Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
De heer Bothuyne heeft het woord.
Het onderwerp is een klassieker bij de vragen om uitleg in deze commissie. Ook tijdens de vorige legislatuur is ze herhaaldelijk aan bod gekomen.
Het lood in ons drinkwater is een gevolg van de manier waarop vele tientallen jaren geleden de aansluitingen en de leidingen werden aangelegd. Een hele tijd terug is beslist om die loden aansluitingen en leidingen te vervangen, omdat daardoor een hoeveelheid lood in ons drinkwater terechtkwam die soms ongezond bleek te zijn. Eind 2013 was de overgangsperiode voorbij en werd de norm verstrengd naar 10 microgram per liter.
Vorige week of twee weken geleden heeft de VMM hierover gerapporteerd. Ze stelden dat nog een aantal loden aansluitingen en leidingen moeten worden vervangen en dat een beperkt – gelukkig heel beperkt – percentage van ons drinkwater nog altijd niet voldoet aan de nieuwe, strengere norm.
U bent er al vele jaren mee bezig, er werden al heel wat middelen uitgetrokken om de loden leidingen en loden aansluitingen te vervangen. Er was een actieplan Loodpreventie in drinkwater. Ik heb in de schriftelijke versie van mijn vraag de verschillende acties ervan opgesomd. Het betrof het vervangingsprogramma bij de waterdistributie- en drinkwatermaatschappijen, de communicatie, het aanspreken van eigenaars van woningen om hun aansluitingen tot en met de watermeter te vervangen, de sensibilisering, het aanspreken van beheerders van publieke gebouwen enzovoort. Er werden dus al heel wat acties op touw gezet, maar we zijn er nog niet, dat blijkt uit het bericht van VMM van enkele weken geleden. Zeker de eigenaars van private en publieke gebouwen moeten nog wakker worden geschud, zo stelt de VMM.
De vraag is eigenlijk eenvoudig: hoever staan we met het actieplan Loodpreventie? Hoeveel aansluitingen moeten nog worden vervangen? Ik heb me laten vertellen dat het werk van de drinkwatermaatschappijen tegen het einde van dit jaar achter de rug moet zijn. Kunt u dit bevestigen?
Dan kom ik bij het probleem dat door de VMM wordt aangekaart. De eigenaars van woningen en van publieke gebouwen zouden moeten worden aangemoedigd om hun loden drinkwaterleidingen te vervangen. Hoe zult u dat doen? Zijn er incentives mogelijk, bijvoorbeeld via de renovatiepremie, om eigenaars van oudere woningen te stimuleren om hun loden leidingen te vervangen?
Ik heb ook specifieke vragen over de openbare gebouwen zoals scholen en andere gebouwen waar kinderen aanwezig zijn en water drinken uit de leidingen waar lood nog steeds een onderdeel van is. Daar moet dringend actie worden ondernomen. Wat kunt of zult u hieraan doen?
Welke timing hebt u voor ogen om het geheel tot een goed einde te brengen? Tegen wanneer moeten alle loden leidingen worden vervangen? Hoe ziet u met andere woorden het actieplan verder verlopen?
De heer Sanctorum heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, dit is een heel correcte vraag van de heer Bothuyne. Wat mij vooral interesseert, is het antwoord op het tweede gedeelte van zijn vragen. Er is het openbare gedeelte van het leidingennet, en daar moeten inderdaad nog een aantal investeringen gebeuren.
We zitten met een groot patrimonium met een verouderd leidingennet waar de particulier verantwoordelijk voor is. We moedigen mensen aan om leidingwater te drinken. Het is veel ecologischer. Het is ook veel voordeliger. De prijs van leidingwater is ongeveer één tweehonderdste van de prijs van het flessenwater in de winkel. Er zijn heel heleboel redenen om het drinken van leidingwater te stimuleren. We moeten die boodschap echter nuanceren ten aanzien van mensen die in een oude woning met oude leidingen wonen of van kinderen in een school met dergelijke leidingen.
Welke maatregelen zult u nemen om particulieren en scholen te sensibiliseren en om hen uiteindelijk aan te zetten tot het vervangen van loden leidingen?
De heer Nevens heeft het woord.
