Verslag vergadering Commissie voor Leefmilieu, Natuur, Ruimtelijke Ordening, Energie en Dierenwelzijn
Verslag
Geachte leden, ik stel voor dat we van start gaan met onze eerste commissievergadering. Ik heb het geluk om ook nog eens op mijn verjaardag deze eerste vergadering te mogen voorzitten. (Applaus)
Achteraan staan er enkele bakjes aardbeien, uiteraard van Hoogstraten. Ik stel voor dat die op de banken worden rondgedeeld. Ik hoop dat u kunt genieten van die lekkere aardbeien.
De heer Sintobin heeft het woord.
Voorzitter, namens onze fractie wil ik u eerst feliciteren, niet alleen met uw verjaardag, maar ook met uw commissievoorzitterschap. Minister, ook u feliciteren wij trouwens met uw verlengd mandaat.
Vorige week zei ik al dat wij eigenlijk de anciens van deze commissie zijn. Minister, ik heb het nog meegemaakt dat de toenmalige commissievoorzitter u en minister Crevits als ‘kippetjes’ bestempelde. Herinnert u zich dat nog? Dat was ongeveer tien jaar geleden. Ondertussen is hij helaas overleden.
Ik bijt dus de spits af. Natuurlijk, als een vraag wordt ingediend tijdens het reces, en die wordt slechts een maand nadien behandeld, dan wordt in die tijdspanne al een stuk van het antwoord gegeven. Mijn eigenlijke vraag ging over het feit dat de brief over de instandhoudingsdoelstellingen aan de veehouders, aan de landbouwers, nog niet was verstuurd. Eind augustus had dit – terecht – wat commotie gewekt bij de landbouworganisaties, niet het minst bij de Boerenbond, die de ambtenarij zogezegd de mantel uitveegde omdat die talmde met het versturen van de brief.
Ik veronderstel dat de meeste collega’s wel op de hoogte zijn van dit dossier, maar ik schets misschien kort even hoe het tot stand is gekomen. Meer dan 12 procent van de oppervlakte van Vlaanderen behoort tot het Natura 2000-netwerk. Dat is dus de som van de Habitat- en de Vogelrichtlijngebieden, zoals u wellicht weet. We moeten het nodige doen om deze Europese ‘topnatuur’ – zoals men dat dan pleegt te noemen – in stand te houden.
Op 23 april, net voor het reces, op het einde van de vorige zittingsperiode, werd binnen de Vlaamse Regering een akkoord bereikt, en dat gebeurde moeizaam, heb ik me laten vertellen. Het zal wel zijn dat een aantal partijen eigenlijk niet zo gelukkig waren met dit akkoord over de instandhoudingsdoelstellingen. Enkele dagen nadien werd het nieuwe Natuurdecreet in ijltempo goedgekeurd in het Vlaams Parlement. Het was de bedoeling dat er, nu die natuurdoelstellingen bekend werden, voor elk Natura 2000-gebied een managementplan zou worden opgemaakt, in nauw overleg met het middenveld en alle andere actoren. Daarbij zou vooral maximaal rekening worden gehouden met de sociaal-economische impact.
Om de pil wat te vergulden voor de landbouwers en de veehouders werd gezegd dat zij begin juli, of zelfs begin juni, individueel op de hoogte zouden worden gebracht van de impact van deze beslissing, van dit decreet op elke landbouwer afzonderlijk. Dat heeft lang geduurd. Het Vlaams Infocentrum Land- en Tuinbouw (VILT) meldde op 24 september dat men nu bezig is met het versturen van de brieven, zodat de landbouwers weten waar ze aan toe zijn. Het gaat echter natuurlijk niet alleen over het versturen van die brief, dit gaat veel verder. Mijn bezorgdheid en die van de landbouwers en de landbouworganisaties is er nog altijd.
