Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag ontvangen van een aantal vrijwilligersverantwoordelijken of een vrijwilliger die verpleegkundige is, wettelijk gezien wel of geen verpleegkundige handelingen mag uitvoeren, als die met pensioen is. Bij navraag bij de Commissie Verpleegkundige Handelingen van het Welzijnsverbond ontvingen we het antwoord dat vrijwilligers die een diploma en een visum van verpleegkundige hebben, verpleegkundige handelingen mogen uitvoeren en dat het de taak is van de organisatie in kwestie om het nodige diploma te controleren van de vrijwilligers die voor hen optreden.
De gepensioneerde verpleegkundigen vallen echter niet onder die regeling. Zij worden beschouwd als een vrijwilliger zonder medisch diploma. Zij moeten zich dan ook, net als andere vrijwilligers, eerst omvormen tot bekwame helper, alvorens ze verpleegkundige handelingen zouden mogen uitvoeren. Dat is een beetje een bizarre situatie, minister, vandaar ook mijn vragen.
Klopt het dat gepensioneerde verpleegkundigen vandaag worden aanzien als vrijwilligers zonder medisch diploma? Is dat gangbaar? Is dat de norm? Zo ja, wat is daar de reden voor? Bestaat er een mogelijkheid om te verwijzen naar een bepaalde wetgeving of kader dat kan worden meegegeven aan vrijwilligers die reeds gepensioneerd zijn, maar interesse tonen om toch een taak als vrijwillige verpleegkundige op te nemen? Velen vallen vandaag immers uit de lucht en hebben geen idee welk traject ze dan moeten volgen om vrijwillige taken als verpleegkundige te kunnen opnemen. En gezien de grote nood aan vrijwilligers tout court, hoe evalueert u deze situatie?
Minister Crevits heeft het woord.
U had het over de Commissie Verpleegkundige Handelingen van het Welzijnsverbond. Het is logisch dat u die vraag stelt, maar ik vond wat daar gesteld wordt, zodanig ongelooflijk dat ik toch eens gevraagd heb om te bellen met het Vlaams Welzijnsverbond om wat duiding te krijgen bij die interpretatie. Zij vielen eigenlijk ook een beetje uit de lucht. Ik denk dus dat het over een misverstand gaat. Ze hebben ondertussen nog eens contact opgenomen met ons, in de loop van de namiddag.
Vorig jaar, rond de periode dat de wettelijke basis voor de bekwame helper is goedgekeurd, zijn er een aantal vragen gesteld vanuit hun leden, onder andere over de situatie van een gepensioneerde verpleegkundige. Er is dan een vraag gesteld aan de FOD Volksgezondheid. Want het is uiteraard niet mijn bevoegdheid. Blijkbaar is daar geen reactie op gekomen. Maar men zegt dat men hier geen standpunt over heeft ingenomen. Dat is dus al het eerste. Ik vind het wel belangrijk dat die verduidelijking er komt. En dan ga ik ook mijn interpretatie meegeven.
De wettelijke basis voor de uitoefening van het beroep van verpleegkundige in België wordt gevormd door hoofdstuk 4 van de gecoördineerde wet van 10 mei 2015 betreffende de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen. Om in ons land als verpleegkundige te kunnen werken, moet je beschikken over een diploma als verpleegkundige en een visum als verpleegkundige. Het visum wordt uitgereikt door de FOD Volksgezondheid en geeft toelating om het beroep uit te oefenen.
Een verpleegkundige die met pensioen is, maar die in het bezit is van een geldig visum, blijft bevoegd om verpleegkundige handelingen te stellen, ook als vrijwilliger.
Met de wet van 11 juni 2023 is de regeling rond de bekwame helper opgenomen in de voornoemde gecoördineerde wet van 10 mei 2015. De bekwame helper is bedoeld als een uitzondering op de voorwaarden in de wet op de uitoefening van de gezondheidszorgberoepen, zodat iemand die niet aan de principiële voorwaarden voldoet om verpleegkundige handelingen te stellen, toch bepaalde handelingen zou kunnen stellen binnen een afgebakend kader, en dat enkel buiten zorginstellingen. Een bekwame helper is dus een persoon die zelf geen verpleegkundige is, maar in het kader van zijn of haar beroep of van een vrijwillige activiteit toch een of meerdere verpleegkundige handelingen wil en mag verrichten, onder delegatie van de arts of de verpleegkundige.
Op de website van de FOD Volksgezondheid is er een uitgebreide pagina voorzien rond de bekwame helper. Op de website van de FOD Volksgezondheid is er ook een zoekmachine beschikbaar waarmee eenieder kan nagaan of een beroepsbeoefenaar in de gezondheidszorg gemachtigd is om zijn of haar beroep uit te oefenen.
