Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over de aangekondigde Vlaamse klimaattop
Verslag
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, collega’s, minister, er worden allerlei dingen opgestart met betrekking tot het klimaat. Voor alle duidelijkheid, dat is een goede zaak, zolang het maar tot resultaat leidt, natuurlijk. Er is het klimaattraject, er is het klimaatpact, er is ook onze eigen klimaatcommissie in dit parlement. Dat zijn allemaal goede elementen, maar ik meen dat die wel allemaal een beetje op elkaar moeten worden afgestemd.
Op 1 februari kondigde u in een artikel in De Standaard aan dat er in maart een eerste klimaattop zou plaatsvinden. In november zou er dan een tweede klimaattop worden georganiseerd, waarop dan een definitief klimaatpact zou worden voorgesteld. Burgers, middenveld en bedrijven zouden daarbij worden betrokken. Er zou ook een eventbureau worden ingeschakeld “om het thema al die tijd levend te houden”. Ik meen dat u daar iets meer over kunt vertellen. Wat is de taak van dat eventbureau exact? Ik stel die vraag omdat we toch al een aantal vergelijkbare dingen hebben gezien in Vlaanderen. Denken we maar aan Vlaanderen in Actie. Dat was allemaal niet zo succesvol. Ik ben dus benieuwd hoe dat eventbureau die klimaattop levend wil houden.
In het artikel werd ook verwezen naar extra maatregelen die de Vlaamse Regering zou nemen. Op een eerdere vraag van mij in deze commissie hebt u inderdaad geantwoord dat er ongeveer in februari een nieuwe set maatregelen zou worden verzameld, via ‘pledges’, ook vanuit de andere beleidsdomeinen. Ondertussen is het bijna eind februari. Het zou interessant zijn dat u daarover iets meer informatie zou geven.
Minister, wat is eigenlijk de doelstelling van het maken van dat klimaatpact? Gaat dat alleen over het verdere traject tot 2020, gaat dat over de periode 2021-2030 of over alles tezamen? Het traject richting 2020 wordt in principe verscherpt, op basis van het intra-Belgische akkoord. Wordt dat ook opgenomen in het traject voor het klimaatpact? De daling met 15 procent tegen 2020 op het vlak van broeikasgassenreductie is toch licht verscherpt, tot 15,7 procent. Komt er een bijsturing ter zake?
Welke bijkomende maatregelen zou u in dat geval nog vóór november dit jaar nemen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen? Van welke minimale inspanning voor Vlaanderen voor de periode 2021-2030 gaat u uit voor het klimaattraject? De verdeling binnen Europa moet nog gebeuren, maar als u nu een traject opstart, dan zult u natuurlijk op zijn minst toch een vork moeten hanteren als noodzakelijk kader voor de discussie over de klimaatmaatregelen. Het lijkt me ook interessant om te weten of er minimale inspanningen zullen worden vooropgesteld per beleidsdomein. Nu gaat het immers nog altijd over het klimaat in het algemeen, maar uiteindelijk kennen we de sectoren waar actie moet worden ondernomen heel goed. Gaat u dus afzonderlijke doelstellingen formuleren?
