Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Vraag om uitleg over zwaardere straffen voor dierenbeulen
Vraag om uitleg over de controle op inbreuken tegen dierenwelzijn
Verslag
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Voorzitter, minister, via de media vernemen we dat u namens de Vlaamse Regering overleg plant met de parketten om dierenmishandeling zwaarder te bestraffen. U pleit andermaal voor een controlemechanisme om sneller te kunnen ingrijpen omdat overtreders van de wet op dierenwelzijn vandaag te weinig worden vervolgd.
Dit jaar namen de diensten Dierenwelzijn al tientallen runderen, geiten, honden, katten, kippen, schapen en ezels in beslag wegens ernstige mishandeling. De inspectiediensten maken bij de inbeslagname een pv op dat wordt doorgestuurd naar het parket. U gaf aan dat de effectieve vervolging van wanpraktijken een prioriteit is, wat we terecht vinden. Precies daarom wilt u administratieve boetes opleggen om te vermijden dat zaken die bij het parket belanden, worden geseponeerd. Tevens wilt u preventief werken door het aantal controles op te drijven. In de beleidsnota is er onder meer sprake van het versterken van de inspectie door het inzetten van praktijkdierenartsen.
Minister, hoe concreet zijn uw plannen om overleg te voeren met de parketten over dierenmishandeling? Is hierover al contact geweest met de minister van Justitie? Blijkt uit cijfers van de afgelopen jaren, onder meer inzake seponeringen, dat de parketten dierenmishandeling daadwerkelijk als niet-prioritair hebben behandeld? Hebt u vanuit de parketten al signalen opgevangen dat ze over de nodige mensen en middelen beschikken om dierenmishandeling prioritair te behandelen? Werden er al vastgestelde overtredingen van verwaarlozing vanuit Vlaanderen aangepakt via administratieve boetes? Wat is de stand van zaken met betrekking tot het inzetten van praktijkdierenartsen voor controles? Tegen wanneer, met welk budget en onder welk statuut wilt u deze mensen inschakelen? Op welke manier zult u in uw ambitie om de controles tegen dierenmishandeling proactief op te voeren concreet de samenwerking opdrijven met de politie enerzijds en de lokale schepenen voor dierenwelzijn anderzijds?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, we hebben inderdaad in krantenartikelen gelezen dat u met de parketten zult overleggen om dierenbeulen zwaarder te bestraffen. Er moet volgens u ook meer controle zijn zodat er kan worden ingegrepen voor er klachten komen. De inspectiediensten maken bij de inbeslagname een pv op dat wordt doorgestuurd naar het parket. De kleine overtredingen krijgen een boete, maar de schrijnende dossiers moeten voor de strafrechter komen. En dat gebeurt te weinig.
Verder wilt u ook een controlemechanisme installeren zodat er proactief en structureel ingegrepen kan worden en er niet moet worden gewacht op klachten. Volgens Bea Sannen van het Noodasiel Lommel komen de zwaarste mishandelingen en verwaarlozingen voor bij mensen die dieren uit winstbejag houden. Ze komen er te vaak vanaf met een kleine administratieve boete. De opvang- en zorgkosten voor de inbeslaggenomen dieren moeten ze bijvoorbeeld niet terugbetalen.
Volgens het Vogel- en Zoogdierenopvangcentrum in Heusden-Zolder is er te weinig slagkracht en moeten diereninspecteurs kiezen tussen de meest schrijnende toestanden. Er wordt gepleit voor het oude systeem van gerechtelijke inbeslagnames van dieren. Nu zijn die inbeslagnames administratief en moet bijvoorbeeld de politieagent die de vaststelling doet, beslissen of er een pv wordt opgemaakt en of het parket wordt ingeschakeld. De zaak komt vaak nog niet eens tot bij de procureur. Je kunt als dierenopvangcentrum de dader persoonlijk voor de rechter slepen, maar dan glippen ze al te vaak door de mazen van het net. Bij gerechtelijke inbeslagnames heb je automatisch een burgerlijke partijstelling met gerechtskosten voor de dader. Als de rechter dan zware straffen uitspreekt, werkt dat het meest doeltreffend.