Voorzitter, minister, collega’s, ook ik kan me aansluiten bij deze vraag. Lood in waterleidingen is inderdaad een probleem dat we moeten aanpakken. Het is een oud zeer. De watermaatschappijen hebben inderdaad al een initiatief genomen om het probleem tot aan de teller aan te pakken. Dat is niet altijd gelukt, want ze weten zelf ook niet altijd welke woningen nog met een oude loodleiding aangesloten zijn en welke niet. Er is al een serieuze stap gezet in de goede richting om de wettelijke norm van 10 microgram per liter te halen.
We zitten met het probleem van onze openbare gebouwen, niet alleen scholen, maar bijvoorbeeld ook kinderdagverblijven en zelfs kantoorgebouwen. In veel van die gebouwen is nog een dergelijke binneninstallatie aanwezig. Zoals de heer Sanctorum opmerkte, is het inderdaad een probleem van de particulier, van de eigenaar van het gebouw. Er moet nog een inhaaloperatie gebeuren.
Ik verwijs even naar de problematiek van de minerale oliën. In 2011-2012 heeft de minister in verband met de verontreiniging van stookolietanks een actie op touw gezet om de vervuiling aan te pakken door op schoolterreinen bodemonderzoeken te doen. Het is misschien een idee om dat nu ook te doen voor loden buizen in scholen.
Is er vandaag een inventaris beschikbaar van loden buizen in scholen? Zal er eventueel een project worden opgestart naar analogie met het project voor bodemsanering? En spreekt u dan over alle scholen of alleen over het vrij onderwijs? Hoe ziet u het? Hoever wilt u daarin gaan?
Op het vlak van communicatie is het van belang dat de eigenaars van woningen worden gesensibiliseerd, dat hun wordt aangeraden om er werk van te maken. Wie ervoor in aanmerking komt, kan inderdaad een renovatiepremie voor sanitair aanvragen. Telt die ook voor het vernieuwen van de binneninstallaties met lood?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Dames en heren, het hoofdwaterleidingnet op zich bestaat niet uit lood. Het gaat over de aftakkingen en de binnenleidingen in woningen. De aftakkingen die zich bevinden in het publieke net moeten worden vervangen door de drinkwatermaatschappijen. Loden leidingen die zich binnenshuis bij particulieren bevinden, vallen onder de verantwoordelijkheid van de particulier.
Er zijn geen cijfers over het aantal kilometers dat nog moet worden vervangen, net omdat het om aftakkingen gaat. Inzake de binneninstallaties hebben we uiteraard ook geen duidelijk overzicht, maar daar kom ik straks nog op terug. Er is wel een onderscheid tussen de private en publieke gebouwen.
Er worden heel wat acties ondernomen. Op het terrein worden de leidingen vervangen en gebeurt er heel wat sensibilisering. Het is ook niet omdat er een loden leiding aanwezig is dat er sowieso te veel lood in het drinkwater zit. De eigenaars van loden leidingen worden aangezet om de drinkwatermaatschappij toegang te geven tot de woning om het water te testen. Daarover wordt gesensibiliseerd. Op die manier wordt het water aan de kraan gecontroleerd en wordt het duidelijk of er een normoverschrijding is van lood, of dat te wijten is aan de binneninstallatie en of er herstelmaatregelen nodig zijn.
Er wordt een folder verspreid met de titel ‘Hou je drinkwater loodvrij’, een samenwerking tussen de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) en het Vlaams Agentschap Zorg en Gezondheid. Deze folder werd zeer ruim verspreid door de drinkwatermaatschappijen. Ook als er werken zijn in een straat worden de mensen er nog eens heel nadrukkelijk op gewezen. Er is ook een website van de VMM en het Vlaams agentschap, en de medische milieudeskundigen en drinkwatermaatschappijen communiceren heel gericht. Er zijn ook andere communicatietrajecten van de VMM. Zo is er de waterwegwijzer voor bouwen en verbouwen en de infokaart van de waterwegwijzer die gemeenten bij bouwaanvragen kunnen meegeven. Er was ook de campagne ‘Goed geregeld is geld gespaard’ die gerelateerd was aan het nieuwe waterverkoopreglement. Die was gericht aan doelgroepen die minder goed de algemene communicatie kunnen vatten. De medische milieudeskundigen informeren en communiceren ook heel gericht naar particulieren. De provinciale steunpunten Duurzaam Bouwen en Wonen geven advies aan verbouwers en wijzen op het belang van het vervangen van de sanitaire binneninstallaties. Het gaat dan vooral om huizen gebouwd vóór 1970.
