Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Daniëls heeft het woord.
Ik zoek nog een correct Nederlands woord voor microdegree. Als je het vertaalt, wordt het 'micrograad’ en dat klinkt ook wel heel ‘micro’.
Bij de technische vragen bij de beleids- en begrotingstoelichting (BBT) van november 2023 bevroeg ik u over de uitwerking van een microdegree als zorgkundige voor bachelorstudenten in zorggerelateerde opleidingen. Sinds 2023 is het partnerschap van VIVES, HOGENT en Arteveldehogeschool bezig met de uitwerking van een opleidingsprogramma en lespakketten tot zorgkundige, aanvullend op de opleiding Ergotherapie. In mijn ogen is het heel zinvol om dat te doen en dat uit te breiden.
Daarin zat de opdracht om een onderzoek te voeren naar opportuniteiten, uitdagingen en drempels voor de uitbreiding van het opleidingsprogramma en de lespakketten binnen de opleidingen in de studiegebieden gezondheidszorg en sociaal-agogisch werk: Vroedkunde, Orthopedagogie en Toegepaste psychologie. Dit zorgt ervoor dat studenten, naast een diploma op het einde van de opleiding, ook tijdens de opleiding een microdegree als zorgkundige kunnen behalen. Op die manier hebben ze niet alleen op het einde van de rit twee diploma’s, maar kunnen ze ook tijdens de opleiding, dus na het eerste of tweede jaar, afhankelijk van hoe het programma wordt opgezet, aan de slag als jobstudent of misschien zelfs als werkstudent binnen onze welzijnssector. Een bijkomend voordeel is dat de studenten hun vaardigheden al kunnen oefenen in de sector.
In het antwoord dat u mij hebt gegeven bij de BBT, stond dat het rapport zou worden opgeleverd in januari 2024. We zijn ondertussen eind februari 2024. Werd het rapport van het onderzoek reeds opgeleverd? Welke resultaten kwamen naar voren uit het onderzoek? Ik hoop namelijk echt dat we dit kunnen realiseren.
Is er momenteel een draagvlak bij studenten om de opleiding te volgen en bij de docenten en instellingen om het te organiseren?
Welke opleidingen zullen het toelaten om deel te nemen aan de onderdelen om het microdegree van zorgkundige te verwerven?
Hoe zal er verder aan de slag gegaan worden voor de uitrol van het microdegree? Hoe maken we het mogelijk dat zoveel mogelijk studenten die opleiding effectief incorporeren in hun basisopleiding?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb aan alle hogescholen in Vlaanderen gevraagd wie zich wilde engageren tot het onderzoeken en uitwerken van een opleidingsprogramma en lespakketten tot zorgkundige, aanvullend op de opleiding Ergotherapie. Zo kunnen zowel studenten ergotherapie in opleiding, als afgestudeerde ergotherapeuten het attest van zorgkundige halen. Drie Vlaamse hogescholen hebben zich hiertoe geëngageerd: Arteveldehogeschool, HOGENT en VIVES.
Het rapport werd op 31 januari 2024 opgeleverd. Een concordantietabel en opleidingsprogramma werden opgeleverd en in concreto zouden de drie betrokken hogescholen dit pakket vanaf 2024 aanbieden aan studenten ergotherapie die al hun eerste opleidingsjaar van de opleiding Ergotherapie gevolgd hebben.
Zowel eerste-, tweede- als derdejaarsstudenten die de opleiding ergotherapie volgen in een van de drie betrokken hogescholen werden bevraagd over dit project. 273 studenten beantwoordden de vraag of ze op een schaal van 0 tot 100 procent konden aangeven wat volgens hen de meerwaarde was van de mogelijkheid om als ergotherapeut ook het certificaat zorgkundige te kunnen behalen. Het gemiddelde lag op 65 procent en de mediaan op 70 procent. Bij het motiveren van hun antwoord kwamen onder meer volgende argumenten regelmatig terug: een meerwaarde omdat er een grote druk is op de zorg en je op die manier als ergotherapeut kunt helpen, het hebben van een ruimere kennis over de zorg en het kunnen uitvoeren van meer praktische taken, zodat je de totaalzorg voor de patiënt volledig kunt doen.
58 procent van de respondenten gaf daarnaast ook aan dat ze zelf de opleiding zouden volgen. Bij de eerstejaarsstudenten was deze bereidheid het grootst, namelijk 64 procent, en bij de derdejaarsstudenten was deze bereidheid het kleinst, namelijk 40 procent.
Ik kom tot uw derde en vierde vraag. Het is het eerste project dat enkel focust op het uitwerken van een opleidingsprogramma en een lespakket tot zorgkundige aanvullend op de opleiding Ergotherapie. De bedoeling is om het aanvullende opleidingstraject op te starten in september 2024. Daarna zal het project worden geëvalueerd en zal er worden bekeken of ook andere opleidingen kunnen worden gemotiveerd om een aanvullend opleidingsprogramma en lespakket tot zorgkundige uit te werken.
Intern overleg binnen de drie hogescholen duidt wel op interesse uit andere vakgebieden.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik dank u. Ik ben in elk geval blij dat het op het spoor zit en verder is uitgewerkt. Omdat ik er niets meer over had gehoord, had ik immers schrik dat het was stilgevallen, wat niet zo is.
Ik stel vast dat het enkel start binnen de opleiding Ergotherapie, vanaf september 2024, en niet binnen de – sta mij toe om dit zo te zeggen – belendende percelen Vroedkunde, Orthopedagogie, Toegepaste psychologie en eventueel Verpleegkunde. Het lijkt mij zinvol om dat te onderzoeken, omdat er toch heel wat overlappende aangelegenheden zijn. Bent u bereid om dat wat meer push te geven, zodat het ook daar doorloopt?
Minister, het opleidingsprogramma vraagt veel extra inspanningen van de studenten, bovenop hun zestig studiepunten. U gaf aan dat 40 tot 64 procent van de studenten aangeeft het te willen volgen en dat 65 procent het een meerwaarde vindt. Dat betekent dat 35 procent er de meerwaarde niet van inziet en dat, van het aantal dat het zou willen volgen, niet iedereen het doet.
Hoe komt het dat men dat aangeeft? Is het programma te veel om te combineren? Is het omdat het er gewoon bovenop komt en er geen vrijstellingen worden gegeven? Als het wordt toegevoegd aan de opleiding om een aantal van die bekwaamheden te verwerven zonder iets extra te doen, dan denk ik dat dat de aantrekkelijkheid zal verhogen, net als de inzetbaarheid van deze ergotherapeuten en desgevallend ook andere studentenprofielen. Wat is de verhouding van wat men extra moet doen om dat certificaat van zorgkundige effectief te behalen?
Ik heb nog een laatste bijkomende vraag. Als je dat certificaat hebt, moet je zelf nog een aanvraag indienen bij het agentschap Zorg en Gezondheid, dat dat dan erkent. Die erkenning wordt afgeleverd door de federale overheidsdienst Volksgezondheid, die een visum aflevert, collega’s. Je haalt iets bij een Vlaamse instelling en moet het dan indienen bij het agentschap Zorg en Gezondheid. Dat gaat dan naar de federale overheidsdienst, die een visum aflevert voor een knelpuntberoep.
Minister, kan dat niet gewoon automatisch? De hogeschool stuurt dan door wie geslaagd is en dat komt dan automatisch bij de studenten terecht, zonder al die poespas – mijn excuses –, die het gevolg is van onze uiteraard niet zo geweldige staatsstructuur?
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Collega Daniëls, ik dank u voor uw vraag. Het is zeker een heel waardevol initiatief om een microdegree als zorgkundige te integreren in een zorggerelateerde bacheloropleiding. Om het visum zorgkundige te verkrijgen, moet men echter minstens driehonderd contacturen klinisch onderwijs kunnen aantonen. Dit klinisch onderwijs moet worden uitgevoerd aan het bed van de patiënt en gericht zijn op het uitoefenen van de toevertrouwde en gedelegeerde verpleegkundige handelingen.
Minister, ik stel mij hierbij een vraag. Op welke wijze zullen de studenten deze stage-uren op een kwalitatieve manier doorlopen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank u wel voor de aanvullende opmerkingen.
Collega Daniëls, Ergotherapie is de opleiding die het meest aansluit. Bij Verpleegkunde kan men na een jaar opleiding een erkenning tot zorgkundige vragen. Dat kan dus al gebeuren. Voor Vroedkunde loopt er ook een ander traject. Het extra programma is eigenlijk bijzonder beperkt. Dat zijn tien studiepunten en een stage in het kader van de ouderenzorg. Studenten kiezen ook bewust voor ergotherapie om geen specifieke zorgtaken op te nemen. Iedereen die als zorgkundige aan de slag wil, moet hiervoor zelf een erkenning en ook een visum – inderdaad, collega Daniëls – aanvragen. Dat is voor alle zorgberoepen een beetje hetzelfde. Maar niet elke afgestudeerde wil aan de slag in een specifiek zorgberoep. Dat maken we in het onderwijs in veel andere richtingen ook mee: een studie is niet altijd een voorafspiegeling van wat je in je latere leven doet. Sommigen worden politicus. Dat staat er ook soms een eindje van af.
Dat is dus de situatie nu. Mij stemt het eigenlijk vooral positief dat er interesse is. Ik vind dat eigenlijk de grootste meerwaarde van wat we nu realiseren. Vanuit interesse kan er dan toch ook een bereidheid komen om zorgtaken specifiek op zich te nemen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, dank u wel voor uw bijkomende antwoorden. Ik wil ook in eerste instantie de drie hogescholen in dezen expliciet bedanken, namelijk VIVES, HOGENT en Arteveldehogeschool, om dit te onderzoeken en dit mogelijk te maken. Ik hoop dat het inspirerend werkt voor al onze andere hogescholen, omdat de knelpunten in de zorgsector er uiteraard ook in het werkingsgebied van die hogescholen zijn. Die oproep wil ik dus zeker doen.
Als het tien studiepunten zijn wat vorming betreft, vind ik dat een goede zaak. De collega verwees daarnet ook naar de stage. Die mag natuurlijk niet de spelbreker worden. Ik vraag me af in welke mate de stage, in dit geval als ergotherapeut, dan ook kan tellen als stage voor zorgkundige. Dat is immers natuurlijk een rechtstreeks contact. Dat kan volgens mij wel dubbel tellen. Misschien moet dat toch nog eens onderzocht worden.
Minister, last but not least wil ik toch de oproep blijven herhalen: kan men niet gewoon voor al de studenten die daarin slagen, ook voor degenen in verpleegkunde, met een eenvoudige lijst met rijksregisternummers gevalideerd door de hogeschool die aanvraag doen? Het kan wel zijn dat ze op dat moment niet geïnteresseerd zijn als zorgkundige, maar misschien later nog wel, en als ze dan eventueel zonder werk zouden zitten, lijkt me dat voor VDAB ook nog interessant te zijn, om die studenten dan te begeleiden naar een job in de zorg.
De vraag om uitleg is afgehandeld.