Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Danen heeft het woord.
Minister, voorzitter, collega’s, deze vraag gaat over het actieplan ‘Clean Power for Transport’, dat tijdens de laatste ministerraad voor het reces werd goedgekeurd. Ik stel deze vraag omdat het echt dringend is om gestalte te geven aan dit actieplan.
De voorgestelde conceptnota en het actieplan vormen een eerste stap naar een Vlaamse invulling van de gelijknamige Europese richtlijn die in november 2014 werd goedgekeurd door het Europees Parlement en de Raad. Deze richtlijn legt de lidstaten de verplichting op om tegen 18 november 2016 nationale beleidskaders in te dienen voor de ondersteuning van de marktontwikkeling van alternatieve, milieuvriendelijke brandstoffen en de uitrol van de bijhorende infrastructuur.
De primaire scope van dit actieplan is 2020. Tegen dan wil Vlaanderen in de nieuwverkoop een aandeel van 7,5 procent BEV-voertuigen (Batterijaangedreven Elektrisch Voertuig) en 5 procent cng-voertuigen (compressed natural gas) realiseren. Het Autosalon, dat eraan komt, maakt deze conceptnota en de bijhorende doelstellingen opnieuw heel actueel.
Minister, ik heb voor u volgende vragen. Hoe verloopt momenteel de afstemming tussen het Vlaamse en federale beleidsniveau, betreffende de invulling van de nationale beleidskaders? Ik merk dat die afstemming op sommige andere domeinen bijzonder moeizaam verloopt. Ik hoop dat het in dezen niet het geval is en dat u preventief probeert te werken om mogelijke problemen te voorkomen.
De verdere uitwerking van deelaspecten van de conceptnota vindt plaats in werkgroepen over infrastructuur, financiën, regelgeving, communicatie, lokale overheden, energie, onderzoek, Vlaamse overheid, nichevloten en ‘easy mobility incentives’. Kunt u mij een stand van zaken bezorgen van de verschillende werkgroepen?
Het aandeel wagens met een ‘schone’ brandstof binnen de Vlaamse administratie blijft beperkt. Kunt u mij een overzicht bezorgen van het aandeel wagens binnen de Vlaamse administratie per brandstoftype? Wat is de doelstelling ‘aandeel schone brandstof’ binnen het wagenpark van de Vlaamse administratie? Hoe wilt u deze doelstelling bereiken?
Minister Turtelboom heeft het woord.
Collega’s, er werd een gemengde ENOVER-transportwerkgroep (Energieoverleg) opgericht binnen de schoot van zowel de energie- als de mobiliteitsfilière. Deze werkgroep coördineert de afstemming tussen het gewestelijke en federale beleidskader. De werkgroep vergaderde op 9 december jongstleden om voor een eerste keer de ontwerpplannen van de verschillende entiteiten naast elkaar te leggen en te bespreken. Zoals u weet, keurde de Vlaamse Regering ondertussen op 18 december het Vlaamse Actieplan ‘Clean Power for Transport’ (CPT) al definitief goed en dit als eerste gewest in België.
Algemeen kan worden gesteld dat het Brusselse Hoofdstedelijke Gewest en het Waalse Gewest minder ver staan dan het Vlaamse Gewest bij het opmaken van de actieplannen. De Brusselse administratie wacht nog op de intussen opgeleverde resultaten van een studie en op een aantal politieke beslissingen. In het Waalse Gewest is er nog onduidelijkheid over wie precies welke rol heeft bij het opstellen van het actieplan en welke prioriteiten daarbij zullen worden gehanteerd.
De federale overheid heeft vooral ondersteunende en aanvullende bevoegdheden wat Clean Power for Transport betreft. De federale overheidsdiensten lijsten een aantal mogelijke maatregelen op ter ondersteuning van CPT, voornamelijk op fiscaal vlak. Het actieplan wordt nu ook ingediend bij de federale overheid om een dialoog tussen de gewesten op gang te brengen.
De bedoeling is dat de werkgroepen begin 2016 worden opgestart. In het najaar van 2015 werden echter al enkele belangrijke beslissingen genomen ter ondersteuning van Clean Power for Transport. Ik verwijs onder meer naar de vergroening van de verkeersfiscaliteit, de premie voor elektrische en waterstofwagens, de uitrol van de laadpunten en de meldingsplicht voor de elektrische laadpunten. Voor deze beslissing werd ook al overlegd met de betrokken actoren binnen en buiten de Vlaamse overheid. Het is de bedoeling om de werkgroepen te activeren. De verschillende sectoren zijn vragende partij.
Op 1 december had de Vlaamse overheid acht elektrische voertuigen en vijf cng-voertuigen in dienst op een totaal van 4296 voertuigen. Dit geeft respectievelijk 0,2 en 0,1 procent, en dat is uiteraard te weinig. In een omzendbrief van 7 juni 2015 werd voor de aankopen, dus niet voor de vloot, 5 procent voor elektrische en plug-in hybride elektrische wagens vooropgesteld. De doelstelling voor nieuwe aankopen in het actieplan wordt opgetrokken tegen 2020 naar 10 procent voor elektrische en plug-in elektrische hybrides en 7,5 procent voor wagens op cng. Als je de twee optelt, kom je aan 17,5 procent. We gaan er immers van uit dat de Vlaamse overheid een voorbeeldfunctie heeft. Vandaar dat de doelstelling voor de overheid hoger ligt dan de algemene doelstelling. De ambities zullen worden doorvertaald naar de verschillende entiteiten en systematisch worden opgevolgd. Het verder aanbieden van raamcontracten, de verwachte dalende prijzen voor de CPT-voertuigen en een doorgedreven communicatie zouden voldoende resultaat moeten genereren. Indien het nodig is, wordt overgaan tot een meer centrale aansturing voor het uitbouwen van een milieuvriendelijke vloot. Daarna zal de Vlaamse overheid zelf voldoende laadinfrastructuur inrichten op overheidssites voor de eigen vloot en de bezoekers.
De heer Danen heeft het woord.
Minister, ik denk dat nu wel al mijn vragen zijn beantwoord.
U zegt dat de federale overheid eerder een ondersteunende rol vervult. Ik begrijp dat u dus niet hoeft te wachten op de federale overheid om zelf ten volle uw bevoegdheid uit te oefenen.
Dat is zo. Dat is ook de reden waarom er een actieplan is. We werken wel samen met de federale overheid. Zo was er onlangs een Benelux-conferentie. Er werd nagegaan waar er een inplanting van waterstofstations en superchargers voor elektrische wagens is zodat er aan de grenzen een goede samenwerking is. Voor de rest varen we onze eigen koers. We doen dat met de vergroening van de verkeersfiscaliteit en met het actieplan ‘Clean Power for Transport’.
De vraag om uitleg is afgehandeld.