Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Minister, collega’s, wilt u een feestelijk gevulde kip met spinazie, pesto, kerstomaten en mozzarella, gedresseerd op een bedje van knolselder? Dan kunt u op de Facebookpagina dat menu terugvinden, dat is een van de vele gerechten die worden gepromoot door het Vlaams Instituut Gezond Leven met Vlaams belastinggeld. Ook als u een recept voor chili con carne, voor geroosterde groenten, een snelle quinoa en voedzame kikkererwten wilt – want er wordt nogal ingezet op gerechten die geen vlees bevatten – dan vindt u wel eens geregeld op Facebook, Instagram, of andere sociale media reclameboodschappen daarvoor van het instituut. Minister, er staan ook heel wat visgerechten op die website, of misschien hebt u daar genoeg van na de voorbije dagen.
Het stopt daar trouwens niet. Er zijn ook advertenties die een boodschap voor u bevatten. Ik heb hier een boodschap die zegt dat er een onderzoek wordt gesponsord door Hilde Crevits, en waar dank wordt uitgedrukt over betaalbare schoolmaaltijden. Het is een beetje vreemd dat een instituut dergelijke betaalde advertenties publiceert waarin de minister wordt benoemd en waarin wordt gezegd dat de minister een onderzoek sponsort. Ik neem aan dat u daar zelf geen weet van hebt. Dat is toch altijd een beetje bizar. Als we nog verder terugkijken naar het verleden, dan zien we ook allerlei campagnes. We herinneren ons nog de befaamde Donderdag Date Night. Er staan ook allerlei zaken over hoe je vriendelijk moet zijn voor mekaar. Ik ga u alle tips besparen, maar kijk maar eens op de website en op hun Facebookpagina, dan ga je die advertenties daarover allemaal vinden. Het Gedragswiel, hoe je je moet gedragen in het dagelijks leven, de geluksdriehoek, enzovoort.
Minister, ik heb het daar met uw voorganger Wouter Beke al verschillende keren over gehad. Behoren dit soort zaken tot de kerntaken van een overheid? Ik ga beginnen met die kookrecepten. We hebben de lancering van die kookapp een aantal jaren geleden gehad. Ik heb toen gevraagd hoeveel dat kostte; dat ging over een half miljoen euro. Daar was heel veel deining over. Er werd ook wat lacherig over gedaan. In plaats van daar lessen uit te leren, en eventueel te stoppen met die onzin, zie ik dat er stap voor stap verder wordt gegaan op die weg. Er worden zelfs extra budgetten gespendeerd om kookrecepten verder te promoten bij de Vlamingen met belastinggeld. Vertel dat buiten dit gebouw aan iemand en vraag hun of dat tot de kerntaken behoort, en die persoon zal u zeggen dat dat niet het geval is. Daar bestaan al genoeg alternatieven voor. Dat is niet iets wat de overheid moet doen.
Ik zal nog verder gaan: een van de medewerkers van het Instituut Gezond Leven zegt daar zelf over dat al die campagnes eigenlijk weinig rekening houden met inkomensgroepen, en daardoor de gezondheidsongelijkheid eigenlijk vergroten. Ik denk dat dat klopt, want al die recepten zijn heel mooi, maar zijn vooral gericht op mensen die dat allemaal kunnen betalen. Quinoarecepten en alles zonder vlees, ik denk dat de mensen die echt gebaat zijn met tips over wat gezond eten is, daar totaal niet mee bereikt worden.
Moeten wij allemaal verdergaan met dit soort zaken, dit soort onzin die niet tot de kerntaken van de overheid behoort? Ik ga u meteen mijn visie geven: voor mij is er zeker een rol in preventie weggelegd waar Vlaams belastinggeld naartoe kan gaan, maar dan moet die zich bij de basis bevinden. De overheid moet zelf niet al die zaken beginnen te doen, met eigen apps en eigen recepten. Er bestaan daar al duizenden alternatieven voor die veel populairder zijn. Wat het instituut wel zou kunnen doen, is informatie aanbieden over gezonde voeding. Ik geef toe dat dat minder sexy is, want dat is meer op de achtergrond. Dat kan bijvoorbeeld gericht worden aan mensen die daar professioneel mee bezig zijn, naar dokters, gezondheidscoaches, en zo verder. Zij moeten gevoed worden met die wetenschappelijke kennis die sterk evolueert. Wij moeten toch zelf niet verdergaan op de weg om als overheid alles zelf te willen doen, zeker – en dat beaamt het instituut ook zelf – als dat er ook nog eens voor zorgt dat totaal niet de juiste doelgroep bereikt wordt.
