Verslag vergadering Commissie voor Wonen en Onroerend Erfgoed
Vraag om uitleg over huurfraude met studentenkoten
Verslag
– Een aantal sprekers nemen mogelijk deel via videoconferentie.
De heer Veys heeft het woord.
Goeiemorgen collega’s. Dat de zoektocht naar een degelijk en betaalbaar kot een hele opgave is, daar hebben we het hier al vaak over gehad, zowel in de commissie als in de plenaire. Nu blijkt dat er veel meer vanop afstand gebeurt in de verhuursector. Dat komt deels door het kotentekort, vermoedt men, maar ook sinds de coronacrisis. Daardoor krijgt men steeds meer te maken met oplichters. Eind september verschenen er heel wat berichten over de problemen die vooral internationale studenten ervaren bij de zoektocht naar een kot. Waar komt het op neer? Wel, ze contacteren online een zogezegde verhuurder. Ze worden gevraagd een waarborg te storten voor de eerste maand huur of nog andere kosten. Maar als ze het opzoeken op het internet, dan blijkt dat het om sjoemelaars gaat. Dat zijn de befaamde cowboys op de verhuurmarkt, waar we hier in het Vlaams Parlement tegen willen strijden.
28 procent van de internationale studenten die in Vlaanderen en Brussel komen studeren komen daarmee in aanraking. Dat betekent niet dat het meteen leidt tot grote verliezen, maar we zien toch berichten van 1000 euro of 1400 euro die betaald worden.
Wanneer die internationale studenten ingezetenen zijn van een EU-lidstaat, dan kunnen ze vrij naar hier komen om een kot te zoeken. Voor internationale studenten uit pakweg Iran of India is dat niet mogelijk, want je hebt natuurlijk een adres nodig, een domicilie, om een visum te kunnen aanvragen voor dit land. Zij zitten dus op dat vlak wat vast.
Zowel de stadsbesturen als de politie proberen op te treden tegen misbruik, onder andere met een kotlabel. U hebt ondertussen aanzetten gegeven om dat te uniformiseren op Vlaams niveau, minister. Als ik me niet vergis is dat al een eerste lezing gepasseerd, en moet dat nog verder lopen binnen de ministerraad. Dat is een officiële database met erkende koten. Ook wil men studenten sensibiliseren en hen aansporen om aangifte te doen. Er wordt ook verwezen naar de regels voor studentenverhuur die strenger kunnen, om misbruik te voorkomen. Zo wordt er gepleit voor een centraal huurwaarborgfonds waarop de huurwaarborg moet worden gestort om te vermijden dat de huurwaarborg rechtstreeks op de rekening van de verhuurder belandt. Het zou een relatief simpele manier zijn om, net zoals bij woninghuur, de studenten beter te beschermen tegen oplichters.
Ik heb de volgende vragen voor u, minister.
Bent u bekend met de problematiek van oplichting bij studentenverhuur? Is dat al aan bod gekomen bij de taskforce voor studentenhuisvesting, het overleg dat u periodiek hebt met de studenten en de hogeronderwijsinstellingen?
Ziet u nog ruimte voor de Vlaamse overheid om studenten beter te beschermen? Plant u hierrond nog initiatieven, zij het beleidsmatige of decretale aanpassingen?
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Minister, ik heb een vraag over hetzelfde thema. Ik kan eigenlijk ook al voor een stukje antwoorden op de eerste vraag die collega Veys stelde. Hij vroeg of het al aan bod gekomen is tijdens het overlegplatform. Ik kan bevestigend antwoorden, want ik heb al op 3 juni 2021 deze vorm van fraude met studentenkoten aangekaart. Toen kwam dat ook in de pers, en het was toen blijkbaar een relatief nieuw gegeven dat zich voordeed.
