Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Minister, onlangs verschenen er in de media heel wat berichten over de bedwantsenplaag in Parijs. Die plaag baart ook in onze streek zorgen. Het lijkt erop dat men in Parijs de ernst van een eventuele plaag onderschat heeft en dat de gevolgen toch vrij groot zijn.
Ook in ons land zou de bedwants aan een opmars bezig zijn, al neemt de plaag nog niet zulke vormen aan als in Parijs. Ik begrijp dat bedwantsen geen direct probleem vormen voor de volksgezondheid – er is geen evidentie dat zij ziekten overdragen – maar de beten leiden wel tot jeuk en ontstekingen. Bovendien, en niet onbelangrijk, kan de aanwezigheid van bedwantsen ook leiden tot flinke psychologische klachten, onder meer omdat mensen er hun slaap voor laten, zich er zorgen over maken, zich vies voelen ... Ik denk dus dat er, minstens indirect, sprake is van een gezondheidsproblematiek.
In 2021 bevroeg ik uw voorganger hier al over naar aanleiding van problemen met bedwantsen in de sociale huisvesting in Gent, die evenwel geïsoleerd waren. Uw voorganger gaf aan dat dat volgens hem niet echt een probleem vormde voor de volksgezondheid en dat er dus geen stappen gezet zouden worden.
Minister, ik had graag vernomen of u daar anders naar kijkt. Kijkt de Vlaamse overheid daar misschien intussen, door wat er zich in het buitenland afspeelt, op een andere manier naar? Ik heb hierover de volgende vragen.
Monitort Vlaanderen intussen – zoals ik twee jaar gelden voorstelde – wel al op een of andere wijze de aanwezigheid van de bedwants of zijn er plannen om dat te doen?
Zijn er aanwijzingen die ook u doen concluderen dat er reden is tot bezorgdheid over de opmars van de bedwants in Vlaanderen?
Neemt Vlaanderen momenteel maatregelen ter preventie van de bedwants of om burgers en lokale besturen bij staan bij de bestrijding van de bedwants en inzake correcte informatie over het maximaal vermijden van de bedwants?
Minister Crevits heeft het woord.
Collega Van den Bossche, ik heb me naar aanleiding van uw vraag en enkele andere vragen wat verdiept in het uiterlijk van de bedwants en heb er daarna ook mijn bed op gecontroleerd. Het zijn zeer vervelende diertjes, die meerdere keren na elkaar kunnen prikken. De beten lijken wat op die van een mug. Bedwantsen zijn moeilijk te bestrijden en je wilt die echt niet in je bed.
Collega Van den Bossche, het probleem is echter dat er vandaag geen wetenschappelijk bewijs is dat bedwantsen ziektes overdragen, in tegenstelling tot bijvoorbeeld teken en exotische muggen. Omdat ze de volksgezondheid niet onmiddellijk in gevaar brengen, staan ze niet op de lijst van aangiftplichtige ziekten. Het Vlaamse preventief gezondheidsbeleid doet daarom op dit moment niet aan monitoring van bedwantsen. Enkel de gegevens van de verdelgingsfirma’s geven ons een goede indicator. De problemen bij bedwantsen zijn jeukklachten door de beten en de angst voor een onhygiënische omgeving. Wanneer bedwantsen worden aangetroffen, worden ze het best zo snel mogelijk bestreden door een professionele ongediertebestrijdingsfirma. Ik denk dat dat het probleem is waarop u doelt: ze zijn moeilijk te verdelgen en verdelging is niet goedkoop. Ik heb me ook laten vertellen dat, als er in een appartementsblok bedwantsen zitten, die in heel het blok verdelgd moeten worden. Ik heb ook geleerd waar ik mijn koffer moet zetten als ik op reis ga, omdat ze in je koffer kunnen kruipen en je ze zo zonder dat het weet in huis haalt. Je moet je koffers niet op of onder het bed zetten maar op tegels. Ik ga niet optreden als consulent bedwantsen, maar heb er veel over bijgeleerd. Ik vind het vieze beestjes, ze zuigen zich vol bloed en het is niet plezant ermee te maken te krijgen. Ik keek eigenlijk wat op tegen het beantwoorden van deze vraag, omdat ik me zo ingelezen had in het onderwerp. Ze komen heel gemakkelijk in je slaapkamer terecht maar zijn er moeilijk uit te verwijderen.
In de media wordt bericht over een groeiende aanwezigheid van deze diertjes in Europa en ook in Vlaanderen. Zoals gezegd, gebeurt de bestrijding met bestrijdingsmiddelen en is daarvoor een professionele bestrijdingsfirma nodig. Je kunt ook zelf maatregelen nemen, zoals het wassen van al je beddengoed op 60 graden Celsius.
Er zijn verschillende websites die hierover informatie geven. Bij een grootschalige problematiek, bijvoorbeeld bij een plaag in een woonblok, kunnen medisch milieukundigen van de Logo’s (loco-regionaal gezondheidsoverleg en -organisatie) aan de lokale besturen ondersteuning bieden op het vlak van risicocommunicatie.