Er is ook een jaarlijkse rapportering over het actieplan ‘Loodpreventie in drinkwater’. Daarin wordt de stand van zaken gerapporteerd. Voor het renoveren van een loden leiding kan een renovatiepremie worden ontvangen onder het item ‘sanitaire installaties’. In de schade die wordt toegebracht door het vervangen van de leidingen wordt een onderscheid gemaakt tussen het vernieuwen van dekvloeren die niet onder de renovatiepremie vallen en het aanbrengen van natte of droge kalkbepleistering die er wel onder vallen.
Er was een terechte bezorgdheid over de openbare gebouwen. In het loodactieplan is daar een aparte actie voor ondernomen. Er gebeurt gerichte communicatie vanuit de Vlaamse overheid, ook naar specifieke doelgroepen. Voor publieke gebouwen waar een mogelijk loodprobleem aanwezig is – veel heeft te maken met de bouwdatum –, heeft de VMM hen individueel op de hoogte gebracht met een brief maar ook via telefonisch contact. In de periode 2011-2013 ontvingen 274 publieke gebouwen een gericht advies op maat.
De streefdatum in het actieplan ‘Loodpreventie in drinkwater’ was inderdaad 2013. Uit de gerapporteerde data blijkt dat eind 2013 nog 24.000 loden aftakkingen moesten worden vervangen. De Provinciale en Intercommunale Drinkwatermaatschappij der Provincie Antwerpen (Pidpa) en VIVAQUA haalden de vooropgestelde doelstelling. Farys, het vroegere TMVW, zal niet klaar zijn in 2014 en heeft nog een achterstand. Een erg beperkt aantal loden aansluitingen kan door het tijdelijke verbod tot het openbreken van de openbare weg niet worden verwijderd. Soms is er een andere oorzaak voor de vertragingen, maar dat mag geen excuus zijn. Er moet met spoed verder worden gewerkt.
Eigenaars die een woning verhuren, hebben de verplichting om ervoor te zorgen dat het water in de keuken drinkbaar is. Sinds 2012 is daaraan gekoppeld dat loden leidingen niet zijn toegestaan. Dit leidt tot ongeschiktheid van de woning. Dit is verankerd in de Wooncode en is een van de realisaties van het loodactieplan. De particulier wordt gesensibiliseerd over de noodzaak om loden leidingen te vervangen. Hij beslist zelf of en wanneer de nodige werkzaamheden worden uitgevoerd.
Normaal gezien moeten alle drinkwatermaatschappijen eind dit jaar klaar zijn met de vervangingen. Dit wordt nauwgezet opgevolgd. Alleen Farys heeft nog een achterstand die ze hopelijk zo snel mogelijk zullen wegwerken. We zullen daarop toezien.
De heer Bothuyne heeft het woord.
Minister, er is al heel wat vooruitgang geboekt als enkel Farys nog werk heeft. Hebt u een zicht op hoeveel aansluitingen Farys nog moet vervangen? Het waren er 24.013, maar nu? Het is belangrijk dat Farys wordt opgevolgd en dat de achterstand daar wordt weggewerkt.
Hetzelfde geldt voor alle publieke gebouwen. U zegt dat er 274 een advies op maat hebben gekregen. Mag ik daar ook onder verstaan dat die daarna de investering hebben gedaan? Ik veronderstel dat die worden opgevolgd zodat het gewenste resultaat wordt verkregen.
De renovatiepremie kan hier nuttig zijn. In de folder van de VMM wordt de renovatiepremie niet vermeld als optie. Misschien kan de VMM dat toch opnemen in haar communicatie en zo nog enkele mensen overtuigen om de noodzakelijke investeringen te doen.
De heer Sanctorum heeft het woord.
Minister, ik wil nog even ingaan op die binneninstallaties. U hebt een veelheid aan maatregelen opgesomd die in het loodactieplan zijn opgenomen. Op zich is het bewustzijn aanwezig bij de overheid. Alleen is de vraag wat de impact daarvan is. Zelf zegt u dat er geen duidelijk beeld is van waar die loden binneninstallaties zich bevinden. Dan is het natuurlijk moeilijk om de impact van de maatregelen te evalueren.
