Verslag vergadering Commissie voor Buitenlands Beleid, Europese Aangelegenheden, Internationale Samenwerking, Toerisme en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Soens heeft het woord.
Vlaanderen heeft een verregaande samenwerking met Mozambique. Het indicatief programma voor ontwikkelingssamenwerking loopt eind dit jaar af. Gedurende vijf jaar werd er zo’n 25 miljoen euro in Mozambique geïnvesteerd.
De Vlaamse ontwikkelingssamenwerking in Mozambique is rond de gezondheidszorg geconcentreerd. Naast de gezondheidssector worden evenwel ook nog andere initiatieven in deelsectoren ondersteund. De samenwerking in Mozambique heeft reeds verschillende malen het onderwerp van discussies in deze commissie gevormd. Zo zijn onder meer de politieke crisis in het land en de recente overstromingen hier aan bod gekomen.
Recent is echter ook een ander probleem opgedoken. In de noordelijke provincie Niassa is bosbouw populair. Vooral sinds de eeuwwisseling is het planten van bossen in de regio zeer populair bij buitenlandse investeerders. De provincie is een uitgestrekt gebied van 129.000 vierkante kilometer in het noorden van Mozambique. Gemiddeld wonen er slechts acht mensen per vierkante kilometer. Bosbouw lijkt dan ook de ideale oplossing voor deze regio. Bovendien is er wereldwijd een stijgende vraag naar hout. De overheid heeft de mogelijkheden gezien en heeft aangekondigd dat er tegen 2030 335.000 hectaren aan bosplantages moeten komen. De lokale inwoners zouden dan op die plantages worden tewerkgesteld. Een van de buitenlandse investeerders die hierop heeft ingetekend, is de Malonda Foundation, een stichting die door de overheden van Zweden en Mozambique is opgericht. Er zijn ook bijdragen afkomstig uit Noorwegen, Denemarken en Nederland.
De projecten van de stichting hebben echter desastreuze gevolgen voor de lokale en landelijke gemeenschappen. De toegang tot vruchtbaar land is voor die gemeenschappen plots aanzienlijk beperkt. Dat is uiteraard nefast voor hun eigen voedselvoorzieningen. Bovendien blijken de jobs op de plantages van een enorm slechte kwaliteit. De tijdelijke en seizoensgebonden jobs bieden de arbeiders onvoldoende inkomsten om van te leven. Op die manier loopt ook de toegang tot medische voorzieningen spaak. Het recht op een menswaardig bestaan komt in het gedrang.
De problemen in de provincie zijn echter niet alleenstaand. Recent zijn berichten opgedoken dat gelijkaardige grootschalige bosprojecten dezelfde druk op lokale gemeenschappen en hun arbeiders zetten. In de provincie Manica wordt van de overheid een nationaal plan geëist om de kleinschalige landbouw te beschermen en de rechten van de kleine boeren te verzekeren. Tijdens de vorige legislatuur heeft het Vlaams Parlement daar in een resolutie ook aandacht aan besteed. Ik citeer punt 7: “Buitenlandse investeerders in onze partnerlanden, staten en privébeleggingsfondsen op te roepen om investeringen te stimuleren die duurzame banen scheppen en volwaardige inkomens garanderen op het platteland”.
Minister-president, bent u op de hoogte van deze problematiek in het partnerland Mozambique? Hebben deze ontwikkelingen een invloed op de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking? Zult u in dat verband stappen zetten? Wat zullen die stappen inhouden? Is er al uitsluitsel of Mozambique voor de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking een partnerland blijft? Wat zullen de komende vijf jaar de prioriteiten zijn?
Minister-president Bourgeois heeft het woord.
Voorzitter, het probleem van de impact van de grootschalige bosbouwprojecten op de lokale gemeenschappen is me uiteraard bekend. Eerst heeft een onderzoeker uit Noorwegen daar de aandacht op gevestigd. Vervolgens hebben mensenrechtenorganisaties, de media en dergelijke dat aangekaart.
De Vlaamse Regering steunt geen grootschalige bosbouwprojecten in onze partnerlanden. Voor ons staat de leefbaarheid van de aanwezige gemeenschappen centraal. We proberen daarbij steeds twee zaken te verzoenen, namelijk economische activiteiten en een doeltreffend bosbeheer. De boslandbouw is een mooi voorbeeld van een manier om die twee aandachtspunten met elkaar te verzoeken. In bepaalde gebieden hangen de inkomsten van gezinnen zeer nauw samen met de opbrengsten uit landbouw in bosgebieden.
