Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, tijdens de coronacrisis nam het beeldbellen toe in de woonzorgcentra. Het zorgde ervoor dat bewoners toch nog in contact konden komen met hun familie en vrienden. Ondertussen zijn er zelfs aanwijzingen dat beeldbellen beter lijkt te werken tegen eenzaamheid dan gewoon telefoneren of zwaaien aan het raam. Er wordt immers ook non-verbale informatie gedeeld en dat helpt om een gevoel van verbondenheid op te wekken. Zodoende biedt beeldbellen heel wat mogelijkheden in de ouderenzorg en bij een doelgroep waarbij eenzaamheid toch vaak sterk op de loer ligt.
Ik denk dat het ondertussen ook niet meer weg te denken is. We kijken altijd heel negatief naar corona, maar het heeft ook voor een aantal evoluties gezorgd waarvan we moeten proberen ze op een positieve manier te blijven inzetten.
Beeldbellen kan ook ingezet worden om zorg te bieden, bijvoorbeeld binnen de gezinszorg. Zo was er in 2021 een proefproject van i-mens, de zorgcentrale Z-plus, Familiehulp en Phil at Home met zorggesprekken via beeldbellen. Fysieke zorg ter plaatse werd gecombineerd met preventieve zorg op afstand.
Voor mensen die thuis zorg nodig hebben, kunnen digitale toepassingen en beeldbellen niet alleen zorgen voor meer contact, maar vanuit de diensten kunnen deze mensen ook beter opgevolgd worden. Ik denk dan aan controle over bijvoorbeeld medicatie, mensen alert maken bijvoorbeeld op de nood aan voldoende drinken in periodes van hitte, en zo verder. Zo komt een toepassing als beeldbellen niet in de plaats van gezinszorg ter plaatse, maar is het een waardevolle aanvulling op de klassieke thuiszorg. Bovendien helpt het zo ook om de digitale geletterdheid van cliënten te verbeteren. Maar het gaat ook eenzaamheid tegen.
Beeldbellen biedt overigens niet enkel een meerwaarde voor de zorgbehoevenden, het biedt ook voordelen voor de verzorgenden zelf. Zij moeten niet meer voltijds thuis ondersteuning gaan bieden, maar kunnen ook een paar uur per dag of per week vanop afstand contact maken met de mensen. Zo kan beeldbellen de ideale afwisseling vormen met de fysiek zwaardere zorg aan huis, waardoor de werknemer de job misschien langer kan volhouden en een betere ‘work-lifebalans’ kan bekomen.
Het hierboven genoemde project kreeg intussen ook een positieve evaluatie. Vanuit het project klinkt de vraag om de hulp op afstand ook effectief te erkennen als gezinszorg en de hybride dienstverlening blijvend te kunnen aanbieden. Arteveldehogeschool zou onderzoeken of bij de cliënten de bereidwilligheid bestaat om voor hulp op afstand een gebruikersbijdrage te betalen.
Mijn vragen over dit thema zijn de volgende, minister.
Op welke manier werd het project geëvalueerd? Hoe werden de cliënten zelf hierbij betrokken?
Hoe reageert u op de bevindingen van het project rond beeldbellen in de gezinszorg?
Het project liep aanvankelijk tot eind 2022. In hoeverre wordt het project verdergezet of uitgebreid?
Op welke manier kan hybride gezinszorg maximaal geïntegreerd worden in de reguliere werking? Wat zijn eventuele drempels om digitale toepassingen ook meer ingang te laten vinden in de gezinszorg?
Zijn de resultaten van het onderzoek naar de bereidheid tot het betalen van een cliëntenbijdrage door de gebruikers al gekend? Wat zijn de resultaten? Hoe worden deze meegenomen bij het verderzetten van het project of de verdere implementatie van deze vorm van thuiswerk?
Minister Crevits heeft het woord.
Dank u wel, collega, voor de vraag.