De kous is niet af met het versturen van een brief waarin staat wat de impact zal zijn op hen en welke initiatieven ze moeten nemen om te voldoen aan alle Europese doelstellingen of aan de instandhoudingsdoelstelling. Het gaat over veel meer dan dat, het gaat over de flankerende maatregelen die werden beloofd. Sommigen weten misschien nog niet dat de vergunning van een aantal bedrijven zal verlopen en niet meer zal worden hernieuwd. Ik weet wel dat er een soort overgangsfase is, waarbij de eerste vergunning pas in 2017 of zo zal verlopen. Desalniettemin gaat het in veel gevallen om bedrijven die met zware inspanningen werden opgebouwd. Ik denk dat het om een honderdtal bedrijven gaat. Met één pennentrek wordt het levenswerk van sommigen tenietgedaan.
Minister, ik had dus niet alleen graag geweten of die brief nu al dan niet is vertrokken, maar ook hoe het nu zit met die flankerende maatregelen. Het gaat niet alleen om flankerende maatregelen voor bedrijven die misschien in 2017 toch een nieuwe vergunning zullen krijgen, maar vooral over de bedrijven die zullen moeten sluiten. Wat zullen de financiële compensaties zijn? Daarover is er nog maar weinig bekend. Vooral daarover zijn natuurlijk heel wat mensen bezorgd.
Voorzitter, ik maak van de gelegenheid gebruik om de vraag wat te verruimen. Dat zult u me ongetwijfeld niet kwalijk nemen. Zo is er bijvoorbeeld ook het geplande regiebureau voor de programmatische aanpak van stikstof, dat blijkbaar nog in de kinderschoenen staat. Ook daarvan had ik graag de stand van zaken gekend. Ik wil ook van de gelegenheid gebruik maken om het te hebben over de algemene kritiek met betrekking tot die Natura 2000-gebieden. Vandaag nog vernam ik via het VILT dat ook de biolandbouw zegt dat de stikstofneerslag niet alleen een probleem is van de landbouw, maar ook van de industrie, ook van het vervoer, ook van buitenlands vervoer. In onze ogen focust men al te zeer op de landbouw en niet op anderen die ook verantwoordelijk zijn voor deze stikstofneerslag.
Dit zijn moeilijke tijden voor de landbouw. Wij gaan morgen in de commissie Landbouw de discussie voeren over de impact van de Russische boycot van onze land- en tuinbouwproducten en over de crisis die nu al jaren duurt in de varkenssector. Ik meen dus dat we er alles aan moeten doen om onze landbouwers toch een duurzame toekomst te geven. Door regelneverij, door het niet verder verlenen van vergunningen zullen we op den duur alle producten moeten importeren. Ik hoop dat het niet zo ver komt.
Door allerlei omstandigheden die ik daarnet heb genoemd, staat de toekomst van onze landbouwers op het spel. Ik vond het dan ook aangewezen om mijn vraag alsnog te laten agenderen.
De heer Vandaele heeft het woord.
De heer Sintobin heeft gelijk wanneer hij zegt dat de landbouwers correct geïnformeerd moeten worden. Ik heb begrepen dat dat dezer dagen ook gebeurt.
Het is de bedoeling om de nitraatvervuiling in Natura 2000-gebieden binnen de perken te houden in het kader van de instandhoudingsdoelstellingen. Wij kunnen daar dus niet buiten, dat is een Europese afspraak. Dat zal voor bepaalde bedrijven in die gebieden inderdaad een bittere pil zijn. We moeten nagaan hoe we die pil kunnen verzachten. Tegelijkertijd zijn er ook mogelijkheden voor bedrijven in de buurt van die Natura 2000-gebieden om zelfs nog uit te breiden.
Ik ga akkoord met de heer Sintobin dat er rechtszekerheid moet komen. Ik denk dat we het daar allemaal mee eens zijn. Het lijkt me dan ook goed, minister, dat u daar nog eens een stand van zaken over geeft.
De heer Ceyssens heeft het woord.
Eind vorige legislatuur hebben we geprobeerd om met het akkoord dat toen is afgesloten, binnen de Europese verplichtingen die worden opgelegd, een kader aan te reiken waarmee een vergunningenstop kan worden vermeden. Dat mag wel eens heel nadrukkelijk in de verf worden gezet. Maar niets doen was ook absoluut geen optie. Dat zou immers betekenen dat we de problemen voor ons hadden uitgeschoven, of beter naar ons toe hadden laten komen.