Men plaatst dan een aantal gestolen foto’s en gestolen profielen online. Zo probeert men het vertrouwen te winnen en dan verhuurt men een kamer die er in werkelijkheid niet is, of die al verhuurd is aan iemand anders. Studenten die in de val trappen, betalen op voorhand en via het internet een huurwaarborg. Vaak betalen ze ook nog een maand huur. Als ze dan hier in de studentenstad aankomen, stellen ze vast dat ze eigenlijk geen dak boven het hoofd hebben, dat het kot niet bestaat of dat er al iemand anders woont, en dan zijn ze natuurlijk hun centen kwijt. Dat is allerminst een goede start van hun internationale ervaring. Dat wens je niemand toe, en we willen ons ook niet voorstellen dat iemand van onze eigen jongeren op dezelfde manier zou moeten beginnen aan een buitenlandse studie-ervaring.
In 2021 werd de thematiek al besproken op het Overlegplatform Private Huur - Studentenhuisvesting. In antwoord op mijn schriftelijke vraag van 26 oktober 2021 vernam ik dat “de onderwijsinstellingen en de studentensteden deze problematiek proberen een halt toe te roepen door studenten steeds aan te raden een studentenkot te zoeken via de databanken van de stad of onderwijsinstellingen. Op die databanken plaatsen ze vaak ook nog banners om studenten te waarschuwen voor frauduleuze advertenties. Enkele onderwijsinstellingen bezorgen de studenten ook per mail informatie over deze oplichtingspraktijken en raden studenten aan om het adres en de naam van de verhuurder steeds op het internet te controleren. De deelnemers (van het Overlegplatform) zien vooral heil in dergelijke vormen van preventie en sensibilisering en zullen daar ook verder op inzetten.”
Recent verschenen er echter opnieuw berichten over gedupeerde buitenlandse studenten. Het probleem is dus zeker niet van de baan. Het is de vraag in hoeverre de genomen preventieve maatregelen werken, en wat we nog kunnen doen. De grote druk die er is op het aanbod van studentenkamers speelt ongetwijfeld ook een rol.
Minister, ik ben ook eens terug gaan kijken naar wat het decreet juist stelt in verband met het bepalen van een waarborg. Daarin is opgenomen dat een huurwaarborg voor een studentenkamer, in tegenstelling tot een huurwaarborg voor de huur van een woning waar men gedomicilieerd is, nog altijd gestort kan worden op een door de verhuurder opgegeven rekening. In geval van malafide verhuurders, loopt de huurder dus nog altijd meer risico om de waarborg niet meer terug te krijgen. Dat is natuurlijk wat er gebeurt bij de opgelichte studenten. Ze storten hun waarborg op een bepaalde rekening, vaak ook één maand huur, en dan is nadien alles weg.
In onze conceptnota van 2015 hadden wij als een van de mogelijkheden geopperd om de huurwaarborg voor studentenkamers te laten storten op dezelfde manier zoals het gebeurt bij een woninghuur van een hoofdverblijfplaats.
Ik heb daarover de volgende vragen, minister.
Op welke manier kunnen, vooral buitenlandse, studenten nog beter beschermd worden tegen de fraude aangaande het verhuren van niet-bestaande of al verhuurde koten?
In welke mate wordt de problematiek verder opgevolgd door het Overlegplatform Private Huur – Studentenhuisvesting, na de eerdere gesprekken daarover in 2021?
Wat is de reden voor het onderscheid in verband met de huurwaarborg tussen de huurovereenkomsten voor het huren van een gezinswoning en het huren van een studentenkamer? Bent u het ermee eens dat de mate van bescherming in deze gevallen eigenlijk hetzelfde zou moeten zijn? Welke actie zult u eventueel ondernemen?
Minister Diependaele heeft het woord.
Eerst en vooral mijn dank aan de echte fans/stalkers om op te dagen in de commissievergadering. (Gelach)
Mijnheer Veys, ik beantwoord eerst uw vraag over het kotlabel. Dat staat aanstaande vrijdag geagendeerd op de ministerraad voor de tweede principiële goedkeuring.