Ik heb deze vraag al aan uw collega destijds gesteld, maar dat valt blijkbaar in dovemansoren. Zijn dit kerntaken van de overheid? Kunnen we dit niet op een andere manier aanpakken? Hoe evalueert u dit soort dingen?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Vande Reyde, u hebt mij een groot plezier gedaan. U weet dat ik veel minder naar Twitter kijk dan u, en ook dan vroeger. Plots zagen anderen dat ik werd opgevoerd als sponsor. Ik vroeg me meteen af wat ik had gemist. Ik denk dat die tweet zeer snel verwijderd is. Ik wens daar helemaal niet als sponsor in voor te komen en ik vind dat fout. Je mag wel berichten versturen waarin staat dat de overheid steunt of dat er sprake is van subsidiesteun, maar sponsoren doe ik niet. Ik betaal dat zelf ook nooit. Als u toch nog zo’n bericht vindt, laat dit dan weten, dan zal ik dat laten verwijderen. (Lacht. Opmerkingen van Maurits Vande Reyde)
Ik wil daar dus niet verschijnen. Het is voor mij niet de plek om nieuwe fans te zoeken.
Het receptenplatform Zeker Gezond is een opdracht van Gezond Leven binnen de beheersovereenkomst ‘Voeding, Beweging, Sedentair gedrag en Ondervoeding’, die gestart is in 2021 en tot eind 2025 loopt. Binnen de beheersovereenkomst is hiervoor een bedrag van 40.000 euro per jaar voorzien ten opzichte van het totale bedrag van ruim 2 miljoen euro.
Ook ik heb als minister oprechte twijfels, die ook blijven bestaan, bij de noodzaak van deze methodiek naast het grote aanbod van gezonde kookapps en boeken. Ik ben daar ook eerlijk in geweest in een eerdere commissievergadering, maar ik vind het tegelijk belangrijk dat ik de juiste cijfers breng vandaag.
Het gebruik van het wetenschappelijk onderbouwde receptenplatform wordt continu gemonitord via de bezoekerscijfers, het aantal appdownloads en aangemaakte profielen. Sinds de lancering in 2020 telt de website 2.429.123 weergaven, maakten 85.648 mensen een persoonlijk profiel aan en werd de app 196.661 keer gedownload. Er is, over de jaren heen, een positieve evolutie in het aantal gebruikers waarneembaar.
In het najaar van 2023 liep er een impactmeting bij gebruikers van de app. Via vijf vragen werd nagegaan of gebruikers er dankzij Zeker Gezond een gezondere levensstijl opna houden. De bevraging werd door 1100 personen volledig ingevuld. Ook hier kunnen we positieve resultaten aantonen: 56 procent van de gebruikers geeft aan dat ze gezonder eten dankzij het gebruik van Zeker Gezond. Een derde van de gebruikers blijft hier neutraal over en 11 procent vind Zeker Gezond geen goede hulp. 65 procent geeft aan dat Zeker Gezond hen motiveert om gezonder te eten. Zeker Gezond scoort bij de gebruikers het beste op het vlak van inspiratie, wat mij niet verbaast. Zo zegt 76 procent van de respondenten dat het receptenplatform inspiratie geeft om gezonder te eten. Als het gaat om het koken van gezonde maaltijden, geeft 60 procent aan dat ze zich bekwaam voelen om gezonder te koken dankzij Zeker Gezond. Ongeveer twee derde van de respondenten, 63 procent, geeft aan dat ze dankzij het receptenplatform beter weten wat een gezonde maaltijd inhoudt.