Worden energiebesparing en de productie van hernieuwbare energie ook meegenomen in het traject? Europa verwacht tegen 2018 immers iets waarbij klimaat, hernieuwbare energie en energiebesparing geïntegreerd zijn voor de periode 2021-2030. Het lijkt me dus ook niet onlogisch om die samen te nemen. Hoeveel middelen maakt u vrij voor de organisatie van dit traject? Wat met de afstemming met de parlementaire commissie Klimaat? Uiteraard respecteert u de werkzaamheden van dit parlement. Ik denk dat we er toch eens over moeten nadenken op welke manier we elkaar kunnen versterken. Het zou een beetje zonde zijn dat er gewoon twee parallelle trajecten worden opgestart, waarbij die helemaal niets met elkaar te maken zouden hebben en er gewoon twee pakketten op tafel belanden. Misschien kunnen we dus toch wat aan kruisbestuiving doen in dit klimaatdebat.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Voorzitter, dat is een oproep tot kruisbestuiving. Ik kan me er alleen maar bij aansluiten. Collega Sanctorum heeft al heel wat zaken geduid. Er waren de klimaatakkoorden, het wereldwijde en het Belgische van begin december. Minister-president Bourgeois heeft toen aangekondigd dat er werk zou worden gemaakt van een Vlaamse klimaattop. Minister, eigenlijk is dat het voortzetten van een traditie die u en uw voorganger al hebben geïnstalleerd. Toen al werd gezocht naar een breed draagvlak voor het te voeren Vlaamse klimaatbeleid, met een Vlaamse klimaatconferentie. Nu wordt dat een klimaattop. Collega Sanctorum verwees al naar de recente berichten daarover in de media. Een eerste klimaattop zou dus in het voorjaar worden gepland, en een tweede in het najaar. Het lijkt me inderdaad belangrijk om hiervoor een breed draagvlak te zoeken en een brede publiekswerking op te zetten. In die zin is het laten begeleiden door een bureau dat daarin gespecialiseerd is, wel een nuttige insteek, om op die manier zo veel mogelijk Vlamingen te betrekken bij het tot stand brengen van een ambitieus klimaatbeleid.
We hebben een Vlaams Klimaatbeleidsplan 2013-2020. Mits een aantal bijkomende inspanningen zullen we normaliter die klimaatdoelstellingen voor 2020 halen. U hebt eerder in deze commissie al verwezen naar de werkzaamheden daaromtrent binnen de regering. In welke inspanningen, in welke maatregelen wordt op dat vlak nog voorzien?
Verder kijkend, richting 2030, hebt u al een zicht op hoe u de engagementen binnen de Vlaamse Regering wilt verdelen om de uitstoot van broeikasgassen te verminderen, en bijvoorbeeld ook de productie van hernieuwbare energie te ondersteunen? Collega Sanctorum verwees er immers ook al naar: Europa verwacht van ons een geïntegreerd klimaat- en energiebeleidsplan en een geïntegreerd klimaat- en energiebeleid. Daarop moeten we dus een duidelijk antwoord formuleren. Zeker omdat ondertussen in de schoot van de Vlaamse Regering ook het traject naar een energievisie en een energiepact is afgesproken, moeten we ervoor zorgen dat de beide samengaan.
Wie wordt er heel concreet uitgenodigd voor zowel de eerste als de tweede klimaattop? Ik veronderstel dat dat dezelfde mensen zullen zijn. Belangrijk voor ons is ook dat we de lokale besturen hier nauw bij betrekken. Er zijn heel veel lokale overheden die, al dan niet onder de noemer van het Burgemeestersconvenant, lokaal proberen een invulling te geven aan de klimaatdoelstellingen. Hoe worden zij betrokken bij die klimaattoppen en het op te maken klimaatpact?
Hoe ziet u het traject tussen de eerste en de tweede klimaattop? Hoe kan bijvoorbeeld dit parlement vanuit onze klimaatcommissie daarbij een inbreng hebben?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Geachte leden, ik dank u voor uw vragen. Het lijkt me inderdaad goed om een en ander af te stemmen, maar ik kom daar straks nog op terug. Nu, het idee van een Vlaamse klimaatconferentie of klimaattop is niet nieuw: we hebben telkens naar aanleiding van een nieuw Klimaatbeleidsplan ook dergelijke klimaattoppen of -conferenties georganiseerd. We zetten de traditie dus voort. We hebben dat in december ook aangekondigd. We doen dat om twee redenen, meteen ook de doelstellingen van die klimaattop. Er zijn de doelstellingen tot 2020. Mijnheer Sanctorum, u verwijst terecht naar het Vlaams Klimaatbeleidsplan. Ondertussen is de ‘burden sharing’ goedgekeurd, en is dat ook bevestigd in het Overlegcomité. Wij gaan nu dus naar een reductie met 15,7 procent. Dat vergt dus het nemen van bijkomende maatregelen, ook tegen 2020. Dat is dus de eerste scope van die klimaatconferentie.