Ik zal jullie vragen gebundeld beantwoorden. De problematiek van huurfraude op de studentenhuisvestingsmarkt is mij inderdaad, maar ook helaas, bekend. Zoals mevrouw Schryvers al aangeeft, werd deze problematiek al in 2021 besproken op het Overlegplatform Private Huur - Studentenhuisvesting. Ook toen al waren het vooral internationale studenten die het slachtoffer bleken te zijn van deze praktijken. De onderwijsinstellingen en de studentensteden hebben zich toen geëngageerd om blijvend in te zetten op preventie en sensibilisering om studenten te waarschuwen, en te voorkomen dat zij in de val van de oplichters trappen. Ook op de website vlaanderen.be worden studenten erop attent gemaakt om onder andere het adres steeds te controleren op Google Maps of om persoonlijke informatie van de verhuurder op te vragen. Vooral onderwijsinstellingen en dergelijke raden natuurlijk aan om contact op te nemen met de huisvestingsdienst van de instelling, om dus langs daar te passeren.
Ik moet samen met jullie vaststellen dat de problematiek zich jammer genoeg nog steeds voordoet. Er zou daarbij een link zijn met het kotentekort, waardoor internationale studenten extra kwetsbaar zijn. In dat verband wil ik meegeven dat ik onlangs drie maatregelen heb aangekondigd om het aanbodprobleem aan te pakken. Dankzij meer financiering voor de hogeronderwijsinstellingen, het faciliteren van de aankoop van gronden en de inschakeling van de woonmaatschappijen, willen we het aanbod aan basiskoten optrekken, wat absoluut noodzakelijk is, en wat dus op die manier misbruik probeert tegen te gaan.
Ook het kotlabel en de meldingsplicht bij verhuring van koten zie ik als een opportuniteit om deze problematiek op termijn te gaan ondervangen. De hogeronderwijsinstellingen zouden het platform, waarop alle koten zichtbaar zijn, kunnen aanreiken aan de buitenlandse studenten die een tijdelijk kot zoeken in Vlaanderen.
Daarnaast hoor ik dat de regels rond studentenhuur zelf strenger moeten worden, en dan vooral de regeling rond de huurwaarborg. Ik hoor collega Veys pleiten voor een centraal huurwaarborgfonds, terwijl collega Schryvers de voorkeur geeft aan een geblokkeerde rekening. Het klopt in ieder geval dat bij studentenhuur het mogelijk is dat de student de huurwaarborg op de rekening van de verhuurder betaalt. Dat is daar dus wel mogelijk, in tegenstelling tot de reguliere huur. Voor alle duidelijkheid: een waarborg cash overhandigen mag niet. De waarborg moet ofwel gestort worden op de rekening van de verhuurder, ofwel op een geblokkeerde rekening op naam van de huurder. Bij de opmaak van het Vlaams Woninghuurdecreet in 2018 werd die soepelheid bewust ingebouwd wegens twee redenen. In de eerste plaats werd erop gewezen dat in bepaalde gevallen huurovereenkomsten van zeer korte duur worden gesloten, waardoor de administratie en tijdsinvestering bij een korte huurperiode niet opweegt tegen het eventuele voordeel van een geblokkeerde en geïndividualiseerde rekening. Daarnaast, en relevanter voor jullie vragen, zouden internationale studenten ook heel wat moeilijkheden ondervinden om een geblokkeerde rekening te openen vanuit het buitenland. Zij kunnen wel vanuit het buitenland de huurwaarborg storten op rekening van de verhuurder, maar kunnen vanuit het buitenland geen geblokkeerde rekening openen. Dat zorgt ervoor dat we hen dan zouden benadelen met dat systeem.