Vlaanderen voert een preventief gezondheidsbeleid dat zich focust op vier preventiestrategieën: educatie, omgevingsinterventie, afspraken en regels en ten slotte zorg en begeleiding. Door het combineren van deze vier strategieën willen we een meer gezonde leefstijl bij burgers teweegbrengen.
Voornamelijk voor de eerste preventiestrategie is het van belang om te kunnen doorsijpelen in alle lagen van de bevolking. Daarvoor worden dus ook sociale media ingezet.
Uit de meest recente cijfers van de Digimeter komt naar voren dat 85 procent van de Vlamingen minstens één chatdienst of socialemediaplatform gebruikt. We kunnen die sociale media dus niet meer wegdenken uit het dagelijkse leven. Dat is een standaard communicatiekanaal. Daarmee moet dus op een doordachte manier worden omgegaan om binnen het preventief gezondheidsbeleid methodieken en materialen onder de aandacht te brengen die een grote groep mensen kunnen bereiken. Men zegt met een heel beperkt budget toch een groot bereik te kunnen hebben. Dat is ook de reden waarom onze partnerorganisaties binnen het preventief gezondheidsbeleid soms betalend gebruikmaken van dit moderne medium, van dit kanaal. Ik denk bijvoorbeeld aan de cocaïneclips van het Vlaams expertisecentrum Alcohol en andere Drugs (VAD) bij specifieke doelgroepen en de BLABLABLA-campagne met een bekende Vlaming over onze bevolkingsonderzoeken naar kanker tijdens de piekmomenten.
Ik geef ook nog wat cijfers vanuit Gezond Leven om dit te onderbouwen. Men maakte de webpagina www.mijngezondleven.be via advertenties voor een kostprijs van 1900 euro bekend op de platformen Meta, Google en Pinterest. Er zijn ook twee video’s gepromoot. Die zijn twintigduizend keer bekeken via YouTube. Op Meta werden de video’s 9500 keer bekeken, en 5450 mensen klikten door naar de website. Elke campagne wordt uiteraard geëvalueerd. Men ziet een stijging van het bereik.
Collega Vande Reyde, ik begrijp absoluut dat er voor- en tegenstanders zijn van zulke initiatieven en van de wijze waarop moderne communicatiemiddelen worden ingezet en sensibiliseringscampagnes verlopen met het oog op preventieve gezondheidsbevordering. Ik kom daar op dit ogenblik ook niet persoonlijk in tussenbeide als bevoegd minister, behalve om mezelf te verwijderen, maar ik vind het wel cruciaal dat er in voldoende evaluatiemomenten wordt voorzien – ik heb vorig jaar ook beloofd dat dat zou gebeuren –, dat er doelgroepgericht kan worden bijgestuurd op basis van objectieve data en dat het Departement Zorg dit in overleg met de partnerorganisaties met een kritische blik van nabij opvolgt en bijstuurt waar nodig om de beoogde preventiedoelstellingen daadwerkelijk te behalen.
Collega Vande Reyde, dit is niet mijn favoriete cup of tea. Dat zult u wel gehoord hebben. Maar het zit in de beheersovereenkomst, die nog loopt tot eind 2025. Ik had beloofd dat er een impactmeting zou gebeuren. We hebben die ook gedaan. Ik heb u de resultaten gegeven. Wat het persoonlijke feit betreft, ben ik ook tussenbeide gekomen, omdat ik dit absoluut niet wens.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord. Ik ben blij dat u daar alvast met een kritische blik naar kijkt, maar het probleem is, en dat is voor alle duidelijkheid geen verwijt aan u, dat niet alleen ik, maar ook diverse andere collega’s daar al jaren met kritische blikken naar kijken, terwijl het instituut doorgaat op de weg die het op dit moment bewandelt. Ik wou geen bedrijven noemen, maar je kunt op Meta heel makkelijk nagaan welke advertenties allemaal worden gepromoot, waaraan dus belastinggeld wordt gegeven om bepaalde dingen te promoten. Ik nodig u of mensen van uw kabinet uit om eens te kijken naar de advertenties van het Vlaams Instituut Gezond Leven. U zult zich echt afvragen waarom die zich bezighouden met het promoten van dat soort dingen. Dan heb ik het niet alleen over die kookrecepten, maar ook over allerlei andere dingen waarbij je vragen hebt omdat ze gewoon geen wetenschappelijk onderbouwd initiatief kunnen zijn. Een leek kan al zien dat die totaal nutteloos zijn. Ik ben er ook geen fan van om te zeggen wat goed en wat slecht en wat niet naar mijn smaak is. Als schepen doe ik dat ook niet. Daar gaat het mij niet over, maar wel over de beheersovereenkomst. Wanneer die eindelijk afloopt, misschien al vroeger, moet men echt bekijken wat echt de kerntaak is en waarmee men zich niet meer moet bezighouden.