De evaluatie van het project werd uitgevoerd door wetenschappelijke onderzoekers verbonden aan Arteveldehogeschool. Zij hebben in beeld gebracht wat het profiel is van de deelnemende beeldbelgebruikers en wat de ervaringen zijn van de beeldbelgesprekken door de gebruikers en de verzorgenden. Er is ook een overzicht gegeven van de inhoudelijke invulling van de gesprekken. Ook werd er stilgestaan bij een aantal aspecten waarmee rekening gehouden moet worden als je die vorm van gezinszorg, die zeer belangrijk kan worden, breed wilt implementeren.
In het project is aan 70 gebruikers gezinszorg verleend via een beeldbelgesprek, en concreet werden interviews afgenomen bij 53 gebruikers om te kijken hoe tevreden ze daarover zijn.
Hybride gezinszorg, collega’s, kadert binnen een toekomstgerichte visie op het gezondheids- en welzijnsbeleid in Vlaanderen. Ook binnen deze sector staan we niet stil. Ik vind het eigenlijk heel mooi om te zien hoe men ook hier op een innovatieve en toekomstgerichte manier te werk wil gaan. Hybride gezinszorg kan een manier zijn om zorggebruikers nog beter te ondersteunen in het begeleiden bij en behalen van hun levens- en zorgdoelen. Ook zou de organisatie van de zorg hiermee aan efficiëntie kunnen winnen.
De eerste bevindingen uit het proefproject waren positief. Het beeldbellen werd positief ervaren bij gebruikers en medewerkers. Enkele reacties van gebruikers waren: “blij te leren beeldbellen en leren omgaan met tablet”, “zorgt voor dagstructuur”, “biedt een luisterend oor”. Enkele reacties van verzorgenden waren: “goede afwisseling in het werk”, “op afstand ondersteun je de gebruiker anders”, “meer tijd voor het emotionele”. Ik heb dan ook beslist om een vervolgproject te financieren.
Het initiële project liep van 1 december 2021 tot 31 maart 2023. Sinds 1 september 2023 loopt het vervolgproject. Finaal moet het pilootproject de methodiek ‘hybride gezinszorg’ als onderdeel van het klassieke aanbod volledig in kaart brengen, met het oog – dat is eigenlijk mijn doel – dat we dat volledig kunnen verankeren in de regelgeving.
Het doel is om hybride gezinszorg aan te bieden op een aanvullende manier, naast de klassieke gezinszorg. Je moet daar eigenlijk over nadenken bij de afstemming van de zorg met de gebruiker. De zorgnood en de sociale context moeten in kaart gebracht worden, om te bepalen in hoeverre dat een meerwaarde kan zijn. Dat zal niet bij iedereen het beste zijn. Er zijn ook drempels. Dat kan de kostprijs zijn, omdat je hard- en software moet installeren, een gebruikersbijdrage moet betalen, en je moet ook digitale geletterdheid hebben, anders heeft het volstrekt geen zin om dat te doen. Daarom is het de bedoeling om de financiële haalbaarheid en andere drempels onder de loep te nemen in dat vervolgproject. Het concreet werkbaar praktijkkader zal ook verder uitgebouwd worden. Er wordt ook dieper ingegaan op de bereidwilligheid van zorggebruikers om voor dit soort dienstverleners te willen betalen. De randvoorwaarden daarrond willen we ook onderzoeken.
De resultaten zijn nog niet gekend, behalve de sentimenten die ik al heb weergegeven. Het is de bedoeling om in het vervolgproject, dat werd opgestart op 1 september, in kaart te brengen wat de bereidheid is van gebruikers om voor gezinszorg onder de vorm van beeldbellen te betalen. Het is een heel belangrijk punt om te onderzoeken. Alvorens we dat in de regelgeving kunnen verankeren, moeten we daar dus absolute zekerheid over hebben.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik ben absoluut geraakt door de reacties die u geeft, door die persoonlijke getuigenissen. In dezen denk ik dat het heel vaak zo is dat onbekend ook onbemind is. Mensen staan er misschien een beetje afwachtend of huiverachtig tegenover. Maar eens ze zien wat je ermee kunt doen, hoe je contacten kunt maken, en hoe je er vooral een veiligheidsgevoel mee kunt creëren, zowel voor de mensen zelf, als voor hun familieleden, en ook de mensen die werken in de thuiszorg, dan zie je wat voor een meerwaarde dat kan zijn.