Momenteel wordt het Vlaams Woninghuurdecreet geëvalueerd. Tijdens een van de overlegmomenten met de relevante stakeholders is deze problematiek ook aangekaart, maar de aanwezige deelnemers zagen niet meteen een oplossing voor het probleem die regelgevend ingebed kon worden. Vooraleer alternatieve oplossingen te bespreken, zou ik daarom graag eerst de stap zetten om contact op te nemen met de Belgische Federatie van de Financiële Sector (Febelfin) om te kijken wat mogelijk is. Misschien ligt daar wel de oplossing om vanuit het buitenland al dan niet een geblokkeerde rekening te openen. Maar daar kijken we dus nog verder naar.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u voor de antwoorden, minister. U had het er eerst over dat ik uw stalker zou zijn, maar ik wil bij dezen toch benadrukken dat ik dat enkel op uw werk doe, niet in de privésfeer. Laat het ons daarbij houden. Ik denk dat we daar alle twee overeenkomen.
Ik ga meteen naar de essentie. Volgens de Vooruitfractie is het toch wel een beetje een risico om die huurwaarborg op die manier te laten gebeuren. Ik heb ook contact opgenomen met enkele verhuurders. Zij staan er op zich wel voor open dat er een geblokkeerde rekening bij een bank – of een alternatief, een soort neutrale tussenoplossing – zou kunnen komen.
Ik denk dat het een goede zaak is dat u met Febelfin zal bekijken wat daar mogelijk is. Het is natuurlijk een beetje hetzelfde probleem als met dat visum voor sommigen. Je hebt een domicilie nodig om een Belgische bankrekening te kunnen openen. Maar ik zou u toch willen oproepen om het ook in de breedte te bekijken, stel dat er met Febelfin geen oplossing uit de bus komt. Er bestaat zoiets als een referentieadres. Misschien is dat mogelijk als u eens met minister Weyts kunt bekijken of een hogeronderwijsinstelling als referentieadres kan optreden. Misschien is dat een optie.
Als ik de cd&v-fractie hoor, stel ik het volgende vast: een conceptnota uit 2015, dat is ook al acht jaar geleden. Ik denk dat we ondertussen best wel wat stappen kunnen zetten.
Over sensibilisering heb ik u niet echt meteen iets horen antwoorden. Ziet u daar eerder een rol voor de hogeronderwijsinstellingen of bent u daar ook bereid om iets te doen? Dat is ook nog de vraag. De Vooruitfractie is toch van mening dat het nog een anomalie is dat de huurwaarborg nog op de rekening van de verhuurder gestort kan worden. Ik herinner er ook graag aan dat we tijdens de lockdown gemerkt hadden dat het niet evident was om daar de huurders te beschermen. Het hing echt volledig af van de goodwill van de verhuurder om bijvoorbeeld nutskosten, die vaak ook nog in het forfait doorgerekend worden, in die situatie in plaats van de volledige afrekening …
Ik weet niet wanneer de laatste evaluatie van de decretale regels rond studentenhuur is gemaakt, maar ik zou toch willen oproepen of dat eventueel nog bekeken kan worden. Zo kunnen we dat in de toekomst verbeteren, om fraude tegen te gaan en om buitenlandse studenten te beschermen. Het is ook goed voor de reputatie van Vlaanderen. We zouden niet willen dat de eerste getuigenis van mensen die als internationale student in Vlaanderen gekomen zijn, is: “Ik ben opgelicht door een oplichter die zich voordoet als een verhuurder.” Daar heeft niemand baat bij. Dank u wel.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel voor uw antwoord, minister. De problematiek heeft natuurlijk verschillende componenten, daar hebt u helemaal gelijk in. Als vraag en aanbod meer op elkaar afgestemd kunnen worden, dan zal het risico vanzelfsprekend ook al verkleinen. Al denk ik dat het altijd blijft bestaan. Er zijn altijd malafide mensen die manieren zoeken om op een niet-correcte manier andere mensen centen af te troggelen.