De tweede scope is de uitvoering van het resultaat van Parijs. Normaliter zal Europa in het voorjaar de doelstellingen ook vertalen naar lidstaatniveau, en dan zullen wij dat ook opnieuw moeten toepassen in Vlaanderen. Wij moeten dus ook al 2021-2030 voorbereiden. Daar zullen we dus ook werk van maken in het kader van die klimaattop.
Het zal natuurlijk niet alleen over de reductie van de uitstoot gaan. Het gaat ook over hernieuwbare energie en energie-efficiëntie. Ter zake zijn er ook Europese doelstellingen. Uiteraard zal mijn collega bevoegd voor het energiebeleid dat ook verder trekken. Trouwens, vrijdag hebben we met de Vlaamse Regering de conceptnota goedgekeurd over het traject naar een energievisie en een energiepact, dat ook zo veel mogelijk zal sporen met die klimaattop. Dat staat daar trouwens ook in. De beide zullen daar uiteraard dus ook aan bod komen.
Op die klimaattoppen zullen alle beleidsdomeinen, maar ook de parlementsleden, de overheden, de werkgevers, de werknemers, de milieubeweging, de adviesraden, de bedrijven, de onderzoekinstellingen enzovoort allemaal worden uitgenodigd. Ook alle steden en gemeenten en provincies zullen daar aan bod komen, omdat zij ook reeds heel wat belangrijke klimaatengagementen op zich hebben genomen en heel wat waardevolle initiatieven hebben genomen, die ook aan bod zullen komen op die klimaattop.
Het is de bedoeling om op de eerste top een stand van zaken op te maken en om best practices aan bod te laten komen, net als inspirerende voorbeelden uit het buitenland. Ook bij het verdere traject zullen de lokale besturen en de provincies worden betrokken, in de diverse thematische rondetafels.
Op 19 maart hebben we ons startmoment. Dan zullen er tussen maart en november per beleidsdomein, per beleidsinitiatief workshops en rondetafels worden georganiseerd om concrete maatregelen uit te werken, die dan in november allemaal zullen worden samengevoegd. Elke vakminister zal dat dus trekken voor diens beleidsdomein en zal op die manier ook die klimaatengagementen op tafel leggen. Daarnaast zullen ook alle maatregelen, acties en engagementen van alle belanghebbenden – ik heb ze daarnet allemaal opgesomd – worden bijeengebracht. Deze informatie zal ook worden gecentraliseerd en er zal over worden teruggekoppeld naar de diverse rondetafels. Dat moet dus uiteraard uitmonden in die concrete acties op korte termijn en ook in de acties voor 2021-2030. Op die tweede klimaattop zullen dus ook de stand van zaken en de langetermijnvisie naar voren worden gebracht. Het is de bedoeling dat dit alles dan definitief wordt gefinaliseerd, om het ook verder te kunnen opvolgen.
