Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Verslag
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, recent verscheen het polderdorp weer in de pers nadat er een intentieverklaring werd getekend om de toekomstvisie uit te werken voor het onroerend erfgoed in en rondom Doel. Deze intentieverklaring is een vervolg op het ‘Verbond voor de toekomst en leefbaarheid van het ommeland van de haven van Antwerpen, de polders en Linkerscheldeoever’, waarover ik op 30 maart van dit jaar een parlementaire vraag stelde. Een eerste inventarisatie van het erfgoed zal dit jaar afgerond worden door Erfpunt. Lokale besturen waarschuwen wel dat er nog fundamentele vragen beantwoord moeten worden, zoals het aantal inwoners dat men toelaat in het polderdorp en de omvang van het project: enkel de historische kern of breder?
Ik heb begrepen dat de bredere site al gecoverd wordt door het onroerenderfgoedrichtplan waarbij de focus ligt op Linkerscheldeoever, waarvan Doel deel uitmaakt. U gaf al aan dat Beveren zich engageert voor de opmaak van dit onroerenderfgoedrichtplan en er een eerste projectnota werd opgemaakt. Deze projectnota werkt een toekomstvisie uit voor het erfgoed van Doel en de omliggende historische polders. Het doel van deze projectnota is naar verluidt “een toekomstvisie uit te werken voor het erfgoed van Doel en omliggende historische polders met woonkernen en verspreide bewoning in een evenwichtige verhouding tot en geïntegreerd met landbouw, natuur, wonen, toerisme, haven en Sigmaplan”. 2023 zou het jaar worden van dit onroerenderfgoedrichtplan, en er werd al financiële steun gereserveerd uit het Vlaamse relancefonds.
In verband met het persbericht over de toekomstvisie voor het onroerend erfgoed in Doel: is de inventarisatie van het onroerend erfgoed al afgerond? Hoe beoordeelt u de inventarisatie uitgevoerd door Erfpunt? Wat het onroerenderfgoedrichtplan betreft: wat is de stand van zaken? Hoe evolueert het richtplan? Is er een goede samenwerking met de lokale besturen? Acht u de vooropgestelde deadlines haalbaar? Zijn er nog grote hordes te nemen in dit dossier? In december 2022 kende de Vlaamse Regering een subsidie van 300.000 euro toe aan de gemeente Beveren voor de opmaak van het onroerenderfgoedrichtplan. Verwacht u dat die middelen volstaan voor de opmaak van het richtplan, of is er intussen al een nieuwe aanvraag gedaan voor meer middelen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u, mevrouw Van Werde, voor dit relevante thema. In Doel speelt erfgoed een grote rol, wat we alleen maar kunnen toejuichen.
Erfpunt heeft de afgelopen maanden grondig gewerkt aan de inventarisatie van het erfgoed op Linkeroever. Een belangrijke eerste stap was een literatuuronderzoek. Men heeft ook bekeken waar er lacunes waren. Daarnaast zijn de toekomstige ontwikkelingen rond Doel en de studies die daarrond bestaan volledig in kaart gebracht. Erfpunt is vervolgens op het terrein gegaan. Op die manier werden de historische landschappelijke elementen en erfgoedelementen van het poldergebied geïnventariseerd. Er is een screening uitgevoerd van het volledige gebouwenpatrimonium in Doel om een inschatting te maken van de architecturale en historische waarde van deze gebouwen. Erfpunt deed ook aanbevelingen om verder verval van bepaalde gebouwen te stoppen.
Op dit moment bevindt men zich in de rapportagefase. In de projectnota is voorzien dat het onderzoeksrapport eind 2023 zal worden afgerond en in januari 2024 definitief wordt goedgekeurd na de feedback van de verschillende partners. Terwijl de inventarisatie gebeurt door Erfpunt dat lokaal sterk verankerd is en lokale kennis heeft, zijn we ervan verzekerd dat er hier echt grondige aandacht is voor wat lokaal van belang is. Hierbij is dus niet alleen gekeken naar bouwkundig erfgoed maar ook naar elementen die het polderlandschap karakteriseren zoals dijken, wegen en perceelstructuren. Voor de verdere visie is van groot belang dat hier allemaal rekening mee kan worden gehouden.
