Verslag vergadering Commissie voor Welzijn, Volksgezondheid, Gezin en Armoedebestrijding
Verslag
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, wij hadden in de commissie Binnenlands Bestuur recent een hoorzitting met verschillende belangenverenigingen over politieke participatie. Daar kwam de bezorgdheid naar voren dat in woonzorgcentra en voorzieningen voor personen met een beperking de zogenaamde ‘briefjescultuur’ zou heersen. Dat houdt in dat deze voorzieningen systematisch via doktersattesten volmachten zouden verstrekken om bij verkiezingen een stem uit te brengen in naam van de betrokken bewoner. Dergelijke praktijken gebeuren uiteraard zonder de toestemming van de betrokkene. Ik heb zelf in mijn persoonlijke ervaring kunnen vaststellen dat bijvoorbeeld een woonzorgcentrum de oproepingsbrieven systematisch achterhoudt en die dus niet bezorgt aan de betrokkenen. Zelfs wanneer de betrokkenen daar expliciet om vroegen, kregen ze die ook niet zomaar. Kandidaten ervaren op dat moment ook wel enige schroom om dergelijke praktijken aan te klagen omdat zij snel het verwijt zouden krijgen om zelf stemmen te ronselen in die voorzieningen.
Deze manier van werken staat volgens mij diametraal tegenover het recht om een stem uit te brengen. Ik vind dat praktische bezwaren nooit in de weg mogen staan van het uitvoeren van een democratisch recht.
Volgend jaar hebben we bovendien verkiezingen zonder opkomstplicht. Ik wil zeker niet veralgemenen, maar er zou een soort gemakzucht kunnen optreden waarbij dergelijke praktijken zich dan zeker zouden voordoen.
Minister, zult u voor het verkiezingsjaar 2024 concrete richtlijnen uitvaardigen vanuit uw diensten naar de welzijnsvoorzieningen? Op welke manier bent u aansluitend van plan om om te gaan met meldingen over dergelijke problemen? Acht u bepaalde controlemechanismen mogelijk?
Zult u aansluitend concrete sensibiliserende maatregelen nemen om het ronselen van stemmen binnen de welzijnsvoorzieningen tegen te gaan?
Minister Crevits heeft het woord.
In het kader van inclusie en participatie is het uiteraard van het allergrootste belang dat personen met een beperking dezelfde rechten kunnen uitoefenen als alle andere burgers in de samenleving. Dat geldt evenzeer voor diegenen die wonen bij een door het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (VAPH) vergunde zorgaanbieder. In dat kader ben ik ervan overtuigd dat deze zorgaanbieders de personen waar nodig ondersteunen in het uitoefenen van hun stemrecht. Ik ben zeker bereid om in functie van de verkiezingen nog correspondentie te voeren met al onze voorzieningen, maar dan wel met een positieve insteek, omdat er heel veel zijn die daar positief mee omgaan. Ik wil daarin wijzen op het feit dat het belangrijk is dat de mensen effectief hun rechten kunnen uitoefenen. Dat wil ik dus zeker doen. Ik wil ook meegeven dat als mensen met een handicap vaststellen dat hun rechten niet worden gerespecteerd, of als hun familie dat vaststelt, ze uiteraard aangifte kunnen doen van mogelijk strafbare feiten bij de bevoegde instanties. Daarop wil ik de voorzieningen ook wijzen.
Dat geldt evenzeer voor bewoners in de woonzorgvoorzieningen en andere welzijnsvoorzieningen. Het Woonzorgdecreet van 15 februari 2019 bepaalt zelfs expliciet dat de woonzorgvoorzieningen sociale inclusie en destigmatisering van personen met een zorg- en ondersteuningsvraag als uitgangspunt nemen, zowel op individueel als op publiek vlak. Daarnaast bepaalt het decreet in artikel 4 ook dat woonzorgvoorzieningen en verenigingen de grondrechten uit de Grondwet, het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens en de Fundamentele Vrijheden, het Internationaal Verdrag inzake Burgerrechten en Politieke Rechten, het Internationaal Verdrag inzake Economische, Sociale en Culturele Rechten en het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind eerbiedigen.
Bepaalde woonzorgvoorzieningen doen dit ook heel expliciet naar aanleiding van de verkiezingen, door echt wel schitterende initiatieven te ontplooien om hun bewoners toe te laten hun stem uit te brengen. Er worden in voorzieningen infomomenten voor bewoners en familie georganiseerd, er kan een kiesbureau in het woonzorgcentrum zijn, er wordt vervoer georganiseerd naar een kiesbureau, met begeleiding van mantelzorgers of vrijwilligers.