Uiteraard juich ik het initiatief van het parlement ook toe. Ik kan me niet mengen in wat het parlement zal doen, maar ik vind het uiteraard perfect dat een en ander op elkaar wordt afgestemd. Het is trouwens zo dat de minister-president ook regelmatig aan tafel zit met de voorzitter van het Vlaams Parlement. Hij zal dat ook aan bod laten komen, om te bekijken hoe we complementair kunnen zijn met elkaar, om ervoor te zorgen dat we elkaar versterken. Het is immers net de bedoeling om die maatschappelijke beweging en die aandacht voor klimaat zo ruim mogelijk te maken, en ook alle acties op alle niveaus. Ter zake kunnen we elkaar alleen maar versterken. Dan gaat het over wat de Vlaamse Regering en de diverse beleidsdomeinen doen, maar uiteraard ook over wat jullie hier in het parlement doen. Ik ben er dus van overtuigd dat dit zeker moet lukken. Op die manier kan het alleen maar positiever naar buiten en naar voren komen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Ik twijfel er niet aan dat er goede intenties zijn, maar met mijn vragen peil ik natuurlijk ook naar een aantal concrete zaken, en ter zake zijn er voor mij toch nog wel wat onduidelijkheden. Dat is nog niet het belangrijkste, maar wat, bijvoorbeeld, gaat dat eventbureau exact doen? Wat voor campagne zal dat worden? Hoeveel geld wordt daarvoor gegeven? Het lijkt me wel nuttig voor het parlement om dat te weten, maar nogmaals, dat is natuurlijk niet het belangrijkste element in de hele discussie. Wat de periode 2021-2030 betreft, is er natuurlijk enigszins een mismatch. Ongeveer halverwege dit jaar zou duidelijk worden wat de Belgische doelstelling wordt voor die periode, maar dat zal dan natuurlijk nog moeten worden verdeeld. In maart wordt het proces echter al in gang gezet, met de eerste klimaattop, en dan zou in november het grote klimaatpact er moeten zijn. Tegen dan zouden we eigenlijk moeten weten hoeveel minder CO2 we willen uitstoten in 2021-2030, maar er zal waarschijnlijk nog geen intra-Belgisch akkoord zijn, en sowieso zal er in maart nog geen Europese duidelijkheid zijn. Vandaar mijn vraag: vanwaar vertrekt u? Ik neem aan dat dat van een vork is. Ik weet dat er voor heel België een aantal cijfers circuleren: tussen 31 en 37 procent, als ik me niet vergis. Hanteert u die vork dan voor Vlaanderen in het kader van het klimaattraject?
U hebt bijkomende maatregelen gevraagd aan uw collega’s. U zou die in de loop van februari verzamelen. Ik neem aan dat daar al iets meer duidelijkheid over bestaat. Wat zijn die pledges vanuit de andere beleidsdomeinen nu uiteindelijk? U weet immers ook dat er wel een aantal extra inspanningen moeten worden geleverd. Ik meen dus dat we op korte termijn ook iets zullen moeten doen voor we het hele klimaattraject voortzetten.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, ook ik dank u voor uw antwoord en uw duiding. Mijnheer Sanctorum, de vorige keer hebben we helaas vijf à zes jaar moeten wachten op een intra-Belgisch klimaatakkoord, maar de Vlaamse Regering heeft daar toen niet op gewacht. Ik ga ervan uit dat we nu ook dit jaar vorm kunnen geven aan een klimaatbeleid dat voldoende ambitieus is en uiteindelijk zal bijdragen aan het realiseren van de Europese doelstellingen, maar natuurlijk, hoe sneller we dat intra-Belgische klimaatakkoord hebben, hoe beter. Een vaste verdeelsleutel, zoals hier eerder al geopperd, zou daar ongetwijfeld toe kunnen bijdragen. In die zin is het misschien ook nuttig om te weten of er ook in de twee andere gewesten een dergelijk traject wordt opgezet, zodat een en ander in elkaar kan worden geschoven om vorm te geven aan de Belgische klimaatengagementen in hun geheel.
Wat Vlaanderen betreft, tussen de twee klimaattoppen gaan vakministers aan het werk. Dat lijkt me inderdaad de grote uitdaging: ervoor zorgen dat elke minister in de Vlaamse Regering een klein beetje klimaatminister wordt en de klimaatdoelstellingen en het klimaatbeleid structureel integreert in het mobiliteitsbeleid, het woonbeleid, het economisch beleid enzovoort. Alle relevante Vlaamse beleidsdomeinen zouden op een structurele manier moeten bijdragen aan het klimaatbeleid dat in het komende jaar wordt vastgelegd. Ter zake is er zeker nog heel wat werk aan de winkel.