We kunnen niet heen om het feit dat die brieven veel later zijn verstuurd dan oorspronkelijk bedoeld. Dat heeft gezorgd voor heel veel onrust bij heel wat landbouwers, vooral bij diegenen wier bedrijfszetel dicht bij een Habitatrichtlijn ligt.
Ik heb begrepen dat er een eerste testzending zou zijn gebeurd op 2 september. Tot op vandaag heb ik geen reacties gehoord van mensen die een brief zouden hebben ontvangen.
Minister, is er zicht op het aantal brieven dat is vertrokken op 23 september? Het is heel belangrijk dat de concrete informatie per bedrijf bekend is. En wat moet er gebeuren op het moment dat de brieven worden geopend? Minister, we moeten op korte termijn duidelijke antwoorden kunnen formuleren aan de +50 procentbedrijven over wat dit in de toekomst voor hen zal en kan betekenen. Vraag is ook hoe we verder gaan met het vermijden van die vergunningenstop. In dat verband wil ik u ook vragen wat de stand van zaken is van de Voorlopige Programmatische Aanpak Stikstof (V-PAS). Wanneer mogen we dat concreet verwachten?
Ik heb nog een kleine vraag die ik heb gelezen in een vraag van de heer Sintobin. Hij maakte een maand geleden melding van het feit dat de overlegplatforms een week later zouden worden opgestart. Dat is na drie weken nog altijd niet gebeurd. Ik wil daarom nog eens bevestigd horen dat die overlegplatforms pas kunnen opstarten zodra de definitieve informatie beschikbaar is.
Mevrouw Peeters heeft het woord.
Voorzitter, ook vanwege mijn fractie van harte gefeliciteerd met uw verjaardag.
Ik sluit me aan bij wat vorige sprekers al hebben gezegd over de onrust die momenteel wel degelijk leeft bij heel wat landbouwers. We weten dat een aantal brieven intussen zijn aangekomen. Sommige landbouwers hebben al laten weten dat die brieven vrij onduidelijk zijn. Onze diensten op de gemeenten hebben de typebrieven ook ontvangen. In het kader van de procedure leek het ons goed om een pleidooi te houden voor eenvoud en duidelijkheid. Wanneer ik echter die typebrieven zie en dan zeker die voor code rood, vrees ik dat dit voor heel wat landbouwers tal van vragen zal oproepen. Wie een typebrief code rood krijgt, kan geen verlenging krijgen van de milieuvergunning. Dat veroorzaakt heel wat onrust en wrevel. Iedereen zit met vragen. Het lijkt me dan ook goed om snel duidelijkheid te geven.
Verder lijkt het me aangewezen om de lokale gemeentelijke diensten goed te informeren. In de provincie Limburg vindt binnenkort via de Boerenbond een infosessie plaats, maar de lokale besturen richten zich tot de provincies die echter niet veel meer informatie hebben dan die typebrieven. De meeste landbouwers zullen zich in eerste instantie tot de lokale diensten richten. Het is dan ook aangewezen die diensten te briefen en duidelijkheid te verschaffen.
Het zou ook interessant zijn om op korte termijn een overzicht te krijgen van het aantal verstuurde brieven, om te weten hoeveel bedrijven onder code rood vallen. Ik weet niet of die cijfers vandaag al bekend zijn. Vanaf 1 november kan de herberekening worden gevraagd. Tegen dan moeten we ook weten wie onder welke code valt. In dat opzicht zou het interessant zijn indien we straks die cijfers zouden kunnen krijgen.
We moeten in elk geval proberen om de onrust die momenteel heerst bij de landbouwers, weg te nemen.
De heer De Meyer heeft het woord.
Minister, de vraag en de bezorgdheid van de vraagsteller zijn terecht. Er zijn heel wat vragen binnen de land- en tuinbouwsector, en die bezorgdheid is begrijpelijk.