Minister, tegen wanneer denkt u het controlemechanisme op te starten? Wie zal deel uitmaken van dit controlesysteem? Zult u werk maken van een sanctioneringssysteem waarbij de overtreder ook de opvang- en zorgkosten voor de dieren moet terugbetalen? Kan het oude systeem van gerechtelijke inbeslagnames opnieuw worden ingevoerd? Komen er meer diereninspecteurs om schrijnende toestanden vast te leggen?
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Minister, een van de pijlers van uw beleidsnota gaat over controle. Inbreuken tegen de regelgeving mogen niet langer onbestraft blijven. In uw beleidsnota kondigde u aan dat u een controlesysteem wilt ontwikkelen waarbij u proactief en structureel kunt ingrijpen zodat we niet steeds moeten wachten op klachten. Een van de concrete aspecten die u hebt aangekondigd, is overleg met de parketten en vragen voor meer vervolging. De organisaties die begaan zijn met dierenwelzijn vragen om zwaardere sanctionering bij dierenverwaarlozing. Volgens hen is het systeem van administratieve boetes achterhaald en staat het niet in verhouding tot de gepleegde misdrijven.
Een strengere aanpak en meer vervolging vinden we uiteraard erg goed. Om tot vervolging te komen, moet er echter voldoende controle zijn. Daar wringt het schoentje nog steeds. Als er geen vaststellingen zijn, zijn er geen dossiers bij de parketten en kan er niet worden vervolgd en bestraft.
Als ik goed ben ingelicht, waren er, voor dierenwelzijn een regionale bevoegdheid werd, in Limburg drie inspecteurs voor dierenwelzijn, twee via het Federaal Agentschap voor de Veiligheid van de Voedselketen (FAVV) en een via de Federale Overheidsdienst. Na de regionalisering van de bevoegdheid zouden het er maar twee meer zijn. Klopt het dat het aantal inspecteurs sinds de regionalisering is afgenomen? Dat zou bijzonder jammer zijn. Het FAVV doet vandaag nog vaststellingen in de praktijk, vooral bij landbouwbedrijven. Mij is niet helemaal duidelijk of het aspect dierenwelzijn nog door hen mag worden gecontroleerd. Als dat niet zo is, zou het kunnen kloppen dat het aantal controles is afgenomen.
Minister, hoe zult u een proactief controlesysteem in de praktijk ontwikkelen? Welke stappen zijn er daartoe al genomen? Wat zult u nog doen? Welke timing en welk budget stelt u voorop voor het controlesysteem? Hoeveel inspecteurs zijn er actief? Hoeveel controles hebben ze gedaan? Ik had graag een opsplitsing per provincie, maar dat mag u me ook schriftelijk bezorgen. Klopt het dat het aantal lager is dan toen dierenwelzijn nog geen regionale bevoegdheid was? Kunt u de controles door het FAVV verduidelijken? Mogen zij het aspect dierenwelzijn nog controleren? Zo ja, doen ze dat? Zo neen, wie doet het dan wel? Hebt u al overleg gepleegd met de parketten? Zo ja, wat was het resultaat? Zo neen, welke timing stelt u voorop?
Minister, het is belangrijk dat er vaststellingen kunnen worden gedaan. Als er signalen zijn, is een kordate controle belangrijk. Daarnaast is het belangrijk dat er bij vaststellingen een snelle opvolging gebeurt. Ik heb de ervaring dat dit een hele procedure vergt bij de parketten. Een parket is een verdedigingsprocedure en dat heeft zijn tijd nodig, maar ik hoop dat u dit element ook meeneemt naar uw overleg. Er moet worden nagegaan hoe met spoed dergelijke procedure kan worden afgehandeld.