Ik geloof daar dus heel erg hard in. Voor mij is dit een van de projecten waar innovatie aantoont hoe we ook in de zorg stappen vooruit kunnen zetten. Die komen niet in de plaats van, ze zijn niet onpersoonlijk. Ze zijn gewoon een aanvulling van, en een meerwaarde voor het bestaande zorgaanbod. Dat is waar we voor moeten openstaan. Ik ben dus absoluut heel blij dat u zegt dat u het project hebt verlengd. Ik weet niet tot wanneer dat wordt verlengd, en binnen welk tijdsschema u daar dan de resultaten van wilt hebben. Want u ziet dat er nu een project is, en dat onze regelgeving nog heel wat aanpassingen nodig heeft als we daar verdere stappen in willen zetten. Dat gaat dan over de financiering van de diensten zelf, de bijdragen van de cliënten zelf, de uitrusting, en zo verder.
Ik denk dat het een revolutie is die niet meer te stoppen is, en de positieve reacties bewijzen dat. Voor mij is het een bijkomende implementatie, en zijn het bijkomende mogelijkheden van hoe we zorg kunnen organiseren op maat van degene die zorg nodig heeft, en binnen de mogelijkheden van zij die zorg aanbieden. Ik dank u dat u het project verlengt. Ik hoorde ook aan uw positieve intonatie dat u dit eigenlijk echt wel wilt verankeren op termijn. Ik hoop dat dat kan. Ik heb geen bijkomende vragen, dank u wel.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Minister, collega’s, beeldbellen is een absolute meerwaarde tegen eenzaamheid, en voor verbondenheid of preventieve zorg op afstand. Ik sluit mij daar volledig bij aan. We hebben dat ook tijdens de coronacrisis gezien. Maar ik vrees ook dat er niet veel thuiszorg zal wegvallen door dit beeldbellen te implementeren. Dat zal ook extra personeel vragen, want de thuiszorg – de zorg die niet via beeldbellen kan gebeuren – moet natuurlijk ook plaatsvinden. We moeten er zeker rekening mee houden dat er heel wat zorgbehoevenden niet digitaal mee zijn.
Aanvullend moet dit dus kunnen, indien mogelijk, maar zeker niet ter vervanging van de thuiszorg, zoals u ook al zei, minister.
Mevrouw van der Vloet heeft het woord.
Het beeldbellen is inderdaad een aanvulling. Dat is zeer positief. Heel wat mensen leven in eenzaamheid en het is dan ook positief dat ze een extra contact kunnen krijgen.
Minister, op de website van Familiehulp staat dat ze eventueel willen experimenteren met Pixee, het bellen via de televisie. Weet u of die piste al werd onderzocht, dus het bellen via de televisie en niet enkel en alleen via de tablet?
Als ik het goed voorheb, werd dat nu getest met ouderen. Er zijn echter nog heel wat mensen met een beperking die een beroep doen op gezinszorg. Is er misschien een mogelijkheid tot uitbreiding, om ook voor die doelgroep aan de slag te gaan met beeldbellen?
Mevrouw Saeys heeft het woord.
Tijdens corona is er inderdaad heel wat mogelijk geweest. Dat is misschien het enige voordeel ervan geweest, dat we de innovatie en digitalisering meer hebben kunnen inzetten. Het werd alleszins zeer positief onthaald door de diensten gezinszorg. Zij pleiten er ook voor om dat regulier te maken. Ik ben daar ook absoluut een voorstander van. Ik denk dat dit in de toekomst sowieso nog meer zijn meerwaarde zal bewijzen, maar we moeten onze regelgeving er goed aan aanpassen. Het is hoog tijd dat dit gebeurt. De sector is al zeer lang vragende partij om dit te doen. U hebt alleszins mijn volle steun.
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
U kunt beeldbellen zien binnen de regelgeving van familiezorg, maar eigenlijk zou beeldbellen, zoals collega van der Vloet aangeeft, voor elke oudere een waardevol instrument kunnen zijn als je via de tv kunt bellen. Er zijn heel veel mensen die geen gezinszorg nodig hebben, maar die kampen met eenzaamheid. Op die manier zou het veel gemakkelijker zijn om contact te houden met elkaar: kinderen, kleinkinderen, buren, familie. Ik zou het project beeldbellen de gezinszorg willen laten overstijgen en bekijken hoe we als Vlaamse overheid op het vlak van innovatie stimuli kunnen geven om dat beeldbellen voor elke persoon in onze maatschappij toegankelijk te maken.