Anderzijds klopt wat de heer Ceyssens heeft gezegd. Op het einde van vorige legislatuur werd na onderhandelingen een medeakkoord bereikt van de landbouworganisaties. Het is begrijpelijk dat mensen vandaag rechtszekerheid vragen en eventueel ook een perspectief voor de bedrijven die mogelijk bedreigd zijn. Dus: duidelijkheid en rechtszekerheid.
Ik wil er ook op aandringen, minister, dat het flankerend landbouwbeleid en de beloftes die ter zake werden gedaan op het einde van de vorige legislatuur, zeker en vast worden gevaloriseerd.
De suggestie van onze collega om in het verdere proces van informatie ten aanzien van provincies en gemeenten ook de landbouworganisaties te betrekken, is essentieel.
Minister Schauvliege heeft het woord.
Voorzitter, ook van mijn kant wens ik u een gelukkige verjaardag. De aardbeien komen straks waarschijnlijk onze richting uit. Ik had eigenlijk peren verwacht, maar het zijn aardbeien geworden…
Dames en heren, ik kijk ook uit naar de samenwerking de komende jaren. Ik ben blij met de grote aanwezigheid vandaag en ik hoop dat het zo blijft de komende vergaderingen. Het is ooit anders geweest, ik vind het fantastisch om zoveel enthousiasme te zien.
Mijnheer Sintobin, het is terecht dat u deze vraag over de instandhoudingsdoelstellingen formuleert en dat u, samen met een aantal collega’s, een aantal bezorgdheden naar voren brengt. Het is belangrijk om te vermelden dat de beslissing over de instandhoudingsdoelstellingen niet zo maar uit de lucht kwam vallen. Er is jarenlang overleg gepleegd met alle verschillende actoren. Er is een sterk participatieproject geweest. Vanuit Europa werd zelfs bekeken hoe we dit in Vlaanderen aanpakken om ervoor te zorgen dat iedereen deelneemt en dat iedereen weet wat er op het vlak van de instandhoudingsdoelstellingen gebeurt.
We hebben dat hele traject afgelegd omdat we beseffen dat het heel veel impact heeft en dat we er heel voorzichtig mee moeten omgaan. De beslissing die tijdens de vorige legislatuur werd genomen, is evenwichtig. Alle actoren weten wat er beslist is en wat de consequenties ervan kunnen zijn. Omdat de impact van de instandhoudingsdoelstellingen groot is voor de landbouw, is afgesproken, ook in overleg met alle actoren en ook binnen de Vlaamse Regering, dat we een heel gerichte communicatie zullen voeren ten aanzien van de landbouwbedrijven.
Die communicatie is goed afgestemd. Het heeft inderdaad wat langer geduurd dan was afgesproken, maar dat komt juist doordat men alle informatie heel goed wou samenbrengen en doordat men de brieven goed wou formuleren. Dus ook de inhoud van de brieven is met de actoren op het terrein afgetoetst. Het klopt dat het nogal log is, maar het betreft natuurlijk verregaande en soms technische materie. We hebben geprobeerd om te werken in overleg met de organisaties op het terrein die met de brieven zullen worden geconfronteerd.
Zo is het tot nu toe verlopen. De eerste lichting brieven is weg. Er werden 2000 brieven verstuurd, ze zijn vertrokken op 23 september. Er moeten natuurlijk nog brieven volgen, er komen nog drie afzonderlijke verzendingen: vandaag, op 2 oktober en op 7 oktober. We werken in schijfjes omdat we een helpdesk hebben geïnstalleerd. In de brief staat dat wie vragen heeft over de brief of informatie nodig heeft, die kan contacteren. Als alle brieven tegelijkertijd worden verstuurd en iedereen neemt op hetzelfde moment contact op, dan kunnen de mensen van de helpdesk het niet aan. We werken daarom in stukjes, dat was ook zo afgesproken met de actoren.
Het is wellicht goed om weten dat de eerste 2000 brieven zijn verzonden. Naar aanleiding van de eerste brieven zijn er tot nu toe vijf telefonische contacten geweest. Dat valt al bij al mee, maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat er geen telefoontjes meer zullen volgen. Ik vermoed dat alles eerst wat moet bezinken bij de mensen voor ze informatie vragen.