Ik ben verheugd dat de eerste horde met betrekking tot het onroerenderfgoedrichtplan is genomen met de ondertekening van de intentieverklaring. Nu is het tijd voor de volgende fase: het formuleren van een visie en het bepalen van acties, zodat het landschap en het erfgoed van de polders op Linkeroever zoveel mogelijk bewaard blijven.
Sinds de ondertekening van de intentieverklaring op 9 oktober zijn er al een aantal volgende stappen gezet. Op de klankbordgroep van 23 oktober zijn, met de partijen van het Toekomstverbond en verschillende andere actoren, de eerste krijtlijnen van die visie besproken.
De komende maanden zal er met werksessies verder ingegaan worden op specifieke aspecten. Het is de bedoeling om tegen april volgend jaar de visie uitgewerkt te hebben in een onroerenderfgoedrichtplan dat ter goedkeuring aan de partners kan worden voorgelegd. Daarna zal aan het kerngebied ten noorden van de haven een concreet actieplan worden uitgewerkt. Er is een groot engagement van alle partners om dat richtplan tot een succes te maken. Het is een dossier met een lange geschiedenis, en we merken dat de inzet van deze lokale partners het project sterk ten goede komt.
De opmaak van een onroerenderfgoedrichtplan is een participatief proces waar overleg tussen de partners een cruciale factor is. Het vraagt de nodige tijd om voldoende betrokkenheid en draagvlak te garanderen. Er zal dus veel van afhangen hoe de verschillende belangen op elkaar kunnen worden afgestemd. Het verbond en de intentieverklaring bieden daarbij al verschillende gedragen standpunten en afspraken. Bovendien is er al langer actief overleg tussen de partners in het kader van het complex project Extra Containercapaciteit in Antwerpen en de Werkgroep Doel. De vooropgestelde deadlines zijn cruciaal om ervoor te zorgen dat het richtplan een rol kan spelen in de lopende en toekomstige planningsprocessen op de Linkerscheldeoever. De eerste grote horde is ook het afkloppen van de visie in het voorjaar van 2024, waar ik daarnet naar verwees.
De opmaak van het onroerenderfgoedrichtplan kan gerealiseerd worden binnen het voorziene subsidiebedrag. Naast de inzet van Erfpunt en de gemeente Beveren wordt binnen dit budget ook bijkomende ondersteuning voorzien voor advies rond specifieke deelaspecten, begeleiding van de participatie en het uitwerken van visualisaties. Voor de uitwerking en de realisatie van het actieprogramma zullen in de komende legislatuur wellicht bijkomende middelen nodig zijn.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Dank u voor dit lang en uitgebreid antwoord. U gaf veel informatie, en dat was ook de bedoeling van mijn vraag, om een stand van zaken te krijgen.
U noemt het een lange geschiedenis, dat is nog een eufemisme. Ik denk dat het eerder een lange lijdensweg was, maar ik vind het zeer positief. Er is onwaarschijnlijk veel werk verzet qua participatie, dat is de zwaarste last om te verzetten. Stenen kun je nog heropbouwen, participatie vind ik persoonlijk veel moeilijker.
Ik heb eigenlijk geen verdere vragen. Ik volg het proces en de evolutie. Dank u voor uw info.
Mevrouw Schauvliege heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoorden en bedankt, collega Van Werde, voor uw vraag. Het is inderdaad niet de eerste keer dat we hier over de toekomst van Doel, en dan specifiek het onroerend erfgoed, van gedachten wisselen. Ik denk dat er al een heel mooi traject is afgelegd. Die participatie is belangrijk, dat weet u, en daar wordt ook aan gewerkt. Dat is iets waar wij altijd heel hard op hameren.
