Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Tijdens de commissievergadering van 16 januari 2024 spraken we over de kosten die aan slachtoffers worden aangerekend voor een verblijf in een vluchthuis.
In een vluchthuis of in een vrouwenopvangcentrum verblijven personen, veelal vrouwen en vaak ook hun kinderen, die door omstandigheden niet langer thuis kunnen wonen of door een noodsituatie geen onderdak meer hebben. Wie in een vrouwenopvangcentrum of vluchthuis verblijft, wordt begeleid door het centrum algemeen welzijnswerk (CAW). De hulpverlening die geboden wordt, is gratis, maar de onkosten voor het verblijf worden wel aangerekend aan de personen die er verblijven. Afhankelijk van het inkomen van het slachtoffer komt het OCMW wel of niet tussen in die kostprijs. Het kan dus gebeuren dat er na een langer verblijf in het vluchthuis toch een aanzienlijke som betaald moet worden. Voor de slachtoffers kan dat, boven op de moeilijke situatie waarin ze zich al bevinden, niet alleen een zware opdoffer zijn, maar zeker ook een bijkomende moeilijkheid. Alleszins moet vermeden worden dat, en daar was u het volmondig mee eens, er financiële drempels zouden zijn voor slachtoffers om een stap weg te zetten van een gevaarlijke situatie.
U zei ook dat aan de CAW’s was gevraagd om, voor wat betreft de eigen bijdrage in de verblijfskosten, samen met de administratie een voorstel voor de toekomst uit te werken. Dat punt zou op de agenda staan van het sectoroverleg van 1 februari 2024.
Minister, als u zo’n datum noemt, dan weet u dat die genoteerd kan worden en er nadien gevraagd kan worden wat er daar gebeurd is. In die commissie zijn er veel collega’s tussengekomen en er waren ook veel gekoppelde vragen, omdat we hoopvol uitkeken naar wat er uit de bus zou komen.
Kunt u toelichting geven bij de besprekingen van het sectoroverleg met de CAW’s van 1 februari 2024? Welke voorstellen werden gedaan om te vermijden dat de te betalen kostprijs bij slachtoffers van intrafamiliaal geweld een rol zou spelen in het al of niet vragen van hulp en het zoeken van een veilig onderkomen? Op welke termijn kan daar desgevallend werk van worden gemaakt?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Schryvers, ik had het verwacht, maar niet dat u degene zou zijn die me dat zou lappen. (lacht)
Mijn kabinet heeft op 1 februari samengezeten met de CAW’s en de administratie rond de dagprijsproblematiek. De sector formuleerde een aantal werkpistes om daarrond de komende periode aan de slag te gaan.
Er is een piste geformuleerd waarbij Vlaanderen zelf de dagprijs betaalt voor opvang van kinderen tussen 0 en 21 jaar. Vooral de opvang van alleenstaande ouders met kinderen geeft aanleiding tot hoge facturen. Er was ook een piste om de opvangkost, of een deel ervan, van slachtoffers van intrafamiliaal geweld die nood hebben aan een beveiligde opvang in een vluchthuis of een andere beveiligde opvang, mee op te nemen in de subsidie-envelop van ons aan de CAW’s.
Er werd gevraagd om de dialoog met lokale overheden aan te gaan omtrent de dagprijs en de uniforme toepassing ervan, zodat voor gebruikers, het CAW en de overheid duidelijk is welk deel betaald moet worden en men niet voor verrassingen komt te staan. Ik zie, verspreid over Vlaanderen, nogal wat verschillen.
Ik blijf voorlopig wel op mijn honger zitten omtrent de concrete budgettaire impact: welk prijskaartje aan de opvang vasthangt, hoe groot de factuur is die gebruikers betalen en hoeveel de tussenkomst is vanuit het OCMW en van andere tegemoetkomingen. De sector heeft zich geëngageerd om in de loop van februari voor de verschillende pistes een aantal gegevens samen te brengen om zo een onderbouwde keuze te kunnen maken, waarbij we ook kunnen vermijden dat het al dan niet financieren van een specifieke opvangvorm tot ongewenste effecten leidt in andere opvangvormen. Ik heb dat vorige keer al gezegd. Ik wacht eigenlijk op heel gedetailleerde data en die hadden ze nog niet mee op 1 februari.
Ik wil absoluut vermijden dat slachtoffers om financiële redenen afhaken, maar het is elementair om zicht te hebben op de budgettaire impact. Ik hoop dat dat niet lang zal duren. Zodra ik die gegevens heb, wordt de knoop definitief doorgehakt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik vind het absoluut goed dat er discussie is ontstaan en dat we ons daar vragen bij stellen, omdat we ervoor moeten zorgen dat alle drempels worden weggewerkt. Het kan niet dat mensen omwille van financiële consequenties de stap naar een vluchthuis niet zouden zetten als ze thuis onveilig zijn.