Het alternatief is dat er naar administratieve boetes wordt gegaan en dat het bij de parketten wordt weggehaald. Er wordt dan naar de lokale besturen gekeken of zij kunnen optreden. Dat is geen gezonde en correcte weg. Dierenwelzijn en dierenverwaarlozing controleren, vraagt de nodige expertise. Ik hoop dat er voldoende ruimte is bij experts om de controles te kunnen doen en eventueel pv’s op te stellen. Dit moet niet worden afgewenteld op lagere niveaus. Samen met de parketten moet worden nagegaan hoe met spoed de opvolging kan gebeuren.
Wat gebeurt er in de tussenperiode? Op het moment dat dierenverwaarlozing wordt vastgesteld, worden dieren weggenomen maar soms blijven er nog dieren ter plaatse. De opvolging in de tussenperiode is vaak onzeker. Wie moet wat en wie is waarvoor verantwoordelijk? Dat is een belangrijk element om mee te nemen in de besprekingen.
Minister Weyts heeft het woord.
Voorzitter, dames en heren, er zijn inderdaad twee pijlers, enerzijds is er de controle en anderzijds de vervolging. Ik ga dieper in de op eerste pijler. Vandaag bestaat er een controlesysteem voor het opsporen van overtredingen van de regelgeving inzake dierenwelzijn. Die gebeurt enerzijds door de Inspectie Dierenwelzijn en anderzijds ook door politie en het FAVV. Het systeem is voor verbetering vatbaar. Ik wil de efficiëntie verhogen. We worden geconfronteerd met een stijging van het aantal klachten en controles. Daarnaast zijn er budgettair beperkte middelen. In de eerste plaats wil ik een doorlichting en bijsturing van de werking van de Inspectie Dierenwelzijn. Ik verwacht voor deze zomer een eerste analyse, waarbij we door de bijsturing een omschakeling kunnen maken van louter reactieve controles naar een meer proactief handelen.
Dat kan tot stand komen door enerzijds het op punt stellen van duidelijk objectieve en efficiënte controle- en handhavingsprocedures en anderzijds door te controleren bedrijven meer te selecteren op basis van een risicoanalyse. Zo’n risicoanalyse moet onder andere mogelijk worden gemaakt door het meldpunt voor dierenartsen dat ik voor de zomer zal oprichten. De expertise die aanwezig is bij dierenartsen, moeten we gebruiken om op basis van een risicoanalyse heel doelgericht te controleren.
Er bestaat een goede samenwerking met verschillende politiezones. Die samenwerking wordt verder versterkt door het geven van opleidingen door inspecteur-dierenartsen aan de politie. Er zijn ook persoonlijke contacten tussen inspecteur-dierenartsen bevoegd voor de regio en de betrokken lokale agenten. Ze bieden actief advies en bijstand aan, zowel telefonisch als ter plaatse.
Daarnaast wil ik de praktijkdierenartsen inzetten bij controles in het kader van een actieplan tegen de problemen binnen de hondenhandel. Hiervoor zal in de eerste plaats worden overlegd met de dierenartsenorganisaties. Dat zal meer tijd vergen omdat nog verschillende aspecten onder ogen moeten worden genomen. Ik wil voor de zomer al het meldpunt voor dierenartsen oprichten. Dat lijkt me het meest prioritair en het meest eenvoudig. Het inzetten van praktijkdierenartsen bij controles vraagt meer werk en tijd.
Vandaag zijn er tien inspecteur-dierenartsen en twee controleurs die deel uitmaken van de Inspectie Dierenwelzijn. Ze voerden in 2014 1316 controles ter plaatse uit. Ik heb ook een provinciale opsplitsing. Het gaat om 266 controles in Limburg, 325 in Antwerpen, 224 in Vlaams-Brabant, 162 in Oost-Vlaanderen en 308 in West-Vlaanderen. In 2013 voerden de inspecteurs van het FAVV 4204 controles uit. Ik beschik niet over recentere cijfers. Er wordt ook een protocol afgesloten met het FAVV voor de controles op landbouwbedrijven en in slachthuizen, waarbij het FAVV problemen zal melden aan de Inspectie Dierenwelzijn. Om te vermijden dat er tweemaal op dezelfde locatie wordt gepasseerd, is er een meldingssysteem. Als het FAVV overtredingen vaststelt, dan melden ze dat onmiddellijk aan onze diensten en vice versa. Klachten en andere controles die buiten het normale werk van het FAVV vallen, worden sinds 1 januari 2014 door de Inspectiedienst Dierenwelzijn uitgevoerd.
