Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Wouters heeft het woord.
In Het Laatste Nieuws van 15 september konden we lezen dat de kansarmoede op school toeneemt. Dat werd afgeleid uit nieuwe cijfers van de kinderarmoedestichting Pelicano en het onderzoeksbureau IVOX.
Het onderzoek bestond uit één duidelijke vraag: “Hoeveel leerlingen denk je dat onder de armoedegrens leven?” Die vraag werd online gesteld aan 317 leerkrachten. Acht op de tien leerkrachten antwoordden afgelopen schooljaar minstens één zo’n kind in de klas te hebben gehad. Daarnaast zag 45 procent meer dan vijf zulke leerlingen in de klas en denkt 15 procent dat meer dan twintig van hun leerlingen onder de armoedegrens leven.
De impact van kinderarmoede is groot. Zo merkt 62 procent van de leerkrachten dat kansarme kinderen met een laag zelfbeeld kampen. 45 procent stelt psychologische problemen vast. Daarnaast ziet men ook leerlingen zonder eten en zonder boeken en leerlingen die het moeilijk hebben om mee te kunnen op schooluitstappen.
De kinderarmoedestichting Pelicano redt kinderen en jongeren in België uit extreme armoede door hen financieel te ondersteunen en hun alle kansen op een reëel betere toekomst te bieden. Zo worden in Vlaanderen 1156 kinderen ondersteund. Vandaag werkt de stichting met donaties, sponsoring en legaten. Haar groeiambitie is om samen met partners haar structuur te versterken en haar methodiek breder uit te rollen.
Minister, hebt u in het verleden al overleg gehad met deze stichting? Zo ja, wat was het resultaat van dat overleg? Wat is uw visie over de werking van Pelicano? Hoe staat u tegenover een samenwerking en desgevallend financiering vanuit de Vlaamse overheid, om zo kinderarmoede in Vlaanderen te bestrijden?
Minister Dalle heeft het woord.
Mevrouw Wouters, bedankt voor de vraag. U weet dat de strijd tegen kinderarmoede binnen mijn armoedebeleid topprioriteit nummer 1 is. Elke organisatie die mee wil bijdragen aan de ambitie om kinderarmoede uit de wereld te helpen, kan uiteraard op mijn sympathie rekenen.
De stichting Pelicano is bij het begin van de legislatuur ontvangen door toenmalig bevoegd minister Beke. We ontvingen op ons kabinet op 25 september ook een vraag voor een overlegmoment. Dat is intussen ingepland op 20 oktober.
Aangezien ik nog geen overleg gehad heb met de stichting Pelicano, ben ik enigszins terughoudend. Ik heb uiteraard wel over haar werking gehoord en verdere informatie gelezen, onder meer op de website en in het jaarverslag van de organisatie. Verder verwijs ik naar het actuadebat in dit parlement van 18 oktober 2022 over kinderarmoede, naar aanleiding van een artikel over lege brooddozen, met cijfers van de stichting Pelicano. Die cijfers bleken niet correct en waren niet gebaseerd op onderzoek, wat ik toen ook betreurde. Zoals gezegd, zal mijn kabinet binnenkort de stichting ontvangen en zullen we zo in dialoog gaan over haar werking en haar visie.
In de strijd tegen kinderarmoede hebben we ook een belangrijke deadline gehad. Begin deze week liep de deadline af voor het indienen van kandidaturen voor de projectoproep rond lokale bondgenotennetwerken in de strijd tegen kinderarmoede, waar ik 7 miljoen euro voor uittrek. Dat past binnen de visie op de strijd tegen armoede in het algemeen en kinderarmoede in het bijzonder, waarbij heel wat levensdomeinen en dus ook heel wat partners betrokken zijn en mee kunnen zorgen voor oplossingen, en waarbij we kinderen en de gezinnen waarin ze opgroeien, moeten steunen en versterken, zodat zij volwaardig kunnen deelnemen aan onze samenleving. Ik verwacht heel veel van de projecten die zijn ingediend. Dat is de komende jaren zeker een belangrijk instrument.
Er bestaan heel wat goede doelen en initiatieven in Vlaanderen, ook voor het thema armoedebestrijding. Afhankelijk van hun focus kunnen die inspelen op projectoproepen, zoals die rond lokale bondgenotennetwerken. Dat geldt natuurlijk ook voor de stichting Pelicano. Ik heb geen plannen om specifieke andere samenwerkingen met de stichting op te zetten.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw antwoord. Ik vind het al heel positief dat er een overleg gepland is. Zo hebben die mensen ook de kans om hun werking uit te leggen.
Ik heb overleg gehad met de mensen van Pelicano, en ik denk ook nog andere fracties hier in de zaal. Die leveren prachtig werk, omdat ze de focus leggen op kinderen, via sociale partners. Ze ondersteunen die kinderen ook financieel, waardoor die ook kansen krijgen die ze anders nooit zouden krijgen. En door die kinderen te ondersteunen, gaan ze uiteraard ook de gezinnen ontlasten. Eigenlijk gaan ze dus preventief werken, om kinderen uit die vicieuze armoedecirkel te helpen raken. Daarom stelde ik ook deze vraag vandaag, omdat ik hun werking heel goed vind en omdat ze heel efficiënt werken. Bedankt voor de inspanningen, minister, die u hieromtrent toch gaat doen. Ik ga dit zeker ook van dichtbij opvolgen.