Ik begrijp ook wel dat dat werk vraagt, dat er een aantal denkpistes worden gelanceerd en dat dat niet in een-twee-drie uit de mouw wordt geschud. Dat het nu op de agenda staat en dat er verder over wordt nagedacht, is alleszins positief, in de hoop dat er op korte termijn beslissingen worden genomen.
Ik begrijp uit uw antwoord dat u de druk op de ketel hoog houdt naar de CAW’s toe en u op korte termijn bijkomende gegevens vraagt. Het is belangrijk om die gegevens te hebben om weloverwogen te kunnen oordelen, maar ik heb er dus veel vertrouwen in dat wij heel binnenkort stappen kunnen zetten en die drempels voor slachtoffers kunnen wegnemen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Ik zal mijn tussenkomst van enkele weken geleden niet volledig herhalen. Ik denk dat er weinig tot geen ideologische discussies over zijn hier in het parlement, dat iedereen het erover eens is, en dat iedereen zich ook achter de slachtoffers schaart.
Het is goed dat er vaart wordt gezet achter het sectoroverleg en dat het uitgangspunt hoe dan ook is dat er geen financiële drempels mogen zijn die vrouwelijke én mannelijke slachtoffers verhinderen om hun toevlucht te zoeken bij een vluchthuis. Dat is natuurlijk evident.
Ik zit wel nog met één vraag, minister, een vraag waar ik twee weken geleden ook al mee zat. Bent u al met de federale minister van Justitie in overleg getreden om te bekijken in welke mate de kosten verhaald kunnen worden op de pleger van het intrafamiliaal geweld? Ik blijf daar toch ook op hameren.
Mevrouw Groothedde heeft het woord.
Collega Schryvers, dank u wel voor deze vraag.
Minister, dit is iets waar wij een paar jaar geleden aan uw voorganger ook al vragen over hebben gesteld, omdat het ons niet helemaal duidelijk was – en dat vind ik een heel belangrijk punt – hoe het gesteld is met slachtoffers van intrafamiliaal geweld die een zeer laag inkomen hebben. Blijkbaar, zo was ons via het middenveld ter ore gekomen, zou er bij mensen die een zeer laag inkomen of een zeer lage uitkering hebben, beslag worden gelegd op hun uitkering en krijgen zij dan een soort zakgeld. Toen ik dat hoorde, minister, dacht ik toch dat daar iets scheef zat. Je bent net uit een situatie van controle en intrafamiliaal geweld ontsnapt, dan kom je in een vluchthuis terecht en krijg je daar ochot een zeer laag bedrag, 6 euro of zo, zakgeld per dag. Dat is een situatie die ik niemand gun, zeker niet mensen die proberen om op hun pootjes te landen na zo’n situatie.
Kunt u daar iets meer over zeggen? Kent u die situatie? Wat wordt eraan gedaan? Want dat lijkt me toch iets waar op korte termijn aan geremedieerd moet worden.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, de pleger en het slachtoffer hebben heel vaak dezelfde rekening, dus daar zit een probleem. Dat is ook logisch, want vaak zijn er controlesituaties, waardoor er geweld komt. Dat is dus niet zo evident. Bovendien is de pleger pas dader als dat beslist is via een gerechtelijke beslissing. Je kunt dat dus niet zomaar direct gaan doen. Op dat moment kan er ook een schaderegeling afgesproken worden. Maar het gaat soms ook echt om mensen die financieel totaal van elkaar afhankelijk zijn.
Collega Groothedde, ik weet niet of u er was, maar die problematiek is besproken toen de vraag de eerste keer gesteld is, in december. Dus misschien kunt u eerst eens dat verslag bekijken, want ik ben daar ook ingegaan op de zakgeldsituatie. Ik heb toen ook expliciet gesteld dat het mijn bedoeling is om die financiële drempels weg te werken. Het was vandaag dus eigenlijk een opvolgvraag, omdat ik gezegd had dat ik ze op 1 februari zou terugzien. Ik wil weten wat de budgettaire omvang van dat probleem is en hoe het komt dat dat zo divers geregeld is op een aantal plaatsen in Vlaanderen. En daarop hebben we nog niet alle antwoorden. Maar het is goed dat jullie via vragen de druk op de ketel houden.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister. Wij kijken inderdaad uit naar het vervolg. We hopen dat er op korte termijn verdere stappen kunnen worden gezet zodat slachtoffers zich veilig weten en niet met grote bekommernissen rond het financiële luik de stap naar een vluchthuis moeten zetten. Gezien de berichtgeving van enkele weken geleden had ik ook gevraagd of daar een campagne mee gepaard zou kunnen gaan. Ik vraag u of daar ondertussen ook werk van zou kunnen worden gemaakt, samen met de CAW’s, zodat er niet alleen nieuwe regels komen waardoor slachtoffers sneller de stap kunnen zetten, maar slachtoffers daar ook over geïnformeerd worden.
De vraag om uitleg is afgehandeld.