Voor overtredingen van de dierenwelzijnsreglementering vastgesteld tussen 1 juli 2014 en 31 december 2014 – het moment van de overdracht – werden ongeveer 180 administratieve boetes uitgeschreven. Het zijn boetes die veel hoger liggen dan in het verleden. Het gaat om minimum 312 euro, wat bijna het dubbele is in vergelijking met het verleden. Vanuit de vaststelling dat in het verleden te veel werd doorgestuurd naar de parketten en daar bleef liggen en werd geseponeerd, hebben we ervoor gekozen om een duidelijk onderscheid te maken. De kleinere vergrijpen gaan we administratief afhandelen met een duidelijke boete die hoger ligt. We gaan anderzijds niet alles meer naar de parketten doorsturen, wel nog de grotere overtredingen. We verwachten dat er dan effectieve vervolging wordt ingesteld. We zorgen er dus voor dat ze geen grote lading meer krijgen van allerhande overtredingen, maar we gaan ervan uit dat een kleiner volume effectief wordt vervolgd.
Er waren ook vragen over inbeslagneming in het kader van de Dierenwelzijnswet. Er is altijd een administratief beslag geweest. In het verleden bestond daar nogal wat onduidelijkheid over. Net daarom is er in 2012 een verduidelijking van de wet gekomen. Volgens artikel 42 van de Dierenwelzijnswet zijn de kosten voortvloeiend uit de inbeslagname van dieren ten laste van de eigenaar. Indien de dieren worden teruggegeven aan de eigenaar, wordt steeds als voorwaarde opgelegd dat hij de opvangkosten moet betalen. In die gevallen is er dus geen probleem. Eigenaars van wie de dieren definitief in beslag worden genomen, zijn vaak niet geneigd om voor die kosten op te draaien.
Sinds enige tijd bestaan er expertisenetwerken om specialisatie binnen de parketten te ondersteunen. Er is bijvoorbeeld het expertisenetwerk Leefmilieu, er is het expertisenetwerk Natuur en Energie. Dat hele expertisenetwerk Leefmilieu, Natuur en Energie omvat ook Dierenwelzijn.
Naar aanleiding van de zesde staatshervorming wordt een formele vertegenwoordiging van de gewesten in de verschillende expertisenetwerken gepland. Daarnaast hebben we sinds kort ook de mogelijkheid om vervolgingsprioriteiten aan te duiden. Ik heb aan de minister-president gevraagd om overtredingen in het kader van de dierenwelzijnsreglementering mee te nemen als aanduiding van een vervolgingsprioriteit voor Vlaanderen. Ik doe dat niet zelf, dat gaat via de minister-president, die dat aanmeldt. Hij heeft toegezegd om dat te doen en dus ook dierenwelzijnwetgevingsovertredingen mee te nemen als vervolgingsprioriteit.
Het gevolg dat door het parket wordt gegeven aan een dossier, wordt niet steeds meegedeeld aan de dienst Dierenwelzijn. Daarover kan ik geen concrete cijfers geven, maar enkel de empirische vaststelling dat er in het verleden op dat vlak te weinig gebeurde.
– Wilfried Vandaele treedt als voorzitter op.
Mevrouw De Vroe heeft het woord.
Het is een goede zaak dat het meldpunt dierenartsen nog voor de zomer zal worden opgericht. Daar ben ik blij mee. Minister, u zegt dat u voor het inzetten van meer controles door praktijkdierenartsen, meer tijd nodig zult hebben. Als u daar echt werk wilt van maken, zal het nodig zijn om die zo snel mogelijk in te zetten. We zullen dat grondig opvolgen.