Er leven lokaal ook wel heel vernieuwende ideeën. Men zou een aantal gebouwen willen verkopen om daar woonhuizen van te maken, die in een fonds onder te brengen, en dat fonds dan te gebruiken om onroerend erfgoed te gaan restaureren. Ik vind dat eigenlijk wel een plek waar we ook een aantal vernieuwende zaken kunnen toelaten, en misschien zelfs een aantal proefprojecten kunnen uitwerken.
Dat brengt mij tot mijn vraag. Het is heel goed dat er structuren en middelen zijn, dat er externe expertise kan worden ingehuurd, en dat er participatie is. Minister, ik veronderstel dat dit ook vanuit het departement mee opgevolgd wordt door een aantal vaste personen die ook aanspreekbaar zijn, en dat er daar voldoende ondersteuning komt, los van middelen, qua inhoud vanuit het departement.
Minister Diependaele heeft het woord.
Om direct te antwoorden op uw laatste vraag: ja, er zijn mensen die dat van dichtbij opvolgen. Dat is niet alleen zo bij ons, maar ook Mobiliteit en Openbare Werken (MOW) is daarbij betrokken. Bij elk betrokken onderdeel zit er wel iemand als aanspreekpunt. Dat lijkt mij de logica zelve.
Nu, eerst en vooral, er is inderdaad heel hard gewerkt op die participatie. Dat was ook de enige manier om dit vlot te trekken. Ik heb het dan over ruimer dan alleen maar het erfgoed. Er is het hele verbond dat gesloten is. Met dat verbond ben ik altijd zeer voorzichtig geweest. Je hebt natuurlijk een afspraak, maar in de toekomst weet je niet of dat overeind blijft. Ik ben ervan overtuigd dat dat verbond nu wel een eerste stapje is geweest voor het opbouwen van vertrouwen. Dat betekent niet dat je met zekerheid in een rechte lijn naar het doel, de eindbestemming kunt gaan. Maar ik bedoel dat er wel bij elke nieuwe uitdaging die er ook in de toekomst nog zal zijn, stilletjesaan een zeker vertrouwen groeit om daarover te praten en om dat aan te pakken. Dat is het voordeel van dat verbond en de participatie die daarbij gebeurd is.
Ik ga me dan ook niet uitspreken over vernieuwende ideeën. Dat moet binnen die werkgroepen maar afgesproken worden. Mevrouw Schauvliege, ik ben wel blij dat u het woord ‘rollend fonds’ niet gebruikt, want met mijn petje van minister van Begroting op is dat het modewoordje voor van alles, maar ik heb nog maar zeer weinig fondsen meegemaakt die ook effectief rollen. Meestal zijn dat van die vierkante wielen die niet te veel rollen, maar waar wel veel geld in kruipt. Maar goed, we staan open voor alles. De ideeën kunnen daar besproken worden.
Voor proefprojecten enzovoort heb ik dezelfde redenering. Dat moet dan maar binnen de verschillende werkgroepen waarover het ook gaat, besproken worden. Ik zou er wel mee opletten om Doel als een proeftuin te gaan beschouwen. Ik zeg ook niet dat u dat gezegd hebt, maar daar moet je voorzichtig mee zijn. Want je mag dat niet bekijken alsof we nu een wit blad hebben waar we nu van alles nieuw kunnen proberen. Neen, het is absoluut nog geen wit blad. Het betekent nog zeer veel voor heel veel mensen als een plaats waar ze grootgebracht zijn, waar ze een hele familiegeschiedenis hebben en ga zo maar door. Je kunt daar niet zomaar een proeftuin van maken. Dat zou heel oneerbiedig zijn. Ik begrijp uw insteek wel. Voor sommige dingen kan dat wel, maar dat zal altijd moeten passen binnen dat participatief project en dus rekening houdend met alle gevoeligheden die daar nog altijd spelen.
Mevrouw Van Werde heeft het woord.
Minister, ik dank u voor uw antwoorden en voor het werk dat er intussen allemaal verricht is. Ik denk dat het tijd wordt om weer eens naar Doel te gaan. Misschien zijn er collega’s die mee willen om een bezoek te brengen aan Doel, want dat is een heel aparte site.
De vraag om uitleg is afgehandeld.