Terecht werd opgemerkt dat de lokale besturen vaak het eerste aanspreekpunt zijn. Men krijgt zo’n brief en weet niet goed wat en hoe, en dus spreekt men de burgemeester, schepenen of mensen van de provincie aan. Daarom werd ook een omzendbrief verstuurd naar de lokale besturen met wat meer achtergrondinformatie en duiding over waar men terecht kan voor informatie.
De helpdesk werkt via de Vlaamse Infolijn, want die is daarin gespecialiseerd en die wordt ook inhoudelijk betrokken. Ook de diverse betrokken administraties zorgen voor een backoffice zodat alle vragen die er zijn via een permanentiesysteem kunnen worden beantwoord.
Bijkomende informatie kan ook altijd worden gevonden op de website van Natura 2000: www.natura2000.vlaanderen.be. Er staat een heel uitgebreide ‘Q&A’ op met alle mogelijke vragen en antwoorden in verband met de instandhoudingsdoelstelling.
Natuurlijk is communicatie niet het enige dat we doen. De brieven vormen een eerste aanzet om mensen te informeren, maar we zetten nog vier andere stappen, allemaal in overleg. Er is, ten eerste, het regiebureau PAS. Het is ingesteld en in werking getreden. Er is een team van experts die de verdere impact van de stikstofdepositie bekijken en uitzoeken aan welke randvoorwaarden moet worden voldaan bij de aanvraag van een nieuwe vergunning. Ze bekijken ook hoe men in het ergste geval, indien men niet meer in aanmerking komt voor een vergunning, zo goed mogelijk kan worden opgevangen.
Ten tweede, er zijn nog vijf bestaande werkgroepen, en er komen ook werkgroepen bij, die allemaal de verschillende aspecten van de regeringsbeslissing van 23 april verder uitwerken. Alle verschillende actoren en administraties zorgen ervoor dat we op één lijn zitten om al die zaken goed uit te klaren.
Er is ook een stuurgroep die als klankbord dient voor het middenveld. Die blijft verder werken rond de beslissing van 23 april.
De vierde actie die we ondernemen, zijn de overlegplatformen per Natura 2000-gebied. Per speciale beschermingszone zullen ze worden opgestart. Dat zal pas gebeuren in januari 2015. We willen eerst de communicatie zuiver stellen, de brieven versturen. Pas als dat goed loopt, zal men per beschermingszone alle betrokkenen rond de tafel brengen en nagaan wat dat concreet oplevert. Dat is allemaal in overleg gebeurd.
Mijnheer Sintobin, het zijn niet alleen de landbouwbedrijven die een effect hebben. Dat weten we en dat is ook meegenomen in de beslissing. Dat zal ook een effect hebben op kmo’s enzovoort. Het zullen niet alleen landbouwers zijn die eventuele problemen krijgen met de vergunning. Dat kan ook voor kmo’s, maar ook het verkeer heeft een impact. Daarom wordt er, als er een vergunning wordt gevraagd, niet alleen uitgezocht wat het effect is van die stikstofdepositie, er worden ook horizontale maatregelen genomen om de totale stikstof te verminderen. Mobiliteit wordt dus ook meegenomen in het minderingsbeleid dat de overheid voert.
De bedrijven die het zwaarst worden getroffen, noemen wij de rode bedrijven. Die vallen boven de 50 procent kritische drempelwaarde. Het gaat om een 140-tal bedrijven. Voor hen is dat een heel zwaar moment. Ze krijgen die brieven, en daarin staat wel dat ze kunnen telefoneren, maar we kunnen ons voorstellen dat sommige mensen daar zodanig door zijn getroffen dat ze niet naar de telefoon grijpen en niet meer goed weten van welk hout pijlen maken. Er is op vraag van de voorzitter van deze commissie afgesproken dat die mensen persoonlijk zullen worden gecontacteerd door de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM). Psychologisch en emotioneel is het een goede zaak om dat op die manier wat beter op te volgen. Dat zal dan ook gebeuren.