Belangrijk is ook die lokale besturen en die provincies te betrekken. Ik ben dus blij dat u dat zult doen, dat ze daadwerkelijk zullen worden betrokken bij de klimaattop, want van onderuit komen dikwijls de beste praktijken, de beste manier van werken om vorm te geven aan onze klimaatdoelstellingen.
De heer Schiltz heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, halleluja, gejuich op alle banken: heel de regering schiet in gang. Onmiddellijk nadat er in het parlement een nogal pittig debat werd gevoerd over de doelstellingen, werd een akkoord bereikt. Trouwens, nogmaals felicitaties daarvoor. Onmiddellijk is ook de regering nog verder aan de slag gegaan en is het initiatief van de klimaattop aangekondigd. Ik vind dat een zeer goed traject. Ik heb ook net de vraag gesteld aan de minister-president over de inhoud van die top en zijn visie daarop. Hij heeft een hele reeks adjectieven en al een aantal concrete invullingen vrijgegeven. Dat ziet er dus goed uit.
Het ziet er enthousiast uit, het ziet er motiverend uit. Het is inderdaad van enorm belang om het draagvlak ervoor warm te houden. Maar een draagvlak is natuurlijk één ding. Het doet mij altijd een beetje aan een verkooptruc denken. Het is belangrijk dat het ook inherent tot iets leidt, dat het een overtuiging teweegbrengt en dat burgers en bedrijven effectief aan de slag gaan. Er is een forum van goede praktijken aangekondigd. Dat zijn klassiek goede instrumenten om dat extra in de verf te zetten.
Ik heb wel een aantal bezorgdheden. We hebben een energievisie, die moet leiden tot een energiepact. Vorige week is dat traject goedgekeurd in de schoot van de regering. Dat begint dan te lopen. We hebben deze top die begint te lopen. En we hebben ook onze eigen commissie in het Vlaams Parlement. Ik vind het een beetje raar dat de coördinatie daar wat mank lijkt te lopen. Mij lijkt het evident dat het parlement, de wetgevende macht, toch een beetje het voortouw neemt en dan samen met de regering zo’n traject uitstippelt.
Mijn bezorgdheid gaat erover dat deze overvloed van initiatieven en positieve gestemdheid uiteindelijk niet tot een wirwar van ad-hocmaatregeltjes en pr-evenementjes mag leiden. De bedoeling moet zijn dat we een soort transformatie van ons economisch en maatschappelijk weefsel teweegbrengen, die tot resultaten leidt. Collega Sanctorum, u loopt dan toch wat op de feiten vooruit. Het lijkt alsof u de kar voor het paard wilt spannen. Het moet inderdaad gecoördineerd worden en tot acties leiden, maar als u de minister nu al gaat vragen naar percentages van CO2-besparing en dergelijke meer, dan heb je geen breed maatschappelijk debat meer nodig, terwijl het net van kapitaal belang is om zo veel mogelijk mensen, bedrijven en organisaties mee te krijgen, om collectief de invulling van die doelstellingen vorm te geven en collectief een aantal maatregelen voorop te stellen, zodat ook geweten is hoe zwaar die inspanningen zijn, of sommige dingen geld kosten, of sommige dingen gedragsveranderingen vergen en dergelijke meer.
In die zin, minister, neem ik voor een groot stuk genoegen met uw antwoord, al blijft het – en dat was ook zo bij de minister-president – een beetje vaag over wat nu de rol van het parlement, van de regering en van de toppen zal zijn. Mijn bezorgdheid is dat u als coördinerend minister toch zeker de coördinatie van alles mee in het oog neemt. Wij zullen dat als parlement uiteraard ook doen. Wij zullen met de klimaatcommissie de vinger aan de pols houden, een aantal eigen inbrengen doen en erop toezien dat al die initiatieven uiteindelijk tot een goed en degelijk klimaatbeleid leiden.
De heer Vandaele heeft het woord.
