Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, wij vingen uit de sector nogal verontrustende signalen op over een omzendbrief voor de uitvoering van de VIPA-buffer (Vlaams Infrastructuurfonds voor Persoonsgebonden Aangelegenheden). De omzendbrief is trouwens te raadplegen op de website van het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH).
De omzendbrief van 24 juni 2015 stelt dat 7,373 miljoen euro nodig zal zijn om voorzieningen die in het kader van de VIPA-buffer operationeel zullen worden in 2016 te financieren. Voor de bijkomende dienst zelfstandig wonen is een budget van 625.800 euro nodig.
Voor 2016 zou 9 miljoen euro beschikbaar zijn voor uitbreidingsbeleid. Dat betekent dat er voor uitbreiding door middel van persoonsvolgende financiering (PVF) slechts 1 miljoen euro beschikbaar is.
Minister, is de inhoud van de omzendbrief afgetoetst binnen de Vlaamse Regering en werd dit als dusdanig opgenomen in de begroting? Wat betekent dat voor de PVF in 2016?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Collega, de omzendbrief behandelt de financiering van de VIPA-bufferprojecten die opstarten in het najaar van 2015 en in 2016. Er heerste onrust over hoe de exploitatiemiddelen zouden worden berekend: een klassieke erkenning geeft een ander resultaat dan het toekennen van convenanten en is wellicht nog anders dan in de toekomstige persoonsvolgende financiering. Opdat voorzieningen hun personeelskader zouden kunnen voorbereiden, was communicatie op korte termijn noodzakelijk. Bovendien had deze communicatie tot doel nieuwe vragen over het opstarten van bijkomende plaatsen in voorlopige infrastructuur af te houden.
Het VAPH greep daarbij terug naar de meerjarenbegroting, zoals ze door de Vlaamse Regering in de nota ‘Vlaams beleid voor personen met een beperking: invoering van het decreet Persoonsvolgende Financiering’ begin 2015 werd goedgekeurd en ook besproken in het Vlaams Parlement. Voor alle duidelijkheid wil ik erop wijzen dat die omzendbrief niet de jaarlijkse omzendbrief inzake het uitbreidingsbeleid is, die momenteel in voorbereiding is. Elk jaar duiden we zo het uitbreidingsbeleid van het volgende jaar. Dat is nog in voorbereiding, dat kan ook moeilijk anders, want eerst moest de begroting zijn afgeklopt.
De transitie naar de persoonsvolgende financiering wordt onverkort voortgezet. Tegelijk moeten we rekening gehouden met engagementen uit het verleden. De VIPA-bufferprojecten dateren van 2009. Zij kregen toen het engagement van het Regionaal Overleg Gehandicaptenzorg (ROG) en de Vlaamse overheid dat, wanneer hun bouwfase zou zijn afgerond, ook de exploitatiemiddelen zouden volgen. Deze belofte was en is verantwoord, aangezien het allemaal initiatieven zijn voor mensen met zware zorgnoden op medisch dan wel op gedragsmatig vlak. In die zin dragen deze VIPA-bufferprojecten bij tot de realisatie van de doelstellingen van Perspectief 2020: zorggarantie voor de zwaarst zorgbehoevenden.
Bovendien heeft de overheid, net als de voorzieningen zelf, via VIPA een aanzienlijke investering gedaan in de gebouwen. Het is dus absoluut geen optie om deze gebouwen, in afwachting van een volledige implementatie van de persoonsvolgende financiering, ongebruikt te laten.
Diensten zelfstandig wonen kunnen maar functioneren dankzij de creatie van twaalf tot vijftien aangepaste woningen binnen een sociale woonwijk. Ook daar is vanuit het beleidsdomein Wonen een belangrijke inspanning gedaan om bij te dragen aan de meerkosten van deze aangepaste woningen en de bouw en de uitrusting van de noodzakelijke adl-centrale (activiteiten van het dagelijks leven). Het is dus ook daar geen optie om de inspanningen van de overheid, de betrokken bouwmaatschappij en de dienst zelfstandig wonen zelf, niet te honoreren en de gedane investeringen onbenut te laten.