Ik geloof ook nooit, en de commentaar van die medewerkster in de krant bevestigt dat voor mij, dat er wetenschappelijk kan worden bewezen dat hierdoor een bepaald aantal nuttige doelen, zoals voedingsinformatie geven aan bepaalde inkomensgroepen, worden bereikt. Als ik bijvoorbeeld die advertenties hier allemaal bekijk, dan gaat dat over hoe je minder vlees eet, maar je kunt toch niet zeggen dat dat voor iedereen het meest gezonde of de meest geschikte manier is. Dat is voor mij zelfs bijna een ideologisch streven dat hier naar voren komt. Ik zou dus echt willen dat er daar een grondige discussie over komt. Ik wil gerust het instituut hier eens uitnodigen om daar een gedachtewisseling over te hebben. Maar ik snap niet dat het tot op de dag van vandaag, want ook vandaag zijn er nog altijd diverse advertenties actief, op die weg doorgaat.
Ten slotte, wat uw persoonlijke vernoeming betreft, voor alle duidelijkheid, dat is inderdaad zeker geen verwijt aan u. Dat zal ook een enthousiaste medewerker geweest zijn die uw naam daarin heeft gedropt. Ik kan u zeggen dat er ook op Facebook een betaalde advertentie van het instituut was waarin stond dat een project door u persoonlijk werd gesponsord. In alle opzichten is dat een rare boodschap. Men kan misschien zeggen dat u als minister ergens aanwezig was. Dan zou dat misschien nog vreemd zijn, maar die boodschap is alleszins raar. Ik heb nu wel gezien dat die advertentie in oktober is afgelopen. U hoeft zich daar alvast dus geen zorgen over te maken. Maar dat bewijst nogmaals dat de kerntakenklepel doorslaat en dat men de bal misslaat. Ook al gaat het in het grotere geheel der dingen misschien over beperkte bedragen, toch voor sommigen, toch moeten we eens bekijken hoe we die kerntaken er beter in kunnen krijgen.
De heer Daniëls heeft het woord.
Minister, ik heb in het verleden namens de N-VA-fractie ook al kritische vragen gesteld over het Vlaams Instituut Gezond Leven en onder andere die recepten, zowel aan u als aan uw voorgangers. Daarbij kwam inderdaad telkens wat hetzelfde antwoord. Ik ben wel tevreden met uw antwoord omdat u er zich ook kritisch over uitlaat, maar ondertussen blijft het duren. Ik stel vast dat bij de betrokken organisatie 56 mensen werken, of omgerekend 46 voltijdse equivalenten, waaronder ook dokters. We stellen ons er toch vragen bij wat die dan doen.