Het lijkt mij in ieder geval nuttig dat er met de klimaattop van de regering en het initiatief van dit parlement zo weinig mogelijk dubbel werk gebeurt, maar dat zal niet eenvoudig zijn. Als ik hoor hoe de minister de klimaattop van de regering ziet en als we de nota van voorzitter Peumans lezen, zal het niet gemakkelijk zijn om overlappingen te vermijden.
Toch moeten we dat proberen, al is het maar om de sectoren en de stakeholders niet nodeloos te vermoeien, want op den duur zullen die mensen ook niet meer weten waarin of waaruit. Ze worden waarschijnlijk ook nog eens uitgenodigd door de Senaat, die het ook nuttig heeft geacht om een klimaatcommissie op te richten. En ook in de Kamer is er een klimaatcommissie. Maar goed, we moeten dat ook vanuit dit parlement bewaken. Maandag hebben we onze eerste commissievergadering. Het zal zaak zijn om daar de krijtlijnen uit te zetten en erop toe te zien dat we niet te veel dubbel werk doen, want ik denk dat niemand daar iets aan heeft.
Collega’s, ik heb toch geoordeeld om de vraag hier te laten stellen, aangezien ze was ingediend. Iedereen is het erover eens dat we de beide initiatieven elkaar moeten laten versterken en dat ze niet in elkaars vaarwater mogen zitten. Ik ga ervan uit dat we dat verder zullen bespreken in de klimaatcommissie.
Minister Schauvliege heeft het woord.
De idee van de klimaatconferenties is niet nieuw. We hebben dat altijd al gedaan. Bij de opmaak van een nieuw klimaatbeleidsplan organiseren we zo’n conferentie. Dit is dus eigenlijk het voortzetten van een traditie. Het is de bedoeling dat we het bestaande plan verfijnen met bijkomende maatregelen en al op lange termijn anticiperen.
Ik vind niet, collega Sanctorum, dat we moeten afwachten tot we exact weten wat en hoe. We moeten daar nu al aan beginnen. Hadden we dat niet gedaan, dan zou u waarschijnlijk gevraagd hebben wanneer ik ermee zou beginnen. En nu we van start gaan voordat we een concrete doelstelling hebben, vraagt u hoe wij kunnen werken zonder een concrete doelstelling. Ik vind dat een beetje eigenaardig.
We gaan er inderdaad van uit dat wij vanuit Europa een doelstelling opgelegd zullen krijgen tussen de 30 en de 37 procent. Van die vork gaan we uit. Binnen dat kader zullen we werken en zien wat daaruit komt. November is natuurlijk ook geen eindpunt. Het is de bedoeling om dan zo veel mogelijk initiatieven te verzamelen, maar daar stopt het niet. Integendeel, het zal dan effectief op het terrein beginnen.
De bedoeling van dat evenementenbureau is niet om een en ander communicatief te verpakken. Het is vooral om het zo veel mogelijk te verspreiden en bekend te maken, omdat we maatschappelijk echt iedereen mee willen hebben in het mee de schouders zetten onder bijkomende maatregelen. Ik ben bijzonder blij dat het parlement het initiatief tot een klimaatcommissie neemt. Daarom is ook afgesproken dat de minister-president met de voorzitter van het parlement goed zal afspreken dat we geen dubbel werk doen. Ik volg collega Vandaele daarin. Je kunt heel veel mensen mobiliseren en heel veel vrijwilligers vragen om te participeren, maar als dat dan dubbel werk is, ontmoedig je die mensen. Dat kan niet de bedoeling zijn. We zullen daar dus goed afstemmen. Ik ben ervan overtuigd dat we dat ook kunnen doen.
Wat het energiepact betreft, maak ik mij geen zorgen, collega Schiltz. Dat kan perfect lopen. We hebben dat ook afgesproken binnen de regering, hoe dat energiepact en dat klimaatpact samen sporen. Beide pacten zullen samen landen.