In dat verband werkt het Departement internationaal Vlaanderen samen met het World Agroforestry Centre (WAC). Het WAC bouwt thans een secretariaat uit dat de trainingsprogramma’s voor duurzame bosbouw in zuidelijk Afrika, met inbegrip van Mozambique, coördineert. Sinds 2010 hebben we hier in totaal 1.937.057 euro aan betaald.
Ik verwijs ook naar de projecten van het Vlaams Fonds voor Tropisch Bos (VFTB) van het Departement Leefmilieu, Natuur en Energie (LNE). Alle met dit fonds verbonden projecten zijn in de databank van het Departement internationaal Vlaanderen te vinden. Sinds 2010 heeft de Vlaamse overheid met dit fonds 959.357 euro besteed.
In Mozambique ligt onze geografische focus op de provincie Tete. De thematische focus ligt op de gezondheidszorg. Vlaanderen is niet betrokken bij de grootschalige bosbouwprojecten in de provincies Niassa of Malica. Deze projecten hebben bijgevolg ook geen invloed op de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking.
We weten dat de Mozambikaanse autoriteiten, mede vanwege het protest van de lokale bevolking, op de hoogte zijn van de negatieve impact van land-grabbing op de ontwikkeling van hun land. De autoriteiten zien zich bijgevolg genoodzaakt dit proces aan te pakken.
Niettemin heb ik mijn diensten opgedragen om aandacht te schenken aan deze problematiek tijdens de komende tweejaarlijkse consultatie met de Mozambikaanse partners, die overmorgen van start gaat, en tijdens de behandeling van de algemene omgevingsanalyse, waarin de uitdagingen tijdens de komende samenwerkingsperiode worden geschetst. Mijn administratie zal dit van nabij opvolgen tijdens de tweejaarlijkse consultatie en door middel van kennisdeling met de Mozambikaanse overheid. We zullen de onderzoeksresultaten delen van het universitair project betreffende land-grabbing dat met de steun van de Vlaamse overheid loopt in ons ander partnerland, Zuid-Afrika.
Wat de derde vraag betreft, verwijs ik naar de beleidsnota, waarin ik me ertoe heb verbonden gedurende deze regeerperiode in Mozambique actief te blijven. Dat staat duidelijk in het Vlaams regeerakkoord. Tijdens de periode 2016-2020 zullen we, onder meer op vraag van de Mozambikaanse overheid, de Vlaamse expertise in de gezondheidssector blijven inzetten.
Om redenen van continuïteit en effectiviteit beperken we ons tot die ene sector. Op die manier kunnen we de coördinatiekosten terugdringen en onze middelen veel efficiënter bundelen. Een versplintering over meerdere sectoren zou de slagkracht van de Vlaamse ontwikkelingssamenwerking ondergraven.
Als deze commissie ooit de kans zou zien, zou ze het project in de provincie Tete moeten bezoeken. Ik weet dat het een verre reis is. Voor mij is het ook twee legislaturen geleden. Ik had toen een zeer goed contact met de Mozambikaanse minister van Volksgezondheid.
Het was toen duidelijk te zien dat stelselmatig werk werd gemaakt van de gezondheidszorg. Er werd gewerkt met centrale klinieken met een zeer breed aanbod. Verspreid in de regio waren er ook kleinere klinieken en posten waar de basisvoorzieningen beschikbaar waren. Er is ginds ontzettend veel werk op het vlak van de gezondheidszorg. Mensen moeten soms hele dagreizen afleggen om een goede medische post te vinden. Toen werd op een zeer goede manier aan de stelselmatige uitwerking gewerkt. Ik neem aan dat dit nog steeds het geval is. Met onze universitaire ziekenhuizen en met Artsen Zonder Grenzen beschikken we over uitstekende mensen voor die samenwerking.
Het onderhandelingsproces met de Mozambikaanse overheid is begonnen. Toevallig vindt de tweejaarlijkse consultatie overmorgen plaats. Het is de bedoeling dan de nieuwe samenwerkingsovereenkomst voor de komende jaren voor te bereiden.
Mevrouw Soens heeft het woord.
Minister-president, ik dank u voor uw antwoord. Volgens de Food and Agriculture Organization (FAO) van de VN is Mozambique heel gevoelig voor land grabs. Ik ben blij dat u dit zult blijven opvolgen. Ik ben zeer benieuwd wat overmorgen, tijdens de tweejaarlijkse consultatie, uit de bus zal komen. Ik hoop in elk geval dat u ons daarvan op de hoogte zult houden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.