Als men mij een lijst vraagt van alle bedrijven en in welke categorie ze vallen, dan is mijn antwoord: dat gaat niet. We zitten met heel strikte privacyregels, die we niet zomaar kunnen vrijgeven. Dat was een van de redenen waarom het versturen van de brieven wat vertraging opliep. Het is geen excuus, maar goed, de brieven zijn er nu. De privacywetgeving kijkt natuurlijk ook mee, en daar moeten we ons aan houden. De gegevens van die bedrijven kunnen we niet zomaar ronddelen. We kunnen hen wel zelf contacteren vanuit onze diensten, maar we kunnen dit niet verspreiden bij lokale besturen of andere organisaties. Als die overlegplatformen per speciale beschermingszone worden opgestart, dan zullen de lokale besturen daarbij worden betrokken. Dan zullen we in januari meer zicht krijgen op wat dat zal betekenen voor de gemeenten. Daarvoor vragen we dus nog wat geduld. Die informatie komt nog.
Er is ook gevraagd naar het flankerend beleid. In het debat van vorige week is dat wat verwaterd, omdat de oppositie de nadruk vooral op de negatieve boodschappen heeft gelegd, wat ook haar taak is. Het is goed om weten dat er in het kader van de begroting 2015 extra middelen zijn vrijgemaakt voor het uitvoeren van de instandhoudingsdoelstellingen. Er is 5 miljoen euro extra vrijgemaakt in budgettair niet evidente tijden om de IHD’s op het terrein uit te voeren, maar ook in het kader van het flankerend beleid zoals dat is afgesproken in de beslissing van 23 april 2014.
We beseffen dat dat geen evidente beslissing is. Daarom zijn we heel stapsgewijs te werk gegaan. We proberen zo veel mogelijk in overleg te gaan, de zaken zo goed mogelijk af te toetsen. Ik kan wel richtinggevende cijfers geven. Misschien is het goed dat u zou weten welke bedrijven in welke categorie vallen. Dit gaat over maximumbedragen. De groene categorie van bedrijven, die geen problemen hebben en onder de kritische drempelwaarde van 3 procent vallen, bevat afgerond 21.000 bedrijven. De oranje categorie bevat 1420 bedrijven en de rode – de meest kritische – categorie schatten we op 140 bedrijven.
Die zaken moeten goed worden opgevolgd en met veel zorg worden bekeken om er voldoende evenwicht in te vinden, zoals we dat in de voorbije legislatuur hebben gedaan. Ik ben ervan overtuigd dat dit dossier in deze commissie nog aan bod zal komen. Het is een suggestie van mij aan het parlement om de IHD’s geregeld op te volgen en te bespreken.
Alle vragen zijn nu aan bod gekomen. Ik stel voor dat we na de beslissing op het einde van de vorige legislatuur, dit hier snel terug opnemen. Als we straks de regeling der werkzaamheden bespreken, kunnen we uitzoeken of dat inderdaad interessant zou kunnen zijn. Dit lijkt een interessant voorstel.
De heer Sintobin heeft het woord.
Al bij al was het toch interessant om deze vraag te stellen, gelet op de vele aansluitingen en de interessante informatie die we van u hebben gekregen, dat moet ik toegeven. Alleen is er nog de kwestie van de brief: is hij duidelijk of niet duidelijk? Volgens mevrouw Peeters is hij niet duidelijk. Alleen al het feit dat er een helpdesk is, zegt iets. We zien wel. Zoals u hebt geschetst, komen er nog andere initiatieven voor de getroffen bedrijven.
Ik zit nog altijd in mijn maag met die 140 rode bedrijven, zoals u die noemt, minister. U zegt dat u iemand van de VLM langs zult sturen om op de koffie te gaan en te vragen hoe het gaat. Misschien kunnen we meteen ook Boeren op een Kruispunt sturen. We moeten die mens toch een toekomstperspectief kunnen bieden. Je kunt toch niet zomaar tegen iemand zeggen dat zijn levenswerk ten einde is en dat was het dan, want zijn bedrijf wordt gesloten omdat er natuurgebieden in stand moeten worden gehouden. Daar staat niets tegenover, enkel een engagement van u.