Toch kan het niet meer de bedoeling zijn om op dit ogenblik, in de maanden voor de implementatie van de persoonsvolgende financiering, nog klassieke erkenningen toe te kennen aan organisaties. In de omzendbrief wordt dan ook gesteld dat de betrokken VIPA-bufferprojecten en de dienst zelfstandig wonen weliswaar kunnen opstarten, maar middels persoonsvolgende convenanten. Bij deze reeds bestaande methodiek wordt het budget al gekoppeld aan de persoon met een handicap. Indien hij of zij wenst over te stappen naar een andere zorgaanbieder, dan zal het budget hem of haar volgen. Binnen een dergelijke persoonsvolgende convenant is er ook veel meer differentiatie in het zorgaanbod mogelijk dan binnen de vroegere financieringskaders.
Het blijft de bedoeling dat de budgetten worden overgeheveld in de toekomst en vanaf 2017 volledig zullen worden geïmplementeerd volgens het systeem van de persoonsvolgende financiering.
Het budget dat in 2016 beschikbaar is voor het uitbreidingsbeleid is het budget dat in de goedgekeurde nota ‘Vlaams beleid voor personen met een beperking: invoering van het decreet Persoonsvolgende Financiering’ is opgenomen. Dat is goedgekeurd in het parlement. Dat gaat uiteraard over meer dan het bedrag dat u in uw vraag noemt.
Mevrouw Taelman heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoord. Indien ik het goed begrijp, kan ik opmaken dat de ongerustheid niet nodig is en dat men kan opstarten zodra men klaar is, weliswaar via het nieuwe systeem. Maar men moet niet ongerust zijn dat de personeelsomkadering niet zou kunnen volgen. Indien het zo is, minister, zullen de betrokkenen het graag horen en kunnen we daar blij om zijn.
Minister, mevrouw Taelman zegt dat bepaalde mensen tevreden zullen zijn, dat is juist.
Er is kritiek geuit naar aanleiding van de omzendbrief waarnaar u verwees, en waar in de meerjarenbegroting staat dat er voor 2016 een relatief beperkt budget uitbreidingsbeleid is ingeschreven. U bevestigt net dat er een voorafname voor de VIPA-buffer is. Het is allemaal goed en wel om te zeggen dat persoonsvolgende financiering volop wordt uitgerold, maar die werkvorm – PAB – wordt voor 2016 helemaal niet uitgerold. Degenen die vragende partij zijn worden gerold, want met dit budget weet je dat je amper nieuwe budgetten zult kunnen uitkeren.
Tegelijk zei u dat dit niet de definitieve omzendbrief is, want daarvoor moet eerst de begroting worden afgeklopt. Misschien is dat wel een opening. Het schrijven dateert van juni 2015. Komt er een nieuwe omzendbrief en komt die tegemoet aan de vraag om bijkomende assistentiebudgetten te kunnen aanbieden in 2016? Hebt u door verschuivingen andere middelen gevonden dan die die in de meerjarenbegroting zijn opgenomen?
Mijnheer Van Malderen, het is in elk geval de bedoeling om de sector te informeren over wat er in 2016 mogelijk is. De bedragen waarover het gaat, hebt u geciteerd in uw vraag van 9 juni 2015. Dat is het engagement en de context waarin het moet gebeuren. We weten allemaal dat 2016 een moeilijk jaar wordt omdat we moeten starten met het basisondersteuningsbudget, het nieuwe financieringssysteem en ook met aspecten van die buffer. We gaan met die gegevens proberen te kijken wat er aan marges en mogelijkheden bestaat, omdat niet alles van de VIPA-buffer op 1 januari in werking treedt. Dat is de context. Van wat ik u toen heb geantwoord, is er nog niets veranderd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.