Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid en Gezin
Verslag
Mevrouw Godderis heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, het niet-dringend liggend ziekenvervoer kent al een hele geschiedenis. In 2001 werd een resolutie ingediend waarbij men meer aandacht vroeg voor kwaliteit, financiering en comfort voor de patiënt. Vervolgens werd na initiatief van dit Vlaams Parlement het decreet Niet-Dringend Liggend Ziekenvervoer gepubliceerd in het Staatsblad op 22 juni 2004.
Vlaanderen besliste om een commissie niet-dringend liggend ziekenvervoer op te richten en die onafhankelijk te laten werken. De commissie stond in voor de zelfregulering van de sector zodat elke gebruiker zeker is van voldoende kwaliteit en veiligheid tijdens het vervoer. In 2009 stelde men daarom een kwaliteitscharter voor. Hierin staan de voorwaarden inzake opleiding, uitbating, uitrusting, facturatie en accreditatie voor niet-dringend liggend ziekenvervoer. Op zich is dit een goede en werkbare engagementsverklaring die het comfort en de veiligheid van elke patiënt moet waarborgen. In 2013 werd de commissie opnieuw samengesteld.
Mijn bezorgdheden betreffen echter de toestand na het opmaken van dit charter, want dat is immers niet bindend. Indien een bedrijf wil, kan het dit engagement naast zich neerleggen en toch niet-dringend liggend ziekenvervoer regelen. Uiteraard moeten de gebruikte voertuigen en brancards aan de opgelegde normen voldoen. Ook de accreditatie laat op zich wachten. Er werden in 2012 drie proefaudits uitgevoerd en vandaag is het nog steeds bij dit aantal gebleven. De commissie moet nog overleggen wat de criteria van de audits zullen worden en wie de audits zal uitvoeren. Dit betekent dat de patiënt na veertien jaar nog altijd niet voor de volle 100 procent weet of een bedrijf aan de kwaliteitseisen voldoet.
Onze fractie is ook voor regelluwte. Hoe minder regels er nodig zijn om iets werkbaar te maken, hoe beter. We moeten ons beleid in vraag durven stellen en kritisch reflecteren of dit het gewenste resultaat oplevert. Uit uw antwoord op mijn schriftelijke vraag van een tweetal maanden geleden, meldde u dat u nog wacht op advies van de Nationale Raad voor Dringende Geneeskundige Hulpverlening betreffende de programmatie, de financiering en de afstemming van de verschillende typen ziekenvervoer. Dit advies zou teruggekoppeld worden aan de commissie niet-dringend liggend ziekenvervoer.
Minister, hoe komt het dat de structuur van het niet-dringend liggend ziekenvervoer nog niet volledig geïmplementeerd is? Gelet op de engagementsverklaring en het niet-bindende karakter ervan, hoe zal de Vlaamse overheid garanderen dat elke Vlaming binnen niet-dringend liggend ziekenvervoer zal kunnen genieten van minimale kwaliteit en veiligheid, kortom van een goede dienstverlening, ongeacht welk bedrijf het vervoer aanbiedt? In welke tijdspanne ziet u de commissie dit geheel afronden? Welke implicaties kan het federaal advies hebben op het Vlaamse beleid?
Mevrouw Franssen heeft het woord.
Minister, ik heb hier ook al een aantal schriftelijke vragen over gesteld. Tot nu werden er proefaudits uitgevoerd bij drie ambulancediensten. Wanneer mogen we de voorwaarden voor het ontvangen van een kwaliteitscertificaat verwachten? Het antwoord dateert nog maar van een goede maand geleden. Ik vermoed dat we er misschien een antwoord op kunnen krijgen.
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Voorzitter, minister, ik denk dat we met een probleem zitten waarbij vooral de financiering het knelpunt vormt. De kwaliteit zal enkel kunnen stijgen wanneer er ook meer geld komt voor het niet-dringend liggend ziekenvervoer. Vandaag gebeurt de financiering vanuit de aanvullende verzekeringen van ziekenfondsen.
De link met het dringend liggend ziekenvervoer is er zeker. Het niet-dringend liggend ziekenvervoer doet vandaag blijkbaar om allerlei redenen toch regelmatig ook vervoer van mensen die eigenlijk vervoer zouden moeten krijgen van het dringend liggend ziekenvervoer. Dat maakt het punt van de kwaliteit des te belangrijker.
Minister, zal hierover overleg worden gepleegd met enerzijds de federale overheid om de opdrachten van beiden goed af te lijnen?
Zal er ook overleg gepleegd worden met de ziekenfondsen met betrekking tot de vergoeding voor het niet-dringend liggend ziekenvervoer en of er een andere financieringsbron kan worden aangesneden?
Minister Vandeurzen heeft het woord.