Er komt een flankerend beleid, maar in uw antwoord heb ik geen echt concrete maatregelen voor de bedrijven gehoord. Ofwel moeten we het bij die mensen hebben over een relocatie van het bedrijf. Hoe zit het met de grondenbank? En er zijn nog zaken die vaag blijven. U stelt dat u iemand gaat sturen van de VLM, om eens te kijken hoe het gaat in deze moeilijke tijden. Ik had meer concreet beleid verwacht. Ik weet wel dat we in de beginfase zitten, maar het is vergelijkbaar met iemand die van vandaag op morgen te horen krijgt dat hij zijn werk kwijt is. Het is nog veel erger, het gaat in veel gevallen over een levenswerk, waarin miljoenen euro’s zijn geïnvesteerd. En plotseling staan ze daar. En wat nu? Daarop heb ik geen antwoord gekregen.
Ik ben nog vergeten om u een gelukkige verjaardag te wensen, voorzitter. Dat doe ik dan ook maar, alle anderen doen het, ik kan niet anders.
Minister, het is goed dat u de stand van zaken hebt gegeven. Ik merk dat de collega’s daaraan behoefte hadden, iedereen trouwens. Het is ook goed dat u erop wijst dat er in het regeerakkoord extra middelen zijn afgesproken voor de instandhoudingsdoelstellingen. We hebben het vorige week wel tussen de regels door gehoord van de minister-president, maar er werd niet echt de nadruk op gelegd. Ook wij vonden het bijzonder belangrijk dat er extra middelen zouden komen. Het gaat om 30 miljoen euro, als je alles bij elkaar zet. Dat dient natuurlijk niet enkel voor flankerend beleid, maar voor het geheel van de verschillende acties die nodig zullen zijn om de instandhoudingsdoelstellingen uit te werken. Ik dank u dus voor uw overzicht.
Minister, als ik kijk naar het totale aantal bedrijven in groen, oranje en rood, vraag ik me af of u weet of er in die eerste zending ook al oranje en rode bedrijven zaten. Of was dat een volledig groene zending?
We delen inderdaad allemaal de bekommernis over die maximaal 140 bedrijven. Het staat als een paal boven water dat het nieuws daar heel zwaar zal aankomen. Ik zou toch pleiten voor enige voorzichtigheid, niet qua begeleiding, daarvoor moeten we kijken wat we kunnen doen. Ik zou wel heel voorzichtig zijn met Boeren op een Kruispunt. Daarmee zeg je al dat het ‘over and out’ is. Dat is slechts een bedenking die ik maak.
We kunnen vandaag nog geen pasklare antwoorden bieden. De middelen zijn uitgetrokken. Vandaag moet meer dan ooit de hand aan de ploeg worden geslagen, om ervoor te zorgen dat we zo snel mogelijk duidelijkheid kunnen bieden aan degenen die zich in die rode categorie bevinden.
Minister, bedankt voor uw antwoord. Ik had specifiek gevraagd welke bedrijven in welke code zitten. Dat was een vraag naar de cijfers. Ik begrijp wel dat het gaat om de privacywetgeving. Het is alleszins handig dat we nu weten hoeveel bedrijven in welke code zitten.
Mijnheer Sintobin, de brief is misschien niet superduidelijk, maar wat ik wilde benadrukken was dat er in sommige gemeenten brieven zijn toegekomen, zoals u ook hebt gezegd, en bij andere nog niet. Vooral dat wekt onrust. Nu hebben wij duidelijk de redenen daarvoor gekregen. De helpdesk wordt anders overbevraagd. Natuurlijk hebben sommige landbouwers nu al een brief gekregen en anderen niet, en dat wekt onrust. Het is een bekommernis.
Ik ben alleszins blij dat we die omzendbrief mogen verwachten. Ik denk niet dat die al is toegekomen. Dat zal een verhelderend hulpmiddel zijn voor de lokale en provinciale besturen. Dat is een positief element.