Ten tweede: er is een overeenkomst, er moeten doelstellingen gerealiseerd worden. Ik heb daar in het verleden ook al naar verwezen. In welke mate worden die doelstellingen effectief gerealiseerd? In welke mate gaan mensen gezonder leven? We hebben hier al een paar keer vragen gesteld over obesitas. We zien toch niet echt dat de Vlaming minder obees wordt. Er zitten bijvoorbeeld ook gedragsveranderingstechnieken bij, zoals strategisch timen van lobbywerk. Dat werken die allemaal uit op hun website. Ik kan u zo nog tig voorbeelden geven die daar helemaal zijn uitgewerkt, rond plannen, stimuluscontrole, het mobiliseren van sociale netwerken, doelen stellen, discussie, inconsistente informatie over stereotypen. Daar zijn die allemaal mee bezig. En ik snap dat, als je 56 mensen hebt en 46 voltijdse equivalenten.
Ik heb soms wel het gevoel, minister, dat het Vlaams Instituut Gezond Leven zich af en toe met andere dingen gaat bezighouden, terwijl we vanuit de N-VA-fractie denken dat er op het vlak van gezondheid inderdaad bepaalde kernzaken zijn waar we wel degelijk op moeten inzetten, bijvoorbeeld roken en rookpreventie. Dat is iets waar mensen naar op zoek zijn. Daar denken we dat er nog effectief winsten te maken zijn die ook meetbaar zijn. Dat is toch nog een belangrijk punt dat ik wou inbrengen, dat er kritieke prestatie-indicatoren (KPI’s) zijn en dat er gemeten wordt of die werkelijk bereikt worden.
De heer Vaneeckhout heeft het woord.
Collega’s, ik was niet per se van plan om tussen te komen, maar ik snap de bemerkingen en de vragen wel. Tegelijk denk ik dat het zeer gevaarlijk is om hier een beetje uit de losse pols te gaan beoordelen, op basis van onze expertise, wat er wel of niet zinvol is als het gaat over preventief gezondheidsbeleid en gezond leven en de impact daarvan op lange termijn.
Ik zou de suggestie willen doen – en ik zal dat in een van de komende regelingen der werkzaamheden ook eens naar voren brengen – om het instituut gewoon eens naar hier te vragen om wat toelichting te geven bij de keuzes en de afwegingen die het maakt. Want nu is het op basis van anekdotiek, van titels, van sessies of van methodieken, terwijl iedereen hier hopelijk wel beseft dat we in de toekomst nog meer op preventie zullen moeten inzetten in plaats van minder. Er ligt dus nog heel veel werk op de plank. Ik zeg niet dat het allemaal bewezen zinvol is, dus laat ons dat gesprek met hen dan ook voeren. Maar ik wil er toch een beetje voor waarschuwen om het allemaal op een hoop te gooien. Als we onze sociale zekerheid en onze gezondheidszorg betaalbaar willen houden, denk ik dat het net het omgekeerde zal zijn en dat we nog meer initiatieven zullen moeten nemen. Daarmee verdedig ik niet iedere individuele methodiek die hier naar voren geschoven wordt.
De heer De Reuse heeft het woord.
Collega Vande Reyde, we spreken hier vandaag over het Vlaams Instituut Gezond Leven en over preventie. Het is terecht wat er al allemaal gezegd is, ook over het belang ervan. Ik stel vast dat de vraag naar evaluatie en de zin ervan en zo meer hier al verschillende keren aan bod is gekomen, maar het blijkt dat u een beetje een roepende in de woestijn bent. Als ik uw Twitteraccount volg, is het niet enkel over dit – en terecht, in heel wat gevallen – dat u ophef maakt. Ook uw voormalige minister Somers deed op zijn beleidsdomein aardig mee aan dergelijke advertenties. Ik zou u dan ook vragen om dit eens regeringsbreed te willen brengen, vanuit uw insteek als parlementslid van de meerderheidspartij, zodat er dan inderdaad iets aan gedaan wordt. Ik denk dat dat de essentie is: niet dat we het constant allemaal aanklagen, maar dat u vanuit de meerderheid ook effectief zorgt dat er iets aan gedaan wordt.
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega’s. Ik heb er geen enkel probleem mee om Gezond Leven naar de commissie te laten komen. Ik zou dat zelfs een heel goede zaak vinden. Ik ben ook zeker de eerste om te zeggen dat we kritisch moeten kijken naar onze kerntaken.