Dat er een registratie zal gebeuren van alle studentenkamers, kan inderdaad helpen. Het is zeker ook een goede zaak dat er zal worden gewerkt aan bijkomend aanbod, zoals nu voorzien is in het kader van de Septemberverklaring en het budget voor volgend jaar. Een bijkomend positief element is dat het kotlabel er komt. Dat zijn allemaal zaken die de druk verminderen, en waarmee studenten kunnen checken of de studentenkamer die zij willen huren, voldoet, en of ze ook echt bestaat en of de verhuurder ze heeft laten registreren. Niettemin blijft er natuurlijk een bepaald risico, en zijn buitenlandse studenten daar veel kwetsbaarder voor, omdat zij veel meer afhankelijk zijn van het online zoeken.
Vandaar dat ik denk dat de problematiek echt blijvend aandacht verdient, ook vanuit het Overlegplatform Studentenhuisvesting, om te blijven sensibiliseren. Ik denk dan aan het blijven online plaatsen van de banners en dergelijke, maar ook aan het rechtstreeks informeren van universiteit tot universiteit, van hogeschool tot hogeschool waarmee de uitwisselingen doorgaan. Zo kunnen de studenten vanaf de eerste keer via de correcte weg en de juiste platformen gaan zoeken, en wordt het risico verkleind. Inderdaad, zoals ik vorige keer ook zei, en zoals collega Veys nu aanhaalde: er zijn veel studenten die graag hier in Vlaanderen willen komen studeren. Dat is heel goed, en wij moeten zorgen dat niet alleen de naam van onze universiteiten en hogescholen op een heel hoog niveau blijft, maar ook heel de omgeving rond wat het studeren inhoudt. Daar hoort het vinden van een betaalbaar en kwalitatief kot natuurlijk bij, en zeker ook het feit dat men niet geconfronteerd wordt met een niet-bestaand kot en men zijn centen kwijt is.
Minister, met betrekking tot de waarborg: ik kende het argument van het feit dat men hier vanuit het buitenland geen geblokkeerde rekening kan openen niet echt. Als dat zo is – u hebt dat nagegaan, zegt u –, en als dat een van de redenen is waarom het zo is opgenomen in het decreet, dan is dat natuurlijk een punt. Maar dat is daarom inderdaad geen reden om ons daar gewoon bij neer te leggen, maar net een reden om daarover te gaan spreken om te zien of we dat kunnen oplossen. In die zin vind ik het alleszins zeer goed dat u zegt dat u zult praten met Febelfin om te zien hoe daar een oplossing geboden kan worden. Ik denk dat we de studenten veel kunnen sensibiliseren, dat er contracten kunnen zijn, een kotlabel, dat we registratie kunnen doen, dat we het aanbod kunnen verhogen en zo verder, maar er zullen altijd malafide personen zijn die proberen om andere mensen op te lichten, en waar je vanuit Vlaanderen niet zo goed aan kan. Ik denk dus dat we toch moeten zorgen voor het nodige veiligheidskader. De geblokkeerde waarborg – als die mogelijk wordt – zal op termijn misschien toch wel noodzakelijk zijn. Ik zou u dus willen vragen om daar verder werk van te maken, minister. Dank u wel.
Mevrouw Claes heeft het woord.
Minister, ik weet niet onder welke categorie ik val, die van fan of stalker? Ik hoop alvast op een positieve noot. (Lacht)
Collega’s, alvast bedankt voor de terechte vragen. Het zijn feiten, het zijn praktijken die voorkomen. Als we kijken naar de persberichten die onlangs verschenen, dan kan men moeilijk inschatten hoe groot het probleem is. Enkel de klachten die worden neergelegd kunnen we vaststellen. Het is dus terecht dat we dit ook hier in de commissie aankaarten. Het is natuurlijk jammer dat, wanneer buitenlandse studenten naar Vlaanderen komen, dit hun eerste ervaring is met hun buitenlandse studies. Dat is nefast. Net als de collega’s vind ik ook dat we die buitenlandse studenten moeten beschermen tegen deze wanpraktijken.
