effect is. Ook de beoogde doelgroep en de manier waarop de inschrijver zal nagaan of die doelgroep werd bereikt, moeten natuurlijk deel uitmaken van het dossier. Er zijn twee projectoproepen per jaar. De eerste loopt inderdaad tot eind maart. Die loopt inderdaad af. De volgende is voor het najaar. In een eerste fase zal de jury de ingezonden voorstellen evalueren. Nadien worden de voorstellen uitgewerkt met een businessplan en een presentatie. Het toe te kennen bedrag wordt net op basis van dat businessplan en die presentatie bepaald door de jury, binnen de daartoe beschikbaar gestelde kredieten. De jury bepaalt naargelang het project hoeveel de betoelaging bedraagt, welke kosten in aanmerking komen voor subsidie en welke de uitbetalingsmogelijkheden zijn, dus of dat een uitbetaling in schijven of als saldo is.
Het project wordt voorgesteld aan een jury, die deels bestaat uit vertegenwoordigers van het coördinatieteam Vlaamse Rand en deels uit deskundigen. Aangezien de beoordeling in maart gebeurt, heb ik nog wel even de tijd om de jury samen te stellen, maar dat loopt momenteel.
Mevrouw Segers heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Zeker de samenstelling van die jury is wel een heel belangrijk punt. Ik begrijp uit uw antwoord dat die nog niet is samengesteld. Wie zijn dat precies? Op basis van welke expertise worden ze aangesteld? Dat blijft toch wel een heel belangrijk aandachtspunt, want de jury is uiteraard voor een stuk bepalend bij de toekenning.
De criteria die u had opgesomd, en die ik ook had teruggevonden op de website, lijken me nog vrij veel ruimte voor interpretatie te laten. Ze zijn eigenlijk nog vrij vaag. Er is ook de vraag welk bedrag overeenkomt met het voldoen aan welk criterium. Dat is dus de ordegrootte van de bedragen, de verhoudingen. Voor mij blijft er toch nog heel veel onduidelijkheid ter zake. Ik vind die jury heel belangrijk. Om zeker niet de schijn te wekken dat er een zekere willekeur zou zijn of dat u naar believen geld mag uitdelen, lijkt het me heel belangrijk om daar zeer transparant in te zijn. Dat zou een teken van good governance zijn. Ook het Rekenhof heeft precies dezelfde opmerkingen gemaakt en eigenlijk zie ik tot nu toe weinig vooruitgang. Ik hoop dus dat er zo snel mogelijk transparantie komt op alle vlakken, met duidelijkheid over de criteria, over de samenstelling van de jury en hoe die precies te werk gaat, dus de hele systematiek van het beoordelen en de bedragen die eraan zijn verbonden. Maximale transparantie graag.
De vraag om uitleg is afgehandeld.