Ik ben van de generatie die nu volop aan het renoveren is of een nieuwe woning koopt. Zelf hebt u 1970 genoemd. Er zijn inderdaad heel wat woningen van voor die datum die nu worden gekocht door jonge gezinnen. In mijn omgeving is de eerste vraag of er een loden leiding aanwezig is. Blijkbaar is hier in de praktijk heel wat onduidelijkheid over, laat staan dat er een incentive bestaat om die loden leidingen, als ze bestaan, te vervangen.
Ik roep op om na te denken over een mogelijke evaluatie van dat maatregelenpakket. Het bewustzijn is er, er is een loodactieplan, maar wat is de impact in de praktijk? Daarvan zouden we toch een evaluatie moeten kunnen maken.
De heer Nevens heeft het woord.
Wat me nog niet duidelijk is, is wie de factuur betaalt van de loden huisaansluitingen tussen de hoofdleiding en de teller. Het zijn niet altijd de watermaatschappijen die de factuur betalen, maar het hangt af van wie de eigenaar is van het waternet. Soms zijn het de lokale besturen die de rekening in hun bus krijgen voor het vernieuwen van de loden aansluitingen. Dat kan oplopen als er veel woningen van voor 1970 op het grondgebied staan.
De renovatiepremie komt in aanmerking, maar er bestaat ook zoiets als een verbeteringspremie en die is ongeveer gelijk aan de renovatiepremie, maar is bedoeld voor lagere inkomens. Dat dient om werken te financieren van minder dan 10.000 euro. Ik veronderstel dat de verbeteringspremie ook in aanmerking komt voor sanitair.
Minister, ik kreeg nog geen antwoord op mijn vraag. U gaat communicatie doen naar de openbare gebouwen, kinderkribbes, scholen enzovoort, maar wie bekostigt de verbetering aan die binneninstallaties? Is dat de minister van Onderwijs?
Minister Schauvliege heeft het woord.
Mijnheer Bothuyne, de renovatiepremie vermelden in een folder, daar hebt u een punt. Dat moeten we zeker meenemen om nog beter te verwoorden wat de verbeteringspremie is. Ik zou dat eens moeten nagaan.
Het is logisch dat als je zo’n leiding moet vervangen omdat er iets fout is, het de eigenaar is die dat bekostigt. Dat geldt ook voor de leidingen en de aftakkingen. Als die eigendom zijn van de gemeente of iemand anders, dan is het aan hen om dat te betalen.
Hetzelfde met de publieke gebouwen. Onderwijs is zelf nooit bouwheer. Onderwijs geeft subsidies aan scholengemeenschappen om gebouwen te plaatsen. Ze zijn daar ook eigenaar van. Als dat moet worden vervangen, zijn zij het die die kosten moeten dragen. Dat geldt voor alle openbare gebouwen, afhankelijk van wie de eigenaar is of van wie de leidingen zijn. Dat is ook logisch. Het is onmogelijk dat de overheid dat allemaal financiert en dat is ook niet wenselijk.
Dat geldt trouwens voor tal van andere zaken die moeten worden vervangen in woningen. Ik denk aan de discussie over asbest. Mensen die asbest aantreffen in hun woning, zijn zelf verantwoordelijk voor het weghalen ervan en het dragen van die kosten. Met de loden leidingen is dat natuurlijk hetzelfde. Die lijn moeten we doortrekken.
Mijnheer Sanctorum, ik ben graag bereid om een evaluatie te doen en die suggestie kunnen we gerust meenemen. De vraag is hoe we daar nog meer mensen attent op kunnen maken. Het aanpakken van loodgieterswerk in een renovatiewoning wordt heel vaak uitbesteed. Daar moet je heel technisch deskundig voor zijn. Als particulier kun je dat niet zomaar zelf doen. Dat is toch mijn ervaring. Ik ga ervan uit dat die sanitaire deskundigen of loodgieters de mensen attent maken op het aanwezig zijn van die leidingen, en dus ook van de noodzaak om ze te vervangen.
Het klopt dat we daar veel meer mensen attent op kunnen maken. We werken al via die verschillende diensten. De meest directe weg is als er een bouwaanvraag binnenkomt bij de gemeente. Maar ik besef dat als jonge mensen verbouwen, er heel veel informatie op hen afkomt en dat het niet altijd vanzelfsprekend is om uit te maken wat prioritair is en wat niet. De suggestie om een evaluatie te doen, neem ik zeker mee.
De vraag om uitleg is afgehandeld.