Mevrouw Verheyen heeft het woord.
Om te beginnen wil ik zeggen dat ik, zoals iedereen hier, heel veel respect heb voor de organisaties die in het veld staan en die iets willen doen rond armoede en kinderarmoede. Ik ben ook enthousiast over Pelicano, in die zin dat zij echt kunnen garanderen dat dat geld effectief naar de kinderen zelf gaat.
Nu, dit is voor mij ambetant, omdat ik toch wel wat bedenkingen heb bij de bevraging die ze nu ook weer hebben gedaan en bij de gehanteerde methode: “Hoeveel kinderen in armoede denkt u in de klas te hebben?” Ik ben daar zelf geen voorstander van. Ik ben wel voorstander van wetenschappelijk onderbouwd onderzoek, met echte feiten en cijfers, waar we het beleid op kunnen afstemmen. Voor de rest wil ik zeker geen afbreuk doen aan Pelicano, absoluut niet, en ook niet aan de problematiek. Die is er effectief. We weten dat.
Ik heb wel nog een bijkomende vraag in verband met het onderzoek dat minister Crevits besteld heeft naar de lege brooddozen. Wat is de precieze stand van zaken van dat onderzoek?
Mevrouw De Rudder heeft het woord.
Ik denk dat we het allemaal eens zijn dat elk kind dat vandaag nog altijd in armoede leeft, er een te veel is, en dat we elke dag vanop alle niveaus de strijd tegen armoede moeten blijven voeren. Ook alle organisaties die zich vandaag inzetten rond armoede, zijn een goede zaak. Maar ik ben het eens met de vorige collega dat we alle cijfers objectief moeten kunnen plaatsen en dat we de thematiek rond armoede correct moeten brengen.
Het is ook goed, minister, dat u in overleg gaat met de stichting. Iedereen mag uiteraard de kans hebben om zijn maatregelen te komen brengen. Het is goed dat u daarnaar wilt luisteren.
Ik heb nog een bijkomende vraag over het project rond het lokale bondgenotennetwerk. De deadline om projecten in te dienen, liep inderdaad dit weekend af. Weet u al hoeveel aanvragen er zijn ingediend? En weet u of de stichting Pelicano zelf ook een aanvraag heeft gedaan voor deze projectoproep?
Minister Dalle heeft het woord.
Collega Verheyen, ik ben het helemaal met u eens dat als er cijfers uitkomen over armoede, die het best gebaseerd zijn op grondig onderzoek. Het dient het debat niet als er geschermd wordt met cijfers die eigenlijk gebaseerd zijn op dubieuze onderzoeksmethoden. Ik kan verwijzen naar het lopende onderzoek onder bevoegdheid van collega Crevits. Dat onderzoek is nog lopende. De exacte deadline weet ik niet uit het hoofd. Het is momenteel aan de gang, en ik verwacht daar ook wel resultaten van.
Wat de lege brooddozen betreft, kan ik ook verwijzen naar de webinar die door Rikolto werd georganiseerd op vraag van ons en collega Somers, om aan de slag te gaan rond lege brooddozen. Dat zijn heel concrete methodieken, ook voor scholen, om daarmee aan de slag te gaan. Dat kan zeker helpen.
Collega De Rudder, we hebben het in het verleden in deze commissie ook al gehad over die projectoproep. Er is heel veel werk besteed aan de voorbereiding en de opmaak van de projectoproep, met toch een aantal innovaties in de manier waarop men kon indienen, bijvoorbeeld in die zin dat men projectsubsidies kan combineren met een stukje investeringssubsidies. Dat is toch wel een nieuwigheid, gebaseerd op een heel brede bevraging van de sector en de verschillende actoren. Ik was dus zeer hoopvol dat dit een succes zou zijn, en het blijkt inderdaad dat er heel wat organisaties en verenigingen op hebben ingetekend. Een honderdvijftigtal hebben dat gedaan, uit de verschillende provincies en ook uit de hoofdstad. Dat is dus zeer hoopgevend. Het toont aan dat we daar op een goede manier de noden hebben geïdentificeerd, om niet opnieuw het warm water uit te vinden, maar vooral de bestaande netwerken te versterken en nieuwe links te leggen in de lokale aanpak van de strijd tegen kinderarmoede.
Het is natuurlijk zo dat kinderen opgroeien in gezinnen. De strijd tegen kinderarmoede kan dus nooit los worden gezien van de globale problematiek. Als je gezinnen wilt steunen, ga je ook kinderen steunen, en omgekeerd. Het blijft dus een topprioriteit. En ik verwacht heel veel van die projectoproep.
Mevrouw Wouters heeft het woord.
Voorzitter, ik heb geen bijkomende vragen meer. Ik zal het resultaat van het overleg afwachten.
De vraag om uitleg is afgehandeld.