Een kwalitatief goede bestrijding moet aan vijf voorwaarden voldoen. Ten eerste determinatie: gaat het hier wel over bedwantsen? Andere voorwaarden zijn inventarisatie, advies, verdelging, controle en nazorg. Het duurt vier tot zes weken voor dit alles achter de rug is.
Er is dus veel informatie en er zijn bestrijdingsfirma’s. We zullen in samenwerking met Domus Medica de artsen informeren via de volgende nieuwsbrief. Zoals ik al zei, is alertheid bij reizen aangeraden. Bij aankomst thuis moeten ook voorzorgsmaatregelen genomen worden.
Voorlopig rekenen we op de verantwoordelijkheid van de burgers zelf. Het vraagt een heel goede afstemming, bijvoorbeeld in grotere woonblokken waar wooneenheden herbesmet kunnen worden doordat men bij elkaar binnen en buiten loopt. Ik denk dat we moeten bekijken hoe we daar het best bijstand kunnen bieden. Dat kan gebeuren door het lokale bestuur, de lokale sociale diensten. Ik verwijs ook naar artikel 135 van de Nieuwe Gemeentewet, op basis waarvan een burgemeester maatregelen kan nemen.
Het is vervelend en het is geen kwestie van niet willen. Het verdelgen is moeilijk, maar doordat er op dit ogenblik geen sprake is van gevaar voor de volksgezondheid zitten we op dit ogenblik wat tussen twee stoelen. We doen niet aan monitoring, maar ik ben me wel bewust van het feit dat het een groter probleem kan worden. Ik heb dus aan onze diensten gevraagd om dit goed op te volgen en, in samenwerking met de lokale besturen, te bekijken of er bepaalde risicozones zijn in Vlaanderen. Het heeft negatieve gevolgen voor de persoonlijke levenskwaliteit. Ik ben dus bereid om dit verder op te volgen. Tot enkele maanden geleden was ik me niet echt bewust van wat een bedwants zoal kan aanrichten in je persoonlijke leven.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Inderdaad, minister, zoals ik al zei, dragen bedwantsen geen ziektes over. Maar dat neemt niet weg dat ik het wel een bedreiging vind voor de volksgezondheid. Beeld je maar eens in dat je elke avond in een bed moet gaan liggen waarin bedwantsen zitten, dat je geen andere optie hebt en dat je misschien het budget niet hebt om ze te laten bestrijden, want dat is echt duur. Misschien bestrijd jij ze zelf wel maar je buurman in je woonblok niet en keren ze telkens terug. In Parijs zijn ze aanwezig op het openbaar vervoer, dus als je je daarmee verplaatst, kunnen ze telkens opnieuw terugkomen. Ik denk dus dat je kunt zeggen dat dit, zeker wanneer het grotere vormen zou aannemen zoals in Parijs, wel schade toebrengt aan de volksgezondheid, doordat het zorgt voor angst bij mensen, wat ook een vorm van schade is. Het is een andere soort schade, die angst is mentaal, maar ook dat vind ik een belangrijk aspect van volksgezondheid.
Dat betekent niet dat ik vind dat u dit per se moet monitoren zoals ongedierte dat ziektes overdraagt gemonitord wordt, maar ik denk wel dat het veel goedkoper is om ze nu zeer snel daar waar ze gelokaliseerd worden te bestrijden, desnoods met publieke middelen, en ervoor te zorgen dat ze zich niet verspreiden. Want begin er maar eens aan als het zover komt als in Parijs, dan heb je alles en iedereen tegelijkertijd nodig en is de kans om het dan nog onder controle te krijgen heel klein. Ik denk dat u nu met een minimum aan budget bestrijdingsfirma’s naar specifieke zones zou kunnen sturen, in de hoop dat het niet zover komt als in Parijs. Dat is wat ik zou doen, mocht ik op uw stoel zitten. Dat is ook wat ik u zou willen vragen.
Mevrouw Sleurs heeft het woord.
Ik begrijp zeker de oproep van collega Van den Bossche. Ik denk dat monitoring veel te ver gaat, maar dat het goed is om de vinger aan de pols te houden. Ik heb een interview gehoord op Radio 1, waarvan ik de inhoud evenwel niet gefactcheckt hebt. Ik heb wel begrepen dat het probleem in Parijs op sociale media buiten proportie gebracht wordt en dat er veel valse foto’s en valse informatie verspreid worden. Het is een probleem, maar het probleem wordt soms ook uitvergroot. Ik denk dus dat het goed is dat we de ware situatie hier kennen en opvolgen.
Minister Crevits heeft het woord.
Ik heb aan onze mensen gevraagd om toch goed te kijken of er enig zicht is op de omvang en of we iets kunnen doen, misschien samen met de lokale besturen. Als je naar de Gemeentewet kijkt, ligt er daar ook een verantwoordelijkheid. We gaan dus kijken of daar al dan niet iets gedaan moet worden. Dit wordt dus sowieso vervolgd.
Mevrouw Van den Bossche heeft het woord.
Ik zou niet te veel tijd nemen voor overleg, ik zou snel in actie schieten. Waarschijnlijk heb je dan niet eens een groot probleem achteraf. (Opmerkingen van minister Hilde Crevits)
De vraag om uitleg is afgehandeld.