Ik dank u voor uw antwoord, minister. Ik noteer de herbevestiging namens de Vlaamse Regering in verband met het flankerend beleid. Dat houdt enerzijds financiële compensaties in en anderzijds de begeleiding van deze bedrijven. In sommige gevallen zal dat een begeleiding zijn naar hervestiging.
Ik denk meer specifiek aan de begeleiding die momenteel bestaat in het kader van het flankerend beleid bij grote infrastructuurwerken. In sommige situaties kan dit mede inspirerend zijn. Daarmee lossen we de huidige grote zorgen niet allemaal op, maar we bieden toch enig soelaas en perspectief aan de getroffen bedrijven.
Collega’s, in onze beslissing van april zit niet alleen de uitvoering van de IHD’s, maar ook het flankerend beleid. Ik heb dat nu niet in detail weergegeven, die vraag werd ook niet gesteld. Daar zit uiteraard een grondenbank in, overgangsmaatregelen, herstructureringsbegeleiding en de volledige landinrichting. Al die zaken zijn uitdrukkelijk opgenomen in de beslissing van 23 april 2014. Dat blijft verder lopen.
Het is op dit moment onmogelijk te zeggen welk bedrijf zeker moet stoppen of zeker een probleem zal hebben. Via bepaalde kaarten kunnen we ongeveer bepalen hoe groot de impact zal zijn, maar pas als zo’n bedrijf een nieuwe vergunning aanvraagt, moet het onderzoek gebeuren. Op basis van de nieuwe aanvraag zullen experten uit de PAS-werkgroep het effect onderzoeken op de omliggende speciale beschermingszones. In sommige gevallen zal die impact heel groot zijn en dan is een nieuwe vergunning of uitbreiding niet mogelijk: dan zal het flankerend beleid moeten starten. Er is een heel lange overgangsfase gepland tot 2030. Dat staat zo in de beslissing.
In het flankerend beleid wordt sterk ingezet op wetenschappelijk onderzoek en nieuwe technieken. Voor de bedrijven op de rode lijst zou het wel eens kunnen dat ze door nieuwe technologieën en investeringen kunnen blijven bestaan. Op dit moment kunnen we niet zeggen welk bedrijf onder die 140 valt en zeker moet verdwijnen. Dat maakt het zo moeilijk om te communiceren: elk geval is anders. Telkens zal de impact moeten worden onderzocht op maat van het bedrijf en het gebied eromheen. Dat moeten we doen. Daarom zijn de brieven voorzichtig opgesteld, we moeten de PAS het werk laten doen.
Ik ben het met jullie eens dat we zo snel mogelijk wat meer duidelijkheid en rechtszekerheid moeten bieden. Dat is ook mijn bekommernis. Daar werken we aan. We willen een individuele aanpak van die 140 meest kwetsbare bedrijven, we willen het gesprek met hen aangaan. We moeten hen uitleggen wat ik hier nu zeg. We kunnen samen naar oplossingen zoeken en naar hun plannen kijken. Dat is belangrijk. Dat wordt verder opgevolgd en ter harte genomen.
Ik heb net gewezen op die tweeduizend brieven die verstuurd werden. Mevrouw Peeters, u vroeg of daar ook rode bedrijven tussen zitten. Neen, die komen nog aan de beurt. Daardoor is er op die tweeduizend brieven nog maar weinig reactie gekomen aan de telefoon. We moeten dat een beetje nuanceren en verder opvolgen.
Nogmaals, iedereen beseft, en ik voel dat ook hier, dat dit geen evidente oefening is. We zitten in Vlaanderen met een heel specifieke situatie: de ruimte is beperkt, we moeten zoeken naar een goed evenwicht. In een aantal gevallen zullen we moeilijke beslissingen moeten nemen en dan zal het erop aankomen om een goed flankerend beleid te voeren. Er moeten goede overgangsmaatregelen worden genomen, dat moet op een menselijke manier gebeuren zodat we drama’s kunnen vermijden. Dat is alleszins ook mijn betrachting.
De vraag om uitleg is afgehandeld.