Ik heb dus het gevoel, collega Almaci, dat het gaat om een misverstand dat een hoogopgeleide verpleegkundige die met pensioen is, zich zou moeten omvormen tot een bekwame helper om als vrijwilliger verpleegkundige handelingen te mogen blijven stellen. Als u dat signaal vanuit het verbond gekregen hebt, is het zeker nuttig om het advies door het Departement Zorg te laten nalezen. Maar men zegt dat men daar geen advies over gegeven heeft, dus ik denk dat het voortkomt uit een individuele vraag, waar misschien een onduidelijk antwoord op gekomen is. Het is heel goed dat u de vraag hier stelt, want volgens mij is het niet zo. Een broodje aap, stond er in mijn advies. Ik durf dat woord niet te gebruiken. Maar gelukkig maar dat het een misverstand is, want anders zou dat toch wel enige problemen opleveren.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Dank u wel, minister. Met de laatste opmerking hebt u natuurlijk eigenlijk op mijn laatste vraag over de evaluatie van de situatie geantwoord. Want het leek me ook bijzonder absurd dat iemand die dat diploma heeft, dat niet zou mogen uitvoeren als vrijwilliger, als die gepensioneerd is. Maar het misverstand leeft wel degelijk op het terrein.
Ik heb dus verschillende vragen gekregen daarover, verschillende gebundelde vragen. Ik zal het antwoord ook bezorgen. Het komt effectief van mensen die dat aan het Vlaams Welzijnsverbond hebben nagevraagd. Hoe ze dat hebben gedaan, hoe die weg is verlopen, weet ik zelf ook niet. Ik zal de mensen uiteraard verwijzen naar de website over bekwame helpers en de pagina’s van de FOD Volksgezondheid, maar ik denk wel dat het niet slecht is om vanuit uw departement, en ook misschien samen met het Welzijnsverbond, een communicatie te doen dat specifiek de gepensioneerde verpleegkundigen wel degelijk vrijwillige handelingen mogen uitvoeren. Want het gaat specifiek daarover. Bekwame helpers zijn degenen die niet dat medisch diploma hebben. Zij zijn dan natuurlijk gebaat om naar de pagina te gaan van de FOD Volksgezondheid, maar dat heeft in deze casus eigenlijk weinig zin, want het gaat over mensen die dat diploma al hebben.
Mijn vraag aan u, minister, is om toch eens te kijken. Ik zal ook zelf dezelfde oefening doen. Als ik dan meer informatie heb, zal ik die ook aan u bezorgen, dat is niet voor een vervolgvraag, maar toch om te kijken hoe dat misverstand zo goed mogelijk kan worden rechtgezet. Want het heeft toch veel onrust gecreëerd. Mensen vragen zich af of ze nog wel rechtsgeldig bezig zijn. Als er iets mis zou lopen, is het een kwestie van verantwoordelijkheid, et cetera.
Er zijn dus wel wat gevolgen aan dat misverstand, als dat blijft bestaan zoals nu. Ik zal dus ook contact opnemen met de personen die de vraag hebben gesteld, om ze met jullie in contact te brengen. Maar ik hoop dat u met het Welzijnsverbond ook wat meer proactief kunt communiceren hieromtrent, zodat het duidelijk is voor degenen die werken met gepensioneerde vrijwilligers met een medisch diploma dat dat – u hebt de woorden ‘broodje aap’ gebruikt – een broodjeaapverhaal is.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil alleen meegeven dat het strikt genomen niet mijn bevoegdheid is. Ik wil dat sowieso uitklaren met het Welzijnsverbond. Het is goed dat u dat ook doet. Desgevallend, als ik voel dat er daar onrust over bestaat, schrijf ik zelf een brief aan de bevoegde federale dienst om dat uit te klaren. Ik kan niet zomaar zelf interpretaties van federale regelgeving doen, maar we vinden nergens ook maar een schijn van onmogelijkheid.
Als dat klopt, als u zegt dat er onrust is op het terrein, dan moet dat worden rechtgezet, maar dat zou snel moeten kunnen. Misschien kan er federaal ook een vraag om uitleg worden gesteld, want dat zou nog een rappere weg kunnen zijn, maar ik heb net afgesproken dat we in elk geval een brief sturen, als het bevestigd wordt dat er effectief zulke zorgen zijn.
Mevrouw Almaci heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord. De vraag over de federale weg was ook eentje in mijn achterhoofd, omdat ik er zelf gewoon niet aan uit kon onder wie zijn bevoegdheid het nu valt, of het het Vlaams Welzijnsverbond was, of niet. Dat krijg je dan natuurlijk ook. Maar in dezen denk ik dat gebundelde krachten de beste krachten zijn. Laat ons daarmee beginnen achter de schermen.
De vraag om uitleg is afgehandeld.