Ik wil wel meegeven, collega’s van de meerderheid, dat we hierrond in 2021 een beheersovereenkomst goedgekeurd hebben met de hele Vlaamse Regering, wat het voor mij moeilijk maakt om mij daartussen te smijten en te zeggen hoe het voor het ene moet en hoe voor het andere. Het is een beheersovereenkomst en men beweegt zich daarbinnen. Bovendien zitten er ook een aantal partnerorganisaties mee aan tafel die ook hun ding doen en ook financiële budgetten daarin stoppen. Niets is dus wat het lijkt. Maar de bottomline is dat ik mij ook ongemakkelijk voel. Als ik sommige tweets of bepaalde berichten zie verschijnen, denk ik zelf: waarom? De vorige keer – ik weet niet wie de vraag stelde, het kan zijn dat u het was, collega Daniëls – ging het over iets met pasta, denk ik, en toen dacht ik: waarom is dat nu nodig om dat op Twitter te lanceren, als ik zie welke reacties je meestal krijgt op Twitter? Vandaar dat het mij dus ook bekommert. Maar ik zit ook vast. We zitten met een beheersovereenkomst. Ik denk dat we in 2025 heel goed moeten nadenken hoe we ermee omgaan, wat we wel of niet laten doen, maar het is voor mij ook niet mogelijk om zomaar te gaan inbreken daarop. Het is wel door de hele regering goedgekeurd. Maar dat ik mij er ongemakkelijk bij voel, dat wist u de vorige keer al.
Collega De Reuse, ik heb wel de evaluatie laten maken. Ik had dat beloofd, dat is gebeurd, we hebben die vijf vragen gesteld. Ik vind de resultaten opmerkelijk, positief, moet ik ook wel zeggen, over de impact als we dat zien. Gelet op de grote hoeveelheden kunnen dat niet die 56 medewerkers zijn die allemaal zelf profielen aangemaakt hebben, dat gaat toch wel iets breder. Daar moeten we dus ook naar willen kijken. Het beste vind ik ook, als het nog in de agenda ingepast kan worden en aangezien er hier al een paar keer vragen over gekomen zijn, dat de mensen gewoon eens naar hier komen en dat er verslag uitgebracht kan worden, ook aan het parlement, over wat daar gebeurt.
De heer Vande Reyde heeft het woord.
Wat de beheersovereenkomst betreft, ik herinner mij ook de discussies daarrond. Ik sta nog altijd achter de meeste doelstellingen daarvan. Het gaat gewoon over de uitvoering, dat ik denk dat ze op het totaal verkeerde pad zitten. U haalt een aantal KPI’s aan zoals het aantal gedownloade keren en het gebruik van die app en zo, maar dat is juist de verkeerde doelstelling. Het zou er nog aan mankeren dat die app goed werkt en dat die dan veel gedownload wordt als je daar miljoenen euro’s belastinggeld aan geeft en nog steeds advertenties voor zit te lanceren. Daar gaat het niet om, het gaat er niet over of die app populair is of die recepten populair zijn, het gaat erover dat het de verkeerde insteek is vanuit de overheid als je denkt aan kerntaken. Ik denk dat dat besef gewoon fout zit, ook als je naar die andere voorbeelden kijkt, waar collega Daniëls er terecht een aantal van aangehaald heeft.
Collega De Reuse, als wij iets zeggen vanuit de meerderheid, dan zijn we zogezegd niet collegiaal ten opzichte van de regering, als we niets zeggen, zijn we slaafse partijmedewerkers. Ik ga hier altijd mijn gedacht over zeggen. Ik denk dat ik de voorbije jaren – ik wil nu niet over mezelf opscheppen – ook wel het een en ander bereikt heb in dit parlement, een aantal dingen in beweging heb gebracht. En ja, daarvoor moet je soms aan de buitenwereld communiceren, ik ga dat blijven doen, laat ons hopen de volgende legislatuur ook nog.
Collega’s, we gaan sowieso op zoek naar een geschikte datum om het instituut uit te nodigen. Oké?
De vraag om uitleg is afgehandeld.