Het decreet bepaalt dat het niet-dringend liggend ziekenvervoer uitgewerkt zal worden via een onafhankelijke commissie, waarin alle actoren zijn vertegenwoordigd. Via deze commissie verneem ik dat de ziekenfondsen aangeven dat hun budget – het niet-dringend liggend ziekenvervoer is opgenomen in de aanvullende verzekering van de landsbonden – ontoereikend is. Implementatie van het kwaliteitscharter, waarin onder meer staat dat er permanent twee personeelsleden worden ingezet, namelijk een chauffeur en een begeleider in de sanitaire cel van de ziekenwagen, zal de kosten doen toenemen.
Daarnaast blijkt dat er geen afstemming is tussen de zorgnood en de inzet van de middelen. Vaak wordt niet-dringend liggend ziekenvervoer gevraagd voor transport van personen dat op een veilige wijze met een taxi zou kunnen gebeuren. Teneinde het niet-dringend liggend ziekenvervoer op een kwalitatieve en betaalbare wijze te organiseren, is er daarom in de eerste plaats nood aan een correcte afstemming van de zorgvraag en de inzet van middelen.
De commissie heeft recent het bestaande aanbod van ziekenvervoer in Vlaanderen in kaart gebracht. In de komende maanden zullen deze diensten worden bevraagd naar de aard van hun dienstverlening en de omkadering die daarvoor bestaat. Dit moet de commissie toelaten zicht te krijgen op de huidige zorgvraag en de ingezette middelen.
In het dossier van het niet-dringend liggend ziekenvervoer heeft Vlaanderen gekozen voor zelfregulering. Niet de overheid maar de sector bepaalt welke regels en normen nodig zijn om de dienstverlening op kwalitatieve wijze te organiseren. Dit blijkt niet vanzelfsprekend en vraagt tijd. De voorzitter van de commissie niet-dringend liggend ziekenvervoer verzekert mij dat, mits er een correcte afstemming gebeurt tussen de zorgvraag en het -aanbod, de ziekenfondsen bereid zijn om enkel met geaccrediteerde diensten te werken. Ik heb daarom besloten om de zelfregulering nog een laatste kans te geven. Als dit binnen afzienbare tijd niet slaagt, zal ik noodgedwongen moeten overgaan tot het opleggen van normen.
Met de voorzitter van de commissie niet-dringend liggend ziekenvervoer werd afgesproken dat er voor de zomer van 2016 een differentiatie van de zorgvraag zal worden uitgewerkt met een correcte afstemming tussen de indicatie en het type van transport. Volgens deze classificatie wordt op transparante wijze een type transport met de vereiste omkadering en daaraan gekoppelde prijssetting bepaald. Het kwaliteitscharter zal in die zin worden herwerkt en geïmplementeerd.
De bevoegdheden voor de verschillende types van ziekenvervoer, dringend/niet-dringend, al dan niet gemedicaliseerd, zittend/liggend, zijn op vandaag zeer verspreid. Om ziekenvervoer op een kwalitatieve en betaalbare wijze te organiseren is er daarom afstemming nodig. Het is de bedoeling om voor het einde van deze legislatuur het hele landschap van het ziekenvervoer te herschrijven. Toegankelijkheid of programmatie, efficiënte inzet van middelen, denk maar aan de verschillende functies personeel, ambulances, de PIT-ambulance (waar een verpleegkundige met beroepstitel aan boord is) en de mug, en kwaliteit en betaalbaarheid zijn hierin determinanten. Hiertoe is er overleg opgestart tussen de verschillende bevoegde entiteiten. Wij zijn ervan overtuigd dat de efficiëntie van het ziekenvervoer kan worden verhoogd door het uitwisselen van informatie, mensen en middelen mogelijk te maken tussen de verschillende types ziekenvervoer, en door de inzet van middelen beter af te stemmen op de noden.
Andere concrete denkpistes zijn bijvoorbeeld de kwaliteit van het ziekenvervoer verbeteren door het invoeren van een modulair opleidingssysteem voor hulpverleners-ambulanciers, waarbij een basismodule vereist is voor basis ziekenvervoer en het slagen voor bijkomende modules toegang geeft tot steeds hogere gradaties van patiëntentransport. Ten slotte zal ook het regelgevend kader voor de uitoefening van de functie van hulpverlener-ambulancier via het KB 78 in overeenstemming worden gebracht met de realiteit.
Mevrouw Godderis heeft het woord.
In het verleden werd dit al eens aangekaart door uw federale collega mevrouw Heeren: “Zelfregulering niet-dringend liggend ziekenvervoer is mislukt.” Dat was in 2012. Drie jaar later is er nog niet veel veranderd.
Mijn fractie is ook niet voor zelfregulering, maar de bevolking mag niet de dupe worden van bedrijven die het niet nauw nemen met comfort en veiligheid. Ik haal enkel de bezorgdheid inzake kwaliteit aan. Iedereen mag evenveel kwaliteit verwachten. Neem het mij niet kwalijk: het loopt niet allemaal van een leien dakje. We moeten daar eerlijk in zijn.
Ik pleit er niet voor dat de overheid alles overneemt. Ik wil enkel dat elke burger, ongeacht waar hij woont, ongeacht welk bedrijf hij kiest, er zeker van mag zijn dat hij comfortabel en veilig wordt vervoerd.
De vraag om uitleg is afgehandeld.