Mijnheer Sanctorum, eind januari is er een vergadering geweest waar de verschillende pledges op tafel lagen. Sommige waren al redelijk concreet, andere vroegen nog verder onderzoek naar de aanpak van een aantal collega’s, die het nog verder moesten onderzoeken met hun diensten. Dat heeft ook te maken met de ingewikkeldheid van bepaalde beleidsdomeinen.
Dat wordt dus meegenomen. Men werkt daar volop aan. Het wordt niet op de lange baan geschoven. Als het concrete voorstellen zijn, die ook gevalideerd zijn binnen de Vlaamse Regering, zullen we daar ook heel graag over communiceren en ze toelichten. Dat zal trouwens ook meegenomen worden in dat traject van de klimaattoppen. Daar wordt door elke collega dus hard en goed aan gewerkt. Het is effectief een positieve beweging die we met zijn allen op gang willen trekken, om ervoor te zorgen dat iedereen daar de schouders onder zet en dat er op alle vlakken bijkomende maatregelen zijn in Vlaanderen, zodat we de doelstellingen halen en ook goed nadenken hoe we op de lange termijn een en ander op elkaar afstemmen. Ik ben ervan overtuigd dat dit alleen maar een positief verhaal kan zijn en dat we zeker niet in elkaars vaarwater zullen zitten.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, op die maatregelen op korte termijn zal ik ongetwijfeld nog terugkomen in deze commissie. Ik heb begrepen dat u al een aantal suggesties hebt binnengekregen, maar dat het pakket nog niet volledig is. Ik neem aan dat dat over enkele weken dan op de regeringstafel terecht zal komen. Ik zal daar dan zeker op terugkomen. Uiteindelijk is er een extra maatregelenpakket 2013-2014. We zijn ondertussen al 2016 en er moet duidelijk nog heel wat gebeuren om onze CO2-reductie te versterken.
Uiteraard wil ik niet dat u niets doet in afwachting van de duidelijke doelstellingen, maar mijn vraag was welke vork u hanteert. Blijkbaar is het nu tussen de 30 en de 37 procent. Dat is belangrijk. Ik verschil op dat vlak van mening met collega Schiltz: je kunt niet een traject opstarten in het ijle. Er moet een heel duidelijk kader zijn. Wat moeten we nu eigenlijk doen? Welke inspanningen moeten worden geleverd? En dan is het aan vakorganisaties, aan lokale besturen, aan de hele samenleving om maatregelen voor te stellen. Je moet toch op zijn minst weten waar je aan toe bent, anders is het fietsen in het luchtledige. Maar goed, er is een duidelijk kader.
Ik zie voor alle duidelijkheid geen conflict tussen het regeringswerk en het parlementaire werk, maar het zal wel wat op elkaar moeten worden afgestemd. En het voordeel van een traject in het parlement is dat we echt alle parlementaire fracties bij elkaar kunnen brengen. In de nota van voorzitter Peumans, die ik trouwens een heel goede nota vind, lees ik dat hij ook vertrekt van een visie tegen 2050, met dan een backtrackingsysteem. Dat is eigenlijk een heel ambitieuze werkwijze. Ik sta daar voor 100 procent achter. We zullen het daar bij de voorbereiding van die commissie ongetwijfeld over hebben. Het vergt duidelijk een breed politiek debat. Ik ben hoopvol, maar ik zal natuurlijk vragen blijven stellen over het traject dat de regering aflegt, en zeker ook over die maatregelen op korte termijn, dus voor 2020.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Ik zal even hoopvol besluiten als collega Sanctorum. Ik denk dat het traject hier in het parlement perfect kan worden ingepast in het traject dat de regering loopt. We hebben afgesproken dat we onze klimaatcommissie gaan besluiten met een duidelijk voorstel van resolutie, waarover voor het zomerreces gestemd zal worden. Dat lijkt mij een heel goede manier om input te geven aan de werkzaamheden in de regering, zodat er in elk relevant beleidsdomein een klimaatbeleid kan worden gevoerd dat toelaat om onze doelstellingen effectief te halen. Wordt vervolgd.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.