Aangezien welzijnsvoorzieningen reeds in hun algemeenheid de opdracht hebben om de participatie aan de samenleving voor hun bewoners te ondersteunen, wil ik zeer graag in dit verband een correspondentie tot hen richten om daar nog eens op te wijzen.
Wat betreft de opvolging van meldingen of het opzetten van controlemechanismen, moet ik verwijzen naar mijn collega-minister bevoegd voor het binnenlands bestuur. Maar men moet weten dat er strafrechtelijke gevolgen aan verbonden zijn indien er een loopje zou worden genomen met datgene waar men recht op heeft.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Minister, ik ben blij dat u, net als ik heb gedaan, benadrukt hoe groot het belang is van dat democratisch recht. Net als u denk ik dat er heel veel positieve initiatieven zijn. Met het stellen van deze vraag bedoelde ik zeker niet dat die er niet zouden zijn. Maar dat wil natuurlijk niet zeggen dat dergelijke praktijken zoals ik ze heb beschreven er niet zijn en dat we die zouden moeten negeren.
We doen vandaag vanuit de Vlaamse overheid al heel wat inspanningen om die drempels te verlagen. We kunnen natuurlijk doen wat we willen, maar als er in de lokale omgeving van die mensen voorzieningen zijn die niet willen meestappen in dit verhaal, dan staan we nergens.
Het is zeer goed dat u nog een schrijven plant naar die welzijnsinrichtingen. Zonder duidelijke richtlijnen zal er geen aandacht zijn voor die mensen en zullen die bestaande praktijken worden voortgezet.
Ik wil nog een kleine suggestie doen, namelijk om een meldpunt aan te duiden waar familie en de mensen zelf melding kunnen maken van problemen die zich voordoen. Dat hoeft geen nieuwe lijn te zijn, dat kan via bestaande structuren. Wat is uw reactie op een dergelijke suggestie?
Mevrouw De Martelaer heeft het woord.
Voorzitter, ik heb deelgenomen aan die hoorzitting, en die was ongelooflijk boeiend. Het waren vooral organisaties die met de doelgroepen werken en vanuit hun ervaring spraken.
Minister, ik vind het heel oké dat u de voorzieningen zou berichten vanuit een positieve invalshoek, maar er zou ook een informatiecampagne moeten zijn. De collega verwees al naar een meldpunt. Want als er problemen zijn, zou ik helemaal niet weten waar die moeten worden gemeld. Mensen moeten dat weten, want dat verhoogt dan ook de druk op de voorzieningen die het misschien niet goed menen.
Het lijkt mij ook interessant om de artsen te informeren dat ze van de houding moeten afstappen om zomaar zonder reden briefjes te schrijven. Dat kunt u ook eenvoudig doen.
Voor vele mensen – mensen met een handicap, mensen die in een woonzorgcentrum verblijven – is het een probleem om op het stembureau te geraken. Ik weet dat er Diensten Aangepast Vervoer en mobiliteitsdiensten zijn. Misschien kunt u als minister op dat vlak mee initiatieven ondersteunen om die op zo’n dag in te zetten? Dat is een mogelijkheid.
Er is nog iets dat ik mij afvraag. Vroeger konden we in de sector voor personen met een handicap een beroep doen op Toemeka, die vorming gaf aan voorzieningen en personen met een handicap over hoe ze moesten stemmen. Ik heb de indruk dat die organisatie niet meer bestaat. Werd die overgenomen? Op welke manier zal die vorming nog plaatsvinden in de voorzieningen van het VAPH?
Minister Crevits heeft het woord.
Ik wil zeker een brief met informatie versturen. Ik vind het belangrijk dat mensen gaan stemmen, dat mag u niet onderschatten.
De interne procedures werken natuurlijk niet voor klachten over een voorziening, dat lijkt mij wat delicaat. De Woonzorglijn kan daar perfect voor worden toegerust. Zo kennen ze dat al voor het geval er een probleem zou zijn waarvoor er een klacht kan worden ingediend.
Ik heb het niet zo voor het oprichten van extra meldpunten. Ik heb liever een organisatie met mensen die al over professionele kennis beschikken. Ik wil zeker bekijken of dat mogelijk is. Voor mij is het belangrijk dat alle voorzieningen daarop inzetten. Ik wil zeker nog eens brainstormen over wat we eventueel extra kunnen doen, vanuit een positieve insteek. We kunnen zeggen waar men met klachten terechtkan, maar ik ben weinig genegen om nieuwe meldpunten op te richten.
Er wordt wel ingezet op een vorming, maar ik zal eens opzoeken of die nog wordt hernomen.
Mevrouw Sminate heeft het woord.
Ik wil graag benadrukken dat ik heb gezegd dat ik niet wens dat er daarvoor een extra structuur wordt opgezet. Op dat vlak zitten we volledig op dezelfde lijn.
De vraag om uitleg is afgehandeld.