Minister Crevits heeft het woord.
Collega’s, dank jullie wel.
Collega Schryvers, de verlenging van het project loopt tot december 2024. Collega Saeys, dan zullen we een duidelijk zicht hebben op de reglementaire aanpassingen die nodig zijn. Ik zou die aanpassingen tegen die datum willen doorvoeren, zodat beeldbellen na 2024 naadloos kan verdergaan. We hadden eerst het proefproject, nu de verlenging. We willen nagaan wie daarvoor wil betalen en hoe we dat moeten doen. De bedoeling is dat het dan gewoon doorgaat.
Collega’s, beeldbellen is aanvullend op de fysieke gezinszorg. Dat wil ik benadrukken, zeker ten aanzien van collega Wouters. Het is niet zo dat ik de gewone gezinszorg wil vervangen door beeldbellen, integendeel, het is aanvullend. Maar het is fysiek minder belastend. U moet ook eens de opportuniteit bekijken voor mensen die hun hele carrière in de gezinszorg hebben gewerkt en graag actief zouden willen blijven, maar voor wie het wat moeilijker is. Voor hen zou het bijvoorbeeld een manier kunnen zijn om langer te blijven werken en om veel voldoening te halen uit hun werk.
Collega’s, we hebben dat beeldbellen niet alleen getest bij de ouderen, maar bij alle gebruikers van de gezinszorg. Collega van der Vloet, ook bij jongeren, ook bij mensen met een beperking. Het is dus niet beperkt tot de sector van de ouderen. Daarom is er ook bij een gebruiker die blind was overgeschakeld op telefonische contacten. We hebben dat breed bekeken, net om een volledig overzicht te hebben. Ook collega De Martelaer verwees daarnaar.
Collega van der Vloet, bellen via tv wordt verder onderzocht. Het gebruiksgemak en de kostprijs zijn ook belangrijk, maar ik kan u geruststellen: dit zit mee in het project dat loopt tot december volgend jaar.
Ik vind het een zeer mooie opportuniteit. Wie gaf het voorbeeld van eenzaamheid? Collega De Martelaer? Of was het collega Wouters? Ik was zodanig in shock dat u de indruk had dat het vervangend zou zijn, dat ik vergeten ben dat u zei dat het goed is tegen eenzaamheid. Ik ben het ermee eens: het biedt heel veel perspectief. Maar vooraleer ik het definitief in de regelgeving veranker, wil ik er zeker van zijn dat we alle contraintes oplijsten en regels opstellen die ervoor zorgen dat het zo breed mogelijk kan worden gebruikt, zeker in onze gezinszorg.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, dank u wel. Ik ben blij te horen dat het hier breed wordt gedragen, dat er algemeen wordt gesteld dat het beeldbellen in de thuiszorg een goede aanvulling is op de reguliere thuiszorg en dat we ervoor moeten zorgen dat we dat op een goede manier kunnen implementeren. Daarvoor zijn er natuurlijk nog een aantal gegevens nodig, maar ik hoor uw absolute wil om dat de volgende periode verder uit te werken. We kunnen daar alleen maar heel positief tegenover staan, want het zal een tegengewicht bieden tegen eenzaamheid en ook een veiliger gevoel geven.
Collega’s, er is iets dat we niet mogen vergeten. Fysieke thuiszorg gaat momenteel over vier uren per week, bijvoorbeeld elke week woensdagvoormiddag, of over blokjes van twee uren. Dit beeldbellen geeft meer kansen om tijdens de week vaker een kort contact te hebben, dus meerdere keren per week in plaats van één keer per week. Dat zal ouderen of andere mensen met een zorgnood veel meer het gevoel geven van veilig te zijn, van vragen te kunnen stellen, van erbij te horen. Ik hoop echt dat we dit verder zullen kunnen uitrollen, het lijkt mij een grote meerwaarde.
De vraag om uitleg is afgehandeld.