Minister, wij steunen u in uw visie over proactief beleid. Dat is een heel belangrijke piste in deze problematiek. Op welke manier zult u dat doen? Gaat u de samenwerking met de politie, die soms wel goed verloopt, nog opdrijven? Of gaat u de contacten met de lokale schepenen opdrijven?
Minister, welk overleg zult u hebben met de parketten? Is er al overleg geweest met de minister van Justitie? Wat zijn uw plannen om in overleg te gaan met de parketten?
Mevrouw Vermeulen heeft het woord.
Minister, ik heb al eens cijfers opgevraagd over meldingen bij de dienst Dierenwelzijn. In vergelijking met 2013 waren er in 2014 honderd extra meldingen van mensen die klaagden over een buur, waar iets gaande was. Het is een grote stijging, maar het is een positief signaal dat mensen bewuster worden en meldingen doorgeven aan het FAVV, aan de politie, aan de dienst Dierenwelzijn en hopelijk ook aan het meldpunt en aan de dierenartsen zelf. Dat is een positieve evolutie. Ik hoop dat er nog verder kan worden gesensibiliseerd. We zien dagelijks berichten in de krant over dierenmishandelingen. Het kan een bijdrage zijn aan de samenleving dat het ook in de pers komt, en dat die mensen worden gestraft. We hebben er baat bij dat die zaken in de pers komen.
Mevrouw Robeyns heeft het woord.
Het is positief dat u meer gericht wilt controleren, en dat u met het meldpunt dierenartsen eerst een risicoanalyse wilt doen. Dan kunt u meer gericht controleren, en zijn er geen nodeloze controles.
Minister, u haalt cijfers aan van 2013 en zegt dat u een protocol hebt waarin de federale dienst aan de Vlaamse dienst meldingen doet. Ik hoop dat dat systeem effectief werkt. Zoiets moeten we opvolgen. In de praktijk beschouwt de federale overheid dit niet meer als een prioriteit voor de inspecteurs van het FAVV. Dat zou bijzonder jammer zijn. Het is te gek dat diensten die op het terrein zaken vaststellen, dat niet melden aan onze inspectiediensten.
Minister, u hebt het over tien inspecteurs en twee controleur-inspecteurs. Is dat aantal lager dan voorheen? Als dat niet zo is, kunt u dat misschien nog rechtzetten. Anders stel ik er een schriftelijke vraag over.
Met het administratief afhandelen van de kleine vergrijpen heb ik uiteraard geen probleem. Maar is het gedefinieerd wat kleinere vergrijpen zijn? Of is dat volgens interpretatie?
Minister Weyts heeft het woord.
Dat laatste is natuurlijk altijd een inschatting, een appreciatiebevoegdheid in hoofde van de Inspectie Dierenwelzijn, voor zover de vergrijpen, die duidelijk zijn opgelijst in het kader van de dierenwelzijnswetgeving, daartoe de ruimte laten.
Wat was uw voorlaatste vraag, mevrouw Robeyns?
Het aantal inspecteurs?
Dat aantal is niet afgenomen. Ik zal laten nagaan in welke mate onze diensten minder doorkrijgen van de collega’s van het FAVV.
De samenwerking met de politie wil ik vooral doorvoeren via de intensifiëring van de opleidingen. Onze Inspectie Dierenwelzijn geeft een korte opleiding aan politieagenten in specifieke politiezones om daar de sensitiviteit voor het probleem te verhogen. Uiteindelijk is het een kwestie van agenten die gevoelig zijn voor dat probleem en het au sérieux nemen en zelfs proactief te werk willen gaan. Ik zie dat er rechtstreekse contacten zijn tussen politie en de Inspectie Dierenwelzijn, en dat werpt vruchten af.
De aanduiding van vervolgingsprioriteiten gaat niet rechtstreeks van de ministers van de Vlaamse Regering naar de minister van Justitie. Die worden overgemaakt via de minister-president. Hij heeft toegezegd om dat ook te doen. Hij maakt het over aan de minister van Justitie, en vandaar gaat het naar het college van procureurs-generaal.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.