Minister, u hebt zelf gezegd dat u al enkele stappen onderneemt, en dat u ook in het afgelopen jaar al enkele initiatieven nam, zoals het kotlabel en de drie maatregelen om het aanbod van studentenhuisvesting te verhogen. Ik hoor dat er ook stappen zijn gezet om deze praktijken bespreekbaar te maken en om ze aan te pakken. Helaas is er nog niets uit de bus gekomen, maar ik hoor van u dat u niet bij de pakken blijft zitten en dat u bij Febelfin zult langsgaan. Ik hoop natuurlijk dat er initiatieven genomen kunnen worden om deze wanpraktijken aan te pakken en om de buitenlandse studenten in Vlaanderen te beschermen.
Minister Diependaele heeft het woord.
Dank u wel voor de bijkomende vragen.
Eerst en vooral, mevrouw Schryvers, geloof ik heel hard dat de aanpak van de aanbodproblematiek niet alleen het probleem van het aanbod zelf oplost, maar ook heel wat andere zaken. Dat zet ook een positieve druk, in de zin dat het de prijzen doet verlagen. Dat geldt ook voor de druk die er is vanuit het buitenland om zeker op tijd een kot te hebben en dikwijls een risico te nemen. Mocht er meer aanbod zijn, voldoende aanbod zijn, dan zou men daar minder toe geneigd zijn. De aanbodproblematiek is op die manier een beetje een basisproblematiek die op zijn beurt heel wat andere zaken oplost. Onmiddellijk erken ik ook dat dat natuurlijk de moeilijkste problematiek is om aan te pakken. We weten allemaal hoe moeilijk het is om wooneenheden, studentenkamers of andere zomaar bij te creëren. Dat heeft zijn tijd nodig. Maar daar zetten we heel hard op in.
De verschillende collega’s ondersteunen ook de aanpak richting Febelfin. We zullen zien wat daar mogelijk is. Ik ben in alle eerlijkheid ook niet zo thuis in de bankenwereld, ik weet dus niet wat de reden is waarom zo’n geblokkeerde rekening niet zou kunnen. De heer Veys schetst het juist. Je hebt een domicilieadres hier nodig. Zijn daar tussenoplossingen mogelijk, of kan men dat toch gaan doen? In alle eerlijkheid, vanuit mijn beperkte kennis van de bankenwereld: wat heeft een bank eronder te lijden mocht er geld op een rekening komen zonder dat er al dan niet een juist adres aan verbonden is? Ik wil voorzichtig zijn, ik zeg het met heel grote terughoudendheid, maar wat is het risico voor de bank dan? Dat zie ik niet direct.
Maar goed, in elk geval willen we die fraude aanpakken. In eerste instantie moeten we dat doen richting de onderwijsinstellingen zelf. Zij moeten buitenlandse studenten nog meer aanraden dat ze het best via de huisvestingsdienst van de verschillende instellingen gaan. De KU Leuven heeft dat, de UGent heeft dat, die hebben allemaal uitgewerkte huisvestingsdiensten. Het is dus aangewezen voor buitenlandse studenten, en eventueel ook andere, om via die huisvestingsdienst te gaan. Dat is die sensibilisering die ik heb aangegeven, en waar we verder op moeten inzetten.
Ik heb nog een laatste punt. De studentenhuisvesting maakt onderdeel uit van het Woninghuurdecreet. Dat wordt dus op dit moment geëvalueerd. Er is ook een specifieke werkgroep rond studentenhuisvesting. Dat zit dus mee in de evaluatie die op dit moment loopt. Ik kan daar geen voorafnames op doen, maar er is natuurlijk de optie dat er regelgevend wordt bijgestuurd. Dat hangt af van wat er uit die evaluatie komt. Voor alle duidelijkheid: ik vind het belangrijk dat we daar een goed overleg voeren met de mensen op het terrein, zij het de hogeronderwijsinstellingen zelf, zij het de studentensteden die daar in het bijzonder ervaring mee hebben, en ga zo maar door. We moeten hun inspraak natuurlijk als heel nuttig aanwenden om te kijken wat we kunnen bijsturen, als het al nodig is om bij te sturen.
De heer Veys heeft het woord.
Dank u voor de bijkomende antwoorden, minister.
Die evaluatie van het Woninghuurdecreet wordt nog deze legislatuur afgerond, neem ik aan. We kijken er in ieder geval naar uit.
We zitten met problemen op onze woonmarkt. Er is een wooncrisis aan de onderkant van de private huurmarkt. Die zit ondertussen eigenlijk al over heel de woonmarkt en die is steeds meer en meer zichtbaar geworden. Als het gaat om studentenhuur, stellen we vast – deze week konden we dat ook nog overal lezen – dat de basis ontbreekt, maar dat de luxe het heel goed doet. Dat is de omgekeerde wereld. Daarvoor dient dan ook een Vlaams huisvestingsbeleid, een Vlaams woonbeleid: om te zorgen dat het aanbod toeneemt, dat de betaalbaarheid er is, maar vooral dat die basis er is. Als we dan vaststellen dat we internationale studenten daar amper tegen kunnen beschermen, denk ik dat het een goede zaak is dat men bekijkt wat er gedaan kan worden. Ik hoop dat u de banken kunt overtuigen om daar iets op te zetten. Maar ik zou ook niet willen dat u zich daarachter wegsteekt. Stel dat dat niet lukt met de banken, denk ik toch dat er nog wat marge is om eventueel een centraal huurwaarborgfonds – volgens mij zit daar nog een onderbenutting in op Vlaams niveau – in te zetten, zodat men tegemoet kan komen aan de risico’s voor de internationale studenten. Maar we volgen het verder op en ik hoop dat er binnenkort een oplossing komt.
Mevrouw Schryvers heeft het woord.
Dank u wel, minister, voor uw aanvullingen.
Ik denk dat de fraude met studentenkamers, waar dan voornamelijk buitenlandse studenten heel kwetsbaar voor zijn, absoluut de nodige aandacht verdient. Het is duidelijk dat dat ook u en het overlegplatform niet onbekend is, en dat er al werd gezocht naar de manier waarop daar oplossingen aan geboden kunnen worden.
De aanbodproblematiek is inderdaad een belangrijk punt. Het tekort aan studentenkamers momenteel brengt immers vaak mee dat studenten, en zeker internationale studenten, meer en meer het eerste het beste kot dat ze kunnen huren, nemen. Dat blijkt dan soms niet te bestaan, en dan zijn ze hun centen kwijt. Of anders is het soms ook niet kwaliteitsvol. Dat brengt ook mee dat er niet altijd aan de decretale regels wordt voldaan. Er staat bijvoorbeeld nu in het decreet dat die waarborg maar drie maanden op voorhand betaald moet worden. Ik denk dat men dat nu vaak zelfs vroeger vraagt.
Ik denk alleszins dat we moeten blijven sensibiliseren. U hebt daar helemaal gelijk in, dat wil ik onderstrepen. Misschien niet alleen rechtstreeks naar de studenten sensibiliseren, maar ook, zoals ik vroeg, van de ene universiteit naar de andere universiteit, internationaal, of tussen hogescholen. Ik zou u ook willen vragen om de problematiek van de waarborg, over de manier waarop die wordt gevraagd, absoluut verder te bekijken. Het is goed dat u stappen zet naar Febelfin. Ik hoop absoluut dat daar een oplossing uit de bus komt, want het zou niet goed zijn voor de studenten, maar ook niet voor de naam van onze universiteiten en hogescholen als die fraude meer en meer ingang zou vinden of zou kunnen blijven bestaan, integendeel. Ik begrijp perfect dat het niet eenvoudig is om daar in het buitenland aan te kunnen, maar we moeten die echt met alle mogelijke middelen bestrijden.
De vragen